Base description which applies to whole site

ARTIKEL XIV

De Belastingwet BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. onderdeel p, komt te luiden:

p. het Hof:

het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba;.

2. Na onderdeel p wordt onder verlettering van de onderdelen q en r tot r en s een onderdeel ingevoegd, luidende:

q. het Gerecht in eerste aanleg:

het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba;.

B

Aan artikel 6.4, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • g. de oplevering van een nieuw gebouw of van een nieuw gedeelte van een gebouw door degene die dat gebouw of dat gedeelte van een gebouw heeft vervaardigd.

C

Artikel 6.10, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. 6 percent ter zake van het verrichten van diensten, en in uitzondering daarop, 7 percent ter zake van verzekeringen;.

D

Artikel 6.10a komt te luiden:

Artikel 6.10a

  • 1. In afwijking van artikel 6.10, eerste en tweede lid, onderdelen a en b, bedraagt in de openbare lichamen Sint Eustatius en Saba:

    • a. de in dat eerste lid bedoelde belasting: 6 percent;

    • b. de in dat tweede lid, onderdeel a, bedoelde belasting: 4 percent en in uitzondering daarop, 5% ter zake van verzekeringen;

    • c. de in dat tweede lid, onderdeel b, bedoelde belasting 18, 22 of 30 percent, berekend aan de hand van de volgende tabel:

    Bij een vergoeding voor de auto van meer dan

    maar niet meer dan

    bedraagt de belasting in kolom III vermelde bedrag dat wordt vermeerderd met het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare bedrag dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat

     

    I

    II

    III

    IV

     

    USD 20 000

     

    18 percent

    USD 20 000

    USD 30 000

    USD 3 600

    22 percent

    USD 30 000

     

    USD 5 800

    30 percent

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid, onderdeel c, geldt voor het in dat onderdeel opgenomen percentage van 18 voor niet gebruikte personenauto’s een percentage van 10 en gelden voor de in de derde kolom opgenomen bedragen van USD 3 600 en USD 5 800 bedragen van USD 2 000 en USD 4 200.

E

In artikel 6.11, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel v door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • w. leveringen van goederen en het verrichten van diensten voor projecten voor zover die in het kader van onderlinge hulp voor rekening van Aruba, Curaçao of Sint Maarten komen, dan wel in het kader van ontwikkelingshulp voor rekening van internationale organisaties komen.

F

Artikel 6.19a komt te luiden:

Artikel 6.19a

  • 1. In afwijking van artikel 6.19, eerste lid en tweede lid, onderdeel a, bedraagt in de openbare lichamen Sint Eustatius en Saba:

    • a. de in dat eerste lid bedoelde belasting: 6 percent,

    • b. de in dat tweede lid, onderdeel b, bedoelde belasting 18, 22 of 30 percent, berekend aan de hand van de volgende tabel:

    Bij een douanewaarde voor de auto van meer dan

    maar niet meer dan

    bedraagt de belasting in kolom III vermelde bedrag dat wordt vermeerderd met het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare bedrag dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat

     

    I

    II

    III

    IV

     

    USD 20 000

     

    18 percent

    USD 20 000

    USD 30 000

    USD 3 600

    22 percent

    USD 30 000

     

    USD 5 800

    30 percent

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid, onderdeel b, geldt voor het in dat onderdeel opgenomen percentage van 18 voor niet gebruikte personenauto’s een percentage van 10 en gelden voor de in de derde kolom opgenomen bedragen van USD 3 600 en USD 5 800 bedragen van USD 2 000 en USD 4 200.

G

In artikel 8.82 wordt «het Gemeenschappelijk Hof van Justitie Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba» vervangen door: het Hof.

H

In hoofdstuk VIII, titel 8, vervalt afdeling 2.

I

In de artikelen 8.94, eerste lid, onderdeel c, 8.101, eerste lid, 8.103, eerste lid, 8.104, tweede en vierde lid, 8.105, eerste lid, 8.107, eerste en tweede lid, 8.108, derde en vierde lid, 8.109, opschrift en tweede en vijfde lid, 8.110, eerste lid, 8.111, eerste en vierde lid, 8.112, eerste lid, 8.114, 8.115a, eerste lid, en 8.115b, eerste en tweede lid, wordt «de Raad» telkens vervangen door «het Gerecht in eerste aanleg». Voorts wordt in de artikelen 8.101, vijfde lid, 8.105, tweede lid, 8.106, 8.107, vierde lid, 8.108, tweede lid, 8.109, eerste lid, 8.110, tweede lid, 8.111, eerste, tweede en vierde lid, 8.112, vierde lid, 8.113, eerste en vijfde lid, en 8.115a, eerste lid, wordt «De Raad» telkens vervangen door: Het Gerecht in eerste aanleg.

J

In de artikelen 8.104, tweede lid, 8.104a, opschrift en tekst, 8.111, vijfde lid, 8.112, derde en vierde lid, 8.113, derde tot en met vijfde lid, en 8.116 wordt «secretaris» telkens vervangen door: griffier.

K

Na artikel 8.102 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 8.102a Behandeling door een enkelvoudige en een meervoudige kamer

  • 1. Zaken die bij het Gerecht in eerste aanleg aanhangig worden gemaakt, worden in behandeling genomen door een enkelvoudige kamer.

  • 2. De enkelvoudige kamer kan een zaak naar een meervoudige kamer verwijzen.

  • 3. Verwijzing kan geschieden in elke stand van het geding. Een verwezen zaak wordt voortgezet in de stand waarin zij zich bevindt.

Artikel 8.102b Gelijke toepassing voorschriften en bevoegdheden

  • 1. De voorschriften omtrent de behandeling van het beroep zijn op de behandeling zowel door een enkelvoudige als door een meervoudige kamer van toepassing.

  • 2. Degene die zitting heeft in een enkelvoudige kamer heeft tevens de bevoegdheden en de verplichtingen die de voorzitter van een meervoudige kamer heeft.

L

Na artikel 8.106 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 8.106a Vereenvoudigde behandeling

Het Gerecht in eerste aanleg kan onmiddellijk uitspraak doen indien een nader onderzoek het Gerecht niet nodig voorkomt, omdat:

  • a. het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is;

  • b. het beroep kennelijk ongegrond is;

  • c. het beroep kennelijk gegrond is, of

  • d. de inspecteur kennelijk aan de bezwaren van de belanghebbende tegemoet is gekomen.

Artikel 8.106b Verzet

  • 1. Tegen de in artikel 8.106a bedoelde uitspraak kunnen partijen schriftelijk verzet doen bij het Gerecht in eerste aanleg. Artikel 8.103 is van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Alvorens een uitspraak te doen op het verzet, kan het Gerecht in eerste aanleg de partij die het verzet deed in de gelegenheid stellen te worden gehoord. Is het Gerecht in eerste aanleg van oordeel dat het verzet ongegrond is, dan gaat het niet tot ongegrondverklaring over dan na de indiener van het verzetschrift die daarom vroeg in de gelegenheid te hebben gesteld te worden gehoord.

  • 3. Is het Gerecht in eerste aanleg van oordeel dat het verzet gegrond is, dan vervalt de in artikel 8.106a bedoelde uitspraak en wordt de zaak alsnog in behandeling genomen.

M

Na artikel 8.116 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:

Afdeling 3a Hoger beroep

Artikel 8.116a Hoger beroep

  • 1. Partijen kunnen bij het Hof hoger beroep instellen tegen een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg als bedoeld in de artikelen 8.112 en 8.113.

  • 2. De termijn voor het instellen van hoger beroep bedraagt twee maanden na de dag van de toezending van de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg overeenkomstig artikel 8.116.

  • 3. De partij die hoger beroep instelt, wordt aangeduid als appellant in hoger beroep, de wederpartij als verweerder in hoger beroep.

Artikel 8.116b Overeenkomstige toepassing

Op het hoger beroep zijn de artikelen van afdeling 3, met uitzondering van de artikelen 8.102a en 8.102b, van overeenkomstige toepassing, voor zover in deze afdeling niet anders is bepaald.

Artikel 8.116c Griffierecht

  • 1. Van de indiener van het beroepschrift in hoger beroep wordt ten behoeve van ’s Rijks schatkist een griffierecht geheven ten bedrage van USD 60.

  • 2. De griffier wijst de indiener van het beroepschrift op de verschuldigdheid van het griffierecht en deelt hem mee dat het griffierecht binnen zes weken na de verzending van zijn mededeling dient te zijn betaald aan het Hof.

  • 3. Indien het griffierecht niet tijdig is betaald, wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het beroepschrift in verzuim is geweest.

  • 4. Indien het Hof het beroep geheel of gedeeltelijk gegrond verklaart, vergoedt de inspecteur het door de indiener van het beroepschrift betaalde griffierecht.

Artikel 8.116d Strekking uitspraak

  • 1. Het Hof bevestigt de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg, hetzij met overneming hetzij met verbetering van de gronden, of doet, met gehele of gedeeltelijke vernietiging van die uitspraak, hetgeen het Gerecht in eerste aanleg had behoren te doen.

  • 2. Wanneer het Gerecht in eerste aanleg de niet-ontvankelijkheid heeft uitgesproken en het Hof deze uitspraak vernietigt met een ontvankelijkverklaring, wordt de zaak terugverwezen naar het Gerecht in eerste aanleg om te worden hervat in de stand waarin de behandeling zich bevond. Tegen de nieuwe uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg staat hoger beroep open overeenkomstig deze afdeling.

  • 3. In de gevallen, bedoeld in het tweede lid, kan het Hof de zaak zonder terugwijzing afdoen, indien zij naar zijn oordeel geen nadere behandeling door het Gerecht in eerste aanleg behoeft.

N

In artikel 8.117 wordt «het Gemeenschappelijk Hof van Justitie Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba» vervangen door: het Hof.

Licence