Base description which applies to whole site

3. Uitgaven

Totaalkader

Op diverse begrotingen is sprake van uitvoeringsproblematiek. Daarnaast leidt de verslechterde macro-economische ontwikkeling tot tegenvallers bij met name de uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen. Ondanks de problematiek is het gelukt het uitgavenkader voor dit jaar te sluiten, onder andere door het inhouden van de prijsbijstelling.

Tabel 1 laat de mutaties per deelkader zien ten opzichte van de Startnota; het totale uitgavenkader sluit. De mutaties per deelkader worden onderstaand toegelicht. In bijlage 3 en in de suppletoire begrotingen worden de mutaties in meer detail toegelicht ten opzichte van Miljoenennota 2013. Hierin worden ook de mutaties uit hoofde van het Regeerakkoord (inclusief sociaal akkoord) meegenomen.

Tabel 1: Toetsing totaalkader

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

2013

Totaalkader Startnota

0,0

Totaalkader Voorjaarsnota 2013

0,0

   

Kader RBG-eng Startnota

0,0

Besluitvorming Voorjaarsnota

– 0,5

Kader RBG-eng Voorjaarsnota 2013

– 0,5

   

Kader SZA Startnota

0,0

Besluitvorming Voorjaarsnota

0,6

Kader SZA Voorjaarsnota 2013

0,6

   

Kader zorg Startnota

0,0

Besluitvorming Voorjaarsnota

– 0,1

Kader zorg Voorjaarsnota 2013

– 0,1

Kader Rijksbegroting in enge zin

Onder het kader RBG-eng hebben zich ten opzichte van de Startnota diverse mutaties voorgedaan, hetgeen resulteert in onderstaande kadertoetsing.

Tabel 2: Uitvoeringsbeeld kader RBG-eng

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

2013

Kadertoets Startnota

0,0

Macro-economische mutaties

 

Ruilvoet

0,2

GF/PF

– 0,4

HGIS

– 0,1

EU-afdrachten

0,5

Beleidsmatige en overige mutaties

 

Prijsbijstelling

– 0,6

HGIS beleid

0,1

Rechtspraak, Rechtsbijstand en DJI

0,2

Huurtoeslag

0,1

MEP

– 0,1

Woonpakket

0,1

Havenbedrijf Rotterdam

– 0,3

Overige mutaties

– 0,1

Kadertoets Voorjaarsnota 2013

– 0,5

Macromutaties

De ruilvoet laat een tegenvaller zien. In 2013 daalt de prijs nationale bestedingen harder dan de daling van uitgaven aan loon- en prijsbijstelling onder het kader ten opzichte van de verwachting bij Startnota. Dit effect zorgt voor een ruilvoetverlies.

De accresmutatie bestaat uit twee componenten. Ten eerste zijn de voor het accres 2012 relevante Rijksuitgaven bij Financieel Jaarverslag Rijk 2012 lager uitgekomen dan bij Startnota werd geraamd. Dit leidt tot een afrekening in 2013. Ten tweede neemt het accres 2013 af ten opzichte van de Startnotastand. Deze daling is onder andere het gevolg van de lagere nominale ontwikkeling, het inhouden van de prijsbijstelling en de restitutie van het Havenbedrijf Rotterdam.

Verder is sprake van een neerwaartse aanpassing van de uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking als gevolg van een lager bruto nationaal product ten opzichte van de raming bij Startnota.

In december 2012 is overeenstemming bereikt tussen de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie over een aanvullende EU-begroting 2012 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota, Kamerstukken II, 2012–2013, 33 480-V, nr. 4) en de EU-begroting 2013. De betaling van de Nederlandse bijdrage aan de aanvullende begroting voor 2012 van 0,1 miljard euro heeft in januari 2013 plaatsgevonden. Voorts levert de vastgestelde EU-begroting 2013 een meevaller van 0,1 miljard euro op, omdat deze in omvang 2,5 miljard euro lager was dan initieel geraamd. Daarnaast wordt een aantal mutaties ingepast naar aanleiding van aanvullende begrotingsvoorstellen van de Europese Commissie voor begrotingsjaar 2013. Het betreft een mogelijke aanvullende begroting van maximaal 11 miljard euro, de toetreding van Kroatië en een technische mutatie die voortvloeit uit de EU-begroting 2012. Op basis van de voorstellen zou de additionele Nederlandse bijdrage maximaal 0,5 miljard euro incidenteel in 2013 bedragen. Hiervoor geldt dat nog overeenstemming dient te worden bereikt tussen de Raad en het Europees Parlement. De Raad heeft op 14 mei jl. met gekwalificeerde meerderheid ingestemd met een aanvullende EU-begroting 2013 van 7,3 miljard euro, mits het EP instemt met het Meerjarig Financieel Kader. Definitieve besluitvorming hierover vindt naar verwachting in de zomer plaats. Behoedzaamheidhalve is de maximale tegenvaller ingepast onder het uitgavenkader. Besluitvorming over het resterende bedrag is naar het najaar verschoven.

Beleidsmatige en overige mutaties

Het kabinet heeft besloten om de prijsbijstelling tranche 2013 voor het jaar 2013 volledig in te houden om te zorgen dat het totaalkader niet wordt overschreden. De Staten-Generaal en Overige Hoge Colleges van Staat krijgen, op grond van de bijzondere staatsrechtelijke positie in de Comptabiliteitswet, de prijsbijstelling tranche 2013 wel uitgekeerd. Ook de prijsbijstelling aan de BES is uitgekeerd.

Doordat de toerekening aan ODA van schuldkwijtschelding aan ontwikkelingslanden lager uitvalt, is in 2013 sprake van een tegenvaller van 150 miljoen euro. Hier tegenover staat dat in 2013 100 miljoen euro wordt afgeroomd van de vrije ruimte binnen het non-ODA deel van de HGIS.

VenJ ziet zich geconfronteerd met problematiek, onder andere op het terrein van de Raad voor de Rechtspraak, de Rechtsbijstand en DJI. De komende jaren wordt een stijging van de instroom bij de rechtspraak voorzien. Daarnaast stijgt de behoefte aan rechtsbijstand. Ook vallen de ontvangsten bij boeten en transacties in 2013 tegen. Om de problematiek te dekken wordt bij de rechtspraak en bij de rechtsbijstand een breed pakket aan maatregelen genomen. Ook worden verschillende beleidsbudgetten gekort. Het Masterplan DJI voorziet de sluiting van een aanzienlijk aantal gevangenissen hetgeen leidt tot een omvangrijke besparing in latere jaren. In 2013 wordt een deel van het boekwaardeverlies dat optreedt door het afstoten gereserveerd.

De huurtoeslag valt tegen. Omdat een aanpassing van de huurtoeslag in het lopende jaar niet mogelijk is, wordt de tegenvaller van 0,1 miljard euro ingepast onder het kader.

De uitgaven voor de inmiddels beëindigde subsidie Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP) vallen lager uit vanwege een geringere te subsidiëren productie van duurzame energie. Deze lagere productie heeft geen consequenties voor het bereiken van de doelstelling voor duurzame energie in 2020.

In het Woonakkoord is afgesproken dat het Rijk de bijdrage aan startersleningen verhoogt. Daarnaast wordt een revolverend fonds ingesteld voor energiebesparende maatregelen. Het Woonakkoord is ingepast onder het uitgavenkader.

Als gevolg van een aantal meevallers bij het Havenbedrijf Rotterdam, waaronder meevallers bij de aanleg van de eerste fase van de Tweede Maasvlakte en de gedurende de realisatie afgenomen risico’s (en het navenant vervallen van de noodzaak van daarvoor benodigde risicoreserveringen) is met het Havenbedrijf Rotterdam afgesproken dat de onderneming in 2013 290 miljoen euro restitueert aan de Staat (zie ook Kamerstukken II, 2012–2013, 24 691, nr. 118).

Kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt

In het kader SZA hebben zich ten opzichte van Startnota diverse mutaties voorgedaan, hetgeen resulteert in onderstaande kadertoetsing.

Tabel 3: Uitvoeringsbeeld kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt

(+ = tegenvaller miljarden euro)

2013

Kader SZA Startnota

0,0

Macro-economische mutaties

 

w.v. Ruilvoet

0,1

w.v. WW

0,6

w.v. WWB

– 0,2

Uitvoeringsmutaties

 

w.v. Export MKOB en AO-tegemoetkoming

0,3

w.v. WWB uitkeringshoogte

0,1

w.v. Kinderopvangtoeslag

– 0,2

w.v. Ontvangsten inburgering gemeenten

– 0,1

Kader SZA Voorjaarsnota 2013

0,6

De ruilvoetmutatie is beperkt van omvang: de bijstelling van de uitgaven onder het SZA-kader als gevolg van lagere contractloonontwikkeling is nagenoeg gelijk aan de bijstelling van het kader zelf naar aanleiding van de lagere prijs nationale bestedingen. De raming van de WW-uitgaven wordt opwaarts bijgesteld, dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere werkloosheidscijfers. De WWB-uitgaven worden neerwaarts bijgesteld. Dit betreft een saldo van hogere uitgaven als gevolg van een hogere werkloosheidsraming en lagere uitgaven doordat het aantal WWB-uitkeringen vorig jaar fors lager was dan verwacht.

Bij de uitvoeringsmutaties doet zich een tegenvaller voor van per saldo 0,1 miljard euro. Onderliggend is sprake van verscheidene mee- en tegenvallers. Zo is er een incidenteel besparingsverlies op de MKOB en de AO-tegemoetkoming omdat deze met terugwerkende kracht geëxporteerd worden. Verder blijkt uit uitvoeringsinformatie van de gemeenten dat de gemiddelde uitkering in 2012 hoger lag dan verwacht, wat leidt tot een opwaartse bijstelling van bijstandsuitgaven.

Hiertegenover staan meevallers op onder andere de kinderopvangtoeslag en de ontvangsten van gemeenten met betrekking tot inburgering. Op basis van uitvoeringsinformatie van de belastingdienst zijn de uitgaven aan de kinderopvangtoeslag naar beneden bijgesteld. Zowel het aantal kinderen als de afgenomen uren per kind zijn lager, de gemiddelde toeslag is juist iets hoger. Verder is sprake van een meevaller op de ontvangsten in het kader van de afrekening met gemeenten over voorgaande jaren in verband met de financiering van inburgeringvoorzieningen.

Budgettair Kader Zorg

In het BKZ hebben zich ten opzichte van Startnota diverse mutaties voorgedaan, hetgeen resulteert in onderstaande kadertoetsing.

Tabel 4: Uitvoeringsbeeld Budgettair Kader Zorg

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

20131

Kader zorg Startnota

0

Macro-economische mutaties

0,1

Saldo mee- en tegenvallers

– 0,3

Kader zorg Voorjaarsnota 2013

– 0,1

1

Wegens afronding wijkt de som der delen af van het totaal.

Het BKZ kent een onderschrijding van 0,1 miljard euro. Deze onderschrijding is het saldo van een ruilvoettegenvaller en mee- en tegenvallers. Bij de Zvw is per saldo sprake van een uitvoeringsmeevaller van ruim 0,4 miljard euro die grotendeels wordt veroorzaakt door lagere uitgaven aan geneesmiddelen. Bij de AWBZ is sprake van een uitvoeringstegenvaller van ruim 0,2 miljard euro. Deze tegenvaller doet zich met name voor bij zorg geleverd door AWBZ-instellingen. Verder zijn er bij de AWBZ verschillende ramingsmeevallers van in totaal 0,2 miljard euro.

Niet relevant

Bij de rente-uitgaven in de begroting van de staatsschuld is een eenmalige mutatie van 78 miljoen euro opgenomen. De mutatie betreft een administratieve correctie die betrekking heeft op de periode 2006–2012 en heeft daarom geen gevolgen voor het EMU-saldo in 2013. De mutatie wordt verder toegelicht in de eerste suppletoire begroting van IX.

Licence