Base description which applies to whole site

BIJLAGE B1

BUDGETTAIRE KERNGEGEVENS

Tabel 1.1 Budgettaire kerngegevens (x € miljoen) (in lopende prijzen; min betekent uitgaven)
 MN 2003RealisatieVerschil
1. Netto-uitgaven onder het kader RBG-eng– 93 138– 91 7251 413
2. Netto begrotingsgefinancierde uitgaven SZA– 14 788– 14 248540
3. Netto uitgaven niet relevant voor enig kader*– 7 214– 9 501– 2 287
4. Netto begrotingsgefinancierde uitgaven (4=1+2+3)– 115 140– 115 474– 334
w.v uitgaven– 132 763– 136 658– 3 895
w.v. ontvangsten17 62321 1843 561
5. Belastingen112 095103 933– 8 162
6. Overig– 1 149– 427722
7. EMU-saldo Centrale Overheid– 4 194– 11 968– 7 774
    
8. EMU-saldo Lokale Overheid939– 2 608– 3 547
    
9. EMU-saldo Sociale Fondsen1 038147– 891
    
10. EMU-saldo (- = tekort)– 2 217– 14 429– 12 212
idem, in % BBP– 0,5%– 3,2%– 2,7%
    
EMU-schuld233 907248 80114 894
idem, in % BBP49,8%54,8%5,0%
    
BBP (in miljarden euro's)470454– 16

* excl. aflossing en uitgifte vaste schuld.

Tabel 1.2 Uitgaventoetsing Rijksbegroting in enge zin (x € miljoen) (min betekent onderschrijding)
 MN 2004FJR 2003Verschil
1. raming uitgaven bij Hoofdlijnenakkoord 200391 85191 8510
2. pNB ten tijde van VJN/MLT1,00001,00000
3. Reële ijklijn91 85191 8510
4. NB-deflator1,00001,00000
5. Overboekingen– 78– 3939
6. Statistisch 00
7. Onderschrijding MN2004– 148– 1480
8. Uitgavenkader (obv niveau MN2004)91 62591 66439
9. Actuele raming uitgaven91 62591 725100
10. Over/onderschrijding (10=9–8) (obv MN2004)06060
Tabel 1.3 Uitgaventoetsing Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (x € miljoen) (min betekent onderschrijding)
 MN 2004FJR 2003Verschil
1. raming uitgaven bij Hoofdlijnenakkoord 200356 38656 3860
2. pNB ten tijde van VJN/MLT1,00001,00000
3. Reële ijklijn56 38656 3860
4. NB-deflator1,00001,00000
5. Overboekingen7840– 38
6. Statistisch02727
7. Onderschrijding MN2004– 47– 470
8. Uitgavenkader SZA in lopende prijzen (obv niveau MN2004)56 41756 406– 11
9. Actuele raming uitgaven56 41755 964– 453
w.v. begrotingsgefinancierd114 37214 340– 32
w.v. premiegefinancierd42 04441 624– 420
10. Over/onderschrijding (10=9–8) (obv MN2004)0– 442– 442

1 Inclusief toerekening ABW 2004.

Tabel 1.4 Uitgaventoetsing Budgettair Kader Zorg (x € miljoen) (min betekent onderschrijding)
 MN 2004FJR 2003Verschil
1. raming uitgaven bij Hoofdlijnenakkoord 200340 48740 4870
2. pNB ten tijde van VJN/MLT1,00001,00000
3. Reële BKZ40 48740 4870
4. Reële IJklijn Zorg35 39735 3970
5. NB-deflator1,00001,00000
6. Overboekingen0– 1– 1
7. Statistisch000
8. Overschrijding MN20041851850
9. BKZ (in lopende prijzen) (obv MN 2004)40 67240 671– 1
10. Actuele raming uitgaven40 67241 572900
w.v. particulier gefinancierd/WTZ– 5 026– 5 034– 8
11. Over/onderschrijding BKZ0902902
    
12. Ijklijn zorg in lopende prijzen (obv MN2004)35 64635 74599
13. Totaal netto uitgaven onder ijklijn Zorg35 64636 538892
14. Over/onderschrijding (13=12–11) (obv MN2004)0793793
Tabel 1.5 Uitgaventoetsing totaal kader(x € miljoen) (min betekent onderschrijding)
 MN 2004FJR 2003Verschil
1. Reële ijklijnen183 634183 6340
2. NB-deflator1,00001,00000
4. Overboekingen000
5. Statistisch87214127
6. Overschrijding MN2004– 33– 330
7. Uitgavenkader (obv MN2004)183 688183 815127
8. Actuele raming uitgaven183 688184 227539
9. Over/onderschrijding (obv MN2004)0412412

Bijlage B2 De uitgaven en niet-belastingontvangsten 2003

Tabel 2.1: Rijksbegrotingsuitgaven1 (x € miljoen)
  OB 2003FJR 2003Verschil
IHuis der Koningin8,37,4– 0,9
IIHoge Colleges van Staat en Kabinetten185,3194,79,4
IIIAlgemene Zaken47,345,0– 2,3
IVKoninkrijksrelaties137,6110,3– 27,3
VBuitenlandse Zaken9 898,39 540,6– 357,7
VIJustitie4 604,75 653,61 048,9
VIIBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties4 917,44 942,324,9
VIIIOnderwijs, Cultuur en Wetenschap24 766,625 473,8707,2
IXANationale Schuld (Transactiebasis)12 698,016 708,24 010,2
IXBFinancien3 705,53 601,9– 103,6
XDefensie7 311,77 403,992,2
XIVolkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer3 485,73 504,018,3
XIIVerkeer en Waterstaat5 914,06 781,9867,9
XIIIEconomische Zaken1 742,11 832,790,6
XIVLandbouw, Natuur en Voedselkwaliteit2 061,32 454,2392,9
XVSociale Zaken en Werkgelegenheid20 624,121 879,11 255,0
XVIVolksgezondheid, Welzijn en Sport9 524,49 912,5388,1
HGISInternationale Samenwerking(4 798,6)(4 647,1)– 151,5
APAanvullende posten3 968,30,0– 3 968,3
GFGemeentefonds13 217,413 831,1613,7
PFProvinciefonds1 096,61 145,248,6
ISFInfrastructuurfonds6 258,96 796,9538,0
FESFonds Economische Structuurversterking2 868,32 736,6– 131,7
DGFDiergezondheidsfonds0,0272,8272,8
BCFBTW-compensatiefonds310,6106,3– 204,3
CONConsolidatie– 6 589,0– 8 276,6– 1 687,6
TOTAAL 132 763,5136 658,33 894,8

1 In deze tabel zijn de uitgaven voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld.

Tabel 2.2: Niet-belastingontvangsten1 (x € miljoen)
  OB 2003FJR 2003Verschil
IIHoge Colleges van Staat en Kabinetten4,46,21,8
IIIAlgemene Zaken14,210,9– 3,3
IVKoninkrijksrelaties12,918,85,9
VBuitenlandse Zaken509,3615,2105,9
VIJustitie937,41 002,965,5
VIIBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties207,5282,074,5
VIIIOnderwijs, Cultuur en Wetenschap1 154,81 253,298,4
IXANationale Schuld (Transactiebasis)981,43 764,62 783,2
IXBFinancien2 688,64 699,72 011,1
XDefensie272,6229,9– 42,7
XIVolkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer55,9210,2154,3
XIIVerkeer en Waterstaat191,9166,0– 25,9
XIIIEconomische Zaken2 855,53 065,9210,4
XIVLandbouw, Natuur en Voedselkwaliteit616,9693,176,2
XVSociale Zaken en Werkgelegenheid541,9809,8267,9
XVIVolksgezondheid, Welzijn en Sport101,5155,053,5
HGISInternationale Samenwerking(68,2)(215,8)147,6
APAanvullende posten1 632,80,0– 1 632,8
ISFInfrastructuurfonds6 301,16 951,9650,8
FESFonds Economische Structuurversterking1 926,82 047,7120,9
AOWAOW-spaarfonds3 205,13 198,7– 6,4
DGFDiergezondheidsfonds0,0277,2277,2
CONConsolidatie– 6 589,0– 8 276,6– 1 687,6
TOTAAL 17 623,421 182,33 558,9

1 In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale niet-belastigontvangsten voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld.

Tabel 2.3: Totaaloverzicht lasten en baten (x € miljoen)
Naam dienst die een baten-lastenstelsel voertMoederministerieIngesteld perLasten 2000Baten 2000Lasten 2001Baten 2001Lasten 2002Baten 2002Lasten 2003Baten 2003
1. Centrum tot Bevordering van de Import uit OntwikkelingslandenBUZA19989,369,3810,8310,8314,8114,827,327,33
2. Immigratie- en NaturalisatiedienstJustitie1994286,34294,09315,58313,28350,78328,79337,25340,40
3. Dienst Justitiële InstellingenJustitie19951 138,601 147,711 289,481 312,161 426,821 415,511 553,501 574,40
4. Centraal Justitieel Incasso BureauJustitie199641,1043,2552,0550,7259,2360,3660,7364,07
5. Studiecentrum RechtsplegingJustitieTijdelijk21,4420,8623,0724,11
6. Korps Landelijke PolitiedienstenBZK1998125,25127,66276,86290,15324,90322,11353,52361,41
7. Informatievoorziening OverheidspersoneelBZK19954,924,8515,8116,3512,2211,5212,8013,52
8. Centrale ArchiefselectiedienstBZK19972,973,056,536,936,856,956,987,07
9. Basisadministratie Persoonsgegevens en ReisdocumentenBZK199917,5717,5364,1364,2654,2658,3154,2959,91
10. IT-organisatieBZK199845,8746,09148,59147,29150,63144,08182,47187,96
11. Centrale Financiën InstellingenOCenW199645,7447,6857,5058,3361,1756,2960,1260,49
12. RijksarchiefdienstOCenW199628,4229,0824,3625,3240,9240,6340,2737,86
13. Defensie Telematica OrganisatieDefensie1998212,64209,10261,08270,52254,47258,38237,93263,57
14. Dienst, Gebouwen, Werken en TerreinenDefensie199682,6880,8686,8484,4885,9087,8787,7089,35
15. RijksgebouwendienstVROM1999923,20974,81997,151 008,031 128,171 157,421 363,961 426,75
16. Koninklijk Nederlands Meteorologisch InstituutVenW199551,2748,1349,7448,9448,9947,4845,6847,56
17. Agentschap TelecomEZ199627,6230,3729,4130,3834,3428,1834,6132,93
18. SenterEZ199437,9039,9543,9145,8649,3951,5151,0852,12
19. Economische VoorlichtingsdienstEZ200124,3024,4724,9125,4526,8627,05
20. Bureau voor de Industriële EigendomEZ200217,2717,5416,5817,01
21. NovemEZTijdelijk20,2722,2142,5842,95
22. Plantenziektenkundige DienstLNV199419,4420,2821,0822,0526,7024,5427,9628,53
23. Bureau HeffingenLNV199837,3035,9853,1154,3952,1754,3944,7046,64
24. LaserLNV199955,6756,0370,6371,4180,3781,1379,4476,88
25. Voedsel en Waren Autoriteit/CELNVTijdelijk13,5914,42
26. VWA/Rijksdienst voor keuring van Vee en VleesLNV2003118,28116,69
27. VWA/Keuringsdienst van WarenLNV200060,7663,9868,0367,9773,7673,7477,0475,38
28. Agentschap SZWSZW200318,1918,1919,4619,4616,1716,20
29. Inspectie Werk en InkomenSZWTijdelijk35,0536,7036,0536,63
30. Centraal Informatiepunt Beroepen GezondheidszorgVWS20038,4611,15
31. College ter Beoordeling van GeneesmiddelenVWS199612,0311,7712,4514,0714,3914,7115,9517,20
32. Nederlands Vaccin InstituutVWSTijdelijk56,2959,12
Totaal  3 266,653 341,633 997,644 056,384 489,644 480,945 093,235 236,65
Tabel 2.4: Saldi voor consolidatie in kasgegevens (x € miljoen)
Naam dienst die een baten-lastenstelsel voertConsoli-datiesaldo 2000Consoli-datiesaldo 2001Consoli-datiesaldo 2002Consoli-datiesaldo 2003
1. Centrum tot Bevordering van de Import uit Ontwikkelingslanden– 1,504,17– 2,742,66
2. Immigratie- en Naturalisatiedienst– 2,6319,0025,15– 4,74
3. Dienst Justitiële Instellingen13,8453,0791,71– 40,63
4. Centraal Justitieel Incasso Bureau1,134,870,82– 2,18
5. Studiecentrum Rechtspleging– 0,01– 0,06
6. Korps Landelijke Politiediensten– 1,18– 14,55– 17,38– 1,29
7. Informatievoorziening Overheidspersoneel0,771,254,99– 4,96
8. Centrale Archiefselectiedienst1,41– 0,650,89– 1,34
9. Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten0,732,33– 0,74– 10,86
10. IT-organisatie– 22,0542,16– 5,0438,10
11. Centrale Financiën Instellingen– 7,943,689,00– 15,02
12. Rijksarchiefdienst– 6,67– 2,523,402,04
13. Defensie Telematica Organisatie29,86– 4,81– 9,15– 19,54
14. Dienst, Gebouwen, Werken en Terreinen1,681,3410,56– 0,64
15. Rijksgebouwendienst331,12294,25518,94294,02
16. Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut– 2,99– 3,297,16– 1,86
17. Agentschap Telecom– 9,261,487,950,08
18. Senter– 2,68– 0,042,946,18
19. Economische Voorlichtingsdienst26,955,82– 4,79
20. Bureau voor de Industriële Eigendom– 2,46– 1,58
21. Novem1,68– 14,03
22. Plantenziektenkundige Dienst– 1,000,830,21– 2,07
23. Bureau Heffingen0,641,984,30– 5,31
24. Laser– 0,363,3917,61– 19,21
25. Voedsel en Waren Autoriteit/CE– 4,70
26. VWA/Rijksdienst voor keuring van Vee en Vlees0,63
27. VWA/Keuringsdienst van Waren– 4,90– 1,282,488,81
28. Agentschap SZW2,573,72
29. Inspectie Werk en Inkomen– 2,78– 16,36
30. Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg– 2,88
31. College ter Beoordeling van Geneesmiddelen– 1,63– 0,51– 0,93– 2,56
32. Nederlands Vaccin Instituut– 0,33
Totaal316,38433,11676,95179,29
Tabel 2.5: Beroep op de leenfaciliteit (x € miljoen)
Naam dienst die een baten-lastenstelsel voertleningen  Aflossingen
 200120022003 200120022003
1. Centrum tot Bevordering van de Import uit Ontwikkelingslanden0,17 0,070,070,08
2. Immigratie- en Naturalisatiedienst18,468,45 7,347,3411,44
3. Dienst Justitiële Instellingen52,6450,00 15,3521,9321,93
4. Centraal Justitieel Incasso Bureau1,363,981,15 1,470,830,96
5. Studiecentrum Rechtspleging 
6. Korps Landelijke Politiediensten5,694,773,63 22,4418,4014,42
7. Informatievoorziening Overheidspersoneel 
8. Centrale Archiefselectiedienst1,38 0,350,270,08
9. Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten0,46 0,150,03
10. IT-organisatie18,1525,294,54 3,411,441,26
11. Centrale Financiën Instellingen3,185,80 1,982,924,25
12. Rijksarchiefdienst1,040,99 1,731,050,87
13. Defensie Telematica Organisatie19,005,0030,00 12,8512,8515,83
14. Dienst, Gebouwen, Werken en Terreinen2,0414,1924,39 2,302,2812,13
15. Rijksgebouwendienst296,80587,08474,44 126,55135,27162,29
16. Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut1,322,00 2,181,922,39
17. Agentschap Telecom4,103,96 2,982,412,54
18. Senter 
19. Economische Voorlichtingsdienst0,45 0,210,150,08
20. Bureau voor de Industriële Eigendom0,66 0,17
21. Novem 
22. Plantenziektenkundige Dienst1,240,602,83 0,400,690,76
23. Bureau Heffingen4,994,802,20 3,554,295,06
24. Laser4,427,111,66 1,223,04
25. Voedsel en Waren Autoriteit/CE8,11 
26. VWA/Rijksdienst voor keuring van Vee en Vlees1,97 0,25
27. VWA/Keuringsdienst van Waren4,134,477,30 2,322,522,61
28. Agentschap SZW0,311,98 0,09
29. Inspectie Werk en Inkomen 
30. Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg0,78 0,24
31. College ter Beoordeling van Geneesmiddelen 
32. Nederlands Vaccin Instituut 
Totaal422,37689,64623,43 207,60217,88262,76

Toelichting tabel 3

In tabel 3 wordt een totaaloverzicht gegeven van de door de verschillende diensten die een baten-lastenstelsel voeren (voorheen agentschappen genoemd) gegenereerde baten en lasten.

Toelichting tabel 4

Om de invloed op het EMU-saldo te bepalen moeten de baten en lasten van de diensten die een baten-lastenstelsel voeren vertaald worden in kastermen. Deze vertaling komt erop neer dat baten tot ontvangsten en lasten tot uitgaven moeten worden herleid. Deze boekhoudkundige bewerking levert tabel 4 op, waarin is opgenomen het geconsolideerde saldo van uitgaven minus ontvangsten van alle diensten die een baten-lastenstelsel voeren.

Toelichting tabel 2.5

Tabel 2.5 geeft een overzicht van het beroep op de leenfaciliteit door de verschillende diensten die een baten-lastenstelsel voeren alsmede de aflossingen op de leningen. Het beroep op de leenfaciliteit en de aflossingen op leningen zijn toegerekend aan het jaar waarop de leningen en aflossingen betrekking hebben.

Bijlage B3 De belasting- en premieontvangsten

Het totaal van de belastingen, premies en gasbaten op EMU-basis is naar huidige inzichten 8,9 miljard euro lager uitgekomen dan de raming bij de ontwerpbegroting, zoals opgenomen in de Miljoenennota 2003.

Tabel 3.1 Ontwikkeling van de opbrengst belastingen, premies en gasbaten op EMU-basis (x € miljard)
 Ontwerp-begroting 2003FJR 2003verschil
Belastingen112,1103,9– 8,2
Premies66,165,2– 1,0
Gasbaten2,22,40,2
Totaal180,4171,5– 8,9

In deze bijlage zullen achtereenvolgens de ontwikkeling van de belastingontvangsten, de premie-ontvangsten en de gasbaten worden toegelicht.

Belastingontvangsten

De raming van de belastingontvangsten voor 2003 zoals gepresenteerd in de Miljoenennota 2003 is gebaseerd op de raming van de belastingontvangsten voor 2002 (de Vermoedelijke Uitkomsten) en de geraamde autonome en endogene mutatie voor het betreffende jaar. In onderstaande tabel is aangegeven hoe de raming in de Miljoenennota 2003 was opgebouwd en hoe de belastingontvangsten zich feitelijk hebben ontwikkeld.

Tabel 3.2 Belastingenontvangsten Ontwerpbegroting versus FJR (x € miljard)
 Ontwerp-begroting 2003FJR 2003verschil
Belastingontvangsten 2002 op kasbasis108,2105,0– 3,3
Autonome mutatie– 0,40,40,9
Endogene mutatie4,0– 1,8– 5,7
Endogene ontwikkeling in %3,7%– 1,7% 
Belastingontvangsten 2003 op kasbasis111,8103,6– 8,2
aansluiting naar EMU-basis0,30,3 
Belastingontvangsten 2003 op EMU-basis112,1103,9– 8,2

De belastingontvangsten op EMU-basis zijn in 2003 uitgekomen op 103,9 miljard euro. Dit is 8,2 miljard lager dan de raming tijdens de ontwerpbegroting. De lagere realisatie wordt veroorzaakt door de doorwerking van 3,3 miljard van de lagere ontvangsten op kasbasis uit 2002 en een lagere endogene ontwikkeling van 5,7 miljard. Hiertegenover staat een opwaartse bijstelling van 0,9 miljard van de autonome ontwikkeling.

De belastingontvangsten in 2003 op kasbasis zijn nagenoeg uitgekomen op de raming tijdens de Vermoedelijke Uitkomsten. Van de ontvangsten is 1, 7 miljard incidenteel van aard1. Als gevolg hiervan werkt – 1,7 miljard door naar 2004.

Doorwerking realisatie 2002

De raming 2003 in de Miljoenennota 2003 is gebaseerd op een raming van de belastingontvangsten van het dan nog lopende jaar 2002. Deze raming wordt aangeduid als de Vermoedelijke Uitkomsten. Indien de realisatie voor 2002 afwijkt van de Vermoedelijke Uitkomsten werkt dit – afhankelijk of de afwijking van de realisatie als incidenteel, structureel of tijdelijk wordt verondersteld2 – door in de raming van 2003.

In de FJR van vorig jaar is gemeld dat de realisatie van de belastingontvangsten op kasbasis 2002 uiteindelijk 3,3 miljard lager is uitgekomen dan de raming in de Miljoenennota, waarbij in de Voorjaarsnota 2003 is aangegeven dat alle tegenvallers in de realisatie van 2002 structureel doorwerken in de raming van 2003.

Autonome bijstellingen 2003

Autonome mutaties zijn het gevolg van fiscale maatregelen, nabetalingen of wijzigingen in het uitvoeringsproces van de Belastingdienst. In de Ontwerpbegroting is het voorgenomen kabinetsbeleid verwerkt in de autonome mutatie. Nadien heeft voor 2003 een opwaartse bijstelling van de autonome mutatie plaatsgevonden van 0,9 miljard die grotendeels veroorzaakt wordt door andere factoren dan beleid. Nabetalingen hebben geleid tot 1,7 miljard hogere belastingontvangsten. Hiertegenover staat een neerwaartse bijstelling van 0,9 miljard in de VPB als gevolg van gerechtelijke uitspraken. Tot slot hebben enkele kleine autonome bijstellingen geleid tot 0,2 miljard hogere ontvangsten.

Nabetalingen zijn het gevolg van de wijze waarop de verdeling van belastingen en premies tussen het Rijk en sociale fondsen (volksverzekeringen) plaatsvindt. In eerste instantie wordt de loon- en inkomensheffing die in een bepaald jaar wordt ontvangen verdeeld over belastingen en premies op basis van een geraamde, voorlopige verdeelsleutel. Na twee (loonheffing) respectievelijk vier (inkomensheffing) jaar wordt op basis van de feitelijke gerealiseerde opbrengsten de definitieve verdeelsleutel bepaald. Voorzover deze definitieve verdeelsleutel afwijkt van de voorlopige sleutel leidt dit tot een verrekening tussen de sociale fondsen en het Rijk. De definitieve verdeelsleutels die in 2003 zijn vastgesteld hebben geleid tot een nabetaling van de sociale fondsen aan het Rijk die 1,7 miljard hoger is uitgekomen dan geraamd. Hierdoor nemen de belastingontvangsten toe. De premie-ontvangsten nemen met een even groot bedrag af, zodat per saldo geen effect op het EMU-saldo optreedt.

In de loop van het begrotingsjaar hebben enkele gerechtelijke uitspraken van het Europese Hof van Justitie plaatsgevonden inzake de rentekosten voor het beheer van buitenlandse deelnemingen (Bosal) en de opbouw van pensioenverplichtingen in eigen beheer. Deze uitspraken hebben betrekking op de VPB en hebben tot een lagere grondslag geleid als gevolg waarvan een bijstelling van de autonome mutatie van in totaal 0,9 miljard heeft plaatsgevonden. Bij de toelichting van de ontwikkeling van de VPB zal hier nader op worden ingegaan.

Overige autonome bijstellingen hebben per saldo geleid tot een bijstelling van de autonome mutatie met 0,2 miljard. Het betreft een amendement van de afgevaardigde van As (het verhogen van de REB in de verbruiksschijf tot 10 000 kWh) en een amendement van afgevaardigde Vroonhoven (verhogen alcoholaccijns op alcoholische dranken) die zijn aangenomen tijdens de behandeling van het Belastingplan in de Tweede Kamer, waarvoor de belastingraming opwaarts is bijgesteld. Tot slot heeft een hoger tempo van investeringen in grote infrastructurele projecten tot een hogere BTW-afrdracht geleid van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Deze BTW-afdracht wordt gerekend tot de autonome ontwikkeling.

Endogene bijstellingen 2003

In de raming van de Ontwerpbegroting werd uitgegaan van een endogene groei van de belastingontvangsten van 4,0 miljard, terwijl de belastingontvangsten uiteindelijk een negatieve endogene ontwikkeling van 1,8 miljard laten zien. Endogene bijstellingen zijn het gevolg van nieuwe inzichten over de economische groei of de relatie tussen de economische ontwikkeling en de belastingontvangst, waardoor de realisatie afwijkt van de geraamde ontvangsten. Een hogere nominale economische groei zal gewoonlijk leiden tot hogere belastingontvangsten vanwege hogere binnenlandse bestedingen, groeiende werkgelegenheid, hogere winsten en/of hogere lonen. Omgekeerd zal een lagere economische groei in de regel leiden tot een daling van de belastingontvangsten.

De economie heeft zich in 2003 aanmerkelijk minder gunstig ontwikkeld dan geraamd werd ten tijde van de ontwerpbegroting. In onderstaande tabel is de bijstelling van de raming van enkele macro-economische kernvariabelen weergegeven ten opzichte van de ontwerpbegroting. De nominale groei van het BBP is 2½% lager uitgekomen. Indien de totale belastingontvangsten als percentage van het BBP constant zouden zijn gebleven, dan leidt 2,5% lagere nominale groei van het BBP tot 0,6% minder belastingontvangsten1. Dit komt overeen met 2,7 miljard euro.

Tabel 3.3 Macro-economische kernvariabelen MEV 2003 versus CEP 2004
 OntwerpbegrotingFJRverschil
Nominale groei BBP4¾%2¼%– 2½%
Waardemutatie invoer4¾%– ½%– 5¼%
Volumegroei particuliere consumptie1½%– 1¼%– 2¾%
Stijging consumentenprijsindex2½%2%– ½%
Bruto-loonontwikkeling marktsector3¾%4%¼%
Werkgelegenheid markt– ½%– 1%–½%
Ontwikkeling pensioen premies (incl VUT)2,9% vh brutoloon3,6% vh brutoloon0,7%-punt
Arbeidsinkomensquote84,587,22,7

Naast de ontwikkeling van het BBP, is ook de verhouding tussen de belastingopbrengst en de economische groei van belang. Dit komt tot uiting in de macro-progessiefactor die de verhouding weergeeft van de endogene ontwikkeling van de belastingontvangsten ten opzichte van de nominale groei van het BBP. Indien de belastingontvangsten zich in lijn ontwikkelen met het BBP, beweegt de progressiefactor zich rond de 1. Op korte termijn kan de progressiefactor sterk fluctueren1. Een wijziging in de progressiefactor kan het gevolg zijn van een pakket-effect, wanneer de economische activiteit waarover de belasting verschuldigd is sneller of langzamer stijgt dan het BBP. Ook veranderende kaspatronen kunnen ten grondslag liggen aan fluctuaties in de progressiefactor. Het gaat daarbij vooral om belastingsoorten als de VPB en de inkomstenbelasting, waarbij de afdracht voor een deel betrekking heeft op oudere transactiejaren. Voorbeelden van overige factoren die van invloed kunnen zijn op de progressiefactor, zijn veranderingen in het proces van belastinginning, samenstellings-effecten (bijvoorbeeld een verschuiving van hoogbelaste naar laagbelaste consumptie) of ontwikkelingen die niet of in minder sterke mate afhankelijk zijn van de economische ontwikkeling (stijging huizenprijzen als gevolg van krapte op de woningmarkt, hoger energieverbruik bij koude winter).

Figuur 3.1 Macro-economische progressiefactor belastingontvangsten op kasbasis

kst-29540-1-10.gif

In 2002 is de progressiefactor net onder de 0 uitgekomen. In de FJR van vorig jaar was aangegeven dat dit zeer uitzonderlijk was, omdat dit zich in de voorgaande jaren nog niet eerder had voorgedaan. In 2003 is de progressiefactor wederom negatief uitgevallen en zelfs uitgekomen op – 0,8. Dit wordt veroorzaakt doordat de belastingontvangsten op kasbasis in nominale termen zijn afgenomen.

In figuur 3.1 is naast de progressiefactor van de totale belastingen ook de onderliggende deel-progressiefactoren van de belastingen op inkomen, winst en vermogen en van de kostprijsverhogende belastingen weergegeven. Hieruit blijkt dat de negatieve endogene groei vooral veroorzaakt wordt door de belastingen op inkomen, winst en vermogen die in 2003 sterk zijn teruggevallen. Over het algemeen geldt dat de progressiefactor van belastingen op inkomen, winst en vermogen grotere fluctuaties laat zien dan de progressiefactor van de totale belastingen. Dit geldt ook voor economisch gunstige tijden.

De lage progressiefactor in 2003 bij de belastingen op inkomen, winst en vermogen wordt met name veroorzaakt door de VPB en de dividendbelasting. Deze belastingsoorten zullen verderop in deze bijlage nader worden toegelicht. Bij de VPB wordt de tegenvallende endogene groei vooral veroorzaakt door de winstontwikkeling van bedrijven.

De progressiefactor van de kostprijsverhogende belastingen heeft zich eveneens minder gunstig ontwikkeld ten opzichte van 2002, maar is met 0,2 nog net positief. Ook in historisch opzicht geldt echter dat zulke lage progressie-factoren zich alleen in begin jaren '80 hebben voorgedaan. De tegenvallende endogene groei van de belastingontvangsten wordt voor een deel veroorzaakt door de particuliere consumptie die sterker is teruggevallen dan het BBP, waardoor de BTW-ontvangsten lager zijn uitgekomen. Daarnaast hebben de invoerrechten (vanwege een achterblijvende ontwikkeling van de nominale invoer) en tegenvallende realisaties in de regulerende energiebelasting bijgedragen aan een tegenvallende endogene ontwikkeling en een lage progressiefactor bij de kostprijsverhogende belastingen.

Toelichting per belastingsoort

In tabel 3.4 wordt een overzicht gegeven van de realisaties per belastingsoort.

Tabel 3.4 Belastingontvangsten op EMU-basis in 2003 (x € miljoen)
 OB 2003FJR 2003verschil
Kostprijsverhogende belastingen60 58157 266– 3 315
Invoerrechten1 5471 389– 158
Omzetbelasting36 20834 521– 1 687
Belasting op personenauto's en motorrijwielen3 1552 874– 281
Accijnzen8 5498 62070
– Accijns van lichte olie3 4283 43911
– Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie2 4502 414– 36
– Tabaksaccijns1 7891 80213
– Alcoholaccijns427419– 9
– Bieraccijns28032444
– Wijnaccijns17522347
Belastingen van rechtsverkeer4 8064 519– 287
– Overdrachtsbelasting3 7223 459– 263
– Assurantiebelasting63270775
– Kapitaalsbelasting452353– 99
Motorrijtuigenbelasting2 0342 10873
Belastingen op een milieugrondslag3 9552 981– 974
– Grondwaterbelasting217169– 48
– Afvalstoffenbelasting174117– 57
– Regulerende energiebelasting2 9062 062– 844
– Waterbelasting1021119
– Brandstoffenheffingen557522– 35
Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en andere producten215147– 67
Belasting op zware motorrijtuigen112107– 5
    
Belastingen op inkomen, winst en vermogen51 14046 324– 4 817
Loon-/inkomenstenbelasting27 52528 149624
Dividendbelasting3 7833 128– 655
Kansspelbelasting158156– 3
Vennootschapsbelasting18 06413 392– 4 672
– Gassector kas1 6501 500– 150
– Niet-gassector kas16 41411 892– 4 522
Vermogensbelasting03939
Successierechten1 6101 460– 150
    
Niet nader toe te rekenen belastingontvangsten4727– 20
Totaal belastingen op kasbasis111 768103 617– 8 151
Aansluiting naar EMU-basis (EMU-ktv)327316– 11
Belastingen EMU-basis112 095103 933– 8 162

Bij de kostprijsverhogende belastingen hebben zich vooral tegenvallers voorgedaan bij de omzetbelasting, de belasting op personenauto's en motorrijwielen, de overdrachtsbelasting en de regulerende energiebelasting. Bij de belastingen op inkomen, winst en vermogen doen de belangrijkste afwijkingen zich voor bij de loon- en inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. De tegenvallers bij deze belastingsoorten zullen hieronder worden geanalyseerd.

In bovenstaande tekst is aangegeven dat afwijkingen in de realisatie zich kunnen voordoen vanwege de doorwerking van een lagere realisatie uit 2002 of door afwijkingen in de autonome of endogene mutatie. Tabel 3.5 geeft per belastingsoort aan door welke factoren de realisatie afwijkt van de raming in de Ontwerpbegroting.

Tabel 3.5 Ontwikkeling belastingontvangsten 2003 vanaf Ontwerpbegroting, gesplitst naar oorzaak (x € miljard)
 doorwerking 2002autonome bijstellingendogene bijstellingTotaal
Kostprijsverhogende belastingen– 1,80,2– 1,7– 3,3
Omzetbelasting– 0,80,1– 0,9– 1,7
Belasting op personenauto's en motorrijwielen– 0,20,0– 0,1– 0,3
Overdrachtsbelasting– 0,10,0– 0,2– 0,3
Regulerende energiebelasting– 0,40,0– 0,5– 0,8
Overig– 0,30,10,0– 0,2
     
Belastingen op inkomen, winst en vermogen– 1,50,7– 4,1– 4,8
Loon-/inkomstenbelasting0,41,7– 1,50,6
Dividendbelasting– 0,40,0– 0,3– 0,7
Vennootschapsbelasting– 1,5– 0,9– 2,3– 4,7
Overig– 0,10,0– 0,1– 0,1
Totaal belastingen– 3,30,9– 5,7– 8,2
wv na Vermoedelijke Uitkomsten0,01,7– 1,70,0

In het restant van deze bijlage zal een toelichting per belastingsoort worden gegeven. Daarbij zal vooral ingegaan worden op afwijkingen in de endogene mutatie. De realisatie en de doorwerking van 2002 is toegelicht in de FJR van vorig jaar. De afwijking in de autonome mutatie is in de tekst hiervoor toegelicht.

Omzetbelasting

De realisatie van de omzetbelasting is 1,7 miljard lager uitgekomen. Hiervan wordt 0,9 miljard verklaard door een lagere endogene ontwikkeling. Dit is in lijn is met het economisch beeld, waarbij zowel de volume-ontwikkeling als de prijsontwikkeling van de particuliere consumptie lager is uitgekomen dan geraamd in de Ontwerpbegroting.

In figuur 3.2 zijn de groei van de particuliere consumptie en de endogene groei van de omzetbelasting weergegeven. Hieruit blijkt dat de transactie-opbrengst zich normaal gesproken ontwikkelt in lijn met de groei van de particuliere consumptie. In 2001 lag de groei van de omzetbelasting hoger als gevolg van het pakket-effect, waarbij (onder invloed van de hoogconjunctuur) een relatieve verschuiving heeft plaatsgevonden van laagbelaste naar hoogbelaste consumptie. In 2002 was het beeld omgekeerd. In 2003 was de ontwikkeling van de omzetbelasting weer in lijn met het economisch beeld.

Figuur 3.2 groei particuliere consumptie en endogene groei van de omzetbelasting in %

kst-29540-1-11.gif

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

De belasting op personenauto's en motorrijwielen is 0,3 miljard lager uitgekomen. Uit tabel 3.6 blijkt dat de autoverkopen in 2003 met bijna 4% zijn afgenomen.

Tabel 3.6 Aantal verkopen van nieuwe personenauto's
1997478 318
1998543 110
1999611 776
2000597 623
2001530 287
2002510 744
2003488 977

Bron: CBS.

De lagere autoverkopen leiden tot lagere ontvangsten in de BPM. Voor 2003 staat hier een gunstig kaseffect tegenover als gevolg van de afschaffing van de premie op schone en zuinige auto's per 1 januari. Deze maatregel heeft tot extra autoverkopen geleid in december 2002, die begin 2003 tot extra ontvangsten hebben geleid. Per saldo heeft zich hierdoor bij de BPM in 2003 een kleine endogene groei voorgedaan van enkele miljoenen. In de ontwerpbegroting werd nog uitgegaan van een endogene groei van 0,2 miljard, waardoor er een tegenvaller is opgetreden ten opzichte van de ontwerpbegroting.

Overdrachtsbelasting

De realisatie van de overdrachtsbelasting is 0,3 miljard lager uitgekomen. Dit wordt voor 0,2 miljard door een lagere endogene ontwikkeling.

De endogene ontwikkeling van de overdrachtsbelasting is afhankelijk van de ontwikkeling van de huizenprijzen en het aantal verkopen. In figuur 3.3 is op basis van cijfers van het Kadaster het twaalf-maands voortschrijdend totaal weergegeven van het aantal woningverkopen en de gemiddelde prijs. Deze cijfers zijn niet volledig bepalend voor de ontwikkeling van kasontvangsten, omdat ook overdrachtsbelasting moet worden betaald over grond en zakelijk onroerend goed en omdat er vertraging kan optreden tussen de registratie bij het Kadaster en de feitelijke afdracht van de overdrachtsbelasting. Desalniettemin geven de cijfers een goede indicatie van de ontwikkeling van de kasontvangsten.

Figuur 3.3 ontwikkeling huizenverkopen en gemiddelde verkoopprijs (12-maands voortschrijdend)

kst-29540-1-12.gif

Bron: Kadaster

Uit de figuur blijkt duidelijk dat eind jaren '90 zowel het aantal transacties als het prijsniveau sterk zijn gestegen. Dit vertaalde zich in die jaren ook in een sterke stijging van de kasontvangsten.

Tabel 3.7 realisatie overdrachtsbelasting op kasbasis in mln. euro
199519961997199819992000200120022003
1 2601 6601 8982 2322 6592 8553 4283 4783 459
 31,7%14,3%17,6%19,1%7,4%20,1%1,5%– 0,5%

In 2003 heeft de huizenprijs zich gestabiliseerd en is het aantal woningtransacties gedaald tot op het niveau van enkele jaren daarvoor. Hierdoor zijn ten opzichte van 2002 de ontvangsten van de overdrachtsbelasting iets afgenomen. In de raming van de ontwerpbegroting was nog uitgegaan van een kleine toename van de ontvangsten. Het verschil tussen de verwachte toename in 2003 en de uiteindelijke opgetreden daling verklaart de lagere endogene ontwikkeling van 0,2 miljard.

Regulerende energiebelasting

De realisatie bij de regulerende energiebelasting is 0,8 miljard lager uitgekomen dan de raming in de Ontwerpbegroting. Hiervan wordt 0,4 miljard verklaard door een tegenvallende endogene ontwikkeling.

De REB is in 1996 geïntroduceerd, waarbij de stimulering van duurzame energie vormgegeven werd via een afdrachtskorting aan de producent. In 1998 is deze producentenvergoeding aangevuld met een nihiltarief voor bepaalde vormen van duurzame elektriciteit. Vervolgens zijn vanaf 1999 in opeenvolgende vergroeningspakketten verschillende maatregelen genomen om het gebruik van duurzame energie te stimuleren. Het betrof onder meer de energiepremie-regeling, de tegemoetkoming voor afvalverbrandingsinstallaties en de regeling voor installaties voor warmtekrachtkoppeling.

Per 1 juli 2001 is de binnenlandse consumentenmarkt voor duurzame elektriciteit geliberaliseerd. Na de liberalisering is het gebruik van duurzame elektriciteit explosief gestegen. Eind 2003 maakten 2,4 miljoen huishoudens gebruik van groene stroom. Naast het toenemend gebruik van groene stroom is ook de toepassing van alternatieve opwekkingsmethodes toegenomen.

Het grotere gebruik van duurzame elektriciteit alsmede het feit dat de kasontvangsten in 2003 nog beïnvloed worden door verminderingen als gevolg van het gebruik van faciliteiten voor 2003, hebben geleid tot een lagere endogene ontwikkeling van 0,4 miljard.

In 2003 zijn de verschillende fiscale faciliteiten op het gebied van milieu en energie herzien om het bestaande instrumentarium efficiënter vorm te geven. Daarbij is onder meer het nihiltarief van groene stroom omgezet naar een verlaagd tarief en zijn verschillende faciliteiten afgeschaft of gedefiscaliseerd.

Loon-/inkomstenbelasting

De gerealiseerde ontvangsten van de loon- en inkomstenbelasting laten een overschrijding ten opzichte van de raming bij Ontwerpbegroting zien van 0,6 miljard euro, hetgeen het saldo is van hogere ontvangsten als gevolg van de doorwerking van de realisatie in 2002 (0,3 miljard), autonome factoren (1,8 miljard euro) en lagere ontvangsten voortvloeiend uit de lagere endogene ontwikkeling (– 1,5 miljard).

De opwaartse ramingsbijstelling na Ontwerpbegroting van de autonome mutatie vloeit voort uit een drietal factoren.Ten eerste voor – 0,1 miljard euro de additionele maatregelen waartoe tijdens de behandeling van het Belastingplan en de uitkomsten van het najaarsoverleg (waaronder de aanpassing van de spaarloonregeling) is besloten, hetgeen is toegelicht in de Voorjaarsnota 2003. Ten tweede als gevolg van de AWBZ-premieverhoging per 1 juli 2003 waarvan in eerste instantie 0,2 miljard euro terecht komt bij de belastingen1. Tot slot is de nabetaling van de Sociale Fondsen aan het Rijk 1,7 miljard euro hoger uitgekomen dan oorspronkelijk geraamd. De opwaartse bijstelling uit hoofde van de nabetaling is incidenteel van aard.

De neerwaarts bijgestelde endogene ontwikkeling (– 1,5 miljard euro) vloeit voort uit de ontwikkeling van de voor de loon- en inkomstenbelasting relevante indicatoren. De fors hogere pensioenpremies en de verslechterde werkgelegenheidsontwikkeling leidden tot lagere ontvangsten. Daar tegenover staat dat de loonontwikkeling per saldo ¼%-punt hoger uitgekomen is dan ten tijde van de ontwerpbegroting werd geraamd: de contractlonen zijn, mede door de afgesproken contractloon matiging uit het najaarsoverleg, ¼%-punt lager uitgekomen dan oorspronkelijk geraamd; de incidentele loonontwikkeling is daarentegen ½%-punt hoger uitgekomen.

Dividendbelasting

De kasopbrengst van de dividendbelasting is 0,7 miljard lager uitgekomen dan geraamd in de Ontwerpbegroting. Hiervan wordt – 0,3 miljard verklaard door de endogene ontwikkeling. Deze ontwikkeling wordt met name verklaard uit de daling van het totaal uitgekeerde dividend van beursgenoteerde ondernemingen.

Dividenden betaald in 2003 hebben in belangrijke mate betrekking op het boekjaar 2002. Het uitbetaalde dividend daalde in het verslagjaar 2002 met 16 procent tot 11,5 miljard euro. Daarmee viel de daling belangrijk geringer uit dan de daling van het netto-resultaat. Het netto-resultaat van beursgenoteerde ondernemingen daalde in 2002 met 73 procent tot 3,2 miljard euro. Dat bij deze scherpe verslechtering van het resultaat de dividenduitkeringen redelijk op peil bleven, kan verklaard worden uit het gegeven dat bedrijven een stabiel dividendbeleid nastreven. Figuur 3.4 toont de relatie tussen netto-resultaat en dividenduitkeringen.

Figuur 3.4 Netto-resultaat en dividenduitkeringen beursgenoteerde ondernemingen (in mld. euro)

kst-29540-1-13.gif

Vennootschapsbelasting

De lagere realisatie van de totale belastingontvangsten in 2003 wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door tegenvallers in de vennootschapsbelasting. Ten opzichte van de raming tijdens de ontwerpbegroting is de realisatie 4,7 miljard lager uitgekomen.

De verklaring voor de tegenvallende ontvangsten in 2003 valt uiteen in drie verschillende factoren. Ten eerste betreft het de doorwerking van 1,5 miljard van de tegenvaller uit 2002. Daarnaast heeft een neerwaartse bijstelling van de autonome ontwikkeling plaatsgevonden van 0,9 miljard. Tot slot is de endogene ontwikkeling 2,4 miljard lager uitgekomen. In deze paragraaf zal eerst een toelichting worden gegeven op het aanslag- en inningsproces. Vervolgens zullen de verschillende factoren nader worden toegelicht.

De heffing en inning van de vennootschapsbelasting over een bepaald transactiejaar vindt verspreid over meerdere jaren plaats. Aan het begin van een bepaald transactiejaar wordt een eerste voorlopige aanslag opgelegd. Deze is gebaseerd op de winstontwikkeling van de twee voorgaande jaren en eventueel verwachte ontwikkelingen voor het desbetreffende jaar. Nadat een bedrijf of ondernemer in de loop van het jaar een eerste voorlopige inschatting heeft afgegeven over de winst van dat jaar kan, indien daar aanleiding toe is, een correctie plaatsvinden op de voorlopige aanslag. De uiteindelijke winstaangifte vindt in de jaren daarna plaats, waarna enige tijd later de definitieve vaststelling van de winst plaatsvindt. Afhankelijk van de omvang van het bedrijf en de aard van de aangifte kan dit proces enige tijd in beslag nemen. Dit heeft tot gevolg dat de kasontvangsten in een bepaald jaar betrekking hebben op meerdere transactiejaren. De kasontvangsten in 2003 hebben bijvoorbeeld grotendeels betrekking op de transactiejaren 1999 tot en met 2003. Voor het opstellen van de raming van de kasontvangsten in 2003 dient dan ook een raming te worden gemaakt van de transactie-opbrengsten vanaf 1999. Daarbij geldt dat voor oudere transactiejaren reeds een groter deel van de transactie-opbrengst in de kas is ontvangen en er daardoor beter zicht is op de uiteindelijke transactie-opbrengst.

Doorwerking realisatie 2002

De opbrengst van de VPB in 2002 bestaat uit ontvangsten over de transhactiejaren 1998 tot en met 2002. Ten opzichte van de Vermoedelijke Uitkomsten is de realisatie van de VPB 1,5 miljard lager uitgekomen. In onderstaande tabel is aangegeven hoe deze tegenvaller is onderverdeeld naar de verschillende transactiejaren.

Tabel 3.8 Kasontvangsten VPB 2002 in mld. euro
 Vermoedelijke uitkomstenrealisatieverschil
200212,512,50,0
20013,42,9– 0,5
20001,30,8– 0,5
19990,00,00,0
1998– 0,4– 0,9– 0,5
 16,915,4– 1,5

Van de lagere realisatie in 2002 heeft 0,5 miljard betrekking op transactiejaar 1998 (T-4). Het betreft hier vooral achterwaartse verliescompensatie die tot een teruggave van de Belastingdienst leidt. 2002 is het laatste jaar waarin ten behoeve van het opstellen van de raming nog kasontvangsten nog worden toegerekend aan transactiejaar 1998 en doordat de kasontvangst in 2002 over 1998 0,5 miljard lager uitkomt, leidt dit volledig tot een neerwaartse bijstelling van de transactie-opbrengst over 1998. Omdat de raming van toekomstige jaren gebaseerd is op de transactie-opbrengst van voorgaande jaren, werkt deze neerwaartse bijstelling volledig door. Daarnaast leiden de tegenvallende ontvangsten in 2002 over transactiejaren 2000 en 2001, van beide 0,5 miljard, ieder afzonderlijk tot een verdere neerwaartse aanpassing van de transactie-opbrengst voor die jaren.

In figuur 3.5 is de raming weergegeven van de transactie-opbrengst ten tijde van de ontwerpbegroting en de stand in de FJR. Voor alle transactiejaren geldt dat de kastegenvaller in 2002 leidt tot een structurele neerwaartse bijstelling van het niveau van de transactie-opbrengst. De tegenvallende realisatie van 1,5 miljard in 2002 werkt hierdoor volledig door naar 2003.

Figuur 3.5 raming VPB transactieopbrengst in mln euro

kst-29540-1-14.gif

Autonome bijstelling

De autonome mutatie is 0,9 miljard lager uitgekomen als gevolg van verschillende gerechtelijke uitspraken in de VPB die tot een lagere grondslag hebben geleid.

Naar aanleiding van een rechtszaak die is aangespannen door het bedrijf Bosal heeft het Europese Hof van Justitie in september 2003 bepaald dat rentekosten voor het beheer van buitenlandse deelnemingen aftrekbaar zijn voor de Nederlandse VPB. Deze uitspraak leidt tot een (structurele) derving door een lagere belastinggrondslag. Daarnaast is ook sprake van een incidentele derving, omdat het effect over oudere transactiejaren tot uiting komt in de kasontvangsten in 2003. Hiertegenover staat dat de reparatie-maatregelen die zijn genomen pas in de kasontvangsten van 2004 tot uiting komen. Bij elkaar heeft dit voor 2003 geleid tot een neerwaartse autonome bijstelling van 0,6 miljard.

In 2003 hebben zich nog enkele andere rechtszaken voorgedaan die tot een derving in de VPB hebben geleid. Het gaat hierbij om uitspraken met betrekking tot de waardering van pensioenen die door directeur-grootaandeelhouders in eigen beheer werden gehouden. Het Europese Hof heeft bepaald dat de zogenaamde premie-koopsommenmethode ook gerechtvaardigd is. Onder deze methode kunnen DGA's sneller pensioen opbouwen, waardoor kosten versneld naar voren kunnen worden gehaald en een lagere VPB-grondslag resteert. Dit heeft geleid tot een neerwaartse autonome bijstelling van 0,3 miljard.

Endogene ontwikkeling

Tot slot is de endogene ontwikkeling bij de VPB 2,4 miljard lager uitgekomen. Dit wordt verklaard door het verslechterde economisch beeld en een vertraging in het kaspatroon.

Uit figuur 3.4 blijkt dat het verslechterd economisch beeld van de afgelopen jaren heeft geleid tot een forse daling van het netto-resultaat bij bedrijven. Hoewel belangrijke verschillen bestaan tussen de commerciële winst in de jaarrekening en de fiscale winst, vertaalt de spectaculaire daling van het netto-resultaat zich ook in een lagere grondslag voor de VPB. Dit wordt mede verklaard doordat hogere lonen de winstgevendheid hebben aangetast. Uit figuur 3.6 blijkt een relatie tussen de AIQ en de winstontwikkeling van bedrijven.

Figuur 3.6 Ontwikkeling arbeidsinkomstenquote en VPB-transactie-opbrengst

kst-29540-1-15.gif

Daarnaast heeft zich een vertraging voorgedaan in het kaspatroon. Zoals aan het begin van de paragraaf beschreven wordt de VPB over meerdere jaren verspreid geïnd. Dit betekent dat van de transactie-opbrengst 2003 een percentage zal worden ontvangen in het jaar 2003 en het restant in de jaren 2004 en verder. Het percentage van de totale transactieopbrengst dat in een bepaald jaar wordt ontvangen is niet constant. In een opgaande conjunctuur zullen de voorlopige aanslagen die in jaar T worden betaald een relatieve onderschatting geven van de uiteindelijke winstontwikkeling. Bij de aangifte in jaar T+1 blijken de winsten zich namelijk in het algemeen gunstiger te hebben ontwikkeld dan geraamd, waardoor er aanvullende aanslagen worden opgelegd en een relatief groot percentage van de transactieopbrengst in latere jaren wordt ontvangen. In een neergaande conjunctuur geldt het omgekeerde. De voorlopige aanslagen 2001 en 2002 waren gebaseerd op relatief gunstige verwachtingen van de winstontwikkeling voor die jaren. Deze verwachtingen hebben zich niet voorgedaan, waardoor de ontvangsten in 2003 over de transactiejaren 2001 en 2002 relatief klein zijn geweest. Voor 2003 geldt dat de voorlopige aanslag gebaseerd was op een meer reële schatting, zodat de ontvangsten over het lopende transactiejaar zich weer op een lager niveau bevinden. De combinatie van deze factoren zorgt ervoor dat de ontvangsten in 2003 bepaald worden door een normaal percentage ontvangsten over transactiejaar 2003 en een laag percentage ontvangsten over transactiejaren 2001 en 2002. Per saldo vallen hierdoor de kasontvangsten 2003 tegen. Op lange termijn geldt uiteraard dat de transactieopbrengst volledig binnenkomt.

Als gekeken wordt naar de ontwikkeling van de VPB in procenten van het BBP, dan blijkt dat de VPB eind jaren '90 een forse stijging heeft laten zien en dat de kasontvangsten ten opzichte van het BBP zich nu weer bevinden op het niveau van begin jaren '90.

Figuur 3.7 Ontvangsten VPB niet-gas op kasbasis in % BBP

kst-29540-1-16.gif

Horizontale ontwikkeling

In het voorgaande is een vergelijking gemaakt van de opbrengst voor het jaar 2002 tussen twee verschillende ramingsmomenten. Om inzicht te kunnen krijgen in de groei van de belastingontvangsten en de relatieve ontwikkeling van een bepaalde belastingsoort gedurende het jaar, dient gekeken te worden naar de realisatie in 2003 ten opzichte van de realisatie in 2002. In tabel 3.8 wordt een overzicht gegeven per belastingsoort.

Tabel 3.9 realisatie belastingopbrengsten 2002 en 2003 naar autonome en endogene mutatie op EMU-basis (x € miljoen)
 realisatie 2002autonome mutatieendogene mutatieendogene mutatie in %realisatie 2003
Belastingopbrengsten op kasbasis     
Kostprijsverhogende belastingen55 7771 2182710,5%57 266
Invoerrechten1 4010– 12– 0,9%1 389
Omzetbelasting33 5205664351,3%34 521
Belasting op personenauto's en motorrijwielen2 741100331,2%2 874
Accijnzen8 459– 201812,1%8 620
Belastingen van rechtsverkeer4 47352– 6– 0,1%4 519
Motorrijtuigenbelasting1 970– 71457,3%2 108
Belastingen op een milieugrondslag2 932527– 479– 16,3%2 981
Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en andere producten1730– 26– 14,9%147
Belasting op zware motorrijtuigen1080– 1– 0,5%107
      
Belastingen op inkomen, winst en vermogen49 095– 780– 1 991– 4,1%46 324
Loon/inkomstenbelasting28 306– 26– 131– 0,5%28 149
Dividendbelasting3 4900– 362– 10,4%3 128
Kansspelbelasting1620– 6– 4,0%156
Vennootschapsbelasting15 394– 723– 1 280– 8,3%13 392
Vermogensbelasting480– 9– 18,0%39
Successierechten1 695– 31– 203– 12,0%1 460
      
Niet nader toe te rekenen belastingontvangsten800– 53– 66,0%27
Totaal belastingen104 952438– 1 774– 1,7%103 617
KTV EMU-basis121   316
Belastingen EMU-basis105 073   103 933

Bij de ontwerpbegroting werd uitgegaan van een endogene ontwikkeling van 4,0 miljard. Dit kwam overeen met een geraamde endogene groei van 3,7% bij een geraamde nominale BBP-groei van 4¾%. Uit de realisatie blijkt dat de belastingontvangsten endogeen met 1,8 miljard zijn afgenomen. Nagenoeg alle belastingsoorten laten een endogene ontwikkeling zien die lager is dan de nominale groei van het BBP van 2¼%. Enige uitzondering betreft de motorrijtuigenbelasting.

Zoals eerder ook uit de figuur van de progressiefactor bleek, heeft zich bij de kostprijsverhogende belastingen nog een kleine endogene groei voorgedaan. De groei van de kostprijsverhogende belastingen is met name laag door tegenvallers bij de invoerrechten en de REB. Zonder deze belastingsoorten zijn de ontwikkelingen bij de kostprijsverhogende belastingen redelijk in lijn met het economisch beeld. Voor de omzetbelasting geldt bijvoorbeeld dat de endogene groei in lijn is met de nominale groei van de particuliere consumptie van ¾%.

De verslechtering van de belastingontvangsten wordt vooral veroorzaakt door de negatieve endogene ontwikkeling van 4,1% bij de belastingen op inkomen, winst en vermogen. Ook uit de horizontale ontwikkeling blijkt dat de tegenvallers zich met name hebben voorgedaan bij de VPB en de dividendbelasting. De negatieve groei bij de loon- en inkomstenbelasting wordt veroorzaakt door de verslechtering van de werkgelegenheid, de stijging van de (aftrekbare) pensioenpremies en de afzwakking in de loonontwikkeling.

De premieontvangsten

De premieontvangsten 2003 op EMU-basis worden in het Financieel Jaarverslag geraamd op 65,2 miljard euro. Dit is 1,0 miljard euro lager dan bij de Ontwerpbegroting.

Tabel 3.10 raming van de premie-ontvangsten FJR 2003 t.o.v. Ontwerpbegroting 2003 op EMU-basis (x € miljard)
 Ontwerpbegroting 2003FJR 2003verschil
Volksverzekeringen incl WAZ35,734,1– 1,6
Werknemersverzekeringen30,431,10,7
Totaal66,165,2– 1,0

Deze lagere inkomsten zijn het saldo van een hogere realisatie van 0,7 miljard uit 2002, een neerwaartse bijstelling van 0,8 miljard euro van de autonome ontwikkeling en een lagere endogene ontwikkeling van 0,8 miljard.

Tabel 3.11 mutatie van de raming van de premie-ontvangsten FJR2003 t.o.v. ontwerpbegroting 2003 op EMU-basis (x € miljard)
 autonoomdoorwerking 2002endogeen 2003Totaal
Volksverzekeringen– 1,50,5– 0,7– 1,6
AOW– 1,10,2– 0,1– 1,0
ANW– 0,10,00,0– 0,1
AWBZ– 0,30,1– 0,5– 0,7
WAZ0,00,20,00,1
     
Werknemersverzekeringen0,70,1– 0,10,7
WAO0,00,2– 0,10,1
WGF0,5– 0,10,20,7
AWF– 0,4– 0,1– 0,1– 0,6
ZFW (Alg. Kas + indiv. Ziekenfondsen)0,60,10,00,6
Totaal– 0,80,7– 0,8– 1,0
wv na Vermoedelijke Uitkomsten– 1,70,00,3– 1,3

De neerwaartse bijstelling van de totale autonome mutatie met – 0,8 miljard is het saldo van een neerwaartse bijstelling bij de volksverzekeringen van 1,5 miljard euro en een opwaartse bijstelling bij de werknemersverzekeringen van 0,7 miljard euro. De opbrengst bij de volksverzekeringen is enerzijds afgenomen door de behandeling van het Belastingplan, de uitkomsten van het najaarsoverleg (waaronder de aanpassing van de spaarloonregeling) en de nabetalingen van de Volksverzekeringsfondsen aan het Rijk welke 1,7 miljard euro hoger zijn uitgekomen dan oorspronkelijk geraamd. Daarentegen nemen de opbrengsten van de volksverzekeringen toe door de tussentijdse verhoging van de AWBZ-premie per 1 juli. De hogere opbrengst bij de premies werknemersverzekeringen is het saldo van lagere ontvangsten bij de AWF premie samenhangend met de uitkomsten van het najaarsoverleg en ter compensatie van de hogere wachtgeldpremies en hogere ontvangsten door de gewijzigde premiestelling bij de niet-centrale fondsen. De wachtgeldpremies, de nominale ziekenfondspremies (inclusief MOOZ) zijn (gemiddeld) hoger vastgesteld.

Bij zowel de volksverzekeringen als de werknemersverzekeringen doet zich verder ten opzichte van Ontwerpbegroting een tegenvaller voor van de endogene ontwikkeling van – 0,7 miljard respectievelijk – 0,1 miljard euro. Waarbij bij de werknemersverzekeringen sprake is van een samenstellingseffect. De inkomsten van de WAO en de AWF nemen af, terwijl de inkomsten WGF toenemen.

De tegenvallende endogene ontwikkeling van – 0,8 miljard euro wordt meer dan volledig verklaard door de tegenvallende nominale economische groei, welke 2½%-punt lager is uitgekomen dan oorspronkelijk geraamd. Uitgaande van een vergelijkbare ontwikkeling van de premieontvangsten met het BBP, komt dit overeen met – 1,5 miljard euro. Hiertegenover staat dat de voor de premieontvangsten relevante indicatoren als de werkgelegenheidsontwikkeling minder sterk zijn verslechterd dan de economische groei en de loonontwikkeling uiteindelijk zelfs hoger is uitgekomen dan oorspronkelijk geraamd, hetgeen met 0,7 miljard euro tot uiting komt in een verbetering van de progressiefactor.

Ten opzichte van de raming tijdens de Vermoedelijke Uitkomsten zoals opgenomen in Miljoenennota 2004 zijn de premieontvangsten 1,3 miljard lager uitgekomen, waarvan 1,7 miljard (uit hoofde van de nabetaling) incidenteel van aard is. Van de ontvangsten werkt derhalve 0,3 miljard euro door naar 2004.

Aardgasbaten

In 2003 zijn de aardgasbaten (niet-belastingontvangsten, exclusief FES) uitgekomen op 2,4 miljard euro. Dit is 0,2 miljard euro hoger dan geraamd in de Ontwerpbegroting. Dit is het saldo-effect van een hogere olieprijs en een goedkopere dollar.

Bijlage B4 EMU-saldo, EMU-schuld, sociale fondsen, financieringsbehoeften

Tabel 4.1 EMU-saldo en financieringsbehoefte (x € miljoen) en in % geharmoniseerd BBP
 199019911992199319941995199619971998199920001200120022003
1. Feitelijk financieringssaldo Rijk– 9 955– 8 671– 9 455– 3 7861 256– 10 426– 4 335– 5 020– 1 496– 5 815– 2 934– 3 587– 8 002– 12 330
(in % geharmoniseerd BBP)– 4,1%– 3,4%– 3,5%– 1,4%0,4%3,4%– 1,4%– 1,5%– 0,4%– 1,6%– 0,7%– 0,8%– 1,8%– 2,7%
2. Financiële transacties– 1 397177– 1 321– 5 499– 8 9431 166– 617– 2 382– 2 471– 9644642 7641 030– 1 298
3. Kas-transactieverschillen (incl. derdenrekeningen en overig)1 415716– 7482 876– 1 748– 1 652245559– 2573 8811 3844482 2201 660
4. Saldo Rijk (4=1+2+3)– 12 767– 7 778– 11 524– 6 409– 9 435– 10 912– 4 707– 6 843– 4 224– 2 898– 1 086– 375– 4 752– 11 968
5. Saldo centrale overheid, niet-Rijk1393354– 138– 9– 8– 172081804272282730
6. Saldo centrale overheid (6=4+5)– 12 628– 7 745– 11 470– 6 422– 9 427– 10 921– 4 715– 6 860– 4 016– 2 718– 659147– 4 479– 11 968
(in % geharmoniseerd BBP)– 5,2%– 3,0%– 4,3%– 2,3%– 3,3%3,6%– 1,5%– 2,1%– 1,1%– 0,7%– 0,2%– 0,0%– 1,0%– 2,6%
7. Saldo lokale overheid1992022132153167907093 200321541315– 196– 2 264– 2 608
(in % geharmoniseerd BBP)0,1%0,1%0,1%0,1%0,1%0,3%0,2%1,0%0,1%0,1%0,1%– 0,1%– 0,5%– 0,6%
8. Saldo socialeverzekeringsfondsen– 51871848– 1 546– 8192 423– 1 739– 549904 6536 525221– 1 794147
(in % geharmoniseerd BBP)– 0,2%0,3%0,0%– 0,6%– 0,3%– 0,8%0,5%– 0,0%0,3%1,2%1,6%0,1%– 0,4%0,0%
9. EMU-saldo (9=6+7+8)– 12 947– 6 825– 11 209– 7 753– 9 930– 12 554– 5 745– 3 714– 2 7052 4766 181– 122– 8 53714 429
(in % geharmoniseerd BBP)– 5,3%– 2,7%– 4,2%– 2,8%– 3,5%4,2%– 1,8%– 1,1%– 0,8%0,7%1,5%– 0,0%– 1,9%– 3,2%
10. Financieringsbehoefte19 91221 27922 35717 45418 84323 64016 22313 63820 64355 20029 57222 94533 40036 253
(waarvan aflossingen)(9 956)(12 607)(12 902)(13 668)(20 099)(13 213)(11 888)(8 600)(19 147)(49 385)(29 325)(19 358)(25 398)(23 791)

1 Exclusief de opbrengsten van de UMTS-veiling van 0,7% BBP.

Tabel 4.2 EMU-schuld (x € miljoen) en in % geharmoniseerd BBP
 19901991199219931994199519961997199819992000200120022003
1. Geharmoniseerd BBP243 174256 308266 754274 088287 749302 233315 059333 725354 194374 070402 291429 172444 649453 795
2. Staatsschuld (conform EMU-definitie)145 644153 690162 646168 372167 817181 319185 256185 601189 819191 279182 671185 376192 812207 314
(in % geharmoniseerd BBP)59,9%60,0%61,0%61,4%58,3%60,0%58,8%55,6%53,6%51,1%45,4%43,2%43,4%45,7%
3. Schuld overige overheden38 97040 38541 77144 70646 96952 04751 76347 72246 64644 74142 05841 64241 19341 487
(in % geharmoniseerd BBP)16,0%15,8%15,6%16,3%16,3%17,2%16,4%14,3%13,2%12,0%10,5%9,7%9,2%9,1%
4. EMU-schuld184 614194 075204 417213 078214 786233 366237 019233 323236 465236 020224 729227 018234 005248 801
(in % geharmoniseerd BBP)75,9%75,7%76,6%77,7%74,6%77,2%75,2%69,9%66,8%63,1%55,9%52,9%52,6%54,8%
Tabel 4.3 Staatsschuld naar instrument (x € miljard)
 19901991199219931994199519961997199819992000200120022003
1. Gevestigde schuld141,6152,0161,6165,9163,5174,2177,4178,6181,7184,6174,2174,4172,0182,4
(0–5 jaar)61,461,867,675,284,993,792,594,791,991,794,695,5
(5–10 jaar)81,480,769,769,567,771,268,967,763,163,959,368,9
(10–25 jaar)18,518,419,122,417,85,413,413,310,39,99,218,0
(25–40 jaar)0,25,17,17,17,08,36,98,98,98,98,90,0
2. Vlottende schuld (DTC's)0001,43,45,77,05,96,85,15,55,816,120,4
3. Overig (o.a. munten)4,01,71,01,10,91,40,91,51,31,53,05,24,54,5
4. Totale staatsschuld (conform EMU-definitie)145,6153,7162,6168,4167,8181,3185,3185,6189,8191,2182,7185,4192,8207,3
5. Gemiddeld resterende looptijd vaste schuld (in jaren)6,36,86,96,96,45,96,56,56,36,26,26,2
6. Gemiddelde couponrente (in %)7,987,87,77,67,67,57,57,36,66,15,75,65,3

Bijlage B5 Belastinguitgaven

De informatieverstrekking van belastinguitgaven is met ingang van het begrotingsjaar 2002 geïntegreerd in de VBTB-verantwoordingssystematiek. Dit houdt in dat de budgettaire en meer algemene informatie over de belastinguitgaven wordt opgenomen in de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag van het Rijk. Meer specifieke informatie over belastinguitgaven wordt opgenomen in de begrotingen en jaarverslagen van de verscheidene vakdepartementen. Van een beperkt aantal belastinguitgaven zijn op dit moment voorlopige realisatiegegevens beschikbaar over 2003, namelijk van de afdrachtverminderingen in de loonbelasting en van de investeringsfaciliteiten in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt. Deze realisaties worden vermeld in het FJR 2003. Voor de overige belastinguitgaven zal in de MN 2005 een aangepaste raming 2003 worden opgenomen op basis van de meest recente gegevens van dat moment.

Afdrachtvermindering in de loonbelasting

Tabel 5.1 bevat realisatiegegevens over de afdrachtverminderingen in de loonbelasting over het jaar 2003.

Tabel 5.1 Gegevens afdrachtverminderingen 2003 (stand maart 2004 in € mln)1
AfdrachtverminderingRaming MN 2003Raming MN 2004Realisatie FJR 2003
Afdrachtvermindering lage lonen (SPAK)677614620
Afdrachtvermindering langdurig werklozen (VLW)158150130
Afdrachtvermindering onderwijs258215210
Afdrachtvermindering kinderopvang140175162
Afdrachtvermindering zeevaart919489
Afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof6842
Afdrachtvermindering arbo-investeringen431
Afdrachtvermindering scholing737472

1 Voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk is nog geen realisatiecijfer beschikbaar, omdat de definitieve aangifte over 2003 pas in mei 2004 behoeft te worden ingeleverd.

Investeringsfaciliteiten

Tabel 5.2 bevat realisatiegegevens voor de investeringsfaciliteiten waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt over het jaar 2003.

Tabel 5.2 Gegevens investeringsfaciliteiten 2003, geïnvesteerde bedragen (stand 1 maart 2004 in € mln)1
RegelingInveste-ringsplafondStand meldingen
Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL)804735
Energie-investeringsaftrek (EIA)902712
Milieu-investeringsaftrek (MIA)1621190
Willekeurige afschrijving arbo-investeringen (FARBO)16698

1 Bij de milieu-investeringsaftrek (MIA) wordt in plaats van een investeringsplafond een investeringsaftrekplafond gehanteerd.

De investeringsplafonds zijn opgesteld uitgaande van de feitelijk voor de regeling kwalificerende investeringsbedragen (dat wil zeggen: na technische controle). De in de tabel opgenomen voorlopige realisatiecijfers betreffen echter de ongecontroleerde meldingen. Ervaringscijfers leren dat als gevolg van de controles en doordat sommige investeringen niet doorgaan, uiteindelijk 20 à 25% van het meldingsbedrag kan worden afgetrokken. Daar staat tegenover dat op 1 maart 2004 nog niet alle meldingen met betrekking tot 2003 binnen waren.

Om voor de faciliteiten in aanmerking te komen moeten ondernemers hun investering binnen drie maanden melden bij de Belastingdienst. Aan de hand van deze meldingen wordt de budgetbewaking in de gaten gehouden. In 2003 is er geen aanleiding geweest om de regelingen tussentijds (deels) buiten toepassing te stellen. In 2002 was bij een aantal investeringsregelingen wel sprake van overschrijdingen van het investeringsplafond. Hiervan is in het FJR 2002 verslag gedaan. Naar aanleiding van de overschrijdingen in 2002 is in 2003 door het ministerie van EZ, Senter, Belastingdienst en het Ministerie van Financiën een protocol EIA opgesteld, waarin de afspraken over informatie- en werkstromen tussen partijen zijn vastgelegd. De afspraken moeten er onder andere toe leiden dat de informatievoorziening over het gebruik van de regeling zodanig is dat de budgetbewaking op adequate wijze kan plaatsvinden. Bij een eventuele buitentoepassingstelling komen de nog niet gemelde investeringen, die reeds voor de buitentoepassingstelling zijn gedaan, alsnog voor de regeling in aanmerking. Om deze reden blijft – ondanks een protocol – het risico op een budgettaire overschrijding bij een onverwacht sterke toename van het gebruik van de regeling bestaan. Het protocol EIA dient als basis voor de nog te sluiten protocollen voor de overige investeringsregelingen.

Bijlage B6 Verticale toelichting 2003

Om het Financieel Jaarverslag minder omvangrijk te maken is in navolging van de Verticale Toelichting in de Miljoenennota gekozen voor een gecomprimeerde Verticale Toelichting. Deze Verticale Toelichting geeft de mutaties tussen Miljoenenenota 2003 en Financieel Jaarverslag 2003 , uitgesplitst naar de budgetdisciplinesectoren Rijksbegroting in enge zin, Zorg en Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid. Ook de uitgaven en ontvangsten die niet relevant zijn voor één van de drie budgetdisciplinesectoren worden op deze manier gepresenteerd. Binnen de budgetdisciplinesetoren zijn de mutaties gesplitst in mutaties uit hoofde van de Voorjaarsbesluitvorming, overige meeen tegenvallers en beleidsmatige mutaties.

De belangrijkste ontwikkelingen binnen de budgetdisciplinesectoren worden toegelicht. De tabellen zijn netto-gepresenteerd (uitgaven minus niet-belastingontvangsten) en luiden in miljoenen euro's. De Verticale Toelichting «oude stijl», waarin een cijfermatig overzicht per begrotingshoofdstuk wordt gepresenteerd, wordt op de derde woensdag in mei gepubliceerd op de internetsite van het ministerie van Financiën.

Rijksbegroting in enge zin
 2003
Stand Miljoenennota 200393 138,2
  
Voorjaarsnotabesluitvorming– 133,3
Asiel/COA243,0
Huursubsidie136,7
Vogelpest277,1
Inhouden prijsbijstelling– 327,9
Inhouden ILO-tranche 2003– 165,5
Schuldkwijtschelding– 300,0
Taakstelling niet-belastingontvangsten– 99,4
Overig115,9
  
Overig– 1 280,3
Mee- en tegenvallers– 1 145,2
COA/Asiel198,2
Wijziging kapitaalmarktberoep en rente– 536,0
EU-afdrachten– 260,1
BNP-bijstelling HGIS– 216,5
Bijstelling autonome raming WSF– 88,6
Nominale ontwikkeling loon- en prijsbijstelling– 94,9
Winstafdracht DNB50,4
Arbeidsvoorwaardengeld Defensie– 132,4
Omlabelen rente SF van R naar N– 248,1
Schuldkwijtschelding300,0
Overig– 117,2
  
Beleidsmatige mutaties– 135,1
Specifieke uitkering jeugdgezondheidszorg160,5
Diverse HGIS-mutaties– 94,6
Verkoop landbouwgronden– 55,0
Overig– 146,0
  
Stand Financieel Jaarverslag 200391 724,6

Voorjaarsnotabesluitvorming

Bij Voorjaarsnota bleek er sprake te zijn van uitvoeringsproblematiek binnen de rijksbegroting van ruim 1 miljard euro, vooral door tegenvallers in de huursubsidie, door exploitatietekorten en een hogere bezetting bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers en door de kosten als gevolg van de uitbraak van de vogelpest. Om deze problematiek het hoofd te bieden is 60% van de prijsbijstelling en de incidentele loonontwikkeling tranche 2003 niet uitgekeerd. Daarnaast zijn de niet-belastingontvangsten verhoogd en is voor 300 miljoen aan schuldkwijtscheldingen aan ODA toegerekend.

Overige mutaties

Onder het kader «Rijksbegroting in enge zin» zijn in 2003 meevallers opgetreden, voornamelijk als gevolg van wijzigingen in de raming van macro-economische variabelen zoals de economische groei, de dollarkoers en de rente. De belangrijkste macro-mutatie betreft de rente op de staatsschuld. Hoewel het kapitaalmarktberoep van de staat in 2003 groter was dan geraamd als gevolg van een hoger feitelijk tekort, is er per saldo toch sprake geweest van meevallende rentelasten door de lagere korte en lange rekenrente. De verslechterde economische omstandigheden hebben ook geleid tot een verlaging van de afdrachten aan Brussel. De BNP-afdrachten zijn lager uitgevallen omdat het Nederlandse BNP minder is gegroeid dan gemiddeld in de Europese Unie. De BTW-afdracht is afgenomen door de lage consumptiegroei en de invoerrechten zijn gedaald doordat de import is teruggelopen. Ook de omvang van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is in 2003 gekrompen door een lager dan geraamd BNP. Tevens zijn er lagere uitgaven voor studiefinanciering en de Wet tegemoetkoming studiekosten gerealiseerd. Tot slot hebben de verlaging van de contractloonstijging in de markt en de lage inflatie hebben geleid tot neerwaartse aanpassingen van de loon- en prijsbijstelling. Naast deze meevallende ontwikkelingen zijn er in 2003 ook tegenvallers opgetreden. De belangrijkste hiervan betreft het niet realiseren van de in het voorjaar verwachte schuldkwijtscheldingen. Dit heeft geleid tot een tegenvaller binnen de homogene groep internationale samenwerking. De uitgaven voor asiel en het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers zijn in 2003 nog meer tegengevallen dan bij Voorjaarsnota reeds werd verwacht. De winstafdracht van de Nederlandse Bank is iets lager uitgevallen dan geraamd, voornamelijk als gevolg van de depreciatie van de dollar. Bij Defensie gereserveerde middelen voor arbeidsvoorwaarden zijn dit jaar niet tot besteding gekomen en schuiven door naar het volgend jaar. Een deel van deze middelen zal worden gebruikt voor het Sociaal Beleidskader. De rentevergoeding aan de sociale fondsen is omgelabeld van het kader Rijksbegroting naar de niet relevante uitgaven.

De beleidsmatige mutaties onder het kader rijksbegroting in enge zin hebben betrekking op enkele posten voor ontwikkelingssamenwerking, een versnelling van de verkoop van landbouwgronden en de overheveling van de jeugdgezondheidszorg naar VWS. Bij Strategisch akkoord is de hoogte van de HGIS bijgesteld. Gezien de budgettaire krapte is onder andere gekozen voor lagere landenallocatie. Van deze allocatie maakt ook de structurele macrosteun deel uit. Dientengevolge is het budget voor macrosteun en schuldverlichting bij SA neerwaarts bijgesteld. Omdat de gemeenten sinds 2003 verantwoordelijkheid dragen voor de jeugdgezondheidszorg zijn de middelen hiervoor overgeheveld naar de begroting van VWS.

Zorg
 2003
Stand Miljoenennota 200339 258,8
  
Voorjaarsnotabesluitvorming357,1
Doorwerking afrekening 2002211,1
Besparingsverliezen geneesmiddelen en overig ziekenvervoer195,9
Productieafspraken GGZ83,0
Financieringsontwikkeling199,0
Efficiencykorting– 250,0
Bouw– 50,0
Overig– 31,9
  
Mee- en tegenvallers2 129,6
Aansluiting MLT1 007,0
Extra productie300,0
Curatieve zorg132,8
Financieringsontwikkeling306,0
Eigen betalingen AWBZ93,5
Geestelijke gezondheidszorg– 71,1
Gehandicaptenzorg89,0
Hulpmiddelen45,8
Verpleging en verzorging175,9
Bovenbudgettaire vergoeding49,4
Overig1,3
  
Beleidsmatige mutaties– 173,4
Specifieke uitkering jeugdgezondheidszorg– 160,5
Overig– 12,9
  
Stand Financieel Jaarverslag 200341 572,0

Voorjaarsnotabesluitvorming

Bij Voorjaarsnota hebben zich een aantal onvermijdelijke tegenvallers voorgedaan. Zo is de structurele doorwerking van de afrekening over het jaar 2002 verwerkt. Deze tegenvaller werd deels veroorzaakt door een toename in de kosten van specialistische zorg. Dit betreft de doorwerking van het besluit dat met ingang van 2000 nieuwe specialisten konden worden aangetrokken. Daarnaast was sprake van kostenstijgingen in ziekenhuizen en meeruitgaven voor dieetadvisering en tandheelkundige hulp.

In de geestelijke gezondheidszorg konden met ingang van 2003 extra productieafspraken worden gemaakt als gevolg van de boter-bij-de-vissystematiek. Middels deze systematiek kunnen instellingen extra productieafspraken maken ter verlichting van de wachtlijstproblematiek.

Volgens de inzichten ten tijde van de Voorjaarsnota waren de financieringsachterstanden ultimo 2002 groter dan waarmee bij Miljoenennota 2003 en de MLT-raming van het CPB rekening was gehouden.

Naast het budgettaire beslag van bovengenoemde tegenvallers zijn besparingsverliezen opgetreden bij de geneesmiddelentaakstelling en het overig ziekenvervoer. Zo werd de maatregel om kortingen en bonussen bij apothekers af te romen door een uitspraak van de rechter vertraagd. Omdat in 2003 niet alle trekkingsrechten bij de Meldingsregeling Bouw door de zorginstellingen zijn benut onstond er een budgettaire meevaller.

Mee- en tegenvallers

Het overnemen van de MLT-raming van het Centraal Planbureau had een grote mutatie tot gevolg. Dit is voornamelijk het gevolg van een hogere basisgroeiraming. Daarnaast ontstonden er in 2003 nieuwe tegenvallers, die grotendeels het gevolg waren van extra productie. Naast deze tegenvaller werd de overschrijding in de curatieve zorg voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven aan extramurale zorg (vooral kraamzorg), ambulancevervoer en de kosten voor huisartsenlaboratoria. De tegenvaller in de financieringsontwikkeling is deels het gevolg van een hogere financieringsontwikkeling dan de budget ontwikkeling bij de ziekenhuizen en deels het gevolg van te laag ingeschatte financieringsachterstanden in de AWBZ.

Uit informatie van het Centraal Administratie Kantoor bijzondere zorgkosten (CAK) bleek dat er als gevolg van vertraging een tegenvaller is ontstaan bij de inning van de eigen betalingen AWBZ. Reden hiervoor is dat sinds 2003 een ander inkomensbegrip wordt gehanteerd.

De hierboven gemelde introductie van het boter-bij-de-visprincipe in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) heeft nog niet tot een hogere financiering geleid. Het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) hanteerde namelijk de regel dat de budgetten in de ggz in eerste instantie met niet meer dan 10% per instelling verhoogd werden. Pas als de productiestijging dit percentage daadwerkelijk te boven ging, vond aanpassing van het budget aan de productieafspraken plaats. Door deze methode werd de extra productie niet in de financiering in 2003 zichtbaar, maar pas in 2004.

De tegenvallers bij de gehandicaptenzorg en de verpleging en verzorging worden veroorzaakt door productiestijgingen in het kader van het boter-bij-de-vis-systematiek. Daarnaast treedt in deze sectoren een tegenvaller op dit veroorzaakt wordt door de bovenbudgettaire vergoedingen. Deze hebben wel een rechtsgrond in de AWBZ, maar zijn niet in de budgetten opgenomen. Specifiek gaat het om hulpmiddelen (rolstoelen) en tandheelkundige hulp in de instellingen.

Tenslotte waren er tegenvallers bij de uitgaven voor hulpmiddelen, onder andere als gevolg van pakketactualisatie (mobiliteitshulpmiddelen).

Beleidsmatige mutaties

De gemeenten dragen sinds 2003 de verantwoordelijkheid voor de jeugdgezondheidszorg. De middelen hierna zijn overgeheveld naar de begroting van VWS.

Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid
 2003
Stand Miljoenennota 200356 365,2
  
Voorjaarsnotabesluitvorming– 119,9
Vervolguitkering70,0
Kliq70,4
WAO– 90,0
Eindejaarsmarge SZW– 140,0
Overig– 30,3
  
Mee- en tegenvallers– 502,7
Akw– 22,5
AOW– 95,9
Fwi– 312,5
Rea131,2
Tw– 24,8
Wao– 224,3
Ww110,6
Afwikkeling esf– 25,2
Arbvo40,1
Scholing en activering80,0
Stimuleringsregeling id-banen– 73,0
Nominale ontwikkeling– 63,5
Wka– 27,1
Overig4,2
  
Beleidsmatige mutaties130,0
Afwikkeling arbvo103,0
Id banen27,0
Stimuleringsregeling id-banen105,0
Intertemporele compensatie id stimulering– 25,0
Vrij besteedbaar id-budget45,0
Wiw-budget scholing en activering– 67,0
Bevordering doorstroom wiw30,0
Lang laag regeling– 38,0
Langdurigheidstoeslag (incidenteel)20,0
Levensloopregeling– 100,0
Sollicitatieplicht 57+ en werkgeversbijdrage92,0
Wao volume uitstel SA99,2
Overig– 161,2
  
Stand Financieel Jaarverslag 200355 872,6

Voorjaarsnotabesluitvorming

In het Strategisch Akkoord werd verondersteld dat het inkorten van de duur van de vervolguitkering al in 2003 tot besparingen zou leiden. Omdat de invoering vertraagd is, zijn er besparingsverliezen opgetreden. Ten behoeve van de affinanciering van het onderhanden werk van Kliq is een voorziening getroffen. De WAO-raming is neerwaarts bijgesteld, omdat de WAO-instroom afneemt a.g.v. de Wet Poortwachter en de Wet Pemba. De eindejaarsmarge is ingezet voor het oplossen van SZA-problematiek.

Overige mutaties

Overige mee- en tegenvallers onder het SZA-kader bedroegen per saldo ruim – € 500 mln. Er was sprake van een meevaller bij de AKW- en de AOW-uitgaven. De bijstandsuitgaven, gefinancierd uit het Fonds Werk en Inkomen (FWI), waren in 2003 lager dan geraamd. De meevaller werd met name veroorzaakt door een lager volume. Uit uitvoeringsinformatie van het UWV bleken tegenvallers bij de REA. De hogere REA-uitgaven werden veroorzaakt door hogere trajectprijzen en een groter aantal trajecten dan geraamd. De daling van de WAO-instroom bleek gedurende het jaar nog groter dan bij Voorjaarsnota al werd verwacht. De WW-uitgaven waren hoger dan geraamd. Dit komt zowel door een hogere gemiddelde uitkering als door een groter aantal uitkeringen. De terugontvangsten van middelen voor scholing en activering in 2003 bleken lager dan geraamd in de begroting 2003. Deze terugontvangsten vinden plaats in 2004. De realisatie van toekenningen op basis van de in 2003 ingestelde landelijke stimuleringsregeling ID-banen in 2003 was lager dan geraamd.

Bij de afwikkeling van Arbvo heeft zich een extra tegenvaller gemanifesteerd van € 103 miljoen. Dit betrof met name uitgaven voor het sociaal plan (de zgn «herplaatsers»). Door de overgang van een declaratiesyteem naar een budgetsysteem, vonden er extra nabetalingen over voorgaande jaren plaats voor ID-banen. Om uitstroom uit ID-banen in combinatie met het regulier financieren van ID-banen te faciliteren werden middelen voor een landelijke stimuleringsregeling ID-banen beschikbaar gesteld. Deze middelen zijn al in de loop van 2003 gedeeltelijk doorgeschoven naar 2004. De ID-Stimuleringsregeling is inmiddels verlengd. Ter flexibilisering van het ID-budget 2003 en vooruitlopend op het vrij besteedbaar reïntegratiebudget, dat vanaf 2004 is ingevoerd, werd in 2003 een deel van het WIW-budget voor scholing en activering overgeheveld naar het ID-budget. Om de doorstroom te bevorderen van werknemers op een arbeidsplaats via de Wet Inschakeling Werkzoekenden en gedwongen ontslagen te voorkomen, vond er compensatie plaats voor gemeenten wegens het terugbrengen van het aantal WIW-plaatsen en de afbouw van de Specifieke Afdrachtskorting (SPAK). De voor de lang laag regeling in 2003 beschikbare middelen vielen vrij. Op basis van het Najaarsakkoord 2002 is € 20 mln beschikbaar gesteld voor een incidentele toeslag voor langdurige minima. Met ingang van 2004 wordt de langdurigheidstoeslag opgenomen in de Wet Werk en Bijstand (WWB). Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen 2002 heeft de Kamer verzocht om een fiscaal vormgegeven levensloopregeling. Tijdens het Najaarsoverleg 2003 is besloten dat de levensloopregeling wordt meegenomen in het per 1 januari 2006 in te voeren fiscale stelsel voor VUT/prepensioen en levensloop. Besparingsverliezen traden op bij de sollicitatieplicht voor 57,5 jaar en ouder, omdat de invoering van deze maatregel een jaar is uitgesteld. De effectuering van de WAO-maatregelen uit het SA heeft vertraging opgelopen.

Niet relevant
 2003
Stand Miljoenennota 20037 213,9
  
Mee- en tegenvallers367,0
Mutaties rekening courant872,5
BIKK– 110,6
Gasbaten– 294,4
Omlabelen rente SF van R naar N248,1
Agio en disagio bij inkoop schuld140,5
Aflossing lening KPN/TPG– 328,9
Landbouwheffingen– 115,2
Heffings- en invorderingsrente50,9
Vertraagde BTW-ontvangsten defensie55,0
Overig– 10,4
  
Beleidsmatige mutaties1 920,0
Storting ouderdomsfonds1 195,0
Opbrengst verkopen staatsdeelnemingen– 395,3
Leningen agentschappen1 244,8
ICES/KIS-3– 98,7
Overig– 25,8
  
Stand Financieel Jaarverslag 20039 500,9

De uitgaven en ontvangsten in de categorie «niet relevant» vallen niet onder een van de drie uitgavenkaders (RBG-eng, SZA en Zorg). In de categorie «niet-relevant» vallen ook de uitgaven en ontvangsten van de begrotingsfondsen: het Fonds Economische Structuurversterking (FES), het AOW-spaarfonds en het Diergezondheidsfonds (DGF).

Mee- en tegenvallers

De mutaties in rekening-courant betreffen het saldo van de schuldverhoudingen tussen onder meer Agentschappen, RWT's en de Staat. In 2003 De bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) is in 2003 lager uitgevallen dan geraamd in verband met de stijging van de AWBZ-premie medio 2003. De aardgasbaten zijn hoger uitgevallen als gevolg van wijzigingen in de olieprijs en de dollarkoers. Hierdoor is ook de voeding van het FES hoger uitgevallen. De rentevergoeding aan de sociale fondsen is omgelabeld van het kader Rijksbegroting naar de niet relevante uitgaven. De mutatie agio en disagio bij inkoop schuld betreft het saldo van de betaalde premie en de ontvangen korting op de nominale waarde van een obligatie. De aan KPN en TPG verstrekte leningen zijn per ultimo 2003 worden afgelost. De landbouwheffingen vielen in 2003 € 115 mln hoger uit dan geraamd als gevolg van een volume-effect. Het saldo van uitgaven en ontvangsten heffings- en invorderingsrente is lager uitgekomen dan verwacht omdat een gewijzigde verdeelsleutel is vastgesteld voor de inkomensheffing (de gecombineerde heffing van inkomstenbelasting en premies sociale verzekeringen). Een in 2003 verwachte BTW-teruggave bij de Koninklijke marine als gevolg van een gewijzigde systematiek vindt waarschijnlijk plaats in 2004.

Beleidsmatige mutaties

Bij het ouderdomsfonds was sprake van een vermogenstekort. Dit tekort is ten tijde van de nota van wijziging SZW 2003 (TK 2002–2003 28 600 XV nr 22) aangevuld uit de rijksmiddelen. De geraamde opbrengst van de verkoop van staatsdeelnemingen is getemporiseerd om aan te sluiten bij de ontwikkelingen in de markt. Daarnaast heeft de verkoop van aandelen KPN circa € 2 miljard opgeleverd. De mutatie leningen agentschappen betreft het saldo van leningen en aflossingen door agentschappen, RWT's en derden. De middelen voor ICES-KIS 3 zijn in 2003 niet tot besteding gekomen en worden doorgeschoven naar latere jaren.

Bijlage B7 Monitor ombuigingen/intensiveringen Strategisch Akkoord, Hoofdlijnenakkoord en Aanvullende pakketten 2002 en 2003

Totaal Ombuigingen en Intensiveringen1
 20032004200520062007
Intensiveringen Strategisch Akkoord108601 6902 5202 520
Intensiveringen Hoofdlijnenakkoord 1 3901 9302 4403 130
Intensiveringen Aanvullend Pakket 2003 118256266300
Totaal Intensiveringen102 3683 8765 2265 950
Ombuigingen Strategisch Akkoord2 4913 8295 1555 9545 954
Ombuigingen Aanvullend Pakket 2002366492533512512
Ombuigingen Hoofdlijnenakkoord 4 1278 07310 30012 345
Ombuigingen Aanvullend Pakket 2003 9501 4281 4451 790
Totaal Ombuigingen2 8579 39815 18918 21120 601

1 De totaaltelling in deze tabel komt niet exact overeen met de tabellen in het Hoofdlijnenakkoord en Strategisch Akkoord, omdat technische posten zoals de doorwerking naar het Gemeente- en Provinciefonds niet in de monitor zijn meegenomen.

Tabel 7.1: Intensiveringen Strategisch Akkoord
Intensivering (x € miljoen)2003200420052006Stand van zaken
Envelop zorg 170350520De toegekende middelen zijn gereserveerd om verwachte productiegroei in de zorg mogelijk te maken.
Envelop onderwijs 120230340Deze envelop is (samen met de envelop uit HA) verdeeld in vier prioriteiten (deregulering, autonomie en rekenschap; innovatie en versterking (top)kennisinfrastructuur; meer mensen werkzaam in onderwijs; naar een maximale participatie). Intensiveringen zijn verwerkt in concrete beleidsvoorstellen en uitgewerkt in subsidies en regelgeving.
Envelop veiligheid 230470700De middelen van deze veiligheidsenvelop worden ingezet voor de volgende onderwerpen. De politie is uitgebreid met 4000 fte (€ 255 miljoen). Er zijn/worden maatregelen geno- men met als beoogd structureel effect een invulling van circa 6 000 sanctie-plaatsen-equivalenten„ waarvan 600 plaatsen uitzetcentrum en 1000 plaatsen voor veelplegers (€ 340 miljoen). De justitiële keten (OM-ZM) is versterkt voor de aanpak van 40 000 extra rechtbankzaken (€ 78 miljoen). De kwaliteit van de politie is verder versterkt (€ 95 miljoen). Voor overige onderwerpen – los van autonome tegenvallers bij BZK en Justitie – was per saldo ruim 30 miljoen beschikbaar: politieonderwijs, rampenbeheersing, Douane, Kmar en de aanpak van de doorlooptijden bij de rechtbanken.
Sociale veiligheid en mobiliteit 140270410De extra middelen voor Veiligheid en Mobiliteit zijn toegevoegd aan de begroting van Verkeer en Waterstaat en het Infrastructuurfonds, ten behoeve van de aanleg van bijvoorbeeld spitsstroken en ten behoeve van benuttingsprojecten. Ook zijn hieruit maatregelen ter bevordering van externe en sociale veiligheid bekostigd. In 2003 zijn onder meer bij een tweetal spooremplacementen de externe veiligheidsproblemen opgelost en zijn er twee extra teams spoorwegpolitie aan de slag gegaan.
Europees veiligheids- en defensiebeleid10304050De middelen zijn bestemd voor de versterking van Europese militaire capaciteiten. In 2003 is in dit kader een veelheid aan maatregelen genomen waaronder de contractondertekening voor de verwerving van verkenningsvoertuigen. Daarnaast is onderzoek gedaan naar de toekomstige verwerving van opsporingsapparatuur voor chemische wapens. Ook is een aanvang genomen met een meerjarig krijgsmachtbreed investeringsprogramma voor de verdediging tegen de inzet van NBC-wapens. Bovendien is de Koninklijke marechaussee uitgebreid met 25 personeelsleden t.b.v. de Nederlandse bijdrage aan de Europese politiecapaciteit.
Uitgavenreserve 170330500De uitgavenreserve is ten tijde van het HA ingezet ter vebetering van het EMU-saldo.
Tabel 7.2: Ombuigingen Strategisch Akkoord
Ombuiging (x € miljoen)2003200420052006Stand van zaken
Openbaar bestuur     
Volume/efficiencytaakstelling152305457608Deze taakstelling is verwerkt in de departementale begrotingen. Onder verantwoordelijkheid van de minister van BZK wordt met de monitor volumeontwikkeling de realisatie van de volumetaakstelling gevolgd. Tegelijk geeft het Sociaal Jaarverslag Rijk een overzicht van de omvang van het personeelsvolume in de rijksdienst. In 2003 is voor het eerst sinds lange tijd een daling in de omvang van het personeelsvolume te zien.
Inhuur externen105105105105De taakstelling inhuur externen is naar rato verdeeld over de diverse begrotingen. De minister van BVK rapporteert over de voortgang van de invulling van de taakstelling.
Incidentele loonontwikkeling58115172230Het kabinet heeft de Incidentele Loonontwikkeling (ILO) in 2004 en 2005 neerwaarts bijgesteld. De korting is verwerkt in de budgetten van de overheidswerkgevers.
Ziektekosten overheidspersoneel 408080In de aanloop naar een nieuw zorgstelsel zijn de ziektekostenregelingen voor het overheidspersoneel versoberd en op marktconform niveau gebracht.
Premieinning werknemersverzekering  6565De Belastingdienst gaat per 1 januari 2005 de inning van de premies van de werknemersverzekeringen overnemen. Omdat de implementatiekosten niet waren meegenomen in het SA en omdat er sprake is van additionele besparingen, wijkt de totale opbrengst af van de bij SA ingeboekte opbrengst.
Griffirechten/kostendekkendheid leges/rechtsbijstand25505050Naar aanleiding van het Strategisch Akkoord heeft een verhoging van de griffierechten en de leges plaatsgevonden.
Sociale Zekerheid en arbeidsmarktbeleid
Wao100300500700In de MR van 12/3/04 heeft het kabinet het plan voor de WAO vastgesteld. Ten opzichte van het HA is op verschillende onderdelen tegemoet gekomen aan de wensen van sociale partners (oa afschaffen partnertoets, AO-criterium, voorlopig afzien van EGB-regeling, ruimer overgangsrecht). Per 1/1/2006 moet de n-WAO van kracht worden. Naar verwachting worden de ingeboekte besparingen gerealiseerd.
Feitelijk vs fictief arbeidsverleden 153050De maatregel is inmiddels uitgesteld naar 2005. In het SA werd uitgegaan van invoering van de maatregel bij de WAO en WW; thans alleen bij de WW.
Sollicitatieplicht 57+ en premievrijstelling80100150150Deze maatregel is uitgesteld met 1 jaar voor zowel WW als bijstand. Bovendien zijn de opbrengsten van de maatregel neerwaarts bijgesteld a.g.v. beperking van de doelgroep en het amendement Aptroot m.b.t de Wet Werkgeversbijdrage Oudere Werkgevers.
Beperken vervolguitkeringen70150150150Besloten is om de vervolguitkering in zijn geheel af te schaf- fen, terwijl in het SA werd uitgegaan van een korting met één jaar. Daarnaast is de doelgroep verkleind door het zittende bestand uit te sluiten en overgangsrecht te creeëren. Per saldo levert de maatregel structureel meer op dan bij SA werd geraamd.
Anticumulatie gouden handdrukken 100150150Bij het Najaarsakkoord is besloten de maatregel te laten te vervallen.
Woonlandbeginsel16181818De invoering van het woonlandbeginsel in de AKW is uitgesteld tot 2005.
Handhaving en controle104080120In de SZW-handhavingsprogramma's 2003 en 2004 zijn concrete maatregelen uitgewerkt ter invulling van de taakstelling. De verschillende maatregelen kennen in de praktijk een aanlooptijd alvorens het beleid z'n vruchten afwerpt. Hierdoor is in 2003 de taakstelling slechts voor 1,5 mln van de 10 mln gerealiseerd. Voor 2004 wordt de taakstelling nog haalbaar verondersteld. De capaciteit van de Arbeidsinspectie is uitgebreid op basis van het amendement Verburg (28 600 XV nr. 40).
Vrij besteedbaar reïntegratiebudget650750850850De Wet Werk en Bijstand is per 1 januari 2004 in werking getreden, hiermee is het flexibel reïntegratiebudget voor gemeenten tot stand gebracht. De taakstelling op reïntegratiebudget van UWV en SZW is volledig verwerkt.
Decentraliseren financiering bijstand 150200250Door de inwerkingtreding van de Wet Werk en Bijstand per 1 januari 2004 is het bijstandsbudget volledig gebudgetteerd. De beoogde efficiencywinst is doorvertaald in het voorlopig vastgestelde macrobudget 2004 dat aan gemeenten is toegekend.
Herziening alimentatiebeleid 5090190Het wetsvoorstel is medio maart 2004 aan de Kamer aangeboden. Beoogde inwerkingtreding per 1 juli 2004 is niet haalbaar. Thans wordt gekoerst op invoering in het najaar van 2004. Dit brengt in 2004 een besparingsverlies van € 25 mln met zich mee.
Afschaffen categoriaal inkomensbeleid 707070Het categoriaal inkomensbeleid is afgeschaft (met uitzondering van het categoriaal inkomensbeleid voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten). Dit heeft vorm gekregen in de Wet Werk en Bijstand die per 1 januari 2004 is ingevoerd.
Zorg     
Geneesmiddelen280280280280Het toenmalige kabinet heeft ervoor gekozen om de taakstelling niet via pakketverkleining te realiseren, maar in te grijpen op de prijzen van geneesmiddelen en de kortingen en bonussen voor de apothekers. De taakstelling op de geneesmiddelen is in 2003 niet gerealiseerd als gevolg van een rechterlijke uitspraak. Het in 2003 gepresenteerde lange termijnbeleid moet ervoor zorgen dat deze en aanvullende ombuigingen in 2004 en latere jaren wél worden gerealiseerd.
Efficiencykorting  50100Deze ombuiging hangt samen met de introductie van het nieuwe zorgstelsel. Omdat die introductie met een jaar is uitgesteld wordt rekening gehouden met een besparingsverlies van € 50 mln in zowel 2005 als 2006.
Eigen risico  150150De voorbereidingen voor de invoering van een eigen risico zijn in volle gang. Welke variant er wordt gekozen is nog onderwerp van besluitvorming.
Onderwijs     
Onderwijs in allochtone talen 297172Het Onderwijs in allochtone levende talen (OALT) wordt beëindigd. De wetgeving is door de Tweede Kamer aangenomen, met de onderwijsbonden is eind 2003 een akkoord bereikt over het flankerend beleid voor OALT-leraren.
Rijksbijdrage publieke omroep 303030Deze bezuinigingen worden – samen met de maatregelen uit het HA – gerealiseerd door verlaging van de wettelijke rijksomroepbijdrage over de periode 2004–2007. Het wetsvoorstel dat de omroeptaakstellingen regelt, is inmiddels in werking getreden. Daarmee zijn de bezuinigingen in financieel opzicht gerealiseerd.
Mobiliteit, ruimtelijke ordening, milieu en economie
Subsidies VROM 10110120Volledig ingevuld, met name op het Investeringsbudget voor stedelijke vernieuwing, het budget voor bodemsanering en de budgetten voor vermindering van uitstoot van broeikasgassen.
Subsidies EZ75125175200De subsidietaakstelling van het Strategisch Akkoord is grotendeels ingevuld binnen het subsidie-instrumentarium, verdeeld over de beleidsterreinen innovatie, ondernemingsklimaat, doelmatige en duurzame energie en exportbevor- dering. Voor het overige is invulling gevonden in het fiscale instrument Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO).
Minder aankoop meer agrarisch/particulier natuurbeheer70809090Door bij de aanleg van nieuwe natuur in de Ecologische Hoofdstructuur minder grond te verwerven en meer landbouwgrond op een natuurvriendelijke manier te laten behe- ren worden, met behoud van de natuurdoelstellingen, kosten bespaard.
Niet doorgaan spitstarief   50De middelen die waren geraamd voor de invoering voor het spitstarief in 2006 zijn, nu dit programma geen doorgang heeft gevonden, vrijgevallen.
Buitenland en asiel
Asielbeleid170250290300In 2002 was een versnelde afname van de bezetting bij de opvang van asielzoekers zichtbaar. Inmiddels is gebleken dat deze daling zich minder snel heeft voltrokken dan geraamd, met name vanwege een lagere uitstroom. Hierdoor is de ramingsbijstelling voor een groot deel teniet gedaan.
ODA-toerekening asielzoekers93939393De toerekening van de kosten van de 1e jaarsopvang van asielzoekers aan ODA is gebaseerd op de werkelijke kosten. Momenteel worden deze werkelijke kosten opnieuw vastgesteld. Verder heeft de dalende asielinstroom tot een daling van de toerekening geleid.
Negatieve ODA Antillen/Aruba24252525De aflossingen van leningen aan de Nederlandse Antillen en Aruba vallen niet meer binnen het ontwikkelingssamenwerkingsplafond. Het plafond is hiervoor bijgesteld.
Overig     
Generieke subsidietaakstelling295786115De generieke subsidietaaksteling is naar rato over de diverse begrotingen verdeeld.
Prijsbijstelling 2002427435431436De prijsbijstellingstranche 2002 is voor 75% ingehouden.
Intertemporeel effect ESF32323232De terugbetaling aan Brussel uit hoofde van de oude ESF-programmaperiode hefet in 2002 plaastgevonden. Hierdoor zijn de geraamde terugbetalingen in de jaren 2003–2006 vrijgevallen.
Geïntegreerd middelenbeheer25252525Ondanks dat de invoering van het wetsvoorstel is vertraagd is de ombuiging (meer dan) gerealiseerd. Omdat in de praktijk geintegreerd middelenbeheer met RWT's reeds wordt toegepast in de vorm van pilots, is het mogelijk geweest reeds in 2003 circa 50 miljoen te besparen.
Tabel 7.3: Ombuigingen Aanvullend pakket 2002
Ombuiging (x € miljoen)2003200420052006Stand van zaken
Beperking contractloonstijging261345345345De beperking van de contractloonstijging 2002 is in de verschillende CAO's verwerkt en daarmee ook budgettair gerealiseerd.
Versnelling volumetaakstelling SA343434 De volumetaakstelling uit het SA is in het Aanvullend Pakket versneld.
Versnelling subsidietaakstelling SA292929 De subsidietaakstelling uit het SA is in het Aanvullend Pakket versneld.
Aanvullende subsidietaakstelling4284125167De subsidietaakstelling uit het SA is in het Aanvullend pakket verhoogd.
Tabel 7.4: Intensiveringen Hoofdlijnenakkoord
Intensivering (x € miljoen)2003200420052006Stand van zaken
Kennis: onderwijs en onderzoek200300400700Deze envelop is (samen met de envelop uit SA) verdeeld in vier prioriteiten (deregulering, autonomie en rekenschap; innovatie en versterking (top)kennisinfrastructuur; meer mensen werkzaam in onderwijs; naar een maximale participatie). Intensiveringen zijn verwerkt in concrete beleidsvoorstellen en uitgewerkt in subsidies en regelgeving. Voor een aantal maatregelen geldt dat de meerjarige oploop indicatief is en deze middelen zijn beleidsmatig gereserveerd.
     Uit de Kennisenveloppe wordt via de begroting van Economische Zaken € 75 mln ter beschikking gesteld. Hiervan is een bedrag oplopend tot € 50 mln vanaf 2007 bestemd voor een programmatisch instrument dat beoogt de aansluiting van publieke kennisontwikkeling op de kennisvraag van bedrijven te verbeteren.
Veiligheid: justitie/politie15025030035015% van dit bedrag (ruim € 50 miljoen) is uitgetrokken voor knelpunten bij de politie. Dat bedrag wordt via een bijzondere bijdrage aan de korpsen beschikbaar gesteld. Aan deze bijdrage worden sterkteafspraken per korps gekoppeld.
     In 2003 is een start gemaakt met het nieuwe stelsel van bewaken en beveiligen. Structureel is hiervoor circa € 21 miljoen uitgetrokken. Dit bedrag is bestemd voor het uitvoe- ren van dreigingsanalyses en voor uitbreiding van de capaciteit voor het bewaken en beveiligen van personen en objecten.
     Er is ruim € 193 miljoen beschikbaar voor het creëren van meer sanctieruimte. Het voor 2004 beschikbare bedrag is structureel ingezet voor de volgende uitbreidingen: 420 plaatsen in het gevangeniswezen, 96 plaatsen tbs, 4 780 taakstraffen. De inzet van de overige gelden wordt geregeld bij begroting 2005. De volgende capaciteitsuitbreidingen zijn in dit verband voorzien: 1643 plaatsen in het gevangeniswezen, 374 plaatsen in jeugdinrichtingen, 95 tbs-plaatsen, 1661 taakstraffen en 850 Halt-afdoeningen.
     Ruim € 20 miljoen is beschikbaar voor meer reclasseringstaken. Hieronder vallen ruim 4 000 adviesrapporten, ruim 12000 toezicht- en begeleidingstrajecten en ruim 2 200 diagnoses. Een groot deel hiervan is noodzakelijk in verband met de tenuitvoerlegging van extramurale sancties. Voor versterking van de het openbaar ministerie en de rechterlijke macht is ruim € 30 miljoen beschikbaar. Hiermee wordt zeker gesteld dat het OM de 40 000 extra zaken door de politie ter afdoening aangeboden in behandeling kan nemen. Voorts wordt voor het OM aanvullend € 10 miljoen uitgetrokken voor de opzet van het geïntegreerd processysteem.Voor de overige justitiële ketenpartners (o.a. rechtsbijstand, raad voor de kinderbescherming, slachtofferhulp) is circa € 20 miljoen beschikbaar.
Veiligheid: defensie305080100De middelen zullen worden aangewend voor de versterking van strategische en tactische transportcapaciteit, de implementatie van hoogwaardige commandovoering, de verbetering van zelfbescherming en van de logistieke ondersteuning. Maatregelen die in dit kader vanaf 2004 zullen worden geno- men zijn de aanschaf van een DC-10 transportvliegtuig, de uitbreiding van de pantserinfanteriecapaciteit met drie compagnieën, de verbetering van de inzetbaarheid van transporthelikopters en de implementatie van het Soldier Modernisation Program.
Veiligheid: preventie/jeugdzorg305080100De jeugd en preventie enveloppe is verdeeld over de begrotingen van VWS (€ 65 mln) en Justitie (€ 35mln). Het VWS- deel is voor circa 2/3 bestemd voor de provincies in het kader van de Wet op de Jeugdzorg. Verder intensiveert VWS ondermeer in opvoedingsondersteuning en de maatschappelijke opvang. De impuls bij Justitie komt vooral ten gunste van de jeugdbescherming en de jeugdreclassering.
Zorg2505007501 000De toegekende middelen zijn gereserveerd om verwachte productiegroei in de zorg mogelijk te maken.
Kinderopvang (WBK)100100100100De intensivering in 2004 is komen te vervallen. De WBK zal naar verwachting per 1-1-2005 worden ingevoerd.
Tabel 7.5: Ombuigingen Hoofdlijnenakkoord
Ombuiging (x € miljoen)2003200420052006Stand van zaken
Verantwoorde arbeidsvoorwaardenruimte
Loonontwikkeling collectieve sector5501 1001 6502 200Met deze maatregel beoogde het kabinet de arbeidsvoorwaa- rdenruimte in de publieke sectoren te begrenzen met 1%-punt per jaar ten opzichte van de prognose MLT juni 2003. Sinds deze HA-maatregel zijn er verschillende maatregelen doorgevoerd op het gebied van de arbeidsvoorwaardenruimte (o.a. nullijn 2005). Per saldo zijn deze bij de huidige ramingen strenger dan de in het HA geraamde percentages. Gesteld kan worden dat de taakstelling budgettair gezien dus wordt gerealiseerd.
Incidentele loonontwikkeling130250380510Het kabinet heeft de Incidentele Loonontwikkeling (ILO) in 2004 en 2005 neerwaarts bijgesteld. De korting is verwerkt in de budgetten van de overheidswerkgevers.
Bevorderen arbeidsparticipatie
WW-maatregelen 130240290Deze maatregelen bevatten aanscherpen wekeneis en afschaffen van de kortdurende uitkering (KDU) met ingang van 1-1-2005. De SER zal in juni over deze maatregelen advies uitbrengen. Het gedeelte dat betrekking heeft op de vervolguitkering (VVU) is inmiddels geëffectueerd.
Doorwerking WW-maatregelen10204050De ombuiging is neerwaarts bijgesteld als gevolg van een andere berekeningsmethode.
WAO-maatregelen 80140140In de MR van 12/3/04 heeft het kabinet het plan voor de WAO vastgesteld. Ten opzichte van het HA is op verschillende onderdelen tegemoet gekomen aan de wensen van sociale partners (oa afschaffen partnertoets, AO-criterium, voorlopig afzien van EGB-regeling, ruimer overgangsrecht). Per 1/1/2006 moet de nieuwe WAO van kracht worden. Naar verwachting worden de ingeboekte besparingen gerealiseerd.
Afbouw REA 130250250In de Miljoenennota 2004 zijn reeds concrete maatregelen aangekondigd zoals afschaffing subsidies 2e spoor en stopzetten REA-uitkering bij proefplaatsing en scholing. Met deze maatregelen wordt een structurele besparing van € 227 mln gerealiseerd.
Afschaffen WAZ 5070130Het afschaffen van de WAZ vindt plaats per 1 juli 2004. Dit levert een beperkt besparingsverlies op.
Ontwikkeling uitkeringen6301 4302 1802 910De uitkeringen zijn in het HA gekoppeld aan de stijging van de ambtenaren-salarissen. In het Najaarsoverleg is besloten de tweejarige nullijn ook op de uitkeringen toe te passen, en om vanaf 2006 weer de oorspronkelijke WKA-koppeling toe te gaan passen.
Beperken gemeentelijk minimabeleid150150150150Ter verkleining van de armoedeval en in lijn met het streven inkomensbeleid primair bij het Rijk neer te leggen is het budget voor gemeentelijk minimabeleid ingeperkt. In 2004 is de ombuiging verkleind doordat 80 mln wordt toegevoegd aan het budget bijzondere bijstand. Van deze € 80 mln heeft € 50 mln betrekking op het amenedement Verburg c.s. (29 200 XV nr. 29).
RWI40707070De afschaffing van de subsidieregeling van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) is ter hand genomen door een verplichtingenstop per 1 september 2003. Hiermee wordt de HA-maatregel budgettair ingevuld. Op basis van een evaluatie heeft het kabinet (aangehouden in de MR) besloten de adviestaken van de RWI niet over te hevelen naar de SER, maar de RWI als zelfstandig advies- en overlegorgaan te handhaven. Het benodigde budget RWI (thans 7,6 mln structureel) wordt nog nader bezien.
Aanpak illegaliteit20304040Uitwerking van maatregel aanpak illegale tewerkstelling en huisjesmelkers is opgenomen in de Illegalennota, die in april 2004 naar de Kamer is gestuurd. De ingeboekte besparing 2004 is in de Miljoenennota 2004 voor de helft teruggedraaid. Dit omdat de wijziging van de Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV) bestuurlijke boeten pas per 2005 mogelijk maakt.
Versobering IHS 110190210Deze maatregel is ingevuld met een verhoging van de eigen bijdrage van de huursubsidieontvangers.
Verlofknip100200200200De levensloopregeling wordt meegenomen in het nader over- leg tussen kabinet en STAR over de invulling van het per 1 januari 2006 in te voeren gehele stelsel van fiscale faciliëring voor VUT/prepensioen en levensloop. De middelen voor de Verlofknip zijn overgeheveld naar de fiscaliteit.
Buitenland, defensie en asiel
Schuldkwijtschelding300300300300De veronderstelde schuldkwijtschelding is in 2003 niet gerealiseerd. Dit heeft geleid tot een beparingsverlies.
Reëel constant houden non-ODA4080110150De non-ODA-uitgaven zijn met ingang van Miljoenennota 2003 reëel constant gehouden op het niveau van 2003.
Asiel/inburgering/immigratie50100100100De helft van de taakstelling heeft betrekking op asiel en is/wordt ingevuld met diverse maatregelen. De andere helft betreft de invoering van het nieuwe inburgeringsstelsel. Dit ligt op schema. Voorafgaand aan de invoering wenden gemeenten hun opgebouwde inburgeringsreserves aan voor de uitvoering van de inburgeringscursussen.
Beëindiging remigratieregeling12131515Door de parlementaire behandeling loopt de beëindiging van de remigratieregeling vertraging op. Hierdoor komen er in 2004 nog remigranten in aanmerking voor een uitkering, waardoor er een besparingsverlies optreedt.
Financiele perspectieven EU 2007   50De daling van de geraamde BNP-afdrachten in 2007 is verwerkt in de begroting.
Beperken bureaucratie en regelgeving
Inhuur externen150200200200De taakstelling inhuur externen is naar rato verdeeld over de diverse begrotingen. De minister van BVK rapporteert over de voortgang van de invulling van de taakstelling.
Professionele inkoop20305050De Rijksbrede taakstelling Professionele Inkoop en Aanbesteding (PIA) is geparkeerd op de begroting van EZ. Een interdepartementale werkgroep maakt een voorstel voor de invulling van deze taakstelling.
Additionele efficiencytaakstelling50100150240In het HA is bovenop de taakstellingen uit het SA een aanvullende efficiencytaakstelling afgesproken.
Efficiency publieke omroep10304050Deze bezuinigingen worden – samen met de maatregelen uit het SA – gerealiseerd door verlaging van de wettelijke rijksomroepbijdrage over de periode 2004–2007. De benodigde wijziging van de Mediawet is inmiddels door de Tweede Kamer aanvaard. Daarmee zijn de bezuinigingen in financieel opzicht gerealiseerd.
Aanpak ziekteverzuim zorg, onderwijs, politie, Openbaar Vervoer3570105140In de sectoren zorg, onderwijs en politie is door effectief verzuimbeleid sinds 2002 sprake van een daling van het ziekteverzuim. Naar verwachting betreft dit een structurele daling.
Arbeidsmarktbeleid VWS en Rijk70150150150De uitvoering ligt op schema, er worden geen besparingsverliezen verwacht. Er zijn in 2003 gesprekken gevoerd met sociale partners over de toekomst van de sectorfondsen. Dit heeft geresulteerd in afspraken over de voortzetting van het arbeidsmarktbeleid door sociale partners. De subsidierelatie van VWS met de sectorfondsen wordt met ingang van 1 januari 2005 beëindigd.
Waardering Onroerende Zaken (WOZ) taxaties  6060Verbetervoorstellen voor invulling van de taakstelling zijn opgesteld. Eerste tranche van besparingen wordt gerealiseerd door wijziging van de Wet WOZ die momenteel bij de Raad van State ligt.
Efficiency inning waterhefifngen 100100100Het betreft hier perceptiekosten van waterheffingen die niet voor rekening van het rijk komen. Daarom valt er voor het rijk geen efficiencywinst te realiseren. De ombuiging zal niet gerealiseerd worden.
Afromen accres € 45,38-regeling100100100100De taakstelling voor 2004 en verder is gerealiseerd. Het gemeentefonds is met de omvang van de taakstelling verlaagd. Er zullen geen besparingsverliezen optreden.
Differentiatie justitiële keten40707070€ 40 miljoen wordt ingevuld door maatregelen in het gevangeniswezen. Het maakt deel uit van een omvangrijke heroriëntatie van DJI gericht op een soberder en meer functionele tenuitvoerlegging van intramurale sancties. De versobering heeft geleid tot een aanpassing van de penitentiaire maatregel. Tevens is voorgesteld de activiteiten van de reclassering meer toe te spitsen op de «kansrijke doelgroepen». Hierdoor wordt een groter effect van de werkzaamheden van de reclassering verwacht, doordat de werkzaamheden zich slechts richten op personen waarvan daadwerke- lijk verwacht kan worden dat zij openstaan voor een goede terugkeer naar de maatschappij (opbrengst € 30 miljoen).
Efficiency politie30505050De invulling de taakstelling efficiency politie vindt vooral plaats via de vorming van een landelijk samenwerkingsverband voor de gezamenlijke inkoop van goederen en diensten en het verder standaardiseren van de ICT. In de junicirculaire van 2003 aan de korpsen is deze taakstelling al deels verwerkt in de zgn. normvergoeding voor 2004 en volgende jaren.
Beperken overheidssubsidies en vergroten profijtbeginsel
Bundeling achterstandenbeleid50100100100In de periode tot 1/8/2005 treden besparingsverliezen op. Voor effectuering van de ombuiging en vormgeving van het beleid vindt nog overleg plaats met gemeenten en onderwijsorganisaties. In de zomer van 2004 worden de hoofdlijnen voor een herziene gewichtenregeling gepresenteerd.
Beperken subsidies EZ80150170170De subsidietaakstelling van het Hoofdlijnenakkoord is grotendeels fiscaal ingevuld met de gefaseerde afschaffing van het nultarief in de Regulerende Energiebelasting (REB) voor groene stroom. Daarnaast is invulling gevonden binnen het subsidie-instrumentarium. Voor 2004, 2005 en 2006 moet nog een deel van de taakstelling worden ingevuld.
Beperken subsidies VROM80150150150Volledig ingevuld, met name op het Investeringsbudget voor stedelijke vernieuwing (€ 66 mln), het budget voor bodemsanering (€ 29 mln) en de energiepremieregeling (€ 23 mln).
Beperken uitgaven VenW50100100100Deze taakstelling is deels op de begroting van VenW ingevuld en deels op het infrafonds, via het schrappen of verminderen van subsidies, het verminderen van apparaatsuitgaven en het faseren van projecten.
Concessie/verbruiksvergoeding NS  3060In het HA is vastgelegd dat de gebruiksvergoeding die de vervoerders aan de beheerder betalen in 2006 € 30 mln. Hogerhoger wordt en in 2007 en latere jaren € 60 mln. per jaar.
Beperken uitgaven LNV20404040LNV heeft deze taakstelling gedeeltelijk ingevuld op diverse posten op de begroting, waaronder landelijke natuur, gebie- denbeleid en diergezondheid. Een deel van de taakstelling in met name 2004 en 2005 moet nog worden ingevuld.
Diverse subsidies (BZK, OCW, Fin, Def, VWS)80160160190De uitvoering van het aandeel van VWS in deze reeks ligt op schema. In 2003 verscheen het rapport «Kennis Innovatie Meedoen» over het nieuwe subsidiebeleid van VWS. Op basis van duidelijke criteria worden de subsidierelaties van VWS heroverwogen. BZK is bezig alle subsidieregelingen grondig door te lichten (29 200 VII Nr. 33). Hierover wordt de Tweede Kamer nog nader geïnformeerd.
Verkoop gronden  50100De afstoting van landbouwgronden door Domeinen ligt op schema.
Niet-belastingontvangsten60130190250De taakstellende ombuiging op meevallende niet-belastingontvangsten is in de Miljoenennota verhoogd naar € 250 mln per jaar. Deze taakstelling is geparkeerd op de Aanvullende Post Algemeen.
Beheerste ziektekosten
Pakketverkleining1 0001 0001 0001 000In 2003 zijn de nodige voorbereidingen getroffen, zodat de pakketaanpassing per 2004 plaats kon vinden.
Eigen risico's 900900900Nadere besluitvorming heeft ertoe geleid dat de bedragen zijn aangepast naar € 1100 vanaf 2005. De voorbereidingen voor deze maatregel zijn in volle gang.
Volumeeffect pakket en eigen risico170200210210Deze maatregel is in Miljoenennota 2004 komen te vervallen. De reeks vanaf 2005 is grosso modo geïntegreerd in de reeks eigen risico.
Tabel 7.6: Ombuigingen Aanvullend Pakket 2003
Ombuiging (x € miljoen)2003200420052006Stand van zaken
ILO op 0 tranche 2004–2005180360360360Het kabinet heeft de Incidentele Loonontwikkeling (ILO) in 2004 en 2005 in het aanvullend pakket 2003 teruggebracht tot 0%. De korting is verwerkt in de budgetten van de overheidswerkgevers.
Specifieke maatregelen SZW60180305440In de AKW is afgezien van de eerder aangekondigde bijzondere verhoging voor het eerste kind. De indexering van de AKW is voor 2004 en 2005 in lijn gebracht met de indexering van de uitkeringen. De herbeoordelingen in de WAO volgens het nieuwe schattingsbesluit worden volgens een aangepast plan uitgevoerd. De inkomensreferte-eis/beperking van de loonaanvulling in het 2e ziektejaar tot 70% zal in het kader van het Najaarsakkoord door sociale partners worden uitgevoerd.
Doorwerking SZA-maatregelen op loonkosten 255050De maatregel betreft de beperking tot 70% van de loonaan- vulling in het tweede ziektejaar in de collectieve sector. Deze zal in het kader van het Najaarsakkoord betrokken worden in de onderhandelingen met de sociale partners. Er is t.a.v. deze maatregel echter nog geen overeenstemming bereikt in de verschillende sectoren. Juridisch gezien is nog onduidelijk of dit zal leiden tot een besparingsverlies t.o.v. het HA.
Doorwerking premieschuif80808080De premieschuif WGF/WAO waartoe bij aanvullend pakket 2003 besloten was, hield een meevaller in t.a.v. de vergoeding van de sociale lasten voor overheidswerkgevers (werking van het referentiemodel). De meevaller is destijds ingeboekt en daarmee ook gerealiseerd.
Specifieke maatregelen zorg200300300300De verschillende maatregelen, waaronder prijsmaatregelen op het geneesmiddelen-dossier, zijn voorbereid. Naar de huidige inzichten wordt de verwachte opbrengst gerealiseerd.
Versnellen huursubsidiemaatregel55   De verhoging van de eigen bijdrage van de huursubsidieontvangers uit het HA is met een half jaar versneld.
Verruimen huurbeleid  250250Momenteel wordt met de corporaties overleg gevoerd over de wijze van invulling.
Stroomlijning studiefinanciering 28365455Deze ombuiging (voor EMU-relevant) wordt gerealiseerd door het prestatiebeursregime in de BOL voor jongeren vanaf 18 jaar in niveau 3 en 4 in te voeren en de prestatienorm voor 1e jaars in het HO aan te scherpen. Hiervoor is het wetge- vingstraject gestart en ligt op schema.
Milieudrukcompensatie/energie-premieregeling40404040Deze maatregel is ingevuld door versobering van de energiepremieregeling (EPR).
Heffings- en invorderingsrente20305555De heffings- en invorderingsrente is in lijn gebracht met de rente die in de particuliere markt gebruiktelijk is. De maatregel is daarmee gerealiseerd.
Intertemporele compensatie ICES/KIS 37525  In samenwerking met de betrokken departementen is een nieuw verdelingsvoorstel overeengekomen.
Intertemporele compensatie infrastructuur200300– 300– 200De intensivering voor infrastructuur in het HA is getemporiseerd.
Intertemporele compensatie natuur4060– 60– 40De intensivering voor EHS en reconstructie in het HA is gefaseerd. De provincies hebben zich bereid verklaard de aanko- pen t.b.v. de EHS in 2004 en 2005 voor te financieren.
Tabel 7.7: Intensiveringen Aanvullend Pakket 2003
Intensivering (x € miljoen)2003200420052006Stand van zaken
Tegemoetkoming chronisch zieken9090100105De tegemoetkoming buiten-gewone uitgaven (TBU) zal, zoals was beoogd, is in 2004 in werking treden.
BANS50505050Van de BANS-gelden is € 30 miljoen toegevoegd aan het gemeente- en provinciefonds in het kader van de dualisering. De overige € 20 miljoen is toegevoegd aan de begroting van BZK en zal besteed worden aan veiligheid in het kader van het GSB.
Intensivering REA25252525De toegevoegde middelen worden ingezet voor extra reïntegratietrajecten voor verminderd arbeidsgeschikten.
Getemporiseerde afschaffing REB– 479191120Het nul-tarief van de Regulerende Energiebelasting op groene stroom wordt gefaseerd afgeschaft. Het hierdoor ontstane tekort in 2004 wordt door EZ via de begroting ingevuld.

Afkortingenlijst FJR 2003

AKWAlgemene Kinderbijslagwet
AMAAlleenstaande Minderjarige Asielzoeker
AOAdministratieve Organisatie
AOWAlgemene Ouderdomswet
ArbvoArbeidsvoorziening
AWBZAlgemene Wet Bijzondere Ziektekosten
AWFAlgemeen Werkloosheidsfonds
AZAlgemene Zaken
BANSBestuursakkoord Nieuwe Stijl
BBPBruto Binnenlands Product
BIKKBijdrage in de Kosten van de Kortingen
BNPBruto Nationaal Product
BPMBelasting op Personenauto's en Motorrijwielen
BTWBelasting Toegevoegde Waarde
BuiZaBuitenlandse Zaken
BVKBestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
BZKBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
CAKCentraal Administratie Kantoor bijzondere zorgkosten
CBSCentraal Bureau voor de Statistiek
CEPCentraal Economisch Plan
COACentraal Orgaan opvang Asielzoekers
CPBCentraal Plan Bureau
CTGCollege Tarieven Gezondheidszorg
CVZCollege voor Zorgverzekeringen
CWComptabiliteitswet
(D)AD(Departementale) Audit Dienst
DBCDiagnose Behandeling Combinaties
DGADirecteur Groot Aandeelhouder
DGFDiergezondheidsfonds
DJIDienst Justitiële Inrichtingen
DNBDe Nederlandsche Bank
DTCDutch Treasury Certificate
EGBExtra Garantieregeling Beroepsrisico's
EHSEcologische Hoofdstructuur
EIAEnergie-investeringsaftrek
EMUEconomische en Monetaire Unie
EPREnergiepremieregeling
ESFEuropees Sociaal Fonds
ESR 1995Europees Stelsel van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap
EUEuropese Unie
EVDBEuropese Veiligheids- en Defensiebeleid
EZEconomische Zaken
FARBOWillekeurige Afschrijving Arbo-investeringen
FESFonds Economische Structuurversterking
FEZFinancieel-Economische Zaken
FINFinanciën
FJRFinancieel Jaarverslag van het Rijk
FteFull time equivalent
FWIFonds Werk en Inkomen
GFGemeentefonds
GGZGeestelijke Gezondheidszorg
GSBGrote Steden Beleid
HAHoofdlijnen Akkoord
HBOHoger Beroepsonderwijs
HGISHomogene Groep Internationale Samenwerking
HOHoger Onderwijs
HSLHogesnelheidslijn
IBOInterdepartementaal Beleidsonderzoek
ICES/KISDerde investeringsimpuls in de Nederlandse kennisinfrastructuur
IDPIntegraal Defensieplan
ILOIncidentele Loonontwikkeling
IMFInternational Monetary Fund
ITOInformatie en Communicatie Technologie Organisatie
KDUKortdurende Uitkering
KLPDKorps Landelijke Politiediensten
LNVLandbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit
M&OMisbruik & Oneigenlijk gebruik
MBOMiddelbaar Beroepsonderwijs
MDGMillennium Development Goal
MEVMacro Economische Verkenning
MIAMilieu-investeringsaftrek
MIVDMilitaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
MLTMiddel Lange Termijn
MNMiljoenennota
MOOZMedefinanciering Oververtegenwoordiging Oudere Ziekenfondsverzekerden
MRMinisterraad
NAVONoord-Atlantische Verdragsorganisatie
OALTOnderwijs in Allochtone Levende Talen
OC&WOnderwijs, Cultuur en Wetenschap
ODAOfficial Development Assistance
OESOOrganisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
OMOpenbaar Ministerie
OVSEOrganisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa
PFProvinciefonds
PGBPersoonsgebonden budgetten
PIAProfessionele Inkoop en Aanbesteding
RbgRijksbegroting
REA(Re)integratie Arbeidsgehandicapten
REBRegulerende Energiebelasting
RGDRijksgebouwendienst
RPERegeling Prestatiegegevens en Evaluatieonderzoek
RWIRaad voor Werk en Inkomen
RWTRechtspersoon met Wettelijke Taak
SAStrategisch Akkoord
SARSSevere Acute Respiratory Syndrome
SENOStichting Economische Samenwerking Nederland Opkomende markten
SERSociaal Economische Raad
SGSecretaris-generaal
SNSociale Nota
SPAKSpeciale Afdracht Kortingen
SVBSociale Verzekeringsbank
SVOVSociale Veiligheid Openbaar Vervoer
SZASociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid
SZWSociale Zaken en Werkgelegenheid
TESToezicht Europese Subsidies
TWToeslagenwet
UFOUitvoeringsfonds voor de Overheid
UNCHRUnited Nations Commission on Human Rights
UNMILUnited Nations Mission in Liberia
UWVUitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen
VAMILWillekeurige Afschrijving Milieu-investeringen
VBTBVan Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording
VLWAfdrachtvermindering Langdurig Werklozen
VMBOVoortgezet Middelbaar Beroepsonderwijs
V&VVerkeer & Vervoer
VenWVerkeer en Waterstaat
VJNVoorjaarsnota
VNVerenigde Naties
VPBVennootschapsbelasting
VROMVolkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
VWAVoedsel en Waren Autoriteit
VUTVervroegde Uittreding
VVUVervolguitkering
VWSVolksgezondheid, Welzijn en Sport
WAOWet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering
WAVWet Arbeid Vreemdelingen
WAZWet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen
WBSOWet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk
WGFWachtgeldfonds
WIWWet Inschakeling Werkzoekenden
WKAWet Koppeling met Afwijkingsmogelijkheid
WOZWaardering Onroerende Zaken
WSFWet op de Studiefinanciering
WTOWorld Trade Organization
WTZWet op de Toegang tot Ziektekostenverzekeringen
WWWerkloosheidswet
WWBWet Werk en Bijstand
ZBOZelfstandig Bestuursorgaan
ZMZittende Magistratuur

Trefwoordenregister

Aandelen 31, 32, 53, 57, 58, 59, 102

Aardgasbaten 53, 89, 101

Accountantscontrole 35

Accountantsverklaring 38, 39, 40

Administratieve lastendruk 13

Administratieve lasten 13, 37

Afdrachtvermindering 92

Agentschappen 34, 53, 70, 101, 102

Algemene Rekenkamer 36, 38, 39

Algemene Zaken 47, 48, 66, 67

AMA 19

Arbeidsdeelname 14

Arbeidskosten 9

Arbeidsmarkt 9, 11, 13, 18, 22, 25, 105, 110

Arbeidsvoorwaarden 37, 95, 96, 109

Armoedeval 14, 109

Asielaanvragen 9, 18, 19

Asielinstroom 106

Asielzoekers 19, 95, 96, 106

Auditdienst 35, 36, 38, 39, 31

Automatische stabilisator 28, 30

Autonomievergroting 9

AWBZ 17, 27, 28, 30, 81, 88, 89, 97, 98, 101

Baseline 39

Baten-lastenstelsel 34, 39, 68, 69, 70

BBP 9, 10, 11, 23–26, 28, 29, 30, 32, 33, 74, 75, 76, 86, 87, 89, 90

Bedrijfsvoering 34, 35, 38, 41, 42

Begrotingselasticiteit 25

Belasting 25, 27, 28, 29, 50, 54, 72, 74–80, 83, 84, 86, 87, 92

Belastingdienst 37, 73, 83, 93, 104

Belastingontvangsten 28, 29, 66, 67, 72–78, 82, 86, 87, 89, 94, 95, 111

Belastingplan 27, 74, 81, 88

Belastinguitgaven 92

Beleidsmaatregelen 28

Beleidsprioriteiten 9

Beroepsonderwijs 15

Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties 13, 18, 38, 104, 110

Bijstand 14, 21, 25, 26, 27, 99, 105, 109

Bijstelling 25, 28–30, 73, 74, 78, 81, 83–85, 88, 95, 106

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 34, 37, 47, 48, 66, 67, 68, 103, 104, 111, 113

BTW-Compensatiefonds 47, 48

Budgettair beeld 9, 23

Budgettaire tegenvallers 10

Buitenlandse Zaken 47, 48, 66, 67, 68

Bureaucratie 34, 110

CBS 10, 24, 79

Cep 14, 24, 25, 30, 74, 110

Collectieve sector 18, 31, 109, 112

Collegegelddifferentiatie 15, 37

Commissie Tabaksblatt 13

Concurrentiepositie 9, 11

Consumentenvertrouwen 11

Consumptie 11, 75, 78, 96

Controlestructuur 36

Corporate governance 13

CPB 10, 11, 25, 97

Criminaliteit 9, 16, 20, 21

Crisisbeheersingsoperaties 21

Defensie 21, 37, 47, 48, 54, 55, 60, 66–70, 95, 96, 101, 104, 108, 110

Departementale jaarverslagen 13

Deregulering 9, 15, 18, 34, 103, 107

Diensten die een baten-lastenstelsel voeren 35, 36, 39, 42, 70, 71

Diergezondheidsfonds 47, 48, 51, 64, 67, 101

Dividendbelasting 28, 76, 77, 78, 82, 87

Doorstroom 16, 37, 99, 100

Economisch beeld 11, 78, 85, 87

Economische groei 10, 13, 23, 25, 28, 30, 74, 89, 95

Economische Zaken 14, 35, 38, 41, 47, 48, 51, 64, 67, 68, 93, 106, 107, 110, 111, 113

Efficiency 18, 35, 97, 104, 105, 106, 110, 111

EMU-basis 28, 29, 30, 72, 73, 77, 87, 88

EMU-saldo 9, 23, 24, 25, 27, 28, 30, 31, 32, 70, 73, 90, 104

EMU-schuld 9, 24, 30, 31, 32, 33, 61, 90

EMU-tekort 9, 26, 28, 30, 32

Energiebelasting 28, 76–78, 81, 111, 113

Europese Commissie 11, 32, 41

Europese defensiecapaciteiten 37

Europese geldstromen 41

Europese gemiddelde 23

Europese ontwikkeling 20

Europese Unie 9, 32, 95

Exportkredietvorderingen 21

Financieel beheer 38, 39, 42

Financieel management 34

Financiën 14, 34–37, 38–41, 47, 48, 50, 60, 69–70, 93, 94

Fonds Economische Structuurversterking 47, 48, 51, 64, 67, 101

Geestelijke gezondheidszorg 97, 98

Gehandicaptenzorg 27, 97

Gekozen burgemeester 18

Gemeentefonds 47, 48, 66, 111

Gezondheidszorg 16, 17, 68–70, 95–98

Groei 9, 10, 11, 16, 17, 23, 25, 29–31, 38, 74–76, 78, 79, 86, 87, 95, 96, 98, 103, 108

Groeitegenvaller 25

Groeitraject 35

Handelskredieten 53, 59, 62

Hoge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin 47, 48

Hoger onderwijs 15

Hoofdlijnenakkoord 18, 103, 107–112

Huis der Koningin 47, 48, 66

Huurbeleid 19, 112

IMF 11

Immigratie 9, 13, 18, 22, 68–70, 110

Informatievoorziening 37, 68–70, 93

Infrastructuurfonds 47, 48, 51, 66, 67, 104

Infrastructuur 20, 22, 112

Inkomstenbelasting 28, 75, 77, 78,818, 82, 87, 92, 101

Innovatie 15, 16, 22, 103, 106, 107, 111

Integratie 9, 13, 18, 19, 22

Integriteitsaudits 40–42

Integriteitsinbreuken 41

Interdepartementaal beleidsonderzoek 34, 37–39

Internationale ontwikkelingen 12

Internationale samenwerking 95

Internationale schuldenprobleem 21

Internet 34, 36, 94

Investeringen 12, 53, 54, 74, 92, 93

Investeringsbereidheid 19

Investeringsimpuls 16

Jeugdwerkloosheid 15

Justitie 14, 16, 37, 47, 48, 66–70, 73, 84, 103, 107, 108

Kennis 15, 16, 22, 107, 111

Kenniseconomie 16

Kennisinfrastructuur 16, 103, 107

Keuzevrijheid 17

Koers 20, 25, 54, 58, 59, 95, 101, 105

Koninkrijksrelaties 47, 48, 66, 67

Koopkracht 11

Kyoto-afspraken 20

Laagconjunctuur 14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 14, 47, 48, 55, 66, 67, 68, 111

Lastenmaatregelen 27

Lastenontwikkeling 27

Leningen 50, 53, 55, 56, 61, 62, 70, 71, 101, 102, 107

Lerarenaanbod 15

Lerarentekort 15

Levensloop 14, 99, 100, 110

Lokale overheden 23, 31

Lonen 74, 82, 85, 92

Loonmatiging 13, 27

Loonontwikkeling 30, 74, 82, 88, 89, 95, 104, 109, 112

Loonstijging 9, 96, 107

Maatschappelijke knelpunten 9

Macro Economische Verkenning 10, 11, 24, 74

Management controle 42

Management control 35, 38

Milieu 19, 22, 77, 81, 87, 93, 106, 112

Millennium Development Goals 20

Mobiliteit 20, 22, 98, 104, 106

Nationale Rekeningen 24

Nationale Schuld 47, 48, 66, 67

Natuur 19, 22, 41, 106, 111, 113

Nederlandsche Bank 11, 55, 57–60

Nederlandse economie 9–12

Niet-financiële activa 53, 54

Niet-financiële informatie 36

Nominale schuld 31, 60

Normenkader 36

OESO 11, 25

Ombuiging 26, 103, 104, 105, 106, 107, 109, 110, 111, 112, 113

Omzetbelasting 25, 28, 29, 77–79, 87

Ondernemingsklimaat 13, 106

Onderschrijding 23

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 14, 15, 37, 38, 47, 48, 51, 66, 67, 111

Onderwijs 9, 13, 15, 16, 22, 92, 103, 106, 107, 110, 111

Ontwikkelingsbeleid 19

Ontwikkelingssamenwerking 20, 22, 37, 96, 107

Openbaar bestuur 19, 104

Openbaar Vervoer 110

Ouderenzorg 27

Overheidsfinanciën 9, 12, 23, 27, 30

Overheidsinkomsten 9, 23, 25

Overlast 9, 16

Overschrijding 9, 23, 27, 81, 93, 98

Particuliere consumptie 11, 29, 74, 76, 78, 79, 87

Pensioenfondsen 11, 12

Premieontvangsten 29, 30, 72, 88, 89

Premieverhogingen 11

Prijsbijstelling 95, 96, 107

Primair- en voortgezet onderwijs 15

Probleemwijken 16

Productie 9, 17, 19, 21, 53, 97, 98, 103, 108

Progressiefactor 29, 75, 76, 87, 89

Project Andere Overheid 18

Provinciale Statenverkiezing 12

Provinciefonds 47, 48, 66, 103

Punctualiteitdoelstellingen 20

Rbv 99, 100

Rechtmatigheidsverklaring 40, 42

Rechtsbijstand 18, 104, 108

Reïntegratie 14, 105, 113

Regelgeving 18, 19, 34, 37, 38, 103, 107, 110

Regeling Prestatiegegevens en Evaluatieonderzoek 35, 36

Rentelasten 32, 95

Resultaatgerichte overheid 35

Reviewbeleid 40, 42

Risicoanalyse 35, 38

Rpe 21, 36, 37, 82, 103, 109, 112

Ruimte 15, 16, 19, 22, 27, 106, 108, 109

RWT 39, 40, 42, 101, 102, 107

Saldibalans 49

SARS 11

Schuld 9, 21, 24, 30, 32, 33, 49–51, 53, 56, 60–62, 75, 90, 91, 95, 96, 101, 110

Schuldreductie 27

Sociale fondsen 24, 73, 90, 96, 101

Sociale nota 14

Sociale Zaken en Werkgelegenheid 14, 15, 37, 41, 47, 48, 66–70, 101, 105, 112

Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt 14, 22, 23, 27, 94, 97, 105

Speerpunten 13, 14

Staatsbalans 52, 58, 59

Staatsvermogen 52, 53, 58

Subsidiebeheer 40, 42

Subsidiebeleid 40, 111

Taakstelling 95, 97, 104, 105, 106, 107, 109, 110, 111

Terugkeernota 19

Toelatingsbeleid 9, 18

Toezicht 20, 37, 39, 42, 108

Tweede Golfoorlog 11

Uitgavenkader 9, 23, 26, 27, 101

Uitkering 25, 26, 59, 75, 82, 95, 97, 99, 100, 105, 109, 110, 112

VBTB 13, 34, 35, 92

Veiligheid 9, 11, 13, 16, 19, 20, 21, 22, 103, 104, 107, 108, 113

Vennootschapsbelasting 25, 54, 77, 78, 82, 87

Verkeer en Waterstaat 30, 38, 41, 47, 48, 54, 55, 60, 66–68, 74, 104, 111

Verslechtering 9, 13, 23, 25, 27, 28, 29, 30, 32, 82, 87, 88

Vogelpest 19, 95

Volksgezondheid, Welzijn en Sport 14, 37, 40, 47, 48, 66, 67, 68, 98, 108, 110, 111

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 14, 35, 47, 48, 66, 67, 68, 106, 111

Volwasseneneducatie 15

Voorlopige Rekening 24

Vorderingen 49, 50, 53, 55, 56, 59, 60, 62

VPB 28, 29, 73, 74, 75, 76, 83, 84, 85, 86, 87

Vrede 21, 22

Wachtlijsten 9, 17

WAO 14, 88, 89, 99, 100, 105, 109, 112

Wereldhandel 11, 21

Werkgelegenheid 30, 74, 82, 88, 89

Werkloosheid 9, 12, 14, 25, 26, 27

Werkloosheidsregelingen 27

Werkloosheidsuitkeringen 25

Werkloosheidsval 14

Wet- en regelgeving 18, 34, 38

Woningbouwproductie 19

ZBO 39, 40, 42

Ziekteverzuim 15, 110

Zij-instromers 15

Zorgaanbieders 17

Zorguitgaven 27

Zorgvragers 17

Licence