Base description which applies to whole site

5.24 Verlengen verlaagde accijnstarieven voor ongelode benzine, diesel en LPG

De accijnstarieven voor ongelode benzine, diesel en LPG zijn vanaf 1 april 2022 verlaagd. Per 1 juli 2023 is de verlaging gedeeltelijk teruggedraaid. Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2024 heeft de Tweede Kamer bij amendement de tarieven per 1 januari 2024 een jaar gelijk gehouden aan de tarieven per 1 juli 2023. Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2025 is opnieuw besloten de tarieven ook voor 2025 gelijk te houden. Het kabinet stelt met deze wijziging voor om de accijnstarieven per 1 januari 2026 niet te verhogen en nog een jaar gelijk te houden (aan het niveau van 1 juli 2023) voor ongelode benzine, diesel en LPG tot 1 januari 2027. Door wederom niet te indexeren wordt de accijnskorting voor 2026 de facto ruimer dan de accijnskorting in voorgaande jaren. Met het begrip «verlenging van de accijnskorting» wordt hierna bedoeld: het behouden van de tarieven uit 2025 (waarbij de tarieven dus niet worden geïndexeerd).

De maatregel is gericht om de kosten van autorijden te reduceren. Het verlengen van de accijnskorting leidt tot een tijdelijke daling van de belastinginkomsten. Het kabinet meent dat de voordelen voor een betaalbare mobiliteit op dit moment zwaarder wegen dan de derving van de inkomsten voor 2026.

Uit de Richtlijn energiebelastingen volgt dat EU-lidstaten belasting (accijns) moeten heffen over energieproducten die worden gebruikt als motorbrandstof. Deze accijns mag niet liggen onder de in de richtlijn voorgeschreven minimumbelastingniveaus. De door het kabinet voorgestelde accijnstarieven blijven boven de minimumbelastingniveaus, waardoor aan de eisen van de richtlijn wordt voldaan.172

Doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie

Het verlengen van de accijnskorting op ongelode benzine, diesel en LPG heeft als doel om de kosten van autorijden te reduceren. De verlenging van de accijnskorting is voor fossiele autorijders doeltreffend indien de prijs aan de pomp lager is dan wanneer de accijnstarieven niet tijdelijk zouden zijn verlaagd.173 Of en in hoeverre dit doel wordt bereikt, hangt af van de mate waarin verkopers van brandstoffen de verlaging in hun verkoopprijzen blijven doorberekenen. De overheid kan deze doorberekening niet verplichten. Op verzoek van de Tweede Kamer zijn de grenseffecten van de huidige accijnskorting gemonitord. Hierover zijn – en worden – op verschillende momenten grenseffectenrapportages met de Tweede Kamer gedeeld.174 Uit deze onderzoeken naar grenseffecten blijkt dat verschillende indicatoren wijzen dat het voordeel van de accijnskorting grotendeels wordt doorgegeven aan de consument. In die zin is de maatregel dus doeltreffend. Kosten voor gebruikers van elektrische voertuigen worden met deze maatregel echter niet verlaagd. Dat maakt de maatregel minder doeltreffend.

Een accijnskorting is een doelmatige manier om fossiele autorijders te bereiken. Het voordeel van de maatregel neemt toe naarmate er meer wordt getankt. Huishoudens zonder auto of huishoudens die weinig kilometers met de auto afleggen ondervinden daardoor in absolute zin geen of minder direct financieel voordeel van deze generieke maatregel dan huishoudens die veel kilometers rijden. Na het aflopen van de tariefsverlaging zal in 2027 onderzoek worden gedaan naar de grenseffecten daarvan.

Uitvoeringsgevolgen Belastingdienst, Dienst Toeslagen en douane

De voorgestelde maatregel heeft geen uitvoeringsgevolgen voor de Douane. Ook zijn er geen uitvoeringskosten verbonden aan de voorgestelde maatregel.

172

Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (PbEU, L 283)

173

Of een absolute daling van de prijzen plaatsvindt, is afhankelijk van de verdere ontwikkeling van brandstofprijzen zelf, waaronder de prijs van een vat ruwe olie.

174

Kamerstukken II 2023/24, 36 418, nr. 128.

Licence