Base description which applies to whole site

3.5.1 Compacte Rijksdienst

Het programma Compacte Rijksdienst van het kabinet heeft tot doel een kleinere, compactere en sobere Rijksdienst te realiseren. Het programma omvat zeventien projecten die volgens het kabinet na 2015 een structurele besparing van € 788 miljoen moeten opleveren (BZK, 2011). Het kabinet vermeldt hiervoor geen exacte einddatum, zodat niet bekend is wanneer deze bezuinigingen gerealiseerd moeten zijn. Bij een aantal projecten worden de besparingen pas na 2018 of 2020 geheel gerealiseerd.23

De toenmalige minister van BZK gaf in zijn eerste voortgangsrapportage over het programma Compacte Rijksdienst van 7 juni 2011 aan de ministerraad aan dat het kabinetsbeleid Compacte Rijksdienst «geen vrijblijvend beleid is waar departementen al of niet aan mee kunnen doen». Hij meldde dat de projecten pas in uitvoering worden genomen nadat een positieve business case de haalbaarheid van de beoogde besparingen heeft aangetoond. Dit betekent dat besluiten over de start van de projecten in het kader van het programma Compacte Rijksdienst door de Ministerraad genomen dienen te worden, op basis van een positieve business case.24

Wij zijn voor de projecten van het programma Compacte Rijksdienst nagegaan in hoeverre de beoogde besparingen zijn onderbouwd door middel van een business case en of – voor de projecten waarvoor op dit moment een business case beschikbaar is – sprake is van een besluit tot uitvoering door de Ministerraad. Tabel 2 geeft per project een overzicht van de oorspronkelijk beoogde besparingen van het programma Compacte Rijksdienst, de besparingen volgens de business cases, de beoogde besparingen die nog niet door middel van een business case zijn onderbouwd en de status van de business cases.

Uit deze tabel blijkt dat van de beoogde € 788 miljoen totale besparingen € 351 miljoen middels een business case is afgedekt. De overige besparingen ad € 437 miljoen zijn vooralsnog niet onderbouwd. De onderbouwing van de geraamde besparingen ad € 351 miljoen kent nog een aantal risico’s en onzekerheden waardoor deze besparingen uiteindelijk lager kunnen uitvallen. De mate waarin dat het geval kan zijn is niet vast te stellen omdat de business cases deze onzekerheden veelal niet kwantificeren en hiervoor geen gevoeligheidsanalyses bevatten.

Verder blijkt dat voor elf van de zeventien projecten er nog geen business case beschikbaar is. Slechts één business case is in de Ministerraad behandeld. De overige vijf beschikbare business cases zijn alleen in de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijk (ICBR) aan de orde geweest. De besluitvorming over de uitvoering van de projecten vindt dus vooral op ambtelijk niveau plaats en niet, zoals vereist25, in de Ministerraad. Hierdoor zijn vijf projecten (projectnummers: 4, 5, 7, 8 en 9) in uitvoering genomen terwijl de business case alleen ambtelijk is besproken.

Tabel 2 Onderbouwing besparingen en status per project

Projectnaam1

Beoogde besparing (in mln. euro)

Besparing volgens business case (in mln. euro)

Nog te onderbouwen besparing2

Business Case behandeld in Ministerraad

1. Één administratieve werkgever rijksdienst

10

nnb

10

Nee

2. Bundeling P&O dienstverlening

24

nnb

24

Nee

3. Huisvesting rijkskantoren

132

62

70

Ja

4. ICT infrastructuur

90

77

13

Nee (wel ICBR)

5. Vermindering rijksinkooppunten en vraagbundeling

180

180

 

Nee (wel ICBR)

6. Éen facilitaire dienstverlener Haagsche kantoren

Wordt per aansluiting bepaald

nnb

Nee

7. Éen ICT dienstaanbieder beleidskernen

30

30

0

Nee (wel ICBR)

8. Inrichten Haagse inkoopfunctie

Onderdeel van project 5

Onderdeel van project 5

Nee

9. Een dienstverlener t.b.v. de internationale functie van het Rijk

Wordt per aansluiting bepaald

2

Nee (wel ICBR)

10. Clustering rijksincasso

40

nnb

40

Nee

11. Clustering backoffice subsidies

25

nnb

25

Nee

12. Inkomens ondersteuning / voorziening burgers

135

nnb

135

Nee

13. Cluster vastgoed

115

nnb

115

Nee

14. Rijksinspecties / toezicht fysieke veiligheid bedrijven

PM

nnb

Nee

15. Toezichthouders niet financiële markten

7

nnb

7

Nee

16. Beleidsuitvoering minder arbeidsintensief

PM

nnb

Nee

17. Subsidies instellingen

PM

nnb

Nee

 Totaal

788

351

437

 

Bron: Brief minister BZK stand van zaken Compacte Rijksdienst, Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 31 490, nr. 80 & Algemene Rekenkamer 2012.

1

Brief minister BZK stand van zaken Compacte Rijksdienst, Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 31 490, nr. 80.

2

In deze kolom staan ook de «nog te onderbouwen besparingen» in van business cases die lager uitvallen dan de door het kabinet beoogde besparingen.

Licence