Base description which applies to whole site

4.5. Motorrijtuigenbelasting voor oldtimers

Regeerakkoord en totstandkoming alternatief

Oldtimers, auto’s ouder dan 30 jaar, zijn thans vrijgesteld van MRB, waarbij nu al een overgangsregeling geldt voor auto’s tussen de 25 en 30 jaar. Zowel het aantal als het gebruik van oldtimers is de afgelopen jaren substantieel toegenomen. Op 1 januari 2008 waren er nog 215.000 oldtimer-personenauto’s, begin 2013 waren er bijna 90.000 meer, te weten 305.000 oldtimer-personenauto’s. Dat is een groei van 40% in vijf jaar. Van deze groep rijden vooral jonge oldtimers relatief veel kilometers, wat erop duidt dat deze niet alleen voor recreatief verkeer, maar vooral voor dagelijks verkeer worden gebruikt. Het jaarkilometrage van oldtimers neemt af naarmate de leeftijd van de personenauto stijgt.

Zowel vanuit budgettaire beheersbaarheid als vanuit milieuoogpunt is deze toename ongewenst. Het budgettaire belang van deze vrijstelling is inmiddels zodanig toegenomen dat afschaffing daarvan tot een besparing leidt van € 153 miljoen. De uitstoot van oldtimers bedroeg in 2011 bijna 3 kiloton stikstofoxiden (NOx) en 0,2 kiloton fijnstof (PM10). Oldtimers waren daarmee verantwoordelijk voor 10% van de NOx-emissie en 5% van de PM10-emissie van personenauto’s, terwijl hun bijdrage in het aantal voertuigkilometers maar zo’n 1,5% bedraagt. Het terugdringen van de relatief jonge oldtimers op diesel draagt dan ook bij aan de verbetering van de lokale luchtkwaliteit, met name in gemeenten11.

Mede in het licht van voorgaande is in het regeerakkoord voorzien in de afschaffing van de vrijstelling van MRB voor oldtimers. Deze «aankondiging» heeft er vrijwel direct toe geleid dat het aantal importen van vaak relatief jonge oldtimers op diesel en LPG, sterk is afgenomen. De afgelopen jaren leek het aandeel diesel- en LPG-auto’s in de import van deze relatief jonge oldtimers aanzienlijk groter dan het aandeel diesel en LPG-auto’s in de rest van het wagenpark. Tegelijkertijd is het aantal exporten van vergelijkbare oldtimers sterk toegenomen. Er is onmiskenbaar sprake van anticipatie op het (voorgestelde) regime.

Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft de oorspronkelijk in het regeerakkoord opgenomen volledige afschaffing van de vrijstelling MRB indicatief doorgerekend op zijn milieueffecten.12 Het afschaffen van de vrijstelling van de MRB voor oldtimers zou leiden tot een verbetering van de lokale luchtkwaliteit. Onder de conditie dat deze maatregel voor alle oldtimers geldt, daalt de NOx-emissie van personenauto’s in 2015 met 3 à 4% (0,7 kiloton). De verbrandingsemissie van fijnstof daalt met circa 5%.

Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2013 is toegezegd om bij de uitwerking van deze maatregel te zoeken naar een goed uitvoerbare oplossing waarin het mobiel historisch erfgoed wordt ontzien en de mogelijkheid blijft bestaan om met behoud van de vrijstelling MRB een aantal keren per jaar dit erfgoed te gebruiken. Tegelijkertijd moeten de auto’s die niet kwalificeren als historisch erfgoed, die wel aan het jarencriterium van de huidige oldtimerregeling voldoen, maar die de facto elke dag in het verkeer worden gebruikt en zorgen voor nogal wat milieuuitstoot, wel worden belast. De Tweede Kamer heeft vervolgens bij deze behandeling twee moties over dit onderwerp aangenomen. In de eerste plaats betreft dit de motie Bashir.13 In deze motie wordt het kabinet verzocht om in het voorjaar van 2013 een aantal voorstellen te doen waardoor het dagelijks gebruik van de oldtimer wordt ontmoedigd, maar tevens de vrijstelling van MRB in stand te houden voor mensen die de oldtimer hobbymatig gebruiken. In de tweede plaats gaat het om de motie Van Vliet.14 In deze motie wordt het kabinet verzocht om een oplossing te zoeken die bezitters van oldtimers in enige vorm in staat stelt hun voertuig (cultureel erfgoed) niet op te hoeven geven.

Overgangsregeling

Op basis van de toezegging en de moties is een aantal alternatieven besproken met vertegenwoordigers van de oldtimerbranche. Zoals meegedeeld in de brief van 24 april 2013 aan de Tweede Kamer is overeenstemming bereikt over een alternatief voor de in het regeerakkoord aangekondigde volledige afschaffing van de vrijstelling MRB voor oldtimers.15 Dit alternatief is opgenomen in het onderhavige wetsvoorstel en ziet er als volgt uit.

Vanaf 1 januari 2014 geldt een vrijstelling van MRB voor alle motorrijtuigen van 40 jaar en ouder. Daarnaast komt er een overgangsregeling voor personen- en bestelauto’s rijdend op benzine, motorrijwielen, bussen en vrachtauto’s die op 1 januari 2014 26 jaar of ouder zijn maar nog geen 40 jaar. Deze voertuigen komen in aanmerking voor een kwarttarief in de MRB over het gehele kalenderjaar met een maximum van € 120 onder de voorwaarde dat er in de maanden januari, februari en december niet van de openbare weg gebruik wordt gemaakt. Om tot een eenvoudige en praktisch uitvoerbare regeling te komen benadert de Belastingdienst jaarlijks in het vierde kwartaal de houder van een in aanmerking komend voertuig met de vraag of hij vóór 1 januari van het komend kalenderjaar kiest voor de overgangsregeling. Indien de houder vervolgens vóór aanvang van het kalenderjaar het begunstigde tarief met een maximum van € 120 onder vermelding van het betalingskenmerk voldoet, geldt voor hem het begunstigde tarief. Om bij de inwerkingtreding op 1 januari 2014 de houder voldoende gelegenheid te bieden een keuze te maken zodat hij ook in 2014 gebruik kan maken van de overgangsregeling, zal de houder tijdig een brief ontvangen en krijgt hij, in afwijking van de reguliere procedure waarbij de betaling bij de aanvang van het tijdvak betaald moet zijn, tot 1 maart 2014 de tijd om te kiezen voor de overgangsregeling, waarbij in de maanden januari en februari 2014 gewoon gebruik van de weg kan worden gemaakt.

Met deze overgangsregeling wordt het overgrote deel van de oldtimers die per 1 januari 2014 tussen de 26 en 40 jaar oud zijn en die niet dagelijks gebruik van de weg maken, ontzien. Hiermee vallen veel van de oldtimers die onder de «oude» overgangsregeling vallen onder de nu voorziene overgangsregeling. Deze regeling wordt breed gesteund in de Tweede Kamer.16

Personen- en bestelauto’s op diesel of LPG van 26 jaar en ouder maar die nog geen 40 jaar oud zijn komen niet in aanmerking voor de overgangsregeling.17 Voor deze auto’s geldt geen overgangsrecht en dat betekent dat voor deze auto’s het volle MRB-tarief verschuldigd is. Hierbij zij bedacht dat met name relatief jonge geïmporteerde diesel- en LPG-oldtimers bestemd zijn voor dagelijks gebruik, veel meer dan benzine-oldtimers. Uitgangspunt is dat het cultureel rijdend erfgoed behouden blijft en het dagelijks gebruik van oldtimers zoveel mogelijk wordt voorkomen. Het milieuaspect speelt daarnaast een belangrijke rol om de diesels niet in aanmerking te laten komen voor de begunstigende overgangsregeling. Voor de LPG-auto’s geldt dat het vrijwel nooit om origineel rijdend cultureel erfgoed gaat. Voor al deze auto’s blijft altijd de mogelijkheid open van de zogenoemde schorsing van het voertuig, waardoor ook de verschuldigdheid van de MRB wordt opgeschort.

Houders van een oldtimer die gebruikmaken van de overgangsregeling mogen in de maanden januari, februari en december geen gebruik maken van de openbare weg. Dit houdt in dat die voertuigen zich in die periode niet op de openbare weg mogen bevinden en daar dus ook niet op mogen parkeren. De Belastingdienst zal in die periode de kentekens van de desbetreffende oldtimers matchen met de voertuigpassagegegevens waarover de dienst beschikt. Als blijkt dat deze oldtimers in die periode toch gebruik hebben gemaakt van de weg, dan ontvangen de houders van die oldtimers een verzuimboete die kan oplopen tot maximaal € 4.920 (het maximum dat geldt ingevolge artikel 67c van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR)). Bovendien zullen ze dan ook het normale MRB-tarief moeten betalen. Deze werkwijze wijkt niet af van de werkwijze die nu al wordt gehanteerd bij het toezicht op andere onderdelen van de MRB, zoals de regeling met betrekking tot schorsing van voertuigen.

In de hierna opgenomen tabel is inzichtelijk gemaakt wat de budgettaire gevolgen zijn van het overgangsrecht ten opzichte van de in het regeerakkoord voorziene afschaffing van de vrijstelling van MRB voor oldtimers.

Tabel 7 Budgettaire gevolgen overgangsrecht oldtimers ten opzichte van reeks regeerakkoord (€ mln., -/- = lastenverlichting)
 

2014

2015

2016

2017

Struc.

In regeerakkoord voorziene opbrengst afschaffing vrijstelling

156

155

154

153

153

Overgangsregeling MRB voor oldtimers

– 33

– 32

– 30

– 29

– 16

Per saldo opbrengst aanpassing oldtimervrijstelling MRB

123

123

124

124

137

Licence