Base description which applies to whole site

nr. 1BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 mei 2006

1. Hoofdlijnen

De Voorjaarsnota geeft een overzicht van de wijzigingen in de ramingen ten opzichte van de Miljoenennota 2006 als gevolg van nieuwe inzichten en nieuw beleid voor het uitvoeringsjaar 2006. In de Miljoenennota 2007 zal worden ingegaan op het voorgenomen beleid voor 2007 en de bijbehorende meerjarenramingen. Bij de totstandkoming van de Voorjaarsnota heeft het kabinet vijf belangrijke thema’s centraal gesteld; solide overheidsfinanciën, koopkrachtverbetering en sociaal beleid, economische structuurversterking, verbetering van de veiligheid en aandacht voor de jeugd.

Solide overheidsfinanciën

In de afgelopen jaren is een aantal belangrijke structurele hervormingen doorgevoerd. De resultaten beginnen nu zichtbaar te worden. De groei trekt weer aan. Volgens de recente ramingen van het CPB en van internationale organisaties zal Nederland dit jaar en komend jaar sneller groeien dan het EU-gemiddelde.

De verbeterde economische situatie is ook merkbaar in de overheidsfinanciën. Het EMU-saldo beweegt zich weer in de goede richting. Het tekort dat in 2003 nog boven de 3% lag, werd in de Miljoenennota 2006 voorzien op 1,8% in 2006. Na verwerking van de nieuwe inzichten van het CEP, realisaties over de belastinginkomsten en premieontvangsten en deze Voorjaarsnota resulteert een tekort in 2006 van 1,0%. De collectieve uitgaven voor 2006 sporen met het afgesproken uitgavenkader.

Koopkracht 2006 en sociaal beleid

Na een aantal lastige jaren zal de koopkrachtontwikkeling zich naar verwachting weer gunstig ontwikkelen. Zo zal vanaf 1 januari 2007 het afnemerstarief van elektriciteit uit hoofde van de MEP (Milieukwaliteit Elektriciteit Productie), die 52 euro per huishouden beloopt, geheel komen te vervallen. Vooruitlopend hierop zal reeds in 2006 een tegemoetkoming van 52 euro worden gegeven. Daarnaast heeft het kabinet besloten een wetsvoorstel in te dienen om de neerwaartse aanpassing van de zorgtoeslag niet te doen plaatsvinden. De nominale premie voor de zorgverzekering is lager uitgevallen en zonder wetswijziging zou dit leiden tot een lagere zorgtoeslag. Door de wetswijziging wordt deze aanpassing van de zorgtoeslag achterwege gelaten, zodat lagere inkomens volledig van de lagere nominale premie profiteren.

In aanvulling daarop wordt een aantal maatregelen genomen die niet direct zichtbaar zijn in het standaard koopkrachtbeeld, maar wel ondersteuning bieden voor specifieke groepen. Personen met een ANW-uitkering zullen in 2006 een toeslag ontvangen ter grootte van 116 euro bruto per persoon per jaar. Uitvoering wordt gegeven aan het amendement Noorman-den Uyl en er wordt 25 miljoen euro extra besteed aan schuldhulpverlening. Het kabinet zal onder meer de uitkomsten van de bestuurlijke conferentie op 26 juni 2006 met gemeenten en betrokken partijen laten meewegen in de uiteindelijke vormgeving van de maatregelen. Naast de Wet financiële dienstverlening, met daarin o.a. aanscherping van de reclameregels en de reeds aangekondigde extra maatregelen ter voorkoming van overkreditering (inclusief de verlaging van de maximaal toegestane rente), neemt het kabinet aanvullende maatregelen ter verdere voorkoming van problematische schulden. Hieronder valt het vergroten van de financiële kennis en vaardigheden van mensen, het geven van voorlichting en het ondersteunen van de uitbreiding van de schuldenregistratie.

Box korting EU-afdrachten

De succesvolle onderhandelingen over de EU-afdrachten leiden ertoe dat Nederland vanaf 2007 1 miljard minder belasting hoeft af te dragen aan de EU. Het kabinet stelt voor dit geld in mindering te brengen op de rekening van belastingen en premies van Nederlandse burgers en bedrijven. De korting op de EU-afdrachten komt vanwege de ratificatieprocedure pas na 2007 beschikbaar (met terugwerkende kracht). Door deze tot die tijd te financieren via een beperking van de voeding van het FES in 2007 en 2008, is het mogelijk om op budgettair verantwoorde wijze de lastenverlichting vanaf 2007 te geven.

De modernisering van het huurbeleid wordt uitgesteld van 1 juli 2006 naar 1 januari 2007, waardoor er in 2006 lagere huurstijgingen resulteren en de heffingswet later in werking treedt. Ter ondersteuning van koopstarters stort het Rijk in 2006 een eenmalige bijdrage in het fonds Stimulering Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (initiatief Verhagen).

Tot slot komt er een versnelling en een uitbreiding bij de inburgeringcursussen voor allochtone vrouwen en komt in 2006 extra budget beschikbaar voor inburgering van oud-komers. Het aantal antidiscriminatiebureaus zal worden uitgebreid en er zullen meer landelijke integratie- activiteiten gaan plaatsvinden. Het eetgeld van asielzoekers wordt aangepast aan de standaard van het NIBUD.

Economische structuurversterking

Er worden extra middelen ingezet voor i-teams, die de implementatie van de elektronische overheid en de daarmee samenhangende administratieve lastenverlichting moeten versnellen. Tevens worden middelen ingezet voor een transparantere overheid. Dit project moet ervoor zorgen dat regelgeving van de overheid eenvoudiger voor burgers en bedrijven te raadplegen is. Daarnaast wordt in het kader van de elektronische overheid geld uitgetrokken voor het digitale loket omgevingsvergunning, de basisregistratie gebouwen en digitale uitwisseling van informatie over ruimtelijke processen. Er is extra geld voor het bedrijvenloket-plus en de ontwikkeling van elektronische formulieren. Uit de stijgende aardgasbaten zal in 2006 en 2007 gezamenlijk 1,4 miljard extra via het FES ten gunste komen van projecten voor ruimtelijk-economische ontwikkeling en onderwijs/innovatie. Over de precieze invulling van deze impuls besluit het kabinet in de zomer.

Verbetering veiligheid

Het programma «Versterking opsporing en vervolging» is opgesteld als gevolg van de aanbevelingen van de commissie Posthumus. Voor het Openbaar Ministerie, het Nederlands Forensisch Instituut en de politie (incl. KMAR) wordt hiermee geïnvesteerd in de kwaliteit en opleiding van het personeel en het oprichten van een landelijke sporenbank. De instroom van rechtbankzaken stijgt in de sectoren civiel, bestuur en kanton. De extra financiële bijdrage en toenemende productiviteit van de rechterlijke macht zorgen ervoor dat de werkvoorraden en de doorlooptijden verder kunnen dalen ten opzichte van 2005.

Naar aanleiding van de brand op Schiphol Oost worden extra maatregelen getroffen om de brandveiligheid van inrichtingen te verbeteren en ervoor te zorgen dat voldaan wordt aan de striktere eisen tot naleving van de brandveiligheid. Voor terrorismebestrijding wordt bovenop het pakket-Van Gogh structureel 6 miljoen uitgetrokken. Dit budget wordt aangewend ten behoeve van verschillende maatregelen tegen terrorisme, waaronder de Dienst Speciale Interventies. Voor het verbeteren van de sociale veiligheid in de buurt komt ook extra geld beschikbaar.

Aanvullende samenwerkingsafspraken zijn uitgewerkt over de inzet van specialistische defensiecapaciteiten in het kader van beheersing van calamiteiten. De Koninklijke Marechaussee zal extra personeel inzetten voor grensbewaking en de beveiliging in de burgerluchtvaart. De twee in Afghanistan gecrashte Chinook transporthelikopters worden vervangen. Binnen de HGIS worden extra middelen uitgetrokken voor vredesoperaties.

Jeugd

Er is opnieuw een forse verhoging van de uitgaven aan onderwijs voorzien. De begroting van onderwijs zal in 2006 per saldo worden opgehoogd met ruim 300 miljoen. Binnen deze impuls is een bedrag van 81 miljoen beschikbaar voor hogere leerlingaantallen in het primair en voortgezet onderwijs en een steeds hogere deelname in het MBO. Ook stelt het kabinet middelen beschikbaar voor het hoger onderwijs om de instellingen voldoende toe te rusten voor de voortgaande en stijgende onderwijsexpansie.

Voortijdig schoolverlaten wordt bestreden met een pakket aan maatregelen waarmee 201 miljoen (inclusief ESF-middelen voor leerweg en dagarrangementen) aan extra middelen gemoeid is. Met deze middelen zal de leerplicht worden verlengd tot 18 jaar. Dit leidt tot circa 20 000 extra leerlingen in de klas. Ook zullen er extra stage- en simulatieplekken komen (eveneens ruim 20 000). Verder zullen er maatregelen worden genomen om de kwetsbare overgang van VMBO naar MBO te vergemakkelijken. Naast extra middelen voor onderwijs intensiveert het kabinet extra in de jeugdketen. Dit is bestemd voor vroegsignalering en opvoedingondersteuning bij risicogezinnen. Daarnaast wordt 67 miljoen in 2006 beschikbaar gesteld opdat de wachtlijsten in de jeugdzorg eind 2006 zijn opgelost en een impuls wordt gegeven aan het oplossen van de wachtlijsten in de jeugd-GGZ. Op justitieel terrein is in de jeugdsector een aanhoudende groei te constateren. De extra middelen van circa 14 miljoen worden beschikbaar gesteld voor zowel de straftaken (jeugdreclassering) als de civiele taken (OTS). Met deze middelen is het mogelijk om in 2006 ruim 1 200 extra OTS maatregelen uit te voeren.

2. Economische ontwikkeling

Deze Voorjaarsnota is gebaseerd op het Centraal Economisch Plan (CEP) van het CPB. Onderstaande tabel geeft de ramingen van de belangrijkste macro-economische variabelen weer, alsmede de mutatie ten opzichte van de Miljoenennota 2006.

Tabel 1: Overzicht macro-economische variabelen

 VJN06MN06Verschil
Volume BBP (in %)¼
Prijs BBP (in %)1¼
BBP (x € mld.)5145122
Contractloonstijging markt (in %)
Inflatie (CPI in %)1¼
Lange rente (als %)4– ¼
Werkloosheid (in dzd. personen)445475– 30
Eurokoers (dollar per euro)1,201,20
Olieprijs (in $)605010

De economische groei voor 2006 wordt geraamd op 2¾%. Dit betekent een ruime verbetering ten opzichte van 2005, waarin de economische groei uitkwam op 1,1%. De voortekenen voor de komende jaren blijven gunstig. In de afgelopen jaren is een aantal belangrijke structurele hervormingen doorgevoerd. De resultaten beginnen nu zichtbaar te worden. De conjunctuurindicator van het CPB wijst erop dat de Nederlandse economie snel van een laagconjunctuur naar een conjunctureel neutrale situatie gaat1. Volgens de recente ramingen van het CPB zal Nederland dit jaar sneller groeien dan het EU-gemiddelde. Het economische herstel is breed gedragen, ook de consumptie van huishoudens en de investeringen van bedrijven trekken aan.

Het vorig jaar ingezette herstel op de arbeidsmarkt wordt dit jaar gecontinueerd. De verwachting is dat de werkloosheid dit jaar, onder de gunstige economische situatie, verder daalt en daarmee op een lagere werkloosheid uitkomt dan verondersteld ten tijde van de Miljoenennota 2006.

In de voorjaarsnota wordt, conform de CEP-raming van het CPB, uitgegaan van een olieprijs van 60 dollar per vat. Dit betekent een opwaartse bijstelling van de raming met 10 dollar. Een eventueel hogere olieprijs in 2006 dan 60 dollar leidt ceteris paribus weliswaar tot hogere gasbaten, maar ook tot lagere economische groei en hogere inflatie. Per saldo is het effect van een nog hogere olieprijs op het EMU-saldo daardoor vrijwel nihil.

3. Kadertoetsing

Onderstaande tabellen presenteren in totaal en per ijklijn de toetsing van het uitgavenniveau aan de kaders (zoals vastgesteld in het Hoofdlijnenakkoord).

Tabel 2: Ontwikkeling kader sinds Miljoenennota 2005 (x € miljard)

 2006
Onderschrijding Miljoenennota 2006*– 0,2
Bijstelling Rijksbegroting in enge zin0,2
Bijstelling Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid– 0,1
Bijstelling Zorg0,1
Over-/onderschrijding Voorjaarsnota 20060,0

* Exclusief uitgavenreserve

De verwachte uitgavenontwikkeling sluit op het totale kader zoals afgesproken in het Hoofdlijnenakkoord. De uitgavenreserve in de Miljoenennota 2006 voor het opvangen van eventuele tegenvallers (0,2 miljard euro) is vervallen. De terugloop van de onderschrijding in 2006 ten opzichte van de Miljoenennota 2006 komt voor rekening van het kader Rijksbegroting in enge zin (0,2 miljard euro) en de Zorg (0,1 miljard euro). De onderschrijding van het kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid neemt ten opzichte van de Miljoenennota 2006 toe met 0,1 miljard euro tot 0,4 miljard euro. Het uitgavenniveau voor de Rijksbegroting in enge zin blijft in 2006 binnen de kaders zoals afgesproken in het Hoofdlijnenakkoord. Bij de Zorg treedt in 2006 echter een overschrijding op van 0,4 miljard euro.

Tabel 3: Ontwikkeling uitgaven rijksbegroting in enge zin (x € miljard)

 2006
Onderschrijding Miljoenennota 2006– 0,2
Rente– 0,1
Nominaal (incl. kaderaanpassing)– 0,2
ODA0,1
EU-afdrachten– 0,4
GF/PF (incl. uitname ivm BTW-Compensatiefonds)0,1
Exportkredietverzekering Nigeria– 0,3
Afschaffing aansluittarieven (MEP)0,4
Asiel/V&I0,2
Veiligheid0,2
Onderwijs0,3
Woonbeleid0,3
Jeugdzorg0,1
Saldo bijstellingen betalingsritme (Infra, defensie)– 0,4
Overig– 0,1
Over-/onderschrijding Voorjaarsnota 20060,0

De rente-uitgaven vallen mee door de vroegtijdige inkoop van leningen in december 2005 en doordat er minder geleend hoeft te worden als gevolg van een lager tekort. Daarentegen vallen de rente-uitgaven tegen doordat het CPB de korte rekenrente opwaarts heeft bijgesteld. Per saldo is er sprake van een meevaller van 0,1 miljard euro.

Het macro-economisch beeld in het CEP leidt verder tot een gunstige ruilvoetontwikkeling. Dit komt doordat de opwaartse kaderaanpassing (als gevolg van de mutatie van de prijs Nationale Bestedingen) groter is dan de bijstelling van de loon- en prijsgevoelige uitgaven op de rijksbegroting.

Voorts komen de ODA-uitgaven hoger uit vanwege de koppeling aan het hogere Bruto Nationaal Product, en doet zich bij de EU-afdrachten een meevaller voor in 2006 uit hoofde van nacalculatie van de EU-begroting 2005. Meevallers doen zich verder voor bij de ontvangsten uit de exportkredietverzekering (Nigeria). De asieluitgaven vallen tegen als gevolg van hogere instroom en lagere uitstroom dan geraamd.

Ten slotte hebben Rijk, gemeenten en provincies op dossiers die de financiën van gemeenten en provincies raken, een integraal akkoord gesloten. In het akkoord zijn o.a. afspraken gemaakt over een extra uitname uit het gemeentefonds op grond van nacalculatie met betrekking tot het BTW-compensatiefonds. Verder is via de koppeling aan de netto gecorrigeerde uitgaven de toevoeging aan het Gemeente- en Provinciefonds bijgesteld. De voorgestelde intensiveringen op het gebied van veiligheid, onderwijs, woonbeleid en jeugdzorg zijn toegelicht bij de «hoofdlijnen».

Tabel 4: Ontwikkeling uitgaven sociale zekerheid (x € miljard)

 2006
Onderschrijding Miljoenennota 2006– 0,3
Volume werkloosheid– 0,2
Uitvoeringsmutaties (saldo mee- en tegenvallers)– 0,1
Schuldhulpverlening, kinderalimentatie, verbetering uitvoering richting burger0,1
Overig0,1
Onderschrijding Voorjaarsnota 2006– 0,4

Onder het uitgavenkader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt doen zich meevallers voor als gevolg van een gunstiger werkloosheidsontwikkeling. Daarnaast zijn de uitgaven aan de WW en WAO op basis van uitvoeringsgegevens van het UWV verder neerwaarts bijgesteld. Voor schuldhulpverlening is 25 miljoen uitgetrokken. De invoering van de wet Kinderalimentatie is uitgesteld tot 1 januari 2007. Dit levert een besparingsverlies op van 40 miljoen in 2006. Ten slotte wordt een drietal projecten gestart om de uitvoering van het UWV en het CWI richting de burger te verbeteren.

Tabel 5: Ontwikkeling zorguitgaven (x € miljard)

 2006
Overschrijding Miljoenennota 20060,3
Nominaal (inclusief kaderaanpassing)– 0,1
Overig0,1
Overschrijding Voorjaarsnota 20060,4*

* Afwijking door afrondingsverschil

Het macro-economisch beeld in het CEP leidt tot een gunstige ruilvoetontwikkeling. Dit komt doordat de opwaartse kaderaanpassing groter is dan de bijstelling van de loon- en prijsgevoelige Zorguitgaven.

Daarnaast wordt de toename van het uitgavenniveau deels veroorzaakt doordat de verschuiving van AWBZ-middelen van 2006 naar 2005, die bij Miljoenennota 2006 is toegepast, uiteindelijk niet nodig bleek te zijn omdat de vraag naar AWBZ-zorg zich gematigder ontwikkelde dan destijds werd geraamd. De verschuiving is daarom teruggedraaid, hetgeen de hogere uitgaven in 2006 verklaart. Ook heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) eind 2005 uitspraak gedaan inzake het bezwaar dat was aangetekend tegen de prijs- c.q. budgetkortingsmaatregelen die in 2003 (bij Hoofdlijnenakkoord) aan de zorgaanbieders zijn opgelegd. Deze uitspraak resulteert in een incidentele onvermijdelijke tegenvaller.

4. Belastingen en premies

De totale ontvangsten

De totale belasting- en premie-inkomsten op EMU-basis voor 2006 komen op basis van de huidige inzichten 1,9 miljard euro hoger uit ten opzichte van de Miljoenennota 2006.

Tabel 6: Overheidsinkomsten 2006 op EMU-basis (x € miljard)

 Stand VJN 2006Stand MN 2006Mutatie
Belastingen en premies volksverzekeringen154,0151,22,8
Premies werknemersverzekeringen39,740,6– 0,9
Totaal193,7191,71,9

In de opwaartse bijstelling van 1,9 miljard zijn vier ontwikkelingen te onderscheiden, zoals uitgesplitst in tabel 7.

Tabel 7: Overheidsinkomsten op EMU-basis in miljarden euro’s

 Ontvangsten
Stand Miljoenennota 2006191,7
  
Mutatie1,9
wv doorwerking 20051,1
wv beleid– 1,2
wv economisch beeld 20061,7
aansluiting naar EMU-basis0,2
  
Stand Voorjaarsnota 2006193,7

De doorwerking van de realisatie over 2005 heeft geleid tot een opwaartse bijstelling van in totaal 1,1 miljard. De ontvangsten in 2005 zijn op kasbasis weliswaar 3,8 miljard hoger uitgekomen dan bij de Miljoenennota 2006 was voorzien, maar hierin zaten enkele incidenten die de ontvangsten 2005 hebben doen toenemen. Met name de effecten van het «bankieren bij de fiscus» als gevolg van de hoge heffingsrente heeft de ontvangsten 2005 tijdelijk doen stijgen met 1,2 miljard, maar leidt tot een spiegelbeeldige tegenvaller in 2006, zodat per saldo een bijstelling van 1,1 miljard resteert. Een nadere uitleg wordt gegeven in het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2005.

Maatregelen die sinds de Miljoenennota 2006 zijn doorgevoerd verlagen de ontvangsten met 1,2 miljard. Ten eerste zijn er bij de Algemene Politieke Beschouwingen en de Kamerbehandeling van het Belastingplan 2006 enkele maatregelen aangenomen die de ontvangsten per saldo met 0,3 miljard verlagen. Het gaat dan met name om de verhoging van de onbelaste kilometervergoeding (– 0,1 miljard) en de gestroomlijnde kinderkorting (– 0,1 miljard). Bij de werknemersverzekeringen zorgt de lagere nominale zorgpremie voor 0,9 miljard minder ontvangsten. Deze worden door verzekeraars direct bij de burgers geïnd, maar maken wel onderdeel uit van de werknemersverzekeringen en de totale lastenontwikkeling.

Het verbeterd economisch beeld in 2006 draagt 1,7 miljard bij aan de toename van de ontvangsten. De raming van de nominale BBP-groei is ½ procentpunt opwaarts bijgesteld ten opzichte van de Miljoenennota 2006. De grootste bijstelling in de belastingraming betreft de BTW.

Tot slot zorgt de aansluiting naar EMU-basis voor een bijstelling van 0,2 miljard. Dit weerspiegelt de hoge belastingontvangsten over januari, die voor het merendeel1 nog toegerekend worden aan het EMU-saldo van het voorgaande jaar. Omdat zich dit reeds meerdere jaren voordoet, lijkt er geen sprake meer te zijn van een incident, maar van een verandering in het ontvangstenpatroon, waardoor de aansluiting naar EMU-basis in 2006 0,2 miljard hoger is.

Tabel 8: Raming belasting en premie-ontvangsten, mutatie ten opzichte van MN 2006 (x € miljard)

 Doorwerking realisatie 2005Autonome mutatiesGewijzigd economisch beeldTotaal bijstelling raming 2006
Kostprijsverhogende belastingen0,9– 0,11,32,1
Omzetbelasting0,70,00,91,6
Belasting op personenauto’s en motorrijwielen– 0,20,00,1– 0,1
Accijnzen0,0– 0,10,0– 0,1
Belastingen van rechtsverkeer0,20,00,20,3
Belastingen op een milieugrondslag0,20,00,20,3
Overig0,10,00,00,1
     
Belastingen op inkomen, winst en vermogen en premies vvz0,1– 0,30,60,4
Loon/Inkomensheffing0,5– 0,30,20,4
Dividendbelasting0,40,00,10,4
Vennootschapsbelasting– 0,8 *0,00,3– 0,5
Overig0,10,00,00,0
Totaal belastingen en premies volksverzekeringen (kasbasis)1,0– 0,31,92,5
Aansluiting op EMU-basis (belastingen en premies VVZ)   0,2
Premies werknemersverzekeringen0,1– 0,9– 0,2– 0,9
Totaal belasting- en premieontvangsten (EMU-basis)   1,9

* Deze – 0,8 is het effect van het «sparen bij de fiscus» als gevolg van de hoge heffingsrente in 2005. Doordat bedrijven dit naar verwachting in 2006 zullen ontsparen, ontstaat een negatieve doorwerking naar 2006.

In de brief van de minister van SZW is de Kamer reeds geïnformeerd over een breed pakket aan maatregelen die dit kabinet heeft genomen voor aanvullende koopkrachtondersteuning in 2006. Zoals gemeld, is onder meer besloten de zorgtoeslag niet tussentijds aan te passen, zodat de lagere zorgpremie volledig ten goede van gezinnen komt en de voorziene afroming van de zorgtoeslag (ad. 0,35 miljard) niet plaatsvindt. Daarnaast is voor 2007 ruimte beschikbaar voor een verdere verbetering van het vestigingsklimaat, via onder andere een substantiële verlaging van het VPB-tarief naar 25%, het invoeren van een MKB-winstvrijstelling en een octrooibox. Deze versterking van de concurrentiepositie wordt naast grondslagverbeterende maatregelen mede mogelijk gemaakt door een lastenverlichting van ruim ½ miljard.

In aanvulling op de reeds afgesproken maatregelen zal het kabinet in augustus nog nader besluiten over de invulling van lastenverlichting voor gezinnen. Tegenover de oploop van reeds eerder besloten opbrengstverhogende maatregelen ad. 0,7 miljard (waaronder VUT/Prepensioen, bijleenregeling) is 1,2 miljard beschikbaar voor nog nader in te vullen lastenverlichtende maatregelen. Verlaging van de WW-premie voor werknemers zal daarvan in ieder geval een substantieel onderdeel uitmaken. Met de invulling hiervan komt de totale lastenontwikkeling in deze kabinetsperiode uit op het lastenkader conform het Hoofdlijnenakkoord, vermeerderd met de extra ruimte die is gecreëerd door de korting op de EU-afdracht in te zetten voor extra lastenverlichting.

5. EMU-saldo en EMU-schuld

De verbeterde economische situatie is merkbaar in de overheidsfinanciën. Het EMU-saldo beweegt zich weer in de goede richting. In de Miljoenennota 2006 werd nog een tekort voorzien van 1,8% BBP voor 2006. Na verwerking van de nieuwe inzichten van het CEP, realisaties over de belastinginkomsten en premieontvangsten en de recente besluitvorming resulteert een tekort van 1,0% BBP.

De verbetering ten opzichte van de Miljoenennota 2006 is voornamelijk een gevolg van hogere belastingontvangsten en gasbaten. Hier staan iets hogere nominale uitgaven tegenover. Bij de inkomstenraming is rekening gehouden met uitvoeringsinformatie, die na het CEP beschikbaar is gekomen. Bij de berekening van het EMU-saldo is rekening gehouden met gedeeltelijke besteding van de extra FES-middelen in 2006. Besluitvorming over het precieze kasbeslag zal later dit jaar plaatsvinden.

De raming voor het saldo OPL (lokale overheden) is niet gewijzigd sinds de raming van de Miljoenennota 2006 en blijft 0,3% BBP.

Tabel 9: EMU-saldo sinds Miljoenennota 2006

 2005
EMU-saldo Miljoenennota 2006– 1,8%
Inkomsten0,4%
Relevante uitgaven– 0,1%
OPL0,0%
Gasbaten0,3%
Overig0,2%
EMU- saldo Voorjaarsnota 2006– 1,0%

Voor 2006 wordt een EMU-schuld van 273,9 miljard euro of 52,6% BBP voorzien. Dit betekent een verbetering van de EMU-schuld met 2,8%-punt ten opzichte van de Miljoenennota 2006.

6. Slot

Het hervormingsbeleid van het kabinet werpt zijn vruchten af. De economie trekt sterker aan dan in de eurozone, en dat wordt ook zichtbaar in de overheidsfinanciën. Dat geeft de mogelijkheid de toekomst met optimisme en vertrouwen tegemoet te zien. Het kabinet kiest met het voorgestelde pakket voor politiek gewenste prioriteiten en maatschappelijk noodzakelijke investeringen. Daarbij blijft de basis het structurele economische en budgettaire beleid, zoals dat in het Hoofdlijnenakkoord is vastgelegd.

Uitgaven- en lastenkaders worden gehandhaafd, ook na 2007 legt het beleid geen beslag op de ruimte voor een volgend kabinet. Inkomstenmeevallers komen ten gunste van het saldo en eventuele uitgavenmeevallers als gevolg van het intreden van een situatie van hoogconjunctuur, zullen niet worden aangewend.

De vijf hoofdthema’s uit de Voorjaarsnota dragen bij aan het zo veel mogelijk realiseren van het beleidsprogramma van het kabinet. Nederland staat er op veel fronten goed voor. Dit geldt voor de economie, de soliditeit van de overheidsfinanciën, de arbeidsparticipatie en het doorvoeren van de noodzakelijke hervormingen. Als resultaat daarvan zijn wij niet alleen «nu» een rijk, hoog geschoold en innovatief land, maar is er ook aan bijgedragen dat wij dit in de toekomst blijven.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Licence