Base description which applies to whole site

3. Uitgaven

Tabel 2 laat zien dat het totaalkader sluit in 2016 waarbij compensatie over de deelkaders heeft plaatsgevonden. Bij de doorrekening van het CEP bleek door de ruilvoet een forse nominale tegenvaller onder alle drie de deelkaders. Zie box 1 voor een uitleg van het begrip ruilvoet. Daarnaast zijn er extra uitgaven op het gebied van migratie. Beiden zijn vooral opgevangen door middel van de inzet van meevallers en ramingsbijstellingen.

De indirecte effecten voor 2016 van de verhoogde asielinstroom zijn in deze Voorjaarsnota verwerkt. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kosten voor de leerlingenraming, huurtoeslag en bijstand. Daarnaast heeft het kabinet extra middelen vrijgemaakt voor opvang in de regio. Tot slot heeft het kabinet op 28 april 2016 een uitwerkingsakkoord gesloten met de medeoverheden, waarmee invulling is geven aan het bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom van november 2015. In dit akkoord worden middelen beschikbaar gesteld om de effecten voor gemeenten van de hogere asielinstroom in 2015 en 2016 op te kunnen vangen. De effecten hiervan op de verschillende begrotingen zijn in deze Voorjaarsnota terug te vinden.

De mutaties per deelkader worden in deze paragraaf verder toegelicht. In bijlage 2 en in de suppletoire begrotingen worden de mutaties in meer detail toegelicht ten opzichte van Miljoenennota 2016.

Tabel 2: Toetsing totaalkader

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

2016

Miljoenennota 2016

0,0

Voorjaarsnota 2016

0,0

   

Kader RBG-eng Miljoenennota 2016

1,3

Besluitvorming Voorjaarsnota

– 0,1

Kader RBG-eng Voorjaarsnota 20161

1,3

   

Kader SZA Miljoenennota 2016

– 0,6

Besluitvorming Voorjaarsnota

0,1

Kader SZA Voorjaarsnota 2016

– 0,5

   

Kader zorg Miljoenennota 2016

– 0,7

Besluitvorming Voorjaarsnota

– 0,1

Kader zorg Voorjaarsnota 2016

– 0,8

1

Wegens afronding wijkt de som der delen af van het totaal

Box 1: Ruilvoet

Het Nederlandse begrotingsbeleid gebruikt uitgavenkaders. Het kader is een maximum: het kabinet mag niet meer uitgeven dan het kader. Bij het Regeerakkoord wordt het uitgavenkader voor elk jaar vastgesteld voor de gehele kabinetsperiode. Jaarlijks wordt het uitgavenplafond aangepast voor de (geraamde) inflatie. Hierdoor blijven de collectieve uitgaven – gecorrigeerd voor de inflatie – gelijk.

De uitgaven van de overheid zoals die op de begrotingen van de departementen staan, worden ook elk jaar aangepast voor de prijsontwikkeling. Dat gebeurt echter niet met de algemene prijsontwikkeling maar met de loon- en prijsontwikkeling die het CPB raamt voor dat departement.

De prijsontwikkeling van de overheidsuitgaven ten opzichte van de algemene prijsontwikkeling wordt de ruilvoet genoemd.

Omdat het kader anders wordt geïndexeerd dan de uitgaven op de begrotingen, kunnen gedurende de kabinetsperiode verschillen ontstaan tussen de groei van het kader en uitgavengroei. Dat kan positief of negatief uitpakken. Er kan een tegenvaller ontstaan als de indexatie van het kader lager uitvalt dan verwacht tijdens het Regeerakkoord. Er kan ook een tegenvaller ontstaan als de indexatie van de begrotingen hoger uitvalt dan verwacht.

Beide effecten zien we dit jaar. In de laatste raming van het CPB is de inflatie lager dan eerder verwacht. Hierdoor wordt het uitgavenkader verlaagd en mag de overheid minder uitgeven. Tegelijkertijd stijgen de lonen in de marksector, en daardoor ook bij de overheid, in 2017 juist meer dan verwacht bij Regeerakkoord, waardoor de uitgaven van de overheid stijgen. Deze twee effecten samen leiden tot de huidige ruilvoettegenvaller.

Kader Rijksbegroting in enge zin (RBG-eng)

Tabel 3: Kadertoets RBG-eng

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

2016

Miljoenennota 2016

1,3

     

Macro-economische mutaties

 
 

Ruilvoet

0,5

 

Winstafdracht DNB

0,2

 

Dividenden staatsdeelnemingen

– 0,3

 

Overig

– 0,1

Beleidsmutaties

 
 

EU-afdrachten

– 0,5

 

Grote schikkingen

– 0,3

 

Leerlingen- en studentenaantallen en studiefinanciering

0,1

 

Asielproblematiek PO en VO

0,1

 

Rente studiefinanciering

0,1

 

Huurtoeslag

0,2

 

HGIS

0,2

 

Migratie

0,8

 

Inzet asielreserve

– 0,2

 

Nationale politie

0,2

 

Herstelpremie ABP

0,1

 

Kasschuiven

0,1

 

In=uit taakstelling

– 0,9

 

Overig

– 0,3

Voorjaarsnota 2016

1,3

Macro-economische mutaties

Ten opzichte van de verwachting ten tijde van de Miljoenennota 2016 daalt de loonbijstelling en prijsbijstelling van de uitgaven onder het kader RBG in enge zin. Tegelijkertijd daalt het kader zelf doordat het wordt aangepast met de prijs Nationale Bestedingen (pNB) die gedaald is ten opzichte van de verwachting van de Miljoenennota 2016. Per saldo is hierdoor in tabel 3 een ruilvoettegenvaller zichtbaar.

DNB treft een voorziening van jaarlijks 0,5 miljard euro voor de risico’s van kwantitatieve verruiming. Hiervan is 0,2 miljard kaderrelevant. Het vormen van deze voorziening gaat ten koste van de winst van DNB en daarmee ten laste van de winstafdracht aan de Staat. Hierdoor is er een tegenvaller op het kaderrelevante deel van de winstafdracht. Deze voorziening wordt verder toegelicht in de kamerbrief Voorziening DNB1. Verder waren de dividenden van staatsbedrijven hoger dan verwacht.

Beleidsmatige en overige mutaties

Als onderdeel van de beleidsmatige en overige mutaties worden de EU-afdrachten weergegeven in tabel 3. Vanwege de vertraagde aanname van de achtste aanvullende begroting in 2015, zijn de restituties verbonden aan deze aanvullende begroting verwerkt in de raming van de Nederlandse afdrachten aan de Europese Unie in het jaar 2016. Het betreft de tweede terugbetaling van de nacalculatie uit 2014, de restitutie van de nacalculatie van de BTW- en BNI-grondslagen in 2015, de restitutie op de invoerrechten en de terugbetaling van de hogere overige inkomsten. Daarnaast is sprake van een aanvullende meevaller als gevolg van het surplus over de EU-begroting 2015.

In de zaak met het telecombedrijf Vimpelcom is er in 2016 een schikking getroffen van 358 miljoen euro. Ten opzichte van de raming voor grote schikkingen is 258 miljoen euro meer ontvangen.

Uit de jaarlijkse actualisatie van de referentieraming leerlingen- en studentenaantallen blijkt dat het aantal leerlingen en studenten hoger is dan bij afgelopen Miljoenennota. Hierachter gaan verschillende bewegingen schuil zoals een stijging van het aantal leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs als gevolg van de toegenomen migratie en hogere aantallen internationale studenten in het wetenschappelijk onderwijs. Verder laat ook de raming studiefinanciering voor 2016 een tegenvaller zien ten opzichte van afgelopen Miljoenennota.

Bij de huurtoeslag is er sprake van een tegenvaller vanwege het hoger aantal aanvragen dan geraamd. Dit komt onder meer door de instroom van vergunninghouders door de verhoogde asielinstroom en een lager niet-gebruik.

De beleidsmatige mutaties op het HGIS-budget bestaan onder andere uit intensiveringen in opvang in de regio. Deze intensiveringen omvatten de uitvoering van het Turkey Refugee Fund (TRF1) en opvang in de regio Syrië.

Bij Najaarsnota is de asielraming voor 2016 aangepast naar 58.000. Tegelijkertijd is er een bestuursakkoord afgesloten met medeoverheden. De budgettaire effecten van beide zijn in deze Voorjaarsnota verwerkt. Daarnaast zijn er extra middelen vrijgemaakt voor kosten die samenhangen met de verhoogde asielinstroom, zoals voor COA, IND, Nidos.

Voor de dekking van (een deel van) de kosten van de hogere asielinstroom worden de beschikbare middelen in de asielreserve ingezet.

De Nationale Politie krijgt er 188 miljoen euro bij in 2016. Daarvan is 49 miljoen euro bedoeld voor extra politie-inzet in verband met de asielinstroom. De overige 139 miljoen was al in november 2015 bekend gemaakt en is bestemd voor de cao van politiemensen, de versterking van de opsporingscapaciteit en aanpakken van tekorten bij de politie. Meerjarige mutaties ten behoeve van de organisaties uit de strafrechtketen (NP, OM en RR) zullen worden verwerkt bij de ontwerpbegroting 2017.

Het ABP heeft besloten tot een herstelopslag van 1% per 1 april 2016. De daarbij horende stijging van de werkgeverslasten wordt voor een deel van de kosten in 2016 vergoed door een eenmalige verhoging van de loonbijstelling. De loon- en prijsbijstelling tranche 2016 is volledig uitgekeerd naar de departementale begroting. Ook is in totaal 400 miljoen euro overgemaakt naar de begrotingen ter dekking van het bovensectorale loonruimteakkoord.

Verschillende kasschuiven dragen bij aan het budgettaire beeld. Hierbij gaat het onder andere om kasschuiven bij OCW, Defensie en HGIS. In onderstaande tabel zijn de grootste kasschuiven uitgesplitst weergegeven.

Tabel 4: Kasschuiven RBG-eng

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

2016

Kasschuif OV-studentenkaart

0,2

Kasschuif investeringen Defensie

– 0,2

Kasschuif Wereldbank (HGIS)

0,2

Overige kasschuiven

– 0,1

Totaal

0,1

De eindejaarsmarges worden uitgekeerd naar de departementen. Departementen kunnen een deel van de onbestede middelen in 2015 met behulp van de eindejaarsmarge doorschuiven naar 2016 (HGIS middelen kunnen worden doorgeschoven naar de drie opvolgende jaren). Als tegenhanger van de uitgekeerde eindejaarsmarges is de in=uit-taakstelling op de aanvullende post ingeboekt, onder de veronderstelling dat departementen ieder jaar een soortgelijk bedrag doorschuiven met behulp van de eindejaarsmarge. Hierdoor leidt het uitkeren van de eindejaarsmarges niet tot problematiek onder het kader in het voorjaar terwijl gedurende de uitvoering van het jaar budget vrijvalt door onderuitputting. Op basis van verwachte onderuitputting voor 2016 is de in=uit-taakstelling daarnaast opgehoogd. De in=uit-taakstelling zal gedurende de uitvoering van begrotingsjaar 2016 worden ingevuld met onderuitputting.

Tot slot is het grootste onderdeel van de post overig de inzet van de eindejaarsmarge als dekking op de verschillende begrotingen.

Kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (SZA)

Tabel 5: Kadertoets SZA

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

2016

Miljoenennota 2016

– 0,6

 

Ruilvoet

0,6

 

Werkloosheidsuitgaven

– 0,6

 

AOW

0,1

 

Arbeidsongeschiktheid

– 0,1

 

Verhoging Maatschappelijke Begeleiding

0,1

 

Participatiebudget

0,1

 

Kaseffect WW

– 0,1

Voorjaarsnota 2016

– 0,5

Ten opzichte van de Miljoenennota vermindert de onderschrijding van het kader SZA met 100 miljoen euro. Er is een ruilvoettegenvaller, doordat de prijs Nationale Bestedingen neerwaarts is bijgesteld. Daar tegenover staat een neerwaartse bijstelling van de werkloosheidsuitgaven. Dit is het saldo van een meevaller door lagere werkloosheid en een tegenvaller op de bijstand als gevolg van de hogere asielinstroom.

De raming van de uitgaven aan de AOW is opwaarts bijgesteld als gevolg van de nieuwe CBS-bevolkingsprognose. Het aantal mensen met een AOW-uitkering stijgt als gevolg van de gestegen levensverwachting. Daarnaast hebben meer mensen recht op een hogere onvolledige AOW-uitkering dan eerder verwacht. Uit uitvoeringsinformatie van het UWV blijkt dat het aantal mensen dat recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering lager is dan eerder gedacht.

In het bestuursakkoord met gemeenten van afgelopen najaar is onder andere een verhoging van het budget voor maatschappelijke begeleiding afgesproken. Daarnaast is in het uitwerkingsakkoord Verhoogde Asielinstroom van dit voorjaar afgesproken dat het Rijk voor het participatiebudget voor gemeenten additionele middelen beschikbaar stelt. Gemeenten kunnen met deze middelen vergunninghouders helpen bij het vinden van werk. Ten slotte treedt als gevolg van het later uitbetalen van de WW een besparing op.

Budgettair Kader Zorg (BKZ)

Tabel 6: Kadertoets BKZ

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

2016

Miljoenennota 2016

– 0,7

 

Ruilvoet

0,3

 

Groeiruimte cure

– 0,5

 

Besluitvorming overschrijdingen MSZ 2012 en 2013

– 0,1

 

Erasmus MC

0,1

 

Kasschuif MSZ

– 0,1

 

Overig

0,2

Voorjaarsnota 2016

– 0,8

Ten opzichte van de Miljoenennota 2016 kent het BKZ een additionele onderschrijding van 0,1 miljard euro. Deze onderschrijding is het saldo van een ruilvoettegenvaller en diverse ramingbijstellingen en mee- en tegenvallers.

In de verschillende zorgakkoorden zijn afspraken gemaakt over de toegestane groei in die sectoren. Deze vallen lager uit dan de oorspronkelijk beschikbaar gestelde middelen.

Naar aanleiding van bestuurlijk overleg met partijen van het bestuurlijk Hoofdlijnenakkoord Medisch-specialistische zorg is in verband met de geconstateerde overschrijdingen in 2012 70 miljoen euro in mindering gebracht op het beschikbare macrokader MSZ 2016.

In een bindend advies is de schadevergoeding die VWS aan Erasmus MC moet betalen vanwege het niet nakomen van twee toezeggingen uit 2009 vastgesteld op 235,9 miljoen euro (per ultimo 2014). VWS betaalt het Erasmus MC in 2016 een bedrag van 85 miljoen euro

Daarnaast heeft er een kasschuif plaatsgevonden om in 2016 niet benodigde middelen voor de overgang naar integrale tarieven toe te voegen aan het mbi-kader MSZ in latere jaren.

Tot slot hebben er zich diverse mee- en tegenvallers voorgedaan als gevolg van de actualisatie op basis van de voorlopige realisatiecijfers van de het Zorginstituut Nederland (ZiNl) en is besloten tot enkele intensiveringen voor onder andere de aanpak verwarde personen (15 miljoen euro) en de sectorale pensioensregeling UMC’s (17 miljoen euro).

Licence