Base description which applies to whole site

5.6 Aanpassingen groen beleggen

Groen beleggen door particulieren wordt fiscaal gestimuleerd door middel van een box 3-vrijstelling en een heffingskorting over het vrijgestelde deel van de groene beleggingen voor aandelen in, winstbewijzen van en geldleningen aan aangewezen groenfondsen die duurzame innovatieve projecten financieren.

Bij de behandeling van het Belastingplan 2025 (BP 2025) in de Tweede Kamer is het amendement Van Eijk/Vermeer45 aangenomen. Met dit amendement is geregeld dat zowel de box 3-vrijstelling voor groene beleggingen als de heffingskorting voor groene beleggingen is verlaagd per 1 januari 2025 en dat zowel die vrijstelling als die heffingskorting vervalt per 1 januari 2027. In 2025 bedraagt de vrijstelling voor groene beleggingen € 26.312 (voor partners € 52.624) en de heffingskorting voor groene beleggingen 0,1% van het op 1 januari van het betreffende belastingjaar (in dit geval 2025) in box 3 vrijgestelde bedrag aan kwalificerende bezittingen van de belastingplichtige(n). Bij het begin van het kalenderjaar 2026 wordt het bedrag van de vrijstelling voor groene beleggingen zoals gebruikelijk automatisch geïndexeerd. Inmiddels is gebleken dat genoemd amendement niet uitvoerbaar is voor de Belastingdienst ten aanzien van het afschaffen per 1 januari 2027 van zowel de vrijstelling voor groene beleggingen in box 3 als de heffingskorting voor groene beleggingen. Met de thans voorgestelde wijzigingen wordt bewerkstelligd dat de datum van inwerkingtreding van de ingevolge genoemd amendement voor het jaar 2027 in het BP 2025 opgenomen wijzigingen wordt gewijzigd van 1 januari 2027 in 1 januari 2028. Hiermee komt zowel de vrijstelling voor groene beleggingen in box 3 als de heffingskorting voor groene beleggingen niet per 1 januari 2027, maar per 1 januari 2028 te vervallen.

Het voorgaande betekent dat de bepalingen in een aantal wetten die verwijzen naar deze faciliteiten en de bepalingen in de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 die verwijzen naar deze faciliteiten eveneens moeten vervallen per 1 januari 2028 in plaats van per 1 januari 2027. Het laten vervallen per 1 januari 2027 van deze verwijzingen was nog niet opgenomen in wetgeving. Die wijzigingen zullen in latere wet- en regelgeving terechtkomen. Tegelijkertijd zullen dan ook de Regeling groenprojecten 2022, de Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba 2002 en de Regeling groenprojecten buitenland 2002 worden ingetrokken.

Zoals hierboven is toegelicht, kan zowel de box 3-vrijstelling voor groene beleggingen als de heffingskorting voor groene beleggingen om technische redenen niet worden afgeschaft per 1 januari 2027. Hierdoor moet in 2027 een box 3-vrijstelling voor groene beleggingen en een heffingskorting voor groene beleggingen in de Wet IB 2001 blijven staan. Om recht te doen aan het doel en de strekking van genoemd amendement, stelt het kabinet een laag bedrag van de vrijstelling voor groene beleggingen van € 200 (voor partners € 400) voor zodat de regelingen de facto wel reeds per 1 januari 2027 worden afgeschaft. Er is in de raming van de budgettaire gevolgen van de vaststelling van de vrijstelling op de genoemde bedragen al rekening gehouden met de verwachte indexatie. Hierdoor kan indexatie van die bedragen per 1 januari 2027 achterwege blijven. De heffingskorting voor groene beleggingen blijft op grond van dit wetsvoorstel in 2027 0,1% van het op 1 januari van het betreffende belastingjaar (in dit geval 2027) in box 3 vrijgestelde bedrag aan kwalificerende bezittingen van de belastingplichtige(n). Er is voor gekozen om de voorgestelde wijzigingen nu al op te nemen in dit Belastingplan zodat de toekomstige wijzigingen voor belastingplichtigen tijdig duidelijk zijn. Deze wijzigingen hebben immers betrekking op een reeds aangenomen amendement. In dit Belastingplan wordt daarmee al aangekondigd welke wijzigingen worden voorgesteld voor de toekomst. De aanpalende wet- en regelgeving wordt, zoals hierboven is aangegeven, op een later moment opgenomen.

Doeltreffendheid, doelmatigheid & evaluatie

De voorgestelde maatregel heeft tot doel het genoemde amendement uitvoerbaar te maken voor de Belastingdienst. Dat doel wordt met de voorgestelde aanpassingen bereikt. Daarmee is de maatregel doeltreffend. Doordat de maatregel budgettair verwaarloosbaar is, is de maatregel ook doelmatig. Er vindt geen evaluatie plaats, omdat de regeling groenprojecten met ingang van 1 januari 2028 vervalt.

Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Dienst Toeslagen en Douane

De Belastingdienst acht de voorgestelde maatregel uitvoerbaar per 1 januari 2028 mits het wetsvoorstel werkelijk rendement box 3 in werking treedt per 1 januari 2028. Deze voorgestelde parameters zijn voor de IV technisch maakbaar. Het wijzigen van bedragen of percentages is een parameterwijziging, in tegenstelling tot het afschaffen van fiscale regelingen. Nadat het amendement was aangenomen, was al onduidelijk of het amendement voor zover het ziet op de afschaffing van de fiscale faciliteiten voor groene beleggingen, uitvoerbaar zou zijn per 1 januari 2027. Vervolgens heeft de Belastingdienst gezocht naar een oplossing om genoemd amendement te kunnen uitvoeren per 1 januari 2027, echter zonder het gewenste resultaat zoals onlangs is gebleken. Naar verwachting ontstaan geen extra risico’s op verstoringen vanwege te lage parameters die bij een parameter van € 0 als bedrag van de vrijstelling voor groene beleggingen er wel zouden zijn. Wel wordt verwacht dat de lage parameters zullen leiden tot veel vragen. Hopelijk kan dit zo veel mogelijk worden gemitigeerd door communicatie via de reguliere communicatiekanalen.

45

Kamerstukken II 2024/25, 36 602, nr. 93.

Licence