Base description which applies to whole site

3.6 Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

Megaprojecten zijn door de Tweede Kamer aangewezen grote projecten (grootprojectstatus). De aanwijzing van grote projecten gebeurt op basis van artikel 2 van de Regeling Grote Projecten. De grootprojectstatus behelst dat de Regeling Grote Projecten van toepassing is, die voorschrijft dat de Minister ten minste halfjaarlijks de Tweede Kamer informeert over de voortgang en verantwoording aflegt via een Voortgangsrapportage.

Onder dit artikel vallen de megaprojecten Verkeer en Vervoer:

  • Programma ERTMS;

  • Zuidasdok;

  • Programma Hoogfrequent Spoorvervoer.

Het projectartikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 14 Wegen en Verkeersveiligheid, 16 Openbaar Vervoer en Spoor en 18 Scheepvaart en havens op de beleidsbegroting Hoofdstuk XII.

Tabel 59 Budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Verplichtingen

816.158

1.625.138

801.030

1.180.860

238.112

383.645

176.206

Uitgaven

578.030

560.267

591.006

720.610

670.735

798.175

591.343

17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

183

0

     

17.07 ERTMS

147.619

133.476

182.509

201.835

159.612

326.764

131.929

17.07.01 Aanleg ERTMS

147.354

133.474

182.509

201.835

159.612

326.764

131.929

17.07.02 Planning en studies ERTMS

265

2

0

    

17.08 Zuidasdok

160.837

253.079

273.234

348.897

308.264

265.998

258.734

17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

269.391

173.712

135.263

169.878

202.859

205.413

200.680

17.10.01 Aanleg PHS

260.189

170.007

131.339

160.276

183.229

174.603

147.071

17.10.02 Planning en studies PHS

9.202

3.705

3.924

9.602

19.630

30.810

53.609

Ontvangsten

69.663

98.864

84.434

69.984

90.701

71.291

75.878

17.09 Ontvangsten

69.663

98.864

84.434

69.984

90.701

71.291

75.878

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2026 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2026. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.

Tabel 60 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 17
 

2026

Juridisch verplicht

99%

Bestuurlijk gebonden

1%

Beleidsmatig gereserveerd

 

Niet-juridisch verplicht / vrij te besteden

 

17.07 European Rail Traffic Management System (ERTMS)

Motivering

De Ontwikkelagenda Toekomstbeeld OV 2040 (Kamerstukken II 202/21, 23645, nr. 746) zet erop in lange termijn keuzes voor het OV met bijdragen aan wonen, werken en recreëren in een duurzaam en welvarend Nederland te realiseren. Het digitaliseren van het treinbeveiligingssysteem is een van de bouwstenen om de doelen van Toekomstbeeld OV te bereiken. Het vervangen van het analoge huidige systeem, dat stamt uit de jaren ’50-60, door de digitale Europese standaard wordt vormgegeven binnen het groot project ERTMS. Deze vervanging sluit aan bij het algemene uitgangspunt om prioriteit te geven aan de instandhouding van het bestaande netwerk. Met deze beslissing wordt ook invulling gegeven aan Europese afspraken over de aanleg van ERTMS op de belangrijkste nationale en internationale verbindingen (TEN-T kernnetwerk). Daarnaast biedt ERTMS meer mogelijkheden dan de huidige treinbeveiliging, zoals meer veiligheid, de mogelijkheid om meer treinen te laten rijden, en op termijn automatisch rijden.

Producten

Op 17 mei 2019 heeft het Kabinet de programmabeslissing ERTMS (Kamerstukken II 2018/19, 33652, n2. 65) genomen en besloten het huidige treinbeveiligingssysteem landelijk te vervangen door ERTMS. Tot en met 2030 worden door ProRail en vervoerders tientallen werkprocessen aangepast om treinen te kunnen laten rijden, circa 1.300 treinen en locomotieven omgebouwd of opgewaardeerd naar ERTMS en tenminste 15.000 gebruikers opgeleid. Ook zal het systeem en de operatie worden beproefd en uiteindelijk 345 km spoor op zeven baanvakken van ERTMS voorzien. Het kabinet heeft in 2019 tevens besloten structureel middelen te reserveren voor de uitrol van ERTMS in de rest van Nederland in de periode 2030-2050. Hiervoor zijn middelen gereserveerd op artikelonderdeel 11.03.

Zoals aangekondigd is gewerkt aan een herijking van de planning en kostenraming (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 33 652, nr. 88). In de herijking zijn ook de effecten van gebeurtenissen als de coronapandemie, de arbeidsmarktkrapte en bewegingen op de leveranciersmarkt (zoals overnames) op het programma meegenomen. Uit de herijking blijkt dat een hoger bedrag en langere tijd nodig zijn om de treinbeveiliging en gerelateerde systemen klaar te maken voor de toekomst. Een commissie van experts op het gebied van de implementatie van ERTMS of vergelijkbare systemen in andere landen heeft een second opinion uitgevoerd die dit beeld ondersteunt. De second opinion is de basis van de nieuwe Tranche-aanpak. Deze aanpak zorgt voor een gefaseerde implementatie met ruimte voor leren en bijsturen. Tijdens de twee proefbaanvakken worden waardevolle lessen opgedaan voor techniek, operatie en samenwerking die bij de rest van de uitrol gebruikt worden. Naast de geleerde lessen wordt er voor nieuwe tranches ook gekeken naar de mogelijkheid om nieuwe innovaties zoals FRMCS en ATO te implementeren. Bij Voorjaarsnota 2025 is de begroting bijgesteld ter verwerking van de budgettaire gevolgen van de nieuwe Tranche-aanpak.

Het programma ERTMS is door de Kamer aangewezen als Groot Project. De Kamer wordt daarom twee keer per jaar door middel van een voortgangsrapportage geïnformeerd. De laatste voortgangsrapportage van de staatssecretaris van IenW betreft de twintigste voortgangsrapportage (Kamerstukken II 2023/2024, 33562, nr. 92).

Tabel 61 Projectoverzicht behorende bij 17.07 ERTMS (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Openstelling

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

later

huidig

vorig

ERTMS

            

Aanleg

3.464

3.419

683

287

528

555

514

632

234

31

divers

divers

Planning en studies

90

90

90

0

0

0

0

0

0

0

divers

divers

Programma

3.555

3.509

773

287

528

555

514

632

234

31

  

Afrekening voorschotten

36

30

30

6

0

0

0

0

0

0

  

Begroting (MF 17.07)

3.590

3.539

803

292

528

555

514

632

234

31

  

Overprogrammering (-)

   

‒ 159

‒ 346

‒ 353

‒ 355

‒ 305

‒ 102

1.620

  

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

Er hebben geen significante wijzigingen in het projectbudget plaatsgevonden ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2025.

17.08 Zuidasdok

Motivering

De ruimtelijke ontwikkelingen in de corridor Haarlemmermeer-Almere en op de Zuidas versterken de toename van reizigers en verkeer. Door opening van de Noord-Zuidlijn, Hanzelijn en OV-SAAL neemt het aantal reizigers op station Amsterdam-Zuid toe. De vergroting van de stations capaciteit en kwalitatieve opwaardering van station Amsterdam Zuid is nodig om de groeiende reizigersstromen te accommoderen en te voldoen aan de NSP-kwaliteitsnorm. Om ruimte te bieden aan de uitbreiding van de ov-terminal en de wegcapaciteit te vergroten, wordt de A10 ondergronds gebracht en verbreed. Een investering in de ruimtelijke kwaliteit van de Zuidas draagt verder bij aan de versterking van een internationale toplocatie. In de Kamerbrief van 21 december 2023 is de Kamer geïnformeerd over een nieuw verwacht tekort op het project van € 600 ‒ 800 miljoen (Kamerstukken 32668, nr. 22). Bestuurders hebben de volledige scope van Zuidasdok in mei 2024 herbevestigd (Kamerstukken 36410).

Producten

  • Programmaorganisatie en voorbereiding (inclusief A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel, artikel 12.03.01 op het Mobiliteitsfonds);

  • Uitbreiding van de ov-terminal (regionaal ov en ketenmobiliteit);

  • Tunnel en uitbreiding van de wegcapaciteit A10-zuid;

  • Inrichting van de openbare ruimte en generieke uitgaven.

Tabel 62 Projectoverzicht behorende bij 17.08 Zuidasdok (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Openstelling

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

later

huidig

vorig

Zuidasdok

            

Generieke en ruimtelijke inrichting

66

66

66

0

0

0

0

0

0

0

2017

2017

Projectorganisatie en voorbereiding

629

622

291

49

45

38

37

32

29

108

2028-2029

2028-2029

Tunnel en A10

1.597

1.580

148

63

75

147

155

186

221

602

2028-2029

2028-2029

OVT incl. keerspoor

1.184

1.162

403

141

153

165

116

48

9

149

2028-2029

2028-2029

Afrondingen

            

Programma

3.475

3.430

908

253

273

350

308

266

259

859

2032-2036

2032-2036

Begroting (MF 17.08)

3.475

3.430

908

253

273

350

308

266

259

859

  

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

Er hebben geen significante wijzigingen in het projectbudget plaatsgevonden ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2025.

Overzicht van de bijdragen

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de financiering van het programma. Deze middelen kunnen tijdens de realisatieperiode integraal aan alle productuitgaven worden besteed. Tussentijds en achteraf zal inzichtelijk worden gemaakt waaraan de middelen zijn besteed (verantwoording).

Tabel 63 Overzicht van de bijdragen (bedragen x € 1 miljoen)

Projectomschrijving

Totaal

t/m 2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

later

Bijdragen Rijk

         

Bijdrage gemeente Amsterdam

435

128

43

37

37

43

38

41

68

Bijdrage Vervoersregio Amsterdam

354

104

32

30

31

36

32

34

55

Bijdrage Provincie Noord Holland

87

87

       

EU-ontvangsten

65

52

13

      

Bijdrage derden

118

33

0

16

1

10

0

0

58

Totaal programma

1.059

404

88

83

69

89

70

75

181

Begroting (MF 17.08)

         

17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Motivering

Vanaf 2018 heeft het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer de status van groot project. Op dit artikelonderdeel worden de uitgaven van PHS verantwoord. De basisrapportage, die voortvloeit uit de status van groot project, is in april 2019 naar de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II 2018-2019, 32 404, nr. 92). Sindsdien zijn er halfjaarrapportages naar de Kamer gestuurd, de laatste betreft de tweede helft van 2024 (VGR 2024-2, Kamerstuk 32404-127). Er wordt volgens de prognoses steeds meer gebruik gemaakt van het openbaar vervoer. Ook het spoorgoederenvervoer neemt toe. Dat vraagt om een aanpak om meer capaciteit te bieden en een hoogwaardig spoorvervoer mogelijk te maken. Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) heeft tot doel op de drukste trajecten in het land te komen tot hoogfrequent spoorvervoer en een toekomstvaste routering van het goederenvervoer met zo intensief mogelijk gebruik van de Betuweroute. Er gaan meer treinen rijden in de drukste delen van het land en er komt extra ruimte voor goederenvervoer op het spoor naast maatregelen om het gebruik van de Betuweroute nog extra te stimuleren. Het gaat om de volgende corridors en frequenties:

  • Alkmaar-Amsterdam (6 intercity’s en 6 sprinters);

  • Amsterdam-Utrecht-Eindhoven (6 intercity’s op de corridor en 6 sprinters tussen Utrecht en Geldermalsen);

  • Schiphol-Utrecht-Arnhem/Nijmegen (6 intercity’s op de corridor en 4 sprinters tussen Breukelen en Driebergen-Zeist);

  • Den Haag-Rotterdam-Breda (8 intercity’s en 6 sprinters tussen Den Haag en Rotterdam en 4 intercity’s tussen Rotterdam en Breda);

  • Breda-Eindhoven (4 intercity’s en 4 sprinters Breda-Tilburg);

  • Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (SAAL) Schiphol-Amsterdam Zuid-Almere-Lelystad (4 intercity’s en 4 sneltreinen tussen Flevoland, via Amsterdam Zuid, en Schiphol, 4 intercity’s tussen Schiphol, via Amsterdam Zuid, en Hilversum, 6 sprinters tussen Almere en Amsterdam Centraal, 4 sprinters tussen Hilversum/Gooi en Amsterdam Centraal);

  • Goederenroutering Zuid-Nederland.

Het PHS-programma en de diverse projecten die hier onderdeel van uit maken moeten de gewenste treinaantallen mogelijk maken in combinatie met een zo goed mogelijke dienstregeling (goede verdeling van de treinen over het uur, goede aansluitingen, combinatie met goederenvervoer e.d.). Daarbij is een belangrijk aandachtspunt dat de PHS-corridors onderdeel vormen van een samenhangend spoorwegnet en treindienstregeling, waarbij er vele afhankelijkheden bestaan en er in de loop der tijd rekening moet worden gehouden met nieuwe inzichten en ontwikkelingen. De uiteindelijke dienstregeling wordt conform de vervoerconcessie van IenW aan NS opgesteld door NS. NS stelt deze vast op basis van de daadwerkelijk beschikbare infrastructuur, de daadwerkelijk marktvraag per traject, overleg met betrokken overheden en consumentenorganisaties. De scope, planning en financiële stand van zaken (peildatum eind 2018) zijn opgenomen in de basisrapportage PHS; deze dient als referentie voor de opeenvolgende voortgangsrapportages over PHS die elk half jaar verschijnen. PHS is volledig opgenomen in de nieuwe HRN concessie 2025-2033 en zal stap voor stap worden ingevoerd.

Producten

Op 4 juni 2010 (Kamerstukken II 2009-2010, 32 404, nr. 1) heeft het kabinet een voorkeursbeslissing genomen over PHS. Sinds begin 2011 loopt de planuitwerking. PHS is een samenhangend en langlopend programma en wordt stap voor stap gerealiseerd. Fasegewijs zullen de frequenties worden verhoogd, als de benodigde infrastructuur dat mogelijk maakt. Inmiddels is een aantal projecten uitgevoerd en gaat PHS steeds verder in realisatie en worden onderdelen vastgelegd in subsidiebeschikkingen. In het MIRT overzicht is per onderdeel in realisatie een MIRT-blad opgenomen en is de voortgang van de diverse PHS onderdelen aangegeven. Elk halfjaar wordt in de opeenvolgende voortgangsrapportages PHS de inhoudelijke en financiële voortgang van PHS en de diverse corridors aangegeven. In de laatste VGR 2024-2 is aangegeven dat het PHS-programma in volle uitvoering is en meer dan 95% van het budget in 2025 verplicht is. Ook is duidelijk geworden dat een aantal belangrijke onderdelen eerst rond 2030-2031 gereed zullen zijn.

Tabel 64 Projectoverzicht behorende bij 17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Kasbudget

Indienststelling

Toelichting

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

later

huidig

vorig

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

           

Aanleg

             

PHS: Doorstroomstation Utrecht

253

253

253

0

0

0

0

0

0

0

2017

2017

 

PHS: Spooromgeving Geldermalsen

149

149

149

0

0

0

0

0

0

0

2021

2021

 

PHS: Meteren - Boxtel

825

805

132

59

45

120

115

124

103

127

2031

2028-2029

1

PHS: Rijswijk - Rotterdam

377

376

327

21

1

0

5

5

5

12

2024-2026

2023-2025

 

PHS Amsterdam

1088

1.068

296

82

114

96

116

105

88

193

2030-2032

2030-2032

2

PHS Ede

78

77

70

5

1

1

0

0

0

0

2022

2021

 

PHS: Amsterdam-Alkmaar

303

298

18

2

16

30

67

69

54

48

2029-2030

2027-2028

 

PHS maatregeken TEV

147

145

38

17

29

21

25

9

5

3

divers

divers

 

PHS: Nijmegen West-Entree

213

200

21

23

34

43

37

15

20

21

2028

2027

3

OV-SAAL korte termijn

630

630

630

0

0

0

0

0

0

0

2016

2016

 

OV-SAAL middellange termijn

98

98

98

0

0

0

0

0

0

0

2026-2028

2026-2028

 

PHS: Overige maatregelen (projecten < € 50 miljoen)

250

229

128

18

33

27

29

8

5

1

divers

divers

4

Planning en studies

             

Diverse corridors

643

685

          

5

Programma

5.052

5.013

2.160

227

274

339

392

334

280

404

   

Afrekening voorschotten

106

97

97

9

0

0

0

0

0

0

   

Begroting (MF 17.10.10)

5.158

5.110

2.257

236

274

339

392

334

280

404

   

Overprogrammering (-)

   

‒ 68

‒ 142

‒ 178

‒ 232

‒ 190

‒ 183

993

   

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • 1. Meteren-Boxtel: het projectbudget is verhoogd met € 7,6 miljoen in verband met opgetreden prijsstijgingen veroorzaakt door de delta toegekende IBOI 2024 versus de CBS index 2024.

  • 2. Amsterdam CS: het projectbudget is verhoogd met € 6,1 miljoen in verband met opgetreden prijsstijgingen veroorzaakt door de delta toegekende IBOI 2024 versus de CBS index 2024.

  • 3. Nijmegen en West-entree: het projectbudget is verhoogd met € 2 miljoen in verband met opgetreden prijsstijgingen veroorzaakt door de delta toegekende IBOI 2024 versus de CBS index 2024.

  • 4. Overige maatregelen < € 50 miljoen: de kosten bij het deelproject PHS Culemborg bleken tijdens het aanbestedingsproces en de verdere uitwerking van de werkzaamheden € 1,5 miljoen hoger uit te vallen. De damwanden bleken minder efficiënt te plaatsen en moesten dieper de grond in, met zowel extra materiaal- als uitvoeringskosten als gevolg. Daarnaast is € 8,4 miljoen toegevoegd vanuit het planuitwerkingsbudget aan het deelproject Programmabureau Realisatiefase in verband met een aanvullende subsidiebeschikking.

  • 5. Planning en studies: Diverse corridors: In totaal is € 16 miljoen toegevoegd aan de diverse realisatieprojecten in verband met opgetreden prijsstijgingen veroorzaakt door de delta toegekende IBOI 2024 versus de CBS index 2024. Daarnaast is € 1,5 miljoen toegevoegd aan PHS Culemborg en € 8,4 miljoen aan Programmabureau Realisatiefase in verband met aanvullende subsidiebeschikkingen.

17.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden voor de realisatie van de Megaprojecten verkeer en vervoer, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.

Tabel 65 Ontvangsten artikel 17 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Bijdragen van derden ERTMS

13

     

Bijdragen van derden Zuidasdok

76

84

70

91

71

76

Bijdragen van derden PHS

9

     

Totaal Ontvangsten

98

84

70

91

71

76

Totaal Ontvangsten (MF 17.09)

98

84

70

91

71

76

Licence