Base description which applies to whole site

2.5 Aandachtspunten beleidsinformatie

Krijgen we waar voor ons belastinggeld? Uiteindelijk draait het bij beleidsinformatie om die vraag. Een vraag die er gezien de financiële uitdagingen waar de Nederlandse overheid momenteel voor staat alleen maar relevanter op is geworden. Deze vraag is niet alleen van belang voor een verantwoorde verantwoording, maar ook voor verantwoorde bezuinigingen. Kan de overheid voor minder geld dezelfde publieke waarde creëren? Kan het doelmatiger?

De jaarverslagen bieden nog weinig inzicht in de realisatie van beleidsambities en de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde beleid. Dit zorgt ervoor dat de Staten-Generaal met de jaarverslagen minder relevante informatie van het kabinet ontvangen over de met het belastinggeld gerealiseerde prestaties en effecten dan mogelijk is. Met onze analyse op vijf beleidsthema’s hebben we laten zien dat meer inzicht mogelijk is.

Op basis van ons onderzoek naar 28 beleidsartikelen en vijf beleidsthema’s concluderen wij dat beleidsinformatie aan relevantie zou kunnen winnen als ministers:

  • beter zicht houden op de effecten van beleid;

  • doelstellingen concreter maken;

  • de samenhang tussen kosten, prestaties en effecten inzichtelijk maken;

  • de beschikbare informatie toegankelijk maken.

Zicht houden op effecten van beleid

De in de jaarverslagen gepresenteerde beleidsinformatie sluit soms niet goed aan op de achterliggende beleidsambities. Jaarverslagen bieden zo te weinig inzicht in de realisatie van door de ministers nagestreefde maatschappelijke doelen. De informatie die wel wordt opgenomen heeft veelal slechts betrekking op de beperkte directe verantwoordelijkheid van de minister (zoals bijvoorbeeld wetgeving, het verstrekken van subsidies of het voeren van overleg). Het gevolg is dat aanzienlijke delen van de jaarverslagen geen informatie over gerealiseerde prestaties en/of effecten bevatten. Hierdoor kunnen de Staten-Generaal niet nagaan of het beleid doelmatig of doeltreffend is geweest.

Voor een deel komt dat door decentralisatie. Veel beleid wordt tegenwoordig uitgevoerd door gemeenten, provincies of rechtspersonen met een wettelijke taak (rwt’s). Hierdoor zijn de ministers soms minder verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid. Dat ontslaat de ministers evenwel niet van de verantwoordelijkheid om de Staten-Generaal inzicht te verschaffen in de uitkomsten van het gevoerde beleid. Anderzijds kan de decentralisatie ook zo ver gaan dat de verantwoordelijkheid voor het beleid en de uitvoering daarvan geheel overgaat op gemeenten of provincies. De minister hoeft zich dan niet langer te verantwoorden tegenover de Tweede Kamer (AR, 2009).10

Concreet maken van doelstellingen

In veel van de onderzochte beleidsartikelen en beleidsprioriteiten is het onduidelijk welke concrete doelen het kabinet nastreeft. Bovendien is de samenhang tussen beleidsartikelen en beleidsprioriteiten veelal te ingewikkeld. Wij vinden het van groot belang voor de doelmatige en doeltreffende besteding van begrotingsgelden dat ministers duidelijk en realistisch zijn over de (realisatie van de) ambities van hun beleid en hierover publieke verantwoording afleggen.11

Het kabinet zou er goed aan doen om voorafgaand aan het implementeren van beleid na te gaan wat de te verwachten kosten en baten van het beleid zijn. Hiervoor zijn al verschillende instrumenten ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld het Integraal Afwegingskader12 en diverse instrumenten voor maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA). Hierbij past ook dat het kabinet elk beleid – voor zover zinvol en relevant – vooraf voorziet van een duidelijke en met de Staten-Generaal afgestemde monitoring- en evaluatieprogrammering. Op deze manier kan een minister op actieve wijze invulling geven aan zijn systeemverantwoordelijkheid.

Samenhang tussen kosten, prestaties en effecten

Uit de jaarverslagen wordt niet altijd duidelijk welke prestaties tegen welke kosten worden geleverd en welke effecten daarmee al dan niet worden gerealiseerd. In sommige gevallen lijken beleidsartikelen vooral een titel waaronder verschillende activiteiten of instrumenten van de minister kunnen worden genoemd: de samenhang tussen deze prestaties en de doelstellingen van de minister blijft onduidelijk.13 Voor dechargeverlening en het uitvoering geven aan het budgetrecht van de Staten-Generaal is het evenwel van belang dat de samenhang tussen kosten, prestaties en effecten wel duidelijk wordt gemaakt. Hiervoor is het noodzakelijk dat de (kosten)effectiviteit van het beleid (regelmatig) wordt onderzocht.14

Zeker wanneer grote ombuigingen doorgevoerd worden is het van belang steeds na te gaan wat de gevolgen zijn een verminderde inzet van middelen op de te bereiken maatschappelijke prestaties en effecten.

Toegankelijk maken van beschikbare informatie

Departementen beschikken vaak al over meer informatie, dan ze momenteel benutten voor de verantwoording voor hun beleid. Het «open» maken van deze informatie biedt de overheid goede mogelijkheden voor betere en slimmere publieke verantwoording en kan zorgen voor innovatieve ontwikkelingen.15 Dergelijke ontwikkelingen, waar in andere landen (zoals het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten) al veel ervaring mee is opgedaan, kunnen de Nederlandse overheid op kosteneffectieve wijze helpen om efficiënter te worden.

Open Data Strategie voor Europa

In Europees verband heeft de Europese Commissie eind vorig jaar haar «Open Data Strategie voor Europa» gepubliceerd. Kernpunt hiervan is openheid van informatie van de publieke sector tegen geen of marginale kosten zodanig dat hergebruik van de gegevens mogelijk is. In de Digitale Agenda voor Europa wordt uiteengezet welke essentiële faciliterende rol informatie- en communicatietechnologieën (ICT) zullen moeten spelen in een Europa dat zijn doelstellingen voor 2020 wil halen.

Een meer continue en open informatievoorziening, biedt de Staten-Generaal betere mogelijkheden om zich op elk gewenst moment op de hoogte te stellen van ontwikkelingen op de verschillende beleidsterreinen en de besteding van belastinggelden. Het geeft burgers en bedrijven betere mogelijkheden om inzicht te krijgen in de besteding van belastinggeld: wie ontvangt hoeveel geld en wat wordt ermee gerealiseerd? Naar aanleiding van ons rapport Innovatiebeleid (AR, 2011f) heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin de minister van EL&I is verzocht om meer transparantie in uitgaven aan innovatiebeleid. In lijn met de aanbeveling uit ons rapport, ontwerpt het Ministerie van EL&I een website waarop is te zien waar innovatiegelden naar toe gaan. Deze website gaat volgens EL&I voor de zomer 2012 de lucht in.

Licence