Base description which applies to whole site

1. Inleiding

Deze Najaarsnota actualiseert de ontwikkeling van de inkomsten en uitgaven in het begrotingsjaar 2013. De stand Miljoenennota 2014 is daarbij het uitgangspunt en mutaties worden ten opzichte hiervan gepresenteerd. Gelijktijdig met de Najaarsnota worden de hiermee samenhangende suppletoire begrotingswetten aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden. De tweede suppletoire wetten zijn de laatste reguliere mogelijkheid voor het kabinet om voor het lopende begrotingsjaar nog mutaties van beleidsmatige aard aan uw Kamer voor te leggen. Mocht na de Najaarsnota nog sprake zijn van een voorstel tot een beleidsmatige wijziging van de begroting, dan zal dit door de betreffende Minister door middel van een aparte brief aan uw Kamer gemeld worden.

Tevens treft u bijgevoegd de (meerjarige) gevolgen van de begrotingsafspraken 2014 voor het uitgaven- en inkomstenkader en de daaraan gekoppelde herijking van de kaders, zoals aangekondigd in de brief over de begrotingsafspraken 2014 (Kamerstuk 33 750, nr. 19).

Uitgaven

Aan de uitgavenzijde van de begroting doen zich onder de deelkaders verschillende mee- en tegenvallers voor. Daarnaast zijn de gevolgen van de begrotingsafspraken voor 2013 verwerkt in deze Najaarsnota. Het totale uitgavenkader sluit, net als in de Miljoenennota 2014. Wel resteert als gevolg van het verwerken van de begrotingsafspraken nog een relatief groot deel van de in=uit taakstelling. Dit wordt toegelicht in paragraaf 2.

Inkomsten

De raming van de belasting- en premieontvangsten is ongewijzigd gebleven ten opzichte van de stand Miljoenennota 2014. Onderliggend doen zich enkele mee- en tegenvallers voor. Deze worden toegelicht in paragraaf 3.

EMU-saldo en EMU-schuld

Het sluiten van het uitgavenkader en de ongewijzigde belasting- en premieontvangsten leiden tot een EMU-saldo in 2013 van – 3,2 procent bbp. Dit is gelijk aan de raming ten tijde van Miljoenennota 2014. De EMU-schuld bedraagt naar verwachting 74,8 procent bbp voor 2013. De EMU-schuld komt naar verwachting 0,2 procentpunt lager uit dan waar in de Miljoenennota 2014 rekening mee is gehouden. Het gemiddelde EMU-saldo van de eurozone voor 2013 wordt geraamd op 3,1 procent bbp; de gemiddelde EMU-schuld op 95,5 procent bbp. Paragraaf 4 gaat hier verder op in.

Bijlage 1 geeft een overzicht van de budgettaire kerngegevens. Bijlage 2 geeft het budgettair overzicht interventies ten behoeve van de financiële sector. Bijlage 3 bevat de verwerking van de begrotingsafspraken 2014 en de vaststelling van de kaders. Bijlage 4 bevat de Verticale Toelichting.

Licence