Base description which applies to whole site

2.1 Uitgavenbeeld

Tabel 2.1.1 Uitgavenbeeld

In miljoenen euro

2022

Generale dossiers

194

Afpakken

290

Boeten

86

Dividenden staatsdeelnemingen

‒ 80

Rente-uitgaven

‒ 18

EU-afdrachten

‒ 88

Studiefinanciering rente-ontvangsten

5

  

Mee-/Tegenvallers

‒ 3.006

Asiel (totaal 431 miljoen)

200

Waterschade Limburg

‒ 176

Uitvoeringsinformatie SZW

‒ 291

Uitvoeringsinformatie VWS

‒ 6

Onderuitputting

‒ 2.733

waarvan kasschuiven

‒ 888

  

Eerder besloten kasschuiven

526

Kasschuif energietoelage

500

Kasschuif uitvoeringskosten stikstof

26

  

Invullen taakstellende onderuitputting (2,1 mld.)

2.100

Invullen in=uit taakstelling (1,4 mld.)

186

  

Totaal

0

Generale dossiers

Afpakken

Er doet zich een forse tegenvaller voor van 290 miljoen euro op de begrote ontvangsten uit het afpakken van crimineel geld en goederen door het uitblijven van grote transacties.

Boeten

Op de ontvangsten uit Boeten en Transacties doet zich een tegenvaller voor van 86 miljoen euro. Dit wordt veroorzaakt door mobiliteitsbeperkende coronamaatregelen aan het begin van het jaar, hogere brandstofprijzen en het vervangen van flitspalen en trajectcontroles waardoor deze tijdelijk moesten worden uitgezet.

Dividenden staatsdeelnemingen

Een actualisatie van de dividendramingen van de staatsdeelnemingen geeft voor het jaar 2022 een positieve bijstelling (80 miljoen euro) als gevolg van de definitieve vaststellingen van de dividenden.

Rente-uitgaven

De raming van de rentelasten wijzigt als gevolg van realisaties en door een bijstelling van de financieringsbehoefte.

EU-afdrachten

Bij de raming van de Nederlandse invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. Nederland ontvangt 25% van de bruto af te dragen (na)betalingen aan traditionele eigen middelen (TEM) als perceptiekostenvergoeding. Dit leidt tot een meevaller van 88 miljoen euro. 

Studiefinanciering rente-ontvangsten

De plafondrelevante ontvangsten van rente over studiefinanciering zijn lager dan geraamd.

Mee-/Tegenvallers

Asiel

Door de verhoogde instroom van reguliere asielzoekers doen zich tegenvallers voor bij het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA, 380 miljoen euro), Nidos (27 miljoen euro), de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND, 20 miljoen euro) en VluchtelingenWerk Nederland (4 miljoen euro). De totale tegenvaller is 431 miljoen euro. Een deel van deze meerkosten wordt opgevangen vanuit Official Development Assistance (ODA)-budgetten ten behoeve van de opvang van eerstejaars asielzoekers (160 miljoen euro). Het resterende deel wordt gedekt uit de onderuitputting bij JenV (71 miljoen euro) en de rijksbrede onderuitputting (200 miljoen euro).

Waterschade Limburg

Voor de regeling Tegemoetkoming waterschade Limburg was 256 miljoen euro op de JenV-begroting en 5,5 miljoen euro op de LNV-begroting gereserveerd. Het beroep op deze regeling is minder groot dan geraamd. Daarom valt een deel van het budget vrij. Op de JenV-begroting valt 175 miljoen euro in 2022 vrij. Hiervan wordt echter 35 miljoen euro doorgeschoven naar 2023 voor het afhandelen van de in dat jaar geraamde vertraagde uitbetalingen. Op de LNV-begroting valt 1,4 miljoen euro in 2022 vrij.

Uitvoeringsinformatie SZW

Op basis van de uitvoeringsinformatie worden de uitgaven aan sociale zekerheid met 291 miljoen euro naar beneden bijgesteld in 2022. Dit betreft onder andere een neerwaartse bijstelling van de uitgaven aan arbeidsongeschiktheidsregelingen (93 miljoen euro) door voornamelijk een lagere instroom in de arbeidsongeschiktheidsregelingen. Daarnaast is er een neerwaartse bijstelling van de AOW-uitgaven (77 miljoen euro) door met name oversterfte dit jaar. De Ziektewet wordt met 52 miljoen euro naar beneden bijgesteld.

Uitvoeringsinformatie VWS

Op basis van actuele ramingen van zorgverzekeraars zijn de uitgaven vanwege de Zorgverzekeringswet en een deel van de uitgaven vanwege de Wet langdurige zorg in 2022, inclusief de effecten van COVID-19, geactualiseerd. Deze cijfers zijn gebaseerd op de daadwerkelijke declaraties van de eerste drie kwartalen van 2022, aangevuld met een raming voor de nog te verwachten uitgaven in 2022.

Onderuitputting

De onderuitputting bij Najaarsnota betreft 2,7 miljard euro. De meeste onderuitputting doet zich voor op de begroting van Defensie (748 miljoen euro) en op de begroting van Economische Zaken en Klimaat (391 miljoen euro). In onderstaande tabel is de onderuitputting per departement opgenomen. Een toelichting per departement is onder deze tabel opgenomen. De onderuitputting zal (deels) via de eindejaarsmarge volgend jaar weer worden toegevoegd aan de departementale begrotingen. Daarnaast wordt 918 miljoen euro van de onderuitputting via kasschuiven naar 2023 geschoven.

Tabel 2.1.2 Onderuitputting 2022

In miljoenen euro

2022

Algemene Zaken

‒ 2

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

‒ 335

Justitie en Veiligheid

0

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

‒ 185

Financiën

‒ 148

Defensie

‒ 748

Infrastructuur en Waterstaat

‒ 200

Economische Zaken en Klimaat

‒ 391

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

‒ 137

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

‒ 41

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

‒ 114

Homogene Groep Internationale Samenwerking

‒ 73

Aanvullende Post

‒ 359

Totaal

‒ 2.733

Algemene Zaken (AZ)

Het beeld van mee- en tegenvallers laat voor de begroting van AZ een netto onderuitputting van 2,1 miljoen euro zien. Dit beeld wordt voornamelijk bepaald door onderuitputting bij het ICT-project AZ-Next (1 miljoen euro), en het personeelsbudget van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (0,5 miljoen euro). Daarnaast zijn er hogere ontvangsten die samenhangen met de doorbelasting van de kosten voor de kabinetsformatie 2021 naar de Tweede Kamer (0,5 miljoen euro).

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)

Op de begroting van BZK zijn diverse uitgaven lager uitgevallen. Er zijn diverse meevallers, onder meer op het gebied van subsidies voor isolatie en apparaatskosten. In totaal gaat het om 25 miljoen euro. Daarnaast komen de middelen voor kwijtschelding van publieke schulden (160 miljoen euro), en voor de fysieke en financiële herplaatsingsgarantie (116 miljoen euro) niet tot besteding in 2022. Deze middelen (276 miljoen euro) worden doorgeschoven naar 2023. Tevens wordt van de 33,1 miljoen euro voor de personele inzet voor de crisisopvang (CNO) van asielzoekers 30,5 miljoen euro doorgeschoven naar 2023.

Justitie en Veiligheid (JenV)

De onderuitputting op het niet-asiel gerelateerde deel van de begroting van JenV bedraagt 71 miljoen euro. Deze onderuitputting bestaat voornamelijk uit meevallers op het gebied van intra- en extramurale sanctie-uitvoering (44 miljoen euro), slachtofferzorg (11 miljoen euro) en onderuitputting op middelen voor preventie (10 miljoen euro), ondermijning (10 miljoen euro) en de Raad voor de rechtspraak (10 miljoen euro). Hier tegenover staan tegenvallers die zich voordoen op de ontvangsten uit griffierechten (15 miljoen euro) en de implementatie van de Europese verordening Inreis- en uitreissysteem op Schiphol (14,5 miljoen euro). De onderuitputting wordt geheel ingezet ter dekking van de asieltegenvaller.

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)

De onderuitputting op de begroting van OCW bedraagt 185 miljoen euro. Dit bedrag is opgebouwd uit onder meer onderuitputting op de subsidieregeling Maatschappelijke diensttijd (65 miljoen euro), een meevaller op de uitgaven aan studiefinanciering (50 miljoen euro), onderuitputting op de apparaatskosten (15 miljoen euro) en een meevaller op de regeling zittenblijven (10 miljoen euro).

Financiën (FIN)

De onderuitputting op de begroting van FIN wordt met name veroorzaakt door personeelsverloop en krapte op de arbeidsmarkt, waardoor het over de gehele linie van het ministerie van Financiën langer duurt om vacatures te vervullen. Daarnaast doet zich een meevaller voor op de niet-belastingontvangsten op de Financiënbegroting.

Defensie (DEF)

Er vinden bij Defensie over een breed front van de Defensiebegroting neerwaartse aanpassingen van de uitgaven plaats. Deze neerwaartse aanpassingen zijn voornamelijk het gevolg van krapte op de Defensiemarkt en op de arbeidsmarkt. Als gevolg daarvan worden investeringsprojecten doorgeschoven naar latere jaren.

Infrastructuur en Waterstaat (IenW)

Op de beleidsbegroting van IenW is sprake van per saldo onderuitputting van 5 miljoen euro door diverse kleine mee- en tegenvallers.

Daarnaast tonen de voorlopige realisatiecijfers op het Mobiliteitsfonds een voordelig saldo van 109 miljoen euro. Dit komt voornamelijk door kasvertraging op diverse projecten op het hoofdwegennet (130 miljoen euro) en spoor (155 miljoen euro). Op de ontvangsten is een nadelig saldo zichtbaar (180 miljoen euro). Dit komt met name doordat een ontvangst van de provincie Groningen (110 miljoen euro) pas in 2023 binnenkomt.

De voorlopige realisatiecijfers van het Deltafonds tonen een voordelig saldo van 86 miljoen euro. Dit komt voornamelijk door vertraging in de betalingen bij het project Afsluitdijk. Op de ontvangsten is een voordelig saldo zichtbaar (13 miljoen euro). Dit komt voornamelijk door terugbetaling van te veel betaalde subsidies voor het hoogwaterbeschermingsprogramma.

Economische Zaken en Klimaat (EZK)

Op de begroting van EZK treedt per saldo 391 miljoen euro aan onderuitputting op. Deze onderuitputting is opgebouwd uit achterblijvende uitgaven in het kader van de bestuurlijke afspraken Groningen (140 miljoen euro) en diverse meevallers bij de Autoriteit Consument & Markt High Trust boetes (53,5 miljoen euro), op de indirecte kostencompensatie ETS (15,6 miljoen euro) en bij diverse kleinere meevallers op verschillende artikelen.

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)

De onderuitputting op de begroting van LNV bedraagt 137 miljoen euro. De onderuitputting wordt allereerst veroorzaakt door vertraging bij de goedkeuring van de stilligregeling en liquiditeitsregeling uit de Brexit Adjustment Reserve. De goedkeuring van de Europese Commissie voor deze regelingen duurt langer dan gepland, waardoor deze middelen niet tot besteding komen in 2022 (45 miljoen euro). Ten tweede wordt de onderuitputting veroorzaakt door onderuitputting op stikstofmaatregelen (91,7 miljoen euro). Dit betreft 0,5 miljoen euro onderuitputting op middelen uit het transitiefonds die zijn overgeboekt naar de LNV-begroting en 91,2 miljoen euro onderuitputting op stikstofmiddelen van de structurele aanpak stikstof van het vorig kabinet.

Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)

De uitgaven op de begroting van SZW zijn per saldo met 41 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Zo worden de uitgaven aan opdrachten en bijdragen aan Zelfstandige Bestuursorganen neerwaarts bijgesteld met respectievelijk 15 miljoen euro en 13 miljoen euro. Ook zijn enkele niet-benodigde reserveringen vrijgevallen, met name op het gebied van apparaatsuitgaven. Bij de Najaarsnota is de openstaande taakstelling van 35,5 miljoen euro ingevuld.

Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)

De onderuitputting op de begroting van VWS bedraagt 114 miljoen euro. De grootste meevallers doen zich voor op diverse apparaatsbudgetten (13,6 miljoen euro), bij de subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden (13,5 miljoen euro). Daarnaast zijn er lagere kosten voor de implementatie Donorwet (8,3 miljoen euro) en hogere ontvangsten door een terugvordering bij ZonMw (23,4 miljoen euro). Er zijn ook enkele tegenvallers, zoals wisselkoerseffecten van zorgcontracten in Caribisch Nederland (13,6 miljoen euro). De onderuitputting van VWS wordt middels twee kasschuiven naar 2023 geschoven, zie toelichting kasschuiven.

Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS)

Per saldo wordt er 73 miljoen euro minder uitgegeven aan internationale samenwerking. Deze post bestaat voor 39,5 miljoen euro uit onderuitputting, omdat een aantal departementen binnen de HGIS lagere uitgaven verwachten dan geraamd. Dit wordt via de HGIS-eindejaarsmarge opgevraagd in de volgende jaren. Daarnaast wordt 33,9 miljoen euro doorgeschoven naar volgend jaar via de middelenafspraak huisvesting. Het huisvestingsbeleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken is gericht op het moderniseren, verduurzamen en rationaliseren van de vastgoedportefeuille. Om dit te bewerkstelligen is een middelenafspraak huisvesting gemaakt waarbij de opbrengst van de verkopen opnieuw kan worden ingezet in latere jaren. Uitvoering van de huisvestingsprojecten loopt vertraging op vanwege de effecten van COVID-19 en de onzekerheid omtrent de oorlog in Oekraïne.

Aanvullende Post (AP)

Op de AP vallen diverse middelen vrij, waaronder middelen voor digitale veiligheid, BAR, Traditioneel eigen middelen (TEM), Klimaat en woningbouw. De middelen voor de BAR en digitale veiligheid worden middels kasschuiven naar 2023 geschoven.

Waarvan kasschuiven

Een deel van de onderuitputting wordt middels kasschuiven doorgeschoven naar 2023. Deze kasschuiven zijn opgenomen in onderstaande tabel.

Tabel 2.1.3 Kasschuiven

In miljoenen euro

2022

Fysieke herplaatsingsgarantie (BZK)

‒ 116

Kwijtschelden publieke schulden (BZK)

‒ 160

Kasschuif Jeugdzorg (VWS)

‒ 9

Brexit Adjustment Reserve (EZK, LNV, AP)

‒ 257

Personeel veiligheidsregio's (BZK)

‒ 31

Waterschade Limburg (JenV)

‒ 35

Digitale veiligheid (AP)

‒ 170

Energiecompensatie (VWS)

‒ 111

Totaal

‒ 888

Fysieke herplaatsingsgarantie (BZK)

Bij de fysieke herplaatsingsgarantie wordt in samenwerking met gemeenten een fysieke herplaatsingsgarantie ingericht voor het tijdelijk plaatsen en mogelijk exploiteren van flexwoningen. De middelen voor de fysieke herplaatsingsgarantie komen in 2022 niet tot besteding omdat de concrete uitwerking langer vergt. Dit geldt ook voor de door BZK beschikbaar gestelde additionele middelen voor de financiëleherplaatsingsgarantie ter hoogte 20 miljoen euro. De middelen worden doorgeschoven naar 2023.

Kwijtschelden publieke schulden (BZK)

In 2021 is in samenwerking met de publieke schuldeisers en de verantwoordelijke departementen het kwijtschelden van publieke schulden uitgewerkt. Met de medeoverheden is afgesproken dat compensatie van de uitgaven en de derving van inkomsten plaatsvindt op basis van nacalculatie (werkelijke kosten). Ook de uitvoeringskosten van de kwijtscheldingsregelingen en de uitvoeringskosten die samenhangen met het compenseren van gemeenten worden vergoed. Vanwege de declaraties/verantwoording komen de middelen in 2022 niet tot besteding. De middelen worden doorschoven naar 2023.

Kasschuif Jeugdzorg (VWS)

Met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is afgesproken om dit jaar 10 miljoen euro vanuit het Gemeentefonds beschikbaar te stellen voor tijdelijke liquiditeitssteun aan jeugdzorgaanbieders als de zorgcontinuïteit in geding komt. Hiervan is 1,1 miljoen euro aangevraagd en verleend aan een instelling. Het resterende bedrag wordt naar 2023 verschoven zodat deze regeling beschikbaar blijft.

Brexit Adjustment Reserve (EZK, LNV, AP)

Op de AP stond voor 2022 22 miljoen euro geraamd voor uitvoeringskosten in het kader van de BAR. In 2022 is hiervan 8,9 miljoen euro opgevraagd door departementen. Het restant wordt doorgeschoven. Ook de BAR-reservering van 50 miljoen euro zal worden doorgeschoven. Dit betekent dat er op de Aanvullende Post in totaal 63 miljoen euro wordt doorgeschoven naar latere jaren. Daarnaast worden ook BAR-middelen op de begrotingen van LNV en EZK doorgeschoven. LNV schuift 45 miljoen euro voor het visserijspoor door en EZK schuift 149 miljoen euro voor het bedrijvenspoor door.

Personeel veiligheidsregio’s (BZK)

Er zijn middelen ter hoogte van 33,1 miljoen euro toegevoegd voor de personele inzet voor de crisisopvang van asielzoekers met als doel om te garanderen dat er voldoende opvangplekken zijn voor asielzoekers. De betalingen van de crisisopvang zullen voor een groot deel plaatsvinden in 2023, waarvoor 30,5 miljoen euro wordt doorgeschoven naar 2023.

Waterschade Limburg (JenV)

Voor de regeling Tegemoetkoming waterschade Limburg was 256 miljoen euro op de JenV-begroting gereserveerd. Vanwege de vertraagde uitbetalingen van gerealiseerde schade zal nog 35 miljoen euro in 2023 voor uitkeringen nodig zijn. Het restant van het budget valt vrij.

Energiecompensatie (VWS)

De steun voor amateursport en zwembaden leidt naar verwachting pas in 2023 tot uitgaven. Ter dekking van deze compensatie wordt 111 miljoen euro doorgeschoven naar 2023.

Eerder besloten kasschuiven

Kasschuif energietoelage

In 2023 is net als in 2022 1,4 miljard euro beschikbaar om huishoudens met een laag inkomen ondersteuning te bieden voor de gestegen energiekosten. Gemeenten kunnen huishoudens die leven van maximaal 120% van het sociaal minimum een bedrag van 1.300 euro uitkeren in 2023. Om huishoudens in 2022 nog beter te ondersteunen, krijgen gemeenten de mogelijkheid om 500 euro per huishouden al in 2022 uit te keren. Om deze reden wordt 500 miljoen euro van de begroting 2023 naar 2022 geschoven. De middelen worden verdeeld via de algemene uitkering op grond van de reguliere verdeelsleutel voor de bijzondere bijstand.

Kasschuif uitvoeringskosten stikstof

In het kader van gebiedsgericht werken is voor 2022 26 miljoen euro overgeheveld van de Aanvullende Post (transitiefonds) naar de LNV-begroting. Deze middelen stonden begroot voor 202, maar worden middels een kasschuif naar 2022 geschoven. De middelen zijn bedoeld voor onder andere aanvullende personele capaciteit bij de departementen en voor provincies voor het realiseren van de opgave van het Nationaal Programma Landelijk Gebied.

Invullen taakstellende onderuitputting (2,1 miljard euro)

Ter dekking van het koopkrachtpakket is bij Miljoenennota 2023 besloten om een extra taakstellende onderuitputting in te boeken van 2,1 miljard euro in 2022 en 2023 en 0,5 miljard euro in 2024. Met de onderuitputting die optreedt bij Najaarsnota wordt de taakstellende onderuitputting voor 2022 volledig ingevuld.

Invullen in=uit taakstelling (1,4 miljard euro)

De in=uit-taakstelling is de tegenhanger van de eindejaarsmarge. De eindejaarsmarge is bedoeld om ondoelmatige besteding van middelen aan het einde van het jaar te voorkomen door onbestede middelen naar het volgende jaar door te schuiven. Hiervoor geldt een maximum van 1,0% van de totale begroting. Begrotingsfondsen zoals het Defensiematerieelbegrotingsfonds, het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds kennen een 100% eindejaarsmarge. Om te voorkomen dat het uitgavenplafond wordt overschreden als gevolg van de uitkering van de eindejaarsmarge, wordt tegelijkertijd een even grote taakstelling ingeboekt, de zogenaamde in=uit-taakstelling. Hierdoor levert het doorschuiven via de eindejaarsmarge dus geen extra middelen op in het jaar waarnaar wordt doorgeschoven. De in=uit taakstelling kent geen concrete invulling, maar wordt gaandeweg het jaar ingevuld. De invulling kan bestaan uit onderuitputting of andere meevallers.

De reguliere in=uittaakstelling voor 2022 bedraagt 1,4 miljard euro. Deze wordt nu voor 186 miljoen euro ingevuld. Mocht er bij het Financieel Jaarverslag Rijk onvoldoende onderuitputting optreden dan zal dit leiden tot een plafondoverschrijding en een verslechtering van het EMU-saldo.

Licence