Base description which applies to whole site

2. Het uitgavenbeeld

Na verwerking van alle uitgavenmutaties laat het totale uitgavenkader een sluitend beeld zien. Dit was ook ten tijde van de Miljoenennota 2017 het geval. Dit is weergegeven in tabel 2.1.

Tabel 2.1 Kadertoetsing (in miljarden euro; –/– is onderschrijding)
 

2016

Totaalkader Miljoenennota 2017

0,0

Mutatie Najaarsnota 2016

0,0

Totaalkader Najaarsnota 2016

0,0

   

Rijksbegroting in enge zin Miljoenennota 2017

1,5

Mutatie Najaarsnota 2016

0,4

Rijksbegroting in enge zin Najaarsnota 2016

1,8

   

Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid Miljoenennota 2017

– 0,7

Mutatie Najaarsnota 2016

0,0

Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid Najaarsnota 2016

– 0,7

   

Budgettair Kader Zorg Miljoenennota 2017

– 0,8

Mutatie Najaarsnota 2016

– 0,4

Budgettair Kader Zorg Najaarsnota 2016

– 1,2

Rijksbegroting in enge zin (RBG-eng)

Tabel 2.2 geeft de uitgavenontwikkeling onder het kader RBG-eng weer sinds Miljoenennota 2017. Onder het kader RBG-eng is de overschrijding met 0,4 miljard euro toegenomen. Het totaal aan uitgaven ligt 1,8 miljard euro hoger dan de hoogte van het uitgavenkader.

Bij de dividenden en afdrachten van staatsdeelnemingen is er sprake van 51 miljoen euro hogere ontvangsten dan eerder geraamd. Dit wordt onder andere veroorzaakt door hogere afdrachten van de Nederlandse Loterij.

Met de ratificatie van het Eigen Middelenbesluit worden de kortingen op de nationale afdrachten geëffectueerd. Dit wijzigt de omvang van de nationale afdrachten en moet door de Europese Commissie worden verwerkt in een aanvullende begroting. De aanname van deze aanvullende begroting door het Europees parlement vindt waarschijnlijk pas laat in 2016 plaats, waardoor de feitelijke kasontvangst van de Nederlandse korting doorschuift naar 2017. Daarnaast wordt met de ratificatie de perceptiekostenvergoeding per 1 oktober 2016 verlaagd. Samen leidt dit in 2016 tot een tegenvaller van 2,8 miljard euro.

Tabel 2.2 Kadertoetsing RBG-eng (in miljarden euro; –/– is onderschrijding)
 

2016

Miljoenennota 2017

1,5

Dividend staatsdeelnemingen

– 0,1

EU-afdrachten

2,8

HGIS

0,3

Gemeentefonds, Provinciefonds, BTW-compensatiefonds

0,1

Overig

– 0,5

Onderuitputting diverse begrotingen (inclusief HGIS)

– 0,9

Invullen in=uit taakstelling

1,4

Technische mutaties

 

Kadercorrectie EU afdrachten

– 2,8

Najaarsnota 2016

1,8

Verwerking van de budgettaire gevolgen van de ratificatie van het Eigen Middelenbesluit onder het uitgavenkader zou leiden tot een grote incidentele krapte in 2016 en een grote incidentele ruimte in 2017. Dat ondermijnt de plafonnerende werking van het uitgavenkader binnen het trendmatig begrotingsbeleid. Daarnaast staat de omvang van budgettaire gevolgen, in combinatie met de mate waarin het kabinet hierop nog kan sturen, op gespannen voet met het uitgangspunt dat het begrotingsbeleid bestuurlijke rust, eenvoud en duidelijkheid vooraf moeten bieden. Het kabinet heeft daarom besloten om het uitgavenkader te corrigeren.

Het HGIS-budget omvat uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van buitenlandbeleid. Als gevolg van de lager dan verwachte asielinstroom in 2016 wordt een deel van de ODA-toerekening (uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking) voor de eerstejaarsopvang van asielzoekers teruggeboekt van de begroting van Veiligheid en Justitie naar de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Verder wordt bij Najaarsnota de ODA toerekening van de kosten voor eerstejaarsopvang asiel 2015 en 2016 gecorrigeerd met 31 miljoen. Het bedrag komt ten goede aan het Noodhulpfonds. Middelen van het Noodhulpfonds kunnen flexibel worden ingezet over de jaren 2014–2017. De correctie vanaf 2017 bedraagt naar verwachting 17 miljoen en wordt bij Voorjaarsnota verwerkt, waarmee de totale intensivering van het Noodhulpfonds op 48 miljoen komt. De uitgaven aan het gemeentefonds en provinciefonds stijgen doordat vanaf verschillende andere begrotingshoofdstukken budgetten zijn overgeboekt naar de fondsen. De post overig bestaat voornamelijk uit de corresponderende boekingen op deze begrotingshoofdstukken en de afboeking van de genoemde ODA-toerekening op de begroting van Veiligheid en Justitie.

Op diverse begrotingen vindt onderuitputting plaats. Tabel 2.3 geeft inzicht in de verdeling hiervan over de verschillende departementale begrotingen onder het kader RBG-eng. De Verticale Toelichting (VT) in bijlage 2 geeft per begrotingshoofdstuk meer gedetailleerde informatie over de mutaties die hebben plaatsgevonden.

Tabel 2.3 Onderuitputting per begrotingshoofdstuk (in miljoenen euro; –/– is onderuitputting)

Begroting

2016

Staten Generaal

– 1

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs

– 1

Algemene zaken

– 2

Veiligheid en Justitie

100

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

– 61

Financiën

– 54

Infrastructuur en Milieu

– 42

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

– 37

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

– 99

Infrastructuurfonds

– 500

Deltafonds

– 130

Aanvullende posten

– 65

HGIS

– 10

Totaal

– 901

Bij Voorjaarsnota 2016 is, tegelijkertijd met de eindejaarsmarge van 2015, de in=uittaakstelling voor 2016 geboekt. In deze Najaarsnota wordt de in=uittaakstelling voor 1,4 miljard ingevuld. Deze invulling is onder andere mogelijk dankzij de onderuitputting die in tot nu toe is opgetreden bij de departementen (zie tabel 2.3) en op het Budgettair Kader Zorg (zie tabel 2.5). De resterende in=uittaakstelling ter grootte van 1,0 miljard euro moet nog worden ingevuld bij het Financieel Jaarverslag Rijk.

Het kader RBG-eng is gecorrigeerd voor de budgettaire gevolgen van de ratificatie van het eigenmiddelenbesluit, zie ook de toelichting bij de EU-afdrachten hierboven.

Sociale zekerheid en arbeidsmarktbeleid (SZA)

Tabel 2.4 geeft de uitgavenontwikkeling onder het SZA-kader weer sinds Miljoenennota 2017. Er vinden slechts kleine bijstellingen plaats onder het SZA-kader, die per saldo de onderschrijding met 10 miljoen vergroot tot 0,7 miljard euro.

Tabel 2.4 Kadertoetsing SZA (in miljarden euro; –/– is onderschrijding)
 

2016

Miljoenennota 2017

– 0,7

Werkloosheidswet (WW)

0,0

Kinderopvangtoeslag

0,0

Overig

0,0

Najaarsnota 2016

– 0,7

De WW laat een marginale tegenvaller zien, die het saldo is van een kleine tegenvaller op de overige lasten WW (met name bij faillissementsuitkeringen) en een kleine conjuncturele meevaller op de uitkeringslasten ontslagwerkloosheid.

Ook binnen de arbeidsongeschiktheid vindt een kleine meevaller plaats. Er vindt weliswaar een hogere instroom in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) plaats, maar ook de uitstroom is hoger dan eerder verwacht. Daarnaast vindt op de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) op zowel de instroom als de uitstroom een meevaller plaats. Verder is de gemiddelde jaaruitkering voor alle arbeidsongeschiktheidsregelingen lager dan eerder geraamd.

De overige mutaties zijn een combinatie van uitvoeringsinformatie op verschillende regelingen en onderuitputting op bepaalde budgetten. De grootste mutaties zijn een tegenvaller op de ontvangsten van de Wet op het Kindgebonden Budget (WKB), een tegenvaller op de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO) en onderuitputting op maatschappelijke begeleiding.

Budgettair Kader Zorg

Tabel 2.5 geeft de uitgavenontwikkeling onder het Budgettair Kader Zorg (BKZ) weer sinds Miljoenennota 2017. De onderschrijding van het BKZ is met 0,4 miljard euro vergroot tot 1,2 miljard euro.

Tabel 2.5 Kadertoetsing BKZ (in miljarden euro; –/– is onderschrijding)
 

2016

Miljoenennota 2017

– 0,8

Actualisering zorguitgaven

– 0,4

Overig

0,0

Najaarsnota 2016

– 1,2

Op basis van voorlopige gegevens over het eerste half jaar van 2016 van het Zorginstituut Nederland (ZiNL) zijn de ramingen van de zorguitgaven 2016 geactualiseerd. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling van de uitgaven binnen de Zorgverzekeringswet van 0,4 miljard euro. Deze geraamde onderschrijding kan nog wijzigen op grond van de realisatiecijfers over geheel 2016. Hierover wordt in het jaarverslag 2016 gerapporteerd.

Licence