Base description which applies to whole site

2.3 Ontwikkeling van de uitgaven

Bij het opstellen van budgettaire ramingen wordt uitgegaan van een aantal macro-economische kernvariabelen. De ontwikkeling van deze kernvariabelen is medebepalend voor de realisatie van de begroting. Tabel 2.5 geeft een overzicht van de ontwikkeling van deze kernvariabelen.

Tabel 2.5 Macro-economische kernvariabelen
 

MN 2010

FJR 2010

Verschil

Volume bbp (in %)

0,1%

1,8%

1,7%

Contractloon markt (in %)

1,6%

1,0%

– 0,6%

Consumentenprijsindex (in %)

1,1%

1,3%

0,2%

Werkloosheid (in duizenden personen)

613

426

– 187

Lange rente (in %)

4,0%

3,0%

– 1,0%

Eurokoers (dollar per euro)

1,40

1,33

– 0,07

Olieprijs (in $)

65,0

79,5

14,5

Kadertoetsing uitgaven

Met inachtneming van de wijzigingen en kaderaanpassing, zoals toegelicht aan het begin van dit hoofdstuk laat het totale uitgavenkader een onderschrijding van 0,8 miljard euro zien. Tabel 2.6 behandelt de kadertoetsing aan de uitgavenzijde; de uitgaven die niet relevant zijn voor het uitgavenkader zijn opgenomen in de internetbijlage.

Tabel 2.6 Kadertoetsing totaalkader (+ = overschrijding, in miljarden euro)
 

MN 2010

FJR 2010

Verschil

Rijksbegroting in enge zin

   

Uitgavenkader (in lopende prijzen)

111,4

112,1

0,7

Uitgavenniveau

112,0

109,4

– 2,6

Over-/onderschrijding

0,6

– 2,7

– 3,3

    

Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt

   

Uitgavenkader (in lopende prijzen)

62,3

60,8

– 1,4

Uitgavenniveau

62,3

61,1

– 1,2

Over-/onderschrijding

0,0

0,3

0,3

    

Budgettair Kader Zorg

   

Uitgavenkader (in lopende prijzen)

57,4

57,1

– 0,4

Uitgavenniveau

56,8

58,7

1,9

Over-/onderschrijding

– 0,7

1,6

2,3

    

Totale uitgavenkader

   

Uitgavenkader (in lopende prijzen)

231,1

229,9

– 1,1

Uitgavenniveau

231,0

229,1

– 1,9

Over-/onderschrijding

0,0

– 0,8

– 0,8

    

Werkloosheidsuitgaven

4,5

3,3

– 1,3

Ruilvoet

– 1,1

– 2,2

– 1,1

Stimuleringspakket

2,5

2,2

–0,3

De onderschrijding van het kader RGB-eng is uitgekomen op 2,7 miljard euro. Het kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (SZA) werd geraamd te sluiten. Dit deelkader is uitgekomen op een overschrijding van 0,3 miljard euro. Voor het Budgettair Kader Zorg werd ten tijde van Miljoenennota 2010 een onderschrijding geraamd. Dit deelkader is uitgekomen op een overschrijding van 1,6 miljard euro.

Rijksbegroting in enge zin

Tabel 2.7 geeft een overzicht van de mutaties onder het kader RBG-eng sinds de ontwerpbegroting. De kadercorrecties zijn, evenals in bovenstaande tabel, gescheiden gepresenteerd.

Tabel 2.7 Kadertoetsing RBG-eng (+ = tegenvaller, in miljarden euro)
 

20101

Kadertoetsing Miljoenennota 2010

0,6

Macromutaties en overige mee- en tegenvallers

 

Rente

– 0,2

EU-afdrachten

– 1,0

Dividend DNB en staatsdeelnemingen

– 1,1

Heffings- en invorderingsrente

– 0,2

Beleidsmatige mutaties

 

Inhouden loonbijstelling

– 0,6

Inhouden prijsbijstelling

– 0,3

Inhouden enveloppen CA

– 0,1

Asiel

0,1

Onderwijs

0,1

WWI

0,1

LNV

0,1

Griepvaccins

0,1

Boeten en transacties

0,1

Diverse kasschuiven

0,5

Schuldsanering Nederlandse Antillen

– 0,3

MEP/SDE

– 0,1

Diversen uitvoeringsbeeld (o.a. onderuitputting)

– 0,7

Overig

0,1

Stand kadertoetsing Financieel Jaarverslag van het Rijk 2010

– 2,7

Ruilvoet

(– 1,1)

Schuldsanering Nederlandse Antillen

(– 0,5)

1

Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal

Macromutaties en overige mee- en tegenvallers

Het gerealiseerde korte rentetarief is lager dan de rekenrente. Dit leidt tot lagere rente-uitgaven dan geraamd bij het Centraal Kasbeheer.

De EU-afdrachten vallen 1,0 miljard euro mee ten opzichte van de raming bij Miljoenennota 2010. De afdrachten aan de EU vallen in eerste instantie mee als gevolg van een teruggave van niet-uitgekeerde gelden van de EU-begroting 2009. Ten tweede zorgt een lager dan verwacht bruto nationaal inkomen ten opzichte van andere lidstaten in 2010 voor lagere afdrachten. Daarnaast leiden hogere overige ontvangsten op de EU-begroting (zoals boetes) en een neerwaarts bijgestelde omvang van de begroting ook tot lagere afdrachten.

De winstafdracht van DNB valt in 2010 mee ten opzichte van de raming die is opgenomen in de Miljoenennota 2010. De meevaller bedraagt 0,8 miljard euro. De hoger dan verwachte winstafdracht (interim dividend) van DNB wordt met name veroorzaakt door een stijgende vraag naar veilige staatsobligaties als gevolg van per saldo dalende rentes. Dit leidde tot aanzienlijke waardestijgingen en hogere verkoopresultaten. Bovendien leidde een risicoreductie in de beleggingen tot een extra realisatie van boekwinsten.

De dividenden van de staatsdeelnemingen vallen eveneens mee. Het betreft dan voornamelijk meevallende dividenden van de Gasunie en de Bank Nederlandse Gemeenten. Samen met de winstafdracht DNB zorgen de dividenden voor een meevaller onder het kader ter grootte van 1,1 miljard euro.

De heffings- en invorderingsrente valt 0,3 miljard euro mee. Dit is deels het gevolg van lagere uitgaven door een lagere rente. Tevens is het bedrag van de aanslagverminderingen, met name bij de vennootschapsbelasting, in 2010 lager dan in andere jaren. Dit leidt tot beperktere rentevergoedingen. Tegenover de meevaller aan de uitgavenkant staat een tegenvaller van 0,1 miljard euro aan de ontvangstenkant; dit is ook een gevolg van het lagere rentetarief (in geheel 2010 2,5 procent). Per saldo resulteert een meevaller van 0,1 miljard euro.

Beleidsmatige mutaties

Bij Miljoenennota 2011 is besloten de loonbijstelling en de prijsbijstelling tranche 2010 in 2010 in te zetten ter dekking van de rijksbrede budgettaire problematiek. Ook werd besloten dat de tranche 2010 van de Coalitieakkoord-enveloppen (pijlermiddelen) die nog op de Aanvullende Post staan met één jaar vertraging wordt uitgekeerd.

De ramingen van de asielinstroom zijn geactualiseerd tot een realistisch niveau en de budgetten zijn dienovereenkomstig gecorrigeerd. Dit heeft geleid tot een tegenvaller ter grootte van 0,1 miljard euro.

De tegenvallers op de begroting van OCW (per saldo 0,1 miljard euro) komen vooral voort uit hoger geraamde leerlingen- en studentenaantallen en tegenvallende geraamde opbrengsten van de per 1 januari 2010 doorgevoerde aanpassingen in de gastouderopvang. De overschrijding in de kinderopvang wordt vanaf 2011 gedekt door een gelijke proportionele aanpassing van de kinderopvangtoeslagtabel voor zowel het eerste als het tweede kind. Op deze wijze heeft de aanpassing een procentueel gelijk koopkrachteffect voor alle inkomensniveaus tot circa 113 duizend euro per jaar. De problematiek leerlingen- en studentenaantallen wordt in 2011 gedekt door enerzijds meevallers in 2010 (met name studiefinanciering) die door middel van een kasschuif ten gunste van 2011 worden gebracht en door diverse maatregelen op de OCW-begroting. Met ingang van 2012 vindt dekking plaats door inzet van een deel van de prijsbijstelling tranche 2010 en door middel van een subsidietaakstelling.

De huurtoeslag laat per saldo een overschrijding zien in 2010. De verplichtingen en uitgaven van de huurtoeslag zijn 0,2 miljard euro hoger uitgevallen dan was vastgesteld bij Miljoenennota 2010. Voor ongeveer 0,1 miljard euro betreft dit een boekhoudkundige verschuiving. Ook de ontvangsten zijn met 0,1 miljard euro gestegen, zodat dit per saldo geen effect heeft op het budget voor de huurtoeslag. Deze verschuiving hangt samen met een andere opstelling van de jaarverantwoording door de Belastingdienst, zodat verrekeningen van vorderingen met uit te betalen toeslagen beter in beeld worden gebracht. De resterende per saldo overschrijding van 0,1 miljard euro hangt samen met hoger dan verwachte voorlopige toekenningen. Dit is grotendeels toe te schrijven aan het regelmatig meer uitkeren van huurtoeslag door de Belastingdienst, dan waar de ontvanger uiteindelijk recht op heeft. Een hoger inkomen wordt namelijk vaak niet of te laat doorgegeven aan de Belastingdienst. Bij het definitief toekennen worden te hoge voorlopige toekenningen gecorrigeerd; dit zorgt in latere jaren voor hogere ontvangsten bij de huurtoeslag.

Op de begroting van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit doen zich verschillende mutaties voor, die gezamenlijk leiden tot een tegenvaller van 0,1 miljard euro. In eerste instantie zijn ruim 50 duizend geïnfecteerde drachtige schapen en geiten geruimd om verdergaande verspreiding van de Q-koorts tegen te gaan zijn; dit heeft geleid tot uitvoerings- en ruimingskosten. Voorts zijn de uitgaven voor het apurement verhoogd. Het betreft correcties op Nederlandse declaraties bij Europese fondsen voor die gevallen, waarbij de uitvoering naar de mening van de Commissie niet conform Europese regelgeving heeft plaatsgevonden.

De in 2009 genomen maatregelen ter bestrijding van de Mexicaanse griep hebben gezorgd voor onvermijdelijke uitgaven op de begroting van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dit heeft geleid tot een tegenvaller van 0,1 miljard euro onder het kader Rijksbegroting in enge zin.

Om de verkeersveiligheid verder te verbeteren zijn in 2010 diverse maatregelen aangekondigd. Zo zullen aanvullend op de in 2010 in gang gezette optimalisering van de verkeershandhaving de boetetarieven in twee fasen worden verhoogd; 15 procent in 2011 en 20 procent in 2012. Ook de procentuele opslag op de boete bij de eerste en tweede aanmaning zal vanaf 2012 worden verhoogd. Met deze maatregelen kunnen ook de tegenvallende ontvangsten uit hoofde van boeten en transacties vanaf 2012 worden gedekt. De opbrengsten uit Boeten en Transacties vallen namelijk tegen ten opzichte van de raming van Miljoenennota 2010.

In 2010 hebben verschillende kasschuiven plaatsgevonden van in totaal 0,5 miljard euro. Het betreft onder andere de volgende drie kasschuiven. In 2010 is reeds voldaan aan een deel van de verplichtingen (0,1 miljard euro) aan de vervoersbedrijven voor de OV-studentenkaart 2011. Eveneens is ten behoeve van het basispakket Beheer en Onderhoud Hoofdwegennet een uitgave voldaan ter grootte van 0,2 miljard euro. Voorts heeft de invordering van inburgeringsmiddelen vertraging opgelopen, waardoor de middelen pas in 2011 worden ontvangen. Het gaat om een bedrag ter grootte van 0,1 miljard euro.

Met de nieuwe staatkundige verhoudingen voor de Nederlandse Antillen heeft ook de afwikkeling van de schuldsanering plaatsgevonden. Hiervoor waren middelen gereserveerd op de begroting van Koninkrijksrelaties. Van de gereserveerde middelen resteert een gedeelte (minder budget was nodig dan was begroot) dat nu vrijvalt en per saldo een meevaller van 0,3 miljard euro veroorzaakt onder het kader. Tevens is het uitgavenkader gecorrigeerd voor de schuldsanering Nederlandse Antillen – zie hiertoe de toelichting onder «kadercorrecties».

De realisatie bij de subsidieregeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP) is achtergebleven bij de raming. Dit is het gevolg van een lagere subsidiabele productie dan waar in de ramingen mee was gerekend. Ook de realisatie van de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) is achtergebleven bij de ramingen. In de ramingen was gerekend dat een deel van de incidentele subsidie voor het windpark Noordoostpolder nog in 2010 tot uitbetaling zou komen; dit heeft niet meer plaatsgevonden.

Tenslotte resteren diverse overige mutaties in het uitvoeringsbeeld, waaronder de onderuitputting op de diverse departementale begrotingen onder het kader Rijksbegroting in enge zin. Deze komen samen uit op ongeveer 0,7 miljard euro.

Kadercorrecties

Het uitgavenkader is enerzijds gecorrigeerd voor de mutaties in de ruilvoet. Dit is in het Aanvullend Beleidsakkoord (ABK) uit 2009 afgesproken. Het uitgavenkader is eveneens gecorrigeerd voor de vrijval van de gereserveerde middelen voor de schuldsanering Nederlandse Antillen. De correctie bedraagt 0,5 miljard euro. De correctie heeft plaatsgevonden omdat de Nederlandse staat voor 0,5 miljard euro aan schuldpapier van de Nederlandse Antillen heeft overgenomen. De overname van schuldpapier heeft niet geleid tot een feitelijk kasuitgave, wel tot een toename van de EMU-schuld. De middelen die hiervoor onder het kader waren gereserveerd konden zodoende vrijvallen.

Uitgavenkader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt

Tabel 2.8 Kadertoetsing SZA (+ = tegenvaller, in miljarden euro)
 

20101

Kadertoetsing Miljoenennota 2010

0,0

Uitvoering arbeidsongeschiktheidsregelingen

0,2

Uitvoering vangnet Ziektewet

0,1

Inzet eindejaarsmarge

– 0,1

Inhouden loonbijstelling 2010

– 0,1

  

Stand kadertoetsing Financieel Jaarverslag van het Rijk 2010

0,3

Ruilvoet

(– 0,4)

Werkloosheidsuitgaven

(3,3)

1

Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV blijkt dat bij het SZA-kader zich verscheidene mee- en tegenvallers hebben voorgedaan. De grootste tegenvallers hebben zich voorgedaan bij de arbeidsongeschiktheidsregelingen en worden veroorzaakt door dalende uitstroomkansen bij de WAO en stijgende instroom bij de WGA (0,2 miljard euro). Daarnaast is gebleken op basis van realisaties van het UWV dat de uitgaven aan het Vangnet Ziektewet 0,1 miljard euro hoger zijn uitgevallen dan verwacht. De gemiddelde uitkering van het Vangnet is hoger uitgevallen als gevolg van een relatief dure groep zieke werklozen in het Vangnet.

De per saldo tegenvallende uitvoeringsmutaties worden gecompenseerd door diverse maatregelen binnen de sociale zekerheid. Dit betreft onder meer de inzet van de eindejaarsmarge (0,1 miljard euro) en de loonbijstelling van het jaar 2010 (0,1 miljard euro).

Kadercorrecties

In 2009 is in het Aanvullend Beleidsakkoord afgesproken dat met het oog op versterkte werking van de automatische stabilisatoren de kaders in 2010 worden gecorrigeerd voor mutaties in de werkloosheidsuitgaven (WW, bijstand, et cetera) en de nominale ontwikkelingen.

Uitgaven Budgettair Kader Zorg

Tabel 2.9 Kadertoetsing Budgettair Kader Zorg (+ = tegenvaller, in miljarden euro)
 

20101

Kadertoetsing Miljoenennota 2010

– 0,7

Mee- en tegenvallers en beleidsmatige mutaties

 

Eerstelijnszorg

0,3

Ziekenhuizen en medisch specialisten

0,7

Grensoverschrijdende zorg

0,1

Genees- en hulpmiddelen

– 0,3

Geneeskundige GGZ

0,3

AWBZ

1,2

Diversen

– 0,1

Stand kadertoetsing Financieel Jaarverslag van het Rijk 2010

1,6

Ruilvoet

(– 0,8)

1

Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Mee- en tegenvallers en beleidsmatige mutaties

Een aantal keren per jaar worden de zorguitgaven geactualiseerd. Dit gebeurt aan de hand van budgetgegevens van de NZa en financieringscijfers van het CVZ. Deze cijfers geven een beeld van de zorguitgaven in 2009 en 2010. Gedurende 2010 hebben deze cijfers hogere uitgaven laten zien bij de eerstelijnszorg, de ziekenhuizen, medisch specialisten en ZBC’s, de grensoverschrijdende zorg, de geneeskundige ggz en de AWBZ. Om deze hogere uitgaven te compenseren zijn in 2010 maatregelen genomen. Het overgrote deel van deze maatregelen levert echter pas vanaf 2011 een besparing op. Hierdoor is in 2010 de kadertoetsing verslechterd.

De tegenvaller van 0,3 miljard euro in de eerstelijnszorg blijkt uit actuele cijfers over de zorguitgaven. De hogere uitgaven doen zich vooral voor bij de huisartsen, de paramedische zorg, de tandheelkundige zorg en de multidisciplinaire zorgverlening. Bij de ziekenhuizen, de medisch specialistische zorg en de ZBC’s zijn de uitgaven ook naar boven bijgesteld met 0,7 miljard euro op basis van nieuwe cijfers over 2009 en 2010. Verder is er sprake van een tegenvaller bij grensoverschrijdende zorg (0,1 miljard euro) en een meevaller bij de genees- en hulpmiddelen (0,3 miljard euro). Deze meevaller is de optelsom van lagere uitgaven als gevolg van het door verzekeraars gevoerde preferentiebeleid en hogere uitgaven als gevolg van het aanpassen van de receptregelvergoeding voor apothekers. Bij de geneeskundige ggz doen zich hogere uitgaven van 0,3 miljard euro voor, vooral bij de vrijgevestigden en de ggz-instellingen.

In de AWBZ doen zich onder andere hogere uitgaven van 1,2 miljard euro voor bij de door instellingen geleverde zorg. Het gaat daarbij om zowel de langdurige geestelijke gezondheidszorg, als de gehandicaptenzorg en de verpleging en verzorging. Daarnaast is er ook een tegenvaller bij pgb’s. Tegelijkertijd laat de actualisering van de financiering een hogere bijstelling zien dan de actualisering van de budgetten, waardoor de uitgaven in 2010 hoger uitvallen. Een nadere toelichting hierop is te vinden in het jaarverslag van het ministerie van VWS.

Licence