Base description which applies to whole site

4.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Een duurzaam en veilig beheer en gebruik van het water-bodemsysteem met als doel richting en invulling te geven aan vraagstukken op het gebied van bodemkwaliteit, drinkwatervoorziening, grondwater, bodemdaling, duurzaam bodembeheer in de landbouw, kabels en leidingen en bodemenergie. Dit dient te gebeuren in relatie met maatschappelijke opgaven als energietransitie en klimaatadaptatie en vanuit de bredere samenhang met de structurerende keuzes van Water en Bodem Sturend in vertaling naar uitvoerbaar en toekomstbestendig beleid. Daarnaast is het beleid gericht op het tot stand brengen van een betrouwbare en betaalbare drink- en afvalwatervoorziening in Caribisch Nederland.

Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid

In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de totale verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van dit artikel. De onderverdeling naar de financiële instrumenten is opgenomen in de totaal tabel van de budgettaire gevolgen van beleid.

Tabel 18 Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

Verplichtingen

35.953

73.935

117.403

127.442

187.594

118.942

68.652

        

Uitgaven

35.188

79.900

115.153

109.413

140.358

154.175

‒ 13.817

        

Uitgaven onderverdeeld per artikelonderdeel

       

4 Ruimtegebruik bodem

31.841

77.902

113.283

109.413

140.358

154.175

‒ 13.817

5 Eenvoudig Beter

3.347

1.998

1.869

0

0

0

0

        

Ontvangsten

234

0

51

107

1.527

0

1.527

In onderstaande tabel is een overzicht en toelichting opgenomen op de rol en verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij Bodem en Ondergrond. Voor een nadere toelichting op de verschillende typologieën stimuleren, regisseren, financieren en (doen) uitvoeren wordt verwezen naar de leeswijzer

Tabel 19 Rol en verantwoordelijkheden

Rol

Toelichting

Stimuleren

Het Rijk bevordert de investeringen in de kwaliteit van bodem en ondergrond door middel van:– Bevorderen van de duurzame kwaliteit van het doelmatig gebruik van het bodem- en watersysteem.– De uitvoeringsprogramma’s van de bestuurlijke afspraken bodem met andere overheden.– Efficiënt beschermen van drinkwaterbronnen door het landelijk faciliteren/stimuleren van de totstandkoming van gebiedsdossiers.

Financieren

Het Rijk draagt financieel bij in de uitvoering door decentrale overheden van de spoedopgave en buitenproportionele opgave bodemsanering. Daarnaast subsidieert het Rijk een deel van bodemsaneringen in eigen beheer door bedrijven. Ook draagt het Rijk financieel bij aan kennisontwikkeling in het kader van de bestuurlijke afspraken bodem.Subsidiering drinkwatertarieven op Caribisch Nederland en investeringen in de drinkwatervoorziening op Bonaire en Sint Eustatius en rioolwaterzuiveringsinstallatie op Bonaire.

Regisseren

De Minister van IenW heeft voor Bodem en Ondergrond een systeem - en stelselverantwoordelijkheid en is daarbij enerzijds verantwoordelijk voor het systeem van wet- en regelgeving omtrent beheer en gebruik van bodem, ondergrond en water en stimuleert anderzijds de investeringen en de bescherming daarvan en draagt zo bij aan een veilig leefbaar en bereikbaar Nederland. Het gaat daarbij om:– Ondersteunen van de decentrale overheden bij het uitvoeren van de bodemtaken onder de Omgevingswet.– Het proces waarbij de decentrale overheden in staat worden gesteld om uiterlijk in 2030 de bodemverontreiniging-problematiek te beheersen.– Ontwikkeling van regelgeving en kennis van de bodem en ondergrond. Deze ontwikkeling ondersteunt het beleid van bodem en ondergrond als basis voor maatschappelijke opgaven en faciliteert de toepassing daarvan door de andere overheden. Dit geldt ook voor nieuwe bodembedreigende stoffen, zoals PFAS.– Verkenning en uitwerking van een betere aansluiting van de stoffenregelgeving bodem met de andere milieudomeinen water en lucht.– Toezicht op en de handhaving van wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Handhaving en Toezicht).– Het programma Versterking bodemstelsel dat bijdraagt aan bescherming van de bodemkwaliteit door herstel van vertrouwen; Verbetering van het Kwalibo-stelsel; Invulling van de systeemverantwoordelijkheid; Verbeteren van vergunningverlening, toezicht en handhaving; Versterken van de organisatie, kennis en samenwerking.

(doen) uitvoeren

Het Rijk voert in eigen beheer de hersanering uit van het EMK-terrein. Overige saneringen worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van decentrale bevoegde gezagen.

De budgetten voor de afspraken over Bodem en Ondergrond worden deels verdeeld via het Provincie- en Gemeentefonds en deels via subsidies en specifieke uitkeringen. Gedurende de looptijd van de afsprakenperiode wordt aan RWS gerapporteerd over de bereikte resultaten. RWS monitort de voortgang van de aanpak van bodemverontreiniging met onaanvaardbare risico’s en publiceert hierover jaarlijks een rapportage. Actuele beleidsinformatie is beschikbaar op de website van IPLO.

Door de bevoegde overheden wordt in het kader van Wet bodembescherming28aan RWS gerapporteerd over de voortgang van de aanpak van de zogenaamde spoedopgave. Verder verstrekken de bevoegde overheden jaarlijks informatie aan de minister over de voortgang van de activiteiten waarover subsidie is ontvangen.

De aangekondigde pilot van de Algemene Methodiek voor niet-genormeerde stoffen heeft vertraging opgelopen in 2022 en 2023 als gevolg van oorzaken van interne, externe en inhoudelijke aard. Zo bestaat de pilot uit een omvangrijk (water)bodemonderzoek. Begin 2024 is de opdracht gegeven voor het pilot onderzoek en is dit nominaal verlopen. Het RIVM verwacht dat de resultaten begin 2026 beschikbaar zullen zijn.

Onderstaand wordt ingegaan op de beleidsconclusies ten aanzien van bodem en ondergrond.

Programma Bodem en Ondergrond

Het Programma Bodem, Ondergrond en Grondwater, zoals aangekondigd in de NOVI, heeft als doel het duurzaam veilig en efficiënt gebruik van bodem, ondergrond en grondwater te bevorderen. Het ministerie van IenW is coördinator van het programma, vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid voor het bodem-watersysteem. Het programma wordt in samenwerking met betrokken departementen en decentrale overheden ingevuld. Het programma bouwt voort op de structurerende keuzes uit «Water en Bodem Sturend» en het convenant en de bestuurlijke afspraken en samenwerkingsagenda Bodem en Ondergrond 2022-2030.

In 2024 hebben verschillende werksessies plaatsgevonden. Op 25 april 2024 vond er via een webinar een brede stakeholdersessie plaats en op 21 mei 2024 een expertbijeenkomst. Bij deze bijeenkomsten is noodzakelijke input opgehaald voor de uitwerking van de programmalijnen. Deze worden in de volgende stappen verder uitgewerkt. Het eerste resultaat hiervan is de contourennotitie die in november 2024 met de Tweede Kamer gedeeld is.

Vitale bodems

In 2024 zijn de onderhandelingen over een voorstel voor een bodemmonitoringsrichtlijn onder het Belgisch voorzitterschap voortgezet en is er een akkoord over de richtlijn bereikt in de milieuraad van 17 juni. Het Pools Voorzitterschap heeft aangegeven het voorstel verder te willen brengen in 2025. Uitgangspunt van de richtlijn is dat de bodem dezelfde bescherming verdient als water en lucht. Schattingen geven aan dat 60-70% van de bodems in de EU niet vitaal zijn.  De inzet van de Europese Unie is dat in 2050 alle bodemecosystemen weer vitaal zijn. Vitale bodems zijn essentieel om klimaatneutraliteit te bereiken en weerbaarder te worden tegen klimaatverandering, om een schone en circulaire economie te ontwikkelen, het biodiversiteitsverlies om te buigen, de menselijke gezondheid te beschermen, woestijnvorming te stoppen en bodemdegradatie te keren binnen Europa. De komende jaren zal gewerkt worden aan de uitwerking van deze richtlijn.

Herijking bodemregelgeving

De komende jaren wordt aan de herijking van de bodemregelgeving gewerkt. Solide, toekomstbestendige kaders in de regelgeving zijn nodig om aan te sluiten op de ontwikkelingen waar Nederland voor staat. De herijking bestaat uit twee fases. Fase 1 richt zich op het aanpakken van actuele knelpunten in de huidige uitvoeringspraktijk binnen het huidige wettelijke kader. Fase 2 betreft de noodzakelijke modernisering/ herinrichting van de bodem wet- en regelgeving om deze toekomstbestendig te maken. In 2024 zijn in het kader van fase 1 knelpunten in de uitvoeringspraktijk in beeld gebracht en oplossingsrichtingen geformuleerd. Ook is gestart met de scopebepaling van fase 2.

Programma Kwalibo

Het ministerie van IenW heeft de afgelopen jaren samen met private en publieke partijen gewerkt aan de verbetering van het Kwalibo-stelsel (Kwaliteitsborging bij bodemintermediairs). Eind 2024 is dit verbetertraject afgerond. De meeste verbetermaatregelen zijn geïmplementeerd. Tevens is de samenwerking geïntensiveerd. Deze publiek-private samenwerking wordt voortgezet.

Hersanering EMK-terrein

In 2024 is na een lange aanloopfase en heroriëntatie gestart met de hersanering van het EMK-terrein. De heroriëntatie heeft ertoe geleid dat er aanvullende werkzaamheden nodig zijn. De oorspronkelijke overeenkomst met de opdrachtnemer is daarvoor in 2024 gewijzigd. De Tweede Kamer is hierover in juni geïnformeerd (30 015, 35 334, nr. 122). Het betreft één van de grootste en meest complexe bodemsaneringen van Nederland. Er wordt gesaneerd in een hal om de overlast voor de omgeving zo beperkt mogelijk te houden. De hal wordt gedurende de totale looptijd van de bodemsanering in totaal vijf keer verplaatst. De eerste halfase is in november afgerond. Voorafgaand aan de start van de sanering zijn op 12 en 13 april vorig jaar open dagen georganiseerd. Na afloop van de sanering wordt het terrein overgedragen aan de gemeente Krimpen a/d IJssel en krijgt het een nieuwe bestemming als bedrijventerrein.

Subsidies drink- en afvalwatervoorziening Caribisch Nederland

  • DrinkwaterDoor de kleinschaligheid en dure processen om drinkwater uit zeewater te maken, zijn de kosten voor drinkwater op Bonaire, Sint Eustatius en Saba hoog. Om de toegankelijkheid van drinkwater te borgen en de inwoners tegemoet te komen in de hoge kosten van drinkwater, is er de afgelopen jaren door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat subsidie verleend. Dit betekent dat het vaste tarief voor drinkwater op Bonaire en Sint Eustatius ongeveer $ 7,50 bedraagt (in plaats van het werkelijke tarief van respectievelijk $ 47 en $ 95). Voor Saba wordt de prijs van 3 en 5 gallon flessen verlaagd van resp. $ 16 en $ 19 naar $ 2,50 en $ 3,25.

    Met het koopkrachtpakket van de Miljoenennota 2024 is de subsidie in 2024 eenmalig aangevuld om de vaste kosten voor drinkwater met 40-50% te verlagen ten opzichte van de reeds gesubsidieerde tarieven.

    Het ministerie van IenW kan ook subsidies verstrekken voor incidentele investeringen in de drinkwatervoorziening in Caribisch Nederland. In 2024 zijn o.a. investeringen gedaan voor het verbeteren en uitbreiden van het  drinkwaternet op Sint Eustatius. Deze investeringen dragen bij aan een betrouwbare, toegankelijke en duurzame voorziening zoals bedoeld in de Wet elektriciteit en drinkwater BES.

  • AfvalwaterHet Ministerie van IenW heeft in het kader van de Wet Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer BES (Wet VROM BES) het Natuur- en mileubeleidsplan 2020-2030 (NMBP) medeondertekend en staat daarmee mede aan de lat om de doelen daarin te realiseren. Hieronder valt ook het duurzamer maken van het afvalwaterbeheer.

    In 2024 is een bijzondere uitkering van € 2.342.000,- verstrekt aan het Openbaar Lichaam Sint Eustatius voor de aanleg en implementatie van een centrale afvalwaterzuiveringsinstallatie. Ook is USD 135.000,- verstrekt aan het Openbaar Lichaam Saba voor een analyse van het grondwatersysteem op het eiland en hoe verontreiniging uit beerputten zich via die route verspreidt naar het (mariene) milieu. Aan het Openbaar Lichaam Bonaire is een bijdrage van 1 miljoen euro geleverd voor de exploitatiekosten van de rioolwaterzuiveringsinstallatie.

Grondwater

Zoals in het advies van de Studiegroep Grondwater reeds werd aangegeven, staat de beschikbaarheid van zoet grondwater van voldoende kwaliteit voor toekomstige generaties onder druk. Ook uit de Tussenevaluatie van de Kaderrichtlijn Water (2024) blijkt dat situatie van het grondwater, zowel kwaliteit als kwantiteit, steeds verder verslechterd. Een omslag is nodig om de duurzame bescherming van de grondwater te borgen. Er is onvoldoende zicht op de hoeveelheid grondwater die wordt onttrokken, waardoor het lastig is hier beter grip op te krijgen. Ook ontbreekt het aan voldoende zicht op de verontreiniging van het bovenste grondwater. Verontreinigingen van het grondwater verplaatsen zich ondertussen langzaam naar diepere lagen en vormen een bedreiging o.a. drinkwatervoorziening uit grondwater. Om deze knelpunten aan te pakken zijn, vaak samen met de regionale grondwaterbeheerders, de eerste stappen gezet. Zo is er instemming om samen tot een ‘signaleringsmeetnet’ voor grondwaterkwaliteit te komen in het bovenste grondwater, om zo eerder de grondwaterverontreinigingen in beeld te krijgen en hierop te kunnen acteren. Daarnaast is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de vergunning-meldingsplicht voor grondwateronttrekkingen meer uniform te maken. Daarbij is ook gekeken naar de mogelijkheden voor het periodiek herzien van deze vergunningen. IenW werkt op dit moment aan het programma Bodem, Ondergrond en Grondwater. In dit programma worden onder andere de begrenzing en bescherming van de Nationale Grondwater Reserves (NGR) vastgelegd. Deze diepe en schone grondwatervoorraden kunnen ingezet worden voor de drinkwatervoorziening op de langere termijn (na 2050) en tijdens extreme crisisscenario’s als calamiteitenvoorziening. Vanwege de toenemende druk op de drinkwatervoorziening, is dit van groot belang.

Tabel 20 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 Bodem en Ondergrond (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 
 

2020

2021

2022

2023

2024

2024

2024

 

Verplichtingen

35.953

73.935

117.403

127.442

187.594

118.942

68.652

1

         

Uitgaven

35.188

79.900

115.153

109.413

140.358

154.175

‒ 13.817

 
         

4 Ruimtegebruik bodem

31.841

77.902

113.283

109.413

140.358

154.175

‒ 13.817

 

Opdrachten

10.703

7.754

7.118

12.275

21.485

28.778

‒ 7.293

2

Bodem en STRONG

5.329

4.645

4.614

8.316

17.612

17.744

‒ 132

 

RWS Leefomgeving

5.374

3.109

1.823

2.082

2.101

2.740

‒ 639

 

Fysieke Leefomgeving Omgevingswet (FLOW)

0

0

0

76

109

5.824

‒ 5.715

 

Overige Opdrachten

0

0

681

1.801

1.663

2.470

‒ 807

 

Subsidies

10.202

14.087

20.406

20.062

26.488

26.485

3

 

Bedrijvenregeling

2.088

3.943

7.678

7.012

16.085

16.000

85

 

Subsidies Caribisch Nederland

8.114

10.144

10.912

11.609

9.295

9.135

160

 

Overige subsidies

0

0

1.816

1.441

1.108

1.350

‒ 242

 

Bijdragen aan agentschappen

3.736

3.825

7.628

10.883

8.044

8.668

‒ 624

 

Waarvan bijdragen aan RWS

3.736

3.825

3.869

5.489

4.440

4.154

286

 

Waarvan bijdragen aan RIVM

0

0

3.759

5.394

3.604

4.514

‒ 910

 

Bijdragen aan medeoverheden

7.200

52.176

78.125

66.193

84.341

90.236

‒ 5.895

3

Meerjarenprogramma Bodem

7.200

52.032

78.125

66.193

81.867

90.236

‒ 8.369

 

Bijdragen aan Caribisch Nederland

0

0

0

0

2.474

0

2.474

 

Overige bijdrage aan medeoverheden

0

144

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter)nationale ogranisaties

0

60

7

0

0

8

‒ 8

 
       

0

 

5 Eenvoudig Beter

3.347

1.998

1.869

0

0

0

0

 

Opdrachten

202

0

0

0

0

0

0

 

Overige Opdrachten

202

0

0

0

0

0

0

 

Subsidies

0

0

0

0

0

0

0

 

Bijdragen aan agentschappen

3.145

1.998

1.869

0

0

0

0

 

Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

3.145

1.998

1.869

0

0

0

0

 
       

0

 

Ontvangsten

234

0

51

107

1.527

0

1.527

 

Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en ontvangsten een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De hogere realisatie van het verplichtingenbudget van per saldo € 68,7 miljoen is met name het gevolg van de introductie van de meerjarige SPUK-regeling voor bodemsanering. Per saldo is € 103,2 miljoen aan verplichtingenruimte naar voren gehaald ten behoeve van een 2-jaarlijkse openstelling van de spuk-regeling. De overige mutaties van per saldo ‒ € 34,5 miljoen hangen samen met de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

  • 2. De lagere realisatie (- € 7,3 miljoen) op opdrachten is met name het gevolg van de overboeking van € 5,7 miljoen naar het ministerie van BZK ter dekking van de uitvoeringskosten van het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Overige mutaties verklaren het resterende verschil van ca. € 1,6 miljoen.

  • 3. De per saldo lagere realisatie (- € 5,9 miljoen) van de bijdragen aan medeoverheden wordt veroorzaakt door een overboeking van ‒ € 8,6 miljoen naar het gemeente- en provinciefonds voor de apparaatskosten van gemeenten en provincies voor uitvoering van taken op grond van de wet Bodembescherming. Daarnaast is een aantal bijzondere uitkeringen aan Caribisch Nederland gedaan voor afvalwaterbeheer (€ 2,5 miljoen), die in de ontwerpbegroting niet als bijdrage geraamd waren. Overige mutaties verklaren het resterende verschil van € 0,2 miljoen.

Onderstaand is per artikelonderdeel, zoals opgenomen in de budgettaire tabel, voor de financiële instrumenten zoveel mogelijk aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het jaar 2024 is aangewend.

4. Ruimtegebruik bodem (€ 140,4 miljoen)

De volgende financiële instrumenten zijn ingezet:

Opdrachten (€ 21,5 miljoen).

  • Bodem en STRONG (€ 17,6 miljoen). De uitgaven voor opdrachten hadden met name betrekking op de sanering van het Stormpolderdijk terrein te Krimpen aan den IJssel waarvoor het ministerie zelf opdrachtgever is.

  • RWS Leefomgeving (€ 2,1 miljoen). Betreft uitgaven ter dekking van de opdrachten aan RWS in het kader van de Fysieke Leefomgeving en de Omgevingswet voor BOA en onderzoeken omtrent waterkwaliteit.

  • Fysieke Leefomgeving en de Omgevingswet (€ 0,1 miljoen).

    Hieronder waren onder andere geraamd de bijdragen aan het Serviceteam Rijk Omgevingswet (BZK) dat als opdracht heeft de regelgeving van het Rijk onder de Omgevingswet te digitaliseren, de kosten inzake de beheerovereenkomst Digitaal Stelsel Omgevingswet-Landelijke Voorziening en het Informatiepunt Leefomgeving, waarvoor de middelen zijn overgeboekt naar BZK.

  • Overige opdrachten (€ 1,7 miljoen). Tenslotte zijn opdrachten verleend voor beleidsinhoudelijke onderzoeken en evaluaties aan derden op het gebied van bodem, ondergrond, bodemenergie en Caribisch Nederland.

Subsidies (€ 26,5 miljoen).

  • Bedrijvenregeling (€ 16,1 miljoen). Op grond van de Wet bodembescherming en het Besluit financiële bepalingen bodemsanering zijn subsidies ten behoeve van saneringsmaatregelen van bedrijven verstrekt.

  • Subsidies voor Caribisch Nederland (€ 9,3 miljoen).Betreft subsidies voor een betaalbare drinkwatervoorziening in Caribisch Nederland. De subsidies zijn verleend aan de nutsbedrijven op Bonaire en Sint Eustatius, zodat zij de vaste drinkwatertarieven per maand kunnen verlagen t.o.v. de kostprijs. Op Saba is de subsidie verleend aan het Openbaar Lichaam (dat zelf de drinkwatervoorziening beheert) ten einde de distributiekosten van Reverse Osmosis en de kosten van gebotteld drinkwater te verlagen en daarmee ook de tarieven voor de inwoners t.o.v. de kostprijs te verlagen. Tevens zijn er subsidies verleend voor investeringen in de drinkwatervoorziening op Bonaire en Sint Eustatius en voor de afvalwatervoorziening op Bonaire (RWZI).

  • Overige subsidies (€ 1,1 miljoen). Betreft subsidies aan de Land-en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) om de financiering voor de bemensing van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) te verlengen. Het DAW is een programma om agrariërs te stimuleren om maatregelen te nemen voor schoner en voldoende water, o.a. door middel van demobedrijven, pilotprojecten en communicatie met en naar boeren.

Bijdragen aan agentschappen (€ 8,0 miljoen).

  • Rijkswaterstaat (€ 4,4 miljoen). Aan de Uitvoeringsorganisatie bodem en ondergrond van Rijkswaterstaat zijn bijdragen verstrekt voor het verrichten van en ondersteuning van de beleidsontwikkeling op het gebied van bodem en ondergrond en voor de ondersteuning van de uitvoering van de bodemtaken onder de omgevingswet.

  • RIVM (€ 3,6 miljoen). De bijdrage aan het RIVM is ingezet voor opdrachten met betrekking tot Bodem en Ondergrond, waaronder onderzoeken naar zeer zorgwekkende stoffen zoals PFAS.

Bijdragen aan medeoverheden (€ 84,3 miljoen).

  • Meerjarenprogramma Bodem (€ 81,9 miljoen)Tussen het Rijk en de andere overheden (Het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW) ) zijn eind 2022 bestuurlijke afspraken gemaakt over een meerjarige aanpak voor de uit te voeren saneringen. De uitgaven hebben betrekking op de afronding van de aanpak van de historische bodemverontreinigingen en op de aanpak van andere bodemverontreinigingen waarvan de problematiek niet door een lokale overheid alleen gedragen kan worden, waaronder ook PFAS en lood. Daarnaast heeft het Rijk in het verleden afspraken gemaakt met individuele lokale overheden over de financiering van enkele specifieke bodemsaneringslocaties, die ook in 2024 nog doorliepen.Tevens zijn er bijdragen verleend in het kader van de bestuurlijke afspraken bodem en ondergrond ten behoeve van kennisontwikkeling en -deling en een efficiencyimpuls in de dagelijkse uitvoering van bodemtaken door bevoegde gezagen en omgevingsdiensten.

  • Bijdragen Caribisch Nederland (€ 2,5 miljoen)In 2024 zijn bijdragen verstrekt aan Caribisch Nederland ten behoeve van een centrale afvalwaterzuiveringsinstallatie op St Eustatius en afvalwater- en regenwaterbeheer op de eilanden.

28

Vanaf 2024 via het overgangsrecht Aanvullingswet bodem Omgevingswet,

Licence