Base description which applies to whole site

2.1.2 Plafondtoets Sociale Zekerheid

Tabel 2.1.4 Ontwikkeling deelplafond Sociale Zekerheid (in miljoenen euro, - is onderschrijding)
  

2021

1

Uitgavenplafond bij Miljoenennota 2021

90.519

2

Overboekingen met Rijksbegroting en Zorg

204

3

Loon- en prijsontwikkeling

104

4

Uitgaven aan WW en bijstand

‒ 3.220

5

Overige plafondcorrecties

‒ 161

6

Uitgavenplafond bij Financieel Jaarverslag Rijk 2021 (= 1 t/m 5)

87.446

   

7

Reguliere uitgaven bij Miljoenennota 2021

90.888

 

Uitgavenmutaties met plafondaanpassing

 

8

Overboekingen met Rijksbegroting en Zorg

204

9

Loon- en prijsontwikkeling (incl. GF/PF)

104

10

Uitgaven aan WW en bijstand

‒ 3.220

11

Overige uitgavenmutaties zonder beslag budgettaire ruimte

‒ 161

   
 

Uitgavenmutaties met budgettair beslag

 

12

Algemene Ouderdomswet (AOW)

‒ 281

13

Arbeidsongeschiktheidsregelingen

‒ 63

14

Bijstand voor zelfstandigen (Bbz)

57

15

Compensatie transitievergoeding langdurige arbeidsongeschiktheid

293

16

Kinderopvangtoeslag

249

17

Re-integratiebudget

‒ 42

18

Toeslagenwet

‒ 64

19

Uitvoeringskosten UWV

‒ 147

20

Verlofregelingen

157

21

Wet op het Kindgebonden Budget (WKB)

‒ 69

22

Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl)

‒ 41

23

Ziektewet

94

24

Kasschuiven

‒ 75

25

Diversen

‒ 88

26

Reguliere uitgaven bij Financieel Jaarverslag Rijk 2021 (= 7 t/m 25)

87.793

   

27

Over/onderschrijding bij Miljoenennota 2021 (= 7-1)

368

28

Over/onderschrijding bij Financieel Jaarverslag Rijk 2021 (= 26-6)

347

29

Uitgavenniveau corona bij Financieel Jaarverslag Rijk 2021

9.272

30

Totale uitgaven bij Financieel Jaarverslag Rijk 2021 (= 26+29)

97.065

De toets op het deelplafond Sociale Zekerheid laat in 2021 een overschrijding van het plafond zien van 347 miljoen euro. Bij Miljoenennota 2021 was er sprake van een verwachte overschrijding van het uitgavenplafond Sociale Zekerheid van 368 miljoen euro.

Uitgavenmutaties met plafondaanpassing

8. Overboekingen met Rijksbegroting en Zorg

Overboekingen met de plafonds Rijksbegroting en Zorg leiden tot een opwaartse bijstelling van de uitgaven onder het plafond Sociale Zekerheid. De bijstelling van het plafond is gelijk aan de grootte van de overboekingen.

9. Loon- en prijsontwikkeling

De loon- en prijsontwikkeling van de uitkeringsregelingen onder het uitgavenplafond Sociale Zekerheid wordt gedurende het jaar geactualiseerd op basis van de economische ramingen van het CPB. De loon- en prijsontwikkeling voor 2021 is opwaarts bijgesteld ten opzichte van de Miljoenennota 2021. De aanpassing van het uitgavenplafond is gelijk aan de bijstelling van de loon- en prijsontwikkeling.

10. Uitgaven aan WW en bijstand

Aan het begin van de coronacrisis zijn de meerjarige ramingen van de WW en de bijstand flink omhoog bijgesteld. Onder andere door de steunpakketten is de werkloosheid uiteindelijk beperkt gestegen en daarna snel gedaald. De uitgaven aan de WW en bijstand zijn verschillende keren gedurende het jaar 2021 naar beneden bijgesteld, wat in totaal tot een neerwaartse bijstelling van ongeveer 3,2 miljard euro heeft geleid. Dit is gebeurd op basis van de verschillende CPB-ramingen van de werkloze beroepsbevolking en op basis van de realisatiecijfers gedurende het jaar.

11. Overige plafondcorrecties

Het uitgavenplafond wordt gecorrigeerd voor mutaties in het aandeel eigenrisicodragers in de Ziektewet (ZW). Het plafond wordt opwaarts gecorrigeerd, doordat er meer eigenrisicodragers waren dan verwacht. Daarnaast wordt er een verschuiving tussen corona- en niet-coronamiddelen verwerkt.

Uitgaven met budgettair beslag

12. Algemene Ouderdomswet (AOW)

De uitgaven aan de AOW waren in 2021 lager dan verwacht. Dit komt voornamelijk doordat het aantal AOW-gerechtigden minder sterk is gestegen dan verwacht. Oorzaak hiervan lijkt de hogere sterfte door de coronapandemie. Daarnaast viel de gemiddelde AOW-uitkering lager uit dan verwacht door een lager percentage alleenstaanden (die recht hebben op een hogere AOW-uitkering dan gehuwden).

13. Arbeidsongeschiktheidsregelingen

Er was in 2021 een meevaller op de Inkomensvoorziening Volledige Arbeidsongeschiktheid (IVA). Deze werd voornamelijk veroorzaakt doordat het aantal IVA-uitkeringen lager was dan eerder verwacht. Het aantal uitkeringen in de Werkhervatting Gedeeltelijke Arbeidsgeschikten (WGA) daarentegen ligt hoger dan eerder verwacht. Dit komt door conjuncturele effecten op de instroom. In een aantrekkende conjunctuur is er minder instroom van zieke werklozen en meer instroom van zieke werknemers (want er werken meer mensen). Dit laatste effect blijkt sterker dan tot nu toe verwacht werd. Daarom is de instroom opwaarts bijgesteld.

14. Bijstand voor zelfstandigen (Bbz)

Op basis van de bijgestelde Tozo-raming is ook de doorstroom van Tozo-gebruikers naar het Bbz na afloop van de Tozo bijgesteld (een plus van 65 miljoen euro). Op basis van realisatiecijfers van gemeenten zijn de verwachte uitgaven aan Bbz-levensonderhoud (9 miljoen euro) naar beneden bijgesteld.

15. Compensatie transitievergoeding langdurige arbeidsongeschiktheid (CTVLAO)

De regeling Compensatie transitievergoeding bij ontslag vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid is per april 2020 in werking getreden. De raming is op basis van realisaties bijgesteld. De uitgaven komen hoger uit dan ten tijde van het opstellen van de begroting werd verwacht. Zowel het volume als de gemiddelde compensatie zijn hoger uitgekomen. Het volume komt deels hoger uit door het doorschuiven van uitbetalingen van 2020 naar 2021. Ook komt het aantal aanvragen hoger uit. De gemiddelde hoogte van de compensatie komt met name hoger uit door langere dienstverbanden dan eerder geraamd.

16. Kinderopvangtoeslag

De uitgaven aan kinderopvangtoeslag kwamen in 2021 hoger uit dan bij het opstellen van de Miljoenennota 2021 was geraamd. De ramingsbijstelling hangt vooral samen met een hoger gebruik van kinderopvang. Kinderen gaan gemiddeld meer uren naar de opvang.

17. Re-integratiebudget

In 2021 heeft er onderuitputting plaatsgevonden op het re-integratiebudget Uitvoeringsinstituut voor Werknemersverzekeringen (UWV). Daarnaast heeft SZW baten ontvangen uit het Europees Sociaal Fonds voor dit doel.

18. Toeslagenwet

De raming van de Toeslagenwet is op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV en werkloosheidsverwachtingen van het CPB naar beneden bijgesteld in 2021. Vooral de gemiddelde uitkeringshoogte voor 2021 is naar beneden bijgesteld. Dit komt voornamelijk door een lager uitgevallen uitkeringshoogte van aanvullingen op de WW, WAO, WIA en Wajong. Het aantal toeslagen in 2021 is ook naar beneden bijgesteld, met name bij de WW. Daarnaast heeft SZW in 2021 21 miljoen euro ontvangen van UWV, omdat er over 2020 teveel bevoorschot was.

19. Uitvoeringskosten UWV

Op basis van de jaarrekening UWV 2021 zijn de premiegefinancierde uitvoeringskosten 2021 neerwaarts bijgesteld. Het verschil is grotendeels te verklaren doordat de uitvoeringskosten in 2021 lager zijn uitgevallen dan eerder voorzien, door de lager gerealiseerde volumes (vooral bij de WW).

20. Verlofregelingen

De uitgaven aan de verlofregelingen zijn hoger uitgekomen dan verwacht. Dit heeft te maken met een hoger aantal geboortes dan waarvan eerder uit werd gegaan en een hogere gemiddelde uitkering. De verlofregelingen bestaan in 2021 uit de WAZO werknemers (zwangerschaps- en bevallingsverlof, adoptieverlof en pleegzorgverlof), de ZEZ (zwangerschaps- en bevallingsverlof zelfstandigen) en aanvullend geboorteverlof (WIEG).

21. Wet op het kindgebonden budget (WKB)

De uitgaven aan WKB komen lager uit dan bij het opstellen van de Miljoenennota 2021 was geraamd. Dit komt met name doordat het effect van corona op de inkomens van huishoudens lager uitvalt dan eerder verwacht.

22. Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl)

De realisatiecijfers van de Wtl over 2020 (uitbetaling in 2021) laten een meevaller zien op de loonkostenvoordelen (LKV), een meevaller op het lage-inkomensvoordeel (LIV) en een tegenvaller op het jeugd-LIV. Op basis van deze realisaties zijn de verwachte uitgaven aan de LKV meerjarig neerwaarts bijgesteld. De uitgaven aan de LKV's waren in 2020 lager dan begroot, doordat het gebruik van de LKV’s achterbleef bij de verwachting.

23. Ziektewet (ZW)

Het beroep op de ZW is hoger uitgevallen dan eerder werd verwacht. Dit komt met name door een groter beroep van vrouwen op een ZW-uitkering voor ziekte bij zwangerschap in verband met een hoger aantal geboortes. Ook komt dit door een hoger aantal ziektemeldingen door het coronavirus.

24. Kasschuiven

Er hebben verschillende kasschuiven plaatsgevonden op plafond Sociale Zekerheid. De grootste hiervan is een kasschuif op de ontvangsten van de kinderopvangtoeslag (KOT). Het kwijtschelden van de openstaande KOT-schulden van KOT-gedupeerden en hun huidige partner leidt tot minder ontvangsten. De middelen ter dekking van deze derving zijn overgeboekt van de begroting van het ministerie van Financiën en worden met deze kasschuif in het juiste ritme over de jaren verdeeld. Daarnaast hebben er kasschuiven plaatsgevonden op de middelen voor de Veranderopgave Inburgering (VOI) en voor loondoorbetaling bij ziekte.

25. Diversen

Onder Diversen vallen onder andere een opwaartse bijstelling van de uitgaven aan de participatiewet en de Wajong, en neerwaartse bijstellingen op de uitgaven aan de AIO, compensatie transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging, inburgering en de IOAW.

29. Uitgaven corona

Het kabinet heeft sinds de uitbraak van het coronavirus verschillende noodmaatregelen genomen. Het kabinet acht het niet wenselijk om voor deze noodmaatregelen andere uitgaven te verminderen. Daarom wordt het uitgavenplafond aangepast voor deze mutaties. Dit wordt technisch verwerkt in een plafondcorrectie.

Licence