Base description which applies to whole site

2.1.5 Plafondtoets Investeringen

De uitgaven onder het deelplafond Investeringen zijn lager uitgekomen dan geraamd in de Voorjaarsnota 2022. Het plafond is echter ook aangepast om aan te sluiten bij de gewijzigde kasritmes door kasschuiven. Daardoor is er een overschrijding ontstaan van 110 miljoen euro. Tabel 2.1.5 toont een uitsplitsing van de ontwikkelingen onder het deelplafond Investeringen.

Tabel 2.1.5 Plafondtoets Investeringen
 

in miljoenen euro (- is onderschrijding)

2022

1

Uitgavenplafond bij Voorjaarsnota 2022

14.131

 

Aanpassingen van het uitgavenplafond naar aanleiding van:

 

2

Overboekingen met plafond Rijksbegroting

164

3

Aanpassing kasritmes

‒ 670

4

Valuta defensie

79

5

Oekraïne

7

6

Uitgavenplafond bij Financieel Jaarverslag van het Rijk 2022 (= 1 t/m 5)

13.711

   

7

Reguliere uitgaven bij Voorjaarsnota 2022

14.131

 

Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond:

 

8

Overboekingen met plafond Rijksbegroting

164

9

Aanpassing kasritmes

‒ 670

10

Valuta defensie

79

11

Oekraïne

7

   
 

Uitgavenmutaties met beslag op budgettaire ruimte:

 

12

Kasschuiven regulier

251

13

Invulling in=uittaakstelling

1.181

14

Onderuitputting

‒ 1.311

15

Diversen

‒ 11

16

Reguliere uitgaven bij Financieel Jaarverslag van het Rijk 2022 (= 7 t/m 15)

13.821

   

17

Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Voorjaarsnota 2022 (= 7 - 1)

18

Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Financieel Jaarverslag van het Rijk 2022 (= 16 - 6)

110

19

Corona-uitgaven bij Financieel Jaarverslag van het Rijk 2022

20

Totale uitgaven bij Financieel Jaarverslag van het Rijk 2022 (= 16 + 19)

13.821

Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond

8. Overboekingen met plafond Rijksbegroting

Per saldo wordt in 2022 budget van het plafond Rijksbegroting overgeboekt naar het plafond Investeringen. De overboekingen zijn nodig, omdat bepaalde middelen niet op de departementale begrotingen worden uitgegeven, maar op de fondsen.

9. Aanpassing kasritmes

Voor diverse reeksen is het kasritme aangepast en zijn de middelen in een realistischer bestedingsritme gezet. De grootste aanpassingen zijn doorgevoerd op het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Vanwege externe factoren, zoals corona en de oorlog in Oekraïne, zijn leveringen vertraagd. Daarnaast betreft het kasschuiven voor de aanschaf van munitie en voor investeringen in IT en vastgoed.

10. Valuta ontwikkeling Defensie-uitgaven

Defensie heeft te maken met hogere uitgaven als gevolg van verschillen in de dagkoersen ten opzichte van de raming van met name de euro/dollarkoers. Volgens de kabinetsafspraak komen budgettaire mee- en tegenvallers als gevolg van valutaschommelingen direct ten gunste of ten laste van het EMU-saldo. De verwerking vindt plaats via een correctie van het uitgavenplafond.

11.Oekraïne-uitgaven

Dit betreft de uitgaven voor Oekraïne waarvoor het uitgavenplafond wordt aangepast. Deze zijn naar boven bijgesteld met 7 miljoen euro. Defensie heralloceert de generale middelen vanuit het Budget Internationale Veiligheid (BIV) naar de artikelen op het Defensiematerieelbegrotingsfonds.

Uitgavenmutaties met beslag op budgettaire ruimte

12. Kasschuiven regulier

Voor diverse reeksen is het kasritme aangepast en worden de middelen in een realistischer bestedingsritme gezet. Een grote kasschuif heeft betrekking op middelen uit het Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur in oprichting die van 2023 naar 2022 zijn geschoven voor de provinciale aanpak stikstof.

13. Invulling in=uittaakstelling

De in=uit-taakstelling is de tegenhanger van de eindejaarsmarge. Op het deelplafond Investeringen geldt een eindejaarsmarge van 100%, wat betekent dat alle onbestede middelen naar het volgende jaar doorschuiven. Om te voorkomen dat het uitgavenplafond wordt overschreden als gevolg van de uitkering van de eindejaarsmarge, wordt tegelijkertijd een even grote taakstelling ingeboekt, de zogenoemde in=uittaakstelling. De in=uittaakstelling wordt gaandeweg het jaar ingevuld. De invulling kan bestaan uit onderuitputting of andere meevallers.

14. Onderuitputting

De totale onderuitputting over alle deelplafonds bedraagt 6,2 miljard euro. De oorzaken van de onderuitputting zijn toegelicht in paragraaf 2.1.1. Van dit bedrag betreft 1,3 miljard euro onderuitputting op het deelplafond Investeringen.

15. Diversen

De post Diversen bevat het saldo van alle resterende uitgavenmutaties onder het deelplafond Rijksbegroting.

Algemeen

Figuur 2.1.5 geeft het totaal aan investeringen weer onder het investerings­plafond bij de verschillende begrotingsmomenten vanaf de Startnota van Rutte IV.

Ten opzichte van de Startnota is circa 2 miljard euro minder uitgegeven dan begroot. Dit wordt voor een groot deel verklaard door het Nationaal Groeifonds. In het coalitieakkoord is afgesproken om de infrastructuurpijler toe te voegen aan het Mobiliteitsfonds. Dit betekent een verschuiving van het Nationaal Groeifonds naar het Mobiliteitsfonds. Daarnaast zijn op de andere pijlers diverse kasschuiven doorgevoerd om de middelen in het juiste kasritme te zetten. Hierna wordt voor de verschillende thema's een nadere toelichting gegeven. Voor de uitgaven aan de fondsen wordt gekeken naar de bijdrage vanuit de moederdepartementen (ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Defensie). De uitgaven op de fondsen zijn per saldo hoger doordat de fondsen ook gevoed worden met ontvangsten van derden (waar uitgaven tegenover staan) die niet via het moederdepartement lopen.

Figuur 2.1.5 Overzicht investeringsplafond over 2022

Mobiliteitsfonds

Bij de Startnota is het totaal aan uitgaven op het Mobiliteitsfonds geraamd op circa 7 miljard euro. In de Voorjaarsnota is de infrastructuurpijler uit het Nationaal Groeifonds toegevoegd (300 miljoen euro in 2022), het eerste deel van de coalitieakkoordmiddelen voor instandhouding van infrastructuur (75 miljoen euro in 2022) en de Lelylijn (4,5 miljoen euro in 2022) en de loon-en prijsontwikkeling. Per saldo is de begroting bij de Voorjaarsnota met ruim 900 miljoen euro gegroeid. De infrastructuur bestaat uit drie ov-infrastructuur projecten die moeten bijdragen aan verdere economische groei, brede welvaart en het verdienvermogen van Nederland. De toevoeging van deze pijler heeft echter niet geleid tot een verhoging van het aanlegbudget voor ov- infrastructuur projecten. Door diverse kasschuiven en de coalitieakkoordmiddelen voor instandhouding is het budget Exploitatie, vernieuwing en onderhoud voor spoorwegen met circa 350 miljoen euro gestegen. Hiervan wordt 88 miljoen euro verklaard door prijsstijgingen. In de Najaarsnota is onderuitputting gemeld van circa 200 miljoen euro. In het Financieel Jaarverslag van het Rijk is circa 200 miljoen euro aan onderuitputting gemeld. Ten opzichte van de Startnota is per saldo ruim 500 miljoen euro meer uitgegeven dan begroot.

Defensiematerieelbegrotingsfonds

Bij de Startnota is het totaal aan uitgaven op het Defensiematerieelbegrotingsfonds geraamd op circa 5,3 miljard euro. In de Voorjaarsnota zijn de prijsbijstelling en de eindejaarsmarge toegevoegd. Daarnaast zijn diverse kasschuiven doorgevoerd om de middelen in het juiste kasritme te zetten. Dit betrof aanschaf van munitie en voor investeringen in IT en vastgoed. Per saldo is de begroting bij de Voorjaarsnota met ruim 570 miljoen euro gegroeid. De begroting is bij de Najaarsnota per saldo met circa 1,1 miljard euro gedaald. Dit komt door onderuitputting van ruim 650 miljoen euro en kasschuiven. Deze verlaging was voornamelijk het gevolg van gewijzigde externe omstandigheden. Zo leidt de oorlog in Oekraïne tot krapte op de defensiemarkten, wat tot vertragingen in geplande investeringen leidde. Daarnaast zorgde de COVID-19-pandemie nog tot vertragingen – bijvoorbeeld door verstoorde toeleveringsketen en tekorten aan microchips – en zorgde de krapte op de arbeidsmarkt voor vertragingen in de planning en uitvoering van investeringsprojecten. Investeringsprojecten werden hierom doorgeschoven naar latere jaren. Bij de Slotwet is de begroting gegroeid met circa 30 miljoen euro. Dit werd met name veroorzaakt door hogere uitgaven op artikel 1 Defensiebreed materieel voor het project Defensiebrede Vervanging Wielvoertuigen. Ten opzichte van de Startnota is per saldo circa 500 miljoen minder uitgegeven dan begroot.

Deltafonds

Bij de Startnota is het totaal aan uitgaven op het Deltafonds geraamd op ruim 1,1 miljard euro. In de Voorjaarsnota is het eerste deel van de coalitieak­koordmiddelen voor instandhouding van infrastructuur (20 miljoen euro in 2022) toegevoegd. Ook zijn middelen met een kasschuif naar 2022 gehaald voor betalingen voor de Afsluitdijk (circa 200 miljoen euro in 2022). Per saldo is de begroting bij de Voorjaarsnota met circa 200 miljoen euro gegroeid. In de Najaarsnota is de loon-en prijsbijstelling toegevoegd en is onderuitputting gemeld. Daarnaast zijn de coalitieakkoordmiddelen voor instandhouding (20 miljoen in 2022) doorgeschoven naar latere jaren. Per saldo is de begroting bij de Najaarsnota met circa 30 miljoen euro gedaald. Bij de Slotwet is ruim 150 miljoen euro aan onderuitputting gemeld. Ten opzichte van de Startnota is circa 10 miljoen euro meer uitgegeven dan begroot.

Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur in oprichting

Ten opzichte van de Startnota is in 2022 216 miljoen euro meer uitgegeven dan begroot. Bij de Startnota was in 2022 namelijk geen budget geraamd voor het Transitiefonds. Vanwege onder andere provinciale versnellingsvoorstellen is bij de Miljoenennota 2023 229 miljoen euro van 2023 naar 2022 geschoven voor de integrale aanpak voor stikstof, klimaat en water. Daarnaast is bij de Najaarsnota 21 miljoen euro van 2023 naar 2022 geschoven voor de uitvoeringskosten van het Transitiefonds. Verder is voor circa 30 miljoen euro aan onderuitputting gemeld.

Klimaatfonds in oprichting

In 2022 zijn vooruitlopend op de start van het Klimaatfonds in 2023 al middelen toegekend voor een aantal urgente voorstellen. Zo is bij de voorjaarsbesluitvorming budget overgeboekt naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), IenW en LNV voor Wind op Zee (circa 1,2 miljard euro). Daarnaast is er via een incidentele suppletoire begroting (ISB) budget beschikbaar gesteld voor de IPCEI Waterstof; dit betreft circa 1,4 miljard euro. In de Miljoenennota zijn middelen overgeboekt naar diverse departementen, bijvoorbeeld voor een subsidie warmtenetten (200 miljoen euro) en IPCEI Waterstof golf 4 (199 miljoen euro).

Nationaal Groeifonds (NGF)

In 2022 heeft de tweede ronde van het NGF plaatsgevonden. Tijdens deze ronde zijn 23 projecten omgezet naar een definitieve toekenning. Deze middelen zijn overgeboekt tijdens de voorjaarsbesluitvorming. Bij de Voorjaarsnota zijn ook middelen overgeboekt van voorwaardelijke toekenningen die zijn omgezet naar een definitieve toekenning. Tot slot is in het voorjaar ook de loon- en prijsbijstelling toegevoegd aan de begroting (circa 370 miljoen euro). Verder zijn in 2022 geen middelen overgeboekt vanaf het NGF.

Technisch

Onder deze post valt de in=uit-taakstelling. Per saldo is deze post nul. De in=uit-taakstelling is in het Financieel Jaarverslag van het Rijk volledig ingevuld.

Reservering coalitieakkoord

Op de aanvullende post zijn de coalitieakkoordmiddelen bij de Startnota gereserveerd. Bij de Voorjaarsnota is het grootste deel voor 2022 toegevoegd aan de begrotingen. Bij de Najaarsnota is een deel van de middelen voor de Lelylijn (5,5 miljoen euro) niet tot besteding gekomen.

Overig

Onder deze post vallen middelen voor de loon-en prijsbijstelling die bij de Voorjaarsnota zijn gereserveerd en die bij de volgende begrotingsmomenten toegekend zijn aan de verschillende begrotingen onder het investeringsplafond.

Licence