Budgettaire gevolgen van beleid
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) | Mutaties suppletoire begroting september (2) | Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) | ||
---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 11.134.654 | 357.611 | 11.492.265 |
Uitgaven | 11.406.084 | 357.611 | 11.763.695 | |
3.1 | Afdrachten aan de Europese Unie | 6.505.182 | 239.150 | 6.744.332 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 6.505.182 | 239.150 | 6.744.332 | |
BNI-afdrachten | 4.719.942 | 289.088 | 5.009.030 | |
BTW-afdrachten | 1.527.720 | ‒ 28.427 | 1.499.293 | |
Plastic-grondslag | 257.520 | ‒ 21.511 | 236.009 | |
3.2 | Europees Ontwikkelingsfonds | 38.644 | 0 | 38.644 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 38.644 | 0 | 38.644 | |
Europees Ontwikkelingsfonds | 38.644 | 0 | 38.644 | |
3.3 | Een hechtere Europese waardengemeenschap | 23.984 | 0 | 23.984 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 23.984 | 0 | 23.984 | |
Raad van Europa | 16.723 | 0 | 16.723 | |
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank | 7.261 | 0 | 7.261 | |
3.4 | Versterkte Nederlandse positie in de Unie | 7.023 | 0 | 7.023 |
Subsidies (regelingen) | 348 | 0 | 348 | |
EIPA | 348 | 0 | 348 | |
Opdrachten | 1.625 | 0 | 1.625 | |
Europa College beurzenprogramma | 190 | 0 | 190 | |
EU-sanctiebeleid | 1.435 | 0 | 1.435 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 5.050 | 0 | 5.050 | |
Benelux bijdrage | 5.050 | 0 | 5.050 | |
3.5 | Europese Vredesfaciliteit | 267.046 | 0 | 267.046 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 267.046 | 0 | 267.046 | |
Europese Vredesfaciliteit | 267.046 | 0 | 267.046 | |
3.6 | Invoerrechten aan de Europese Unie | 4.564.205 | 118.461 | 4.682.666 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 4.564.205 | 118.461 | 4.682.666 | |
Invoerrechten | 4.564.205 | 118.461 | 4.682.666 | |
Ontvangsten | 2.326.392 | 63.788 | 2.390.180 | |
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) | Mutaties suppletoire begroting september (2) | Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) | ||
---|---|---|---|---|
Art. | Ontvangsten | 2.326.392 | 63.788 | 2.390.180 |
3.10 | Diverse ontvangsten EU | 1.141.041 | 63.788 | 1.204.829 |
Diverse ontvangsten EU | 1.141.041 | 63.788 | 1.204.829 | |
Invoerrechten | 1.141.041 | 29.330 | 1.170.371 | |
Overige ontvangsten EU | 0 | 34.458 | 34.458 | |
3.11 | Europees herstelfonds | 1.185.101 | 0 | 1.185.101 |
Europees herstelfonds | 1.185.101 | 0 | 1.185.101 | |
Europees herstelfonds | 1.185.101 | 0 | 1.185.101 | |
3.30 | Restitutie Raad van Europa | 250 | 0 | 250 |
Restitutie Raad van Europa | 250 | 0 | 250 | |
Restitutie Raad van Europa | 250 | 0 | 250 |
Toelichting
Uitgaven
Artikelonderdeel 3.1
Technische aanpassingen
Ieder jaar doet de Commissie, conform artikel 4 van de MFK-verordening, een aantal technische aanpassingen aan het MFK die gevolgen hebben voor de MFK-plafonds en de inzet van speciale instrumenten.
De raming van de Nederlandse EU-afdrachten is gebaseerd op het maximale MFK-betalingenplafond en de maximale inzet van de speciale instrumenten bij het MFK. In het voorstel voor de EU-jaarbegroting voor 2026 wordt net als 2025 het verwachte betalingenniveau onder het MFK-betalingenplafond voorgesteld. De Commissie raamt de betalingen op EU-niveau ca. EUR 21,8 miljard onder het maximale MFK-betalingenplafond zoals opgenomen in de raming van de Nederlandse afdrachten aan de EU-begroting. Om een realistisch beeld te schetsen van de te verwachten Nederlandse afdracht aan de Unie wordt de raming hierop aangepast. Dit leidt vooruitlopend op het uiteindelijke akkoord over de EU-begroting voor 2026 tot een lagere Nederlandse raming van EUR 0,9 miljard euro in 2026.
Ook worden in de technische aanpassing ook de speciale instrumenten en de boete-opbrengsten geactualiseerd. Deze aanpassingen hebben gevolgen voor het MFK-betalingenplafond. Deze aanpassing heeft een opwaarts effect op de raming van de Nederlandse bni-afdracht van EUR 29 miljoen in 2025 en een neerwaarts effect van EUR 57 miljoen in 2026 en EUR 71 miljoen in 2027.
Ten slotte vindt een kasschuif plaats voor de Oekraïne reserve van EUR 58 miljoen vanuit 2025 naar 2027.
DAB 2 2025 (lenteraming)
In de DAB2 2025 actualiseert de Commissie de begroting onder meer op basis van de meest recente economische ramingen voor de eigen middelen, die zijn vastgesteld in het Advisory Committee on Own Resources (ACOR). Dit heeft een effect op de raming van de invoerrechten en de plastic-, btw- en bni-afdracht.
De raming van de bni-afdracht stijgt met EUR 126 miljoen in 2025. Het Nederlandse bni-aandeel wordt geraamd op 6,4%. Dit leidt tot een stijging van de bni-afdracht. Als gevolg van ACOR liggen de Nederlandse grondslagen voor de btw- en plastic-afdracht lager dan eerder verwacht, wat leidt tot een neerwaartse bijstelling. Ook op EU-niveau liggen de grondslagen voor btw en plastic lager, dit leidt tot een hogere bni-afdracht. De Commissie raamt ook lagere invoerrechten als gevolg van ontwikkelingen in de handel. Dit leidt tot een stijging in de bni-afdracht omdat de bni-afdracht de sluitpost van de Europese begroting is.
In de DAB2 2025 actualiseert de Commissie ook de verwachte Nederlandse VK-bijdrage uit hoofde van het Terugtrekkingsakkoord en de overige ontvangsten (boete-inkomsten). Deze bijdrage valt voor 2025 lager uit dan waar in de raming van de Nederlandse EU-afdrachten rekening mee werd gehouden. Dit leidt tot een hogere bni-afdracht (EUR 1,6 miljoen in 2025).
Verwerking Europese ontwerpbegroting 2026
De Commissie actualiseert in de jaarbegroting voor 2026 ook de cijfers voor de bni-kortingen die Nederland en enkele andere lidstaten ontvangen op de bni-afdracht op basis van de meest recente deflator voor het bbp, zoals vastgelegd in het Eigenmiddelenbesluit. Dit leidt tot een verlaging van de raming van de bni-afdracht van circa EUR 16 miljoen per jaar van 2026 t/m 2030.
Artikelonderdeel 3.6
Als gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van de MEV-cijfers is de raming voor de EU-invoerrechten met EUR 108 miljoen naar boven bijgesteld voor 2025. Deze bijstelling heeft ook een meerjarig effect dat verwerkt is in de begroting.
Daarnaast zijn er nabetalingen gedaan over de Traditionele Eigen Middelen (TEM). Dit leidt tot een opwaartse bijstelling van de raming met EUR 10,4 miljoen in 2025.
Ontvangsten
Artikelonderdeel 3.10
Als gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van de MEV-cijfers stijgt de perceptiekostenvergoeding en daarmee de ontvangsten met EUR 27 miljoen in 2025. De bijstelling van de raming heeft ook een meerjarig effect dat verwerkt is in de begroting.
Daarnaast krijgt Nederland EUR 34,2 miljoen terug als gevolg van de verrekening van het onder voorbehoud betaalde voorschot op invoerrechten van de Lage Waarde Textiel en Schoenen casus. Ook heeft Nederland op nog twee kleinere casussen ongeveer EUR 0,2 miljoen terugontvangen. Deze bedragen worden in mindering gebracht op de maandelijkse afdrachten.