Base description which applies to whole site

Bijlage 4: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda

Deze bijlage werkt de zeven thema's uit de Strategische Evaluatie Agenda (SEA), zoals in hoofdstuk 2.4 opgenomen, verder uit. Voor elk SEA-thema is een tabel opgenomen die de geplande evaluaties per subthema weergeeft. Hierbij zijn periodieke rapportages schuingedrukt. Onder de tabel staan toelichtingen op de opbouw en inzichtbehoefte van elk subthema.

Tabel 69 Uitwerking SEA-thema 1: Solide overheidsfinanciën

Uitwerking SEA-thema 1: Solide overheidsfinanciën

a. Effectief en efficiënt begrotingsbeleid en begrotingsbeheer1

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Evaluatie begrotingsbeleid

Periodieke rapportage

20292

Te starten

n.v.t.

 

De evaluatie begrotingsbeleid van de Studiegroep Begrotingsruimte geeft invulling aan de periodieke rapportage op dit thema. Het rapport van de SBR verschijnt voorafgaand aan Tweede Kamerverkiezingen. Dit zal uiterlijk in 2029 zijn. De laatste beleidsdoorlichting begrotingsbeleid dateert van december 2023.

Periodieke rapportage BTW-compensatiefonds

Periodieke rapportage

2028

Te starten

6

 

Onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid van het BTW-compensatiefonds. Hierbij worden de veronderstelde baten gewogen tegen de administratieve lasten.

Evaluatie regeling audit committees van het Rijk

Ex-post evaluatie

2025

Lopend

n.v.t.

 

Deze evaluatie kijkt naar de toepasbaarheid van de regeling audit committees van het Rijk.

Evaluatie Regeling periodiek evaluatieonderzoek 2022 (RPE)

Ex-post evaluatie

2027

Te starten

n.v.t.

 

Vijf jaar na de invoering van de RPE 2022 kijkt deze evaluatie naar de werking van deze regeling in de praktijk. De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) en Periodieke rapportages (PR’s) zijn hierin belangrijke onderdelen. Daarnaast wordt ook de werking van de acties volgend uit de Kamerbrief Versterking rijksbrede evaluatiestelsel (17 december 2024) meegenomen.

Wet bestuurlijke boete meldingsplichten door ministers verstrekte subsidies

Ex-post evaluatie

2028

Te starten

n.v.t.

 

Deze evaluatie richt zich op bekendheid met, de verwerking en toepasbaarheid van de Boetewet.

Evaluatie regeling vaststelling aanwijzingen voor subsidieverstrekking (uniform subsidiekader)

Ex-post evaluatie

2029

Te starten

n.v.t.

 

Het evaluatieonderzoek kijkt naar de toepasbaarheid en werking van het uniform subsidiekader.

Kader voor Stichtingen en Verenigingen 2024

Ex-post evaluatie

2029

Te starten

n.v.t.

 

Vijf jaar na de inwerkingtreding van het Kader voor Stichtingen en Verenigingen 2024 kijkt het evaluatieonderzoek naar de toepasbaarheid en werking van het kader.

Evaluatie regeling agentschappen 2024

Ex-post evaluatie

2030

Te starten

n.v.t.

 

Vijf jaar na de inwerkingtreding van de regeling agentschappen 2024 kijkt het evaluatieonderzoek naar de toepasbaarheid en werking van de regeling.

b. Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke kosten onder acceptabel risico

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Periodieke rapportage Schuldfinanciering

Periodieke rapportage

2025

Lopend

11

 

De voorgenomen periodieke rapportage van 2025 heeft betrekking op het huidige beleidskader dat is ingegaan vanaf 2020 en loopt tot 2025. Tussentijds zijn twee interne evaluaties in 2021 en 2023 uitgevoerd. Het nieuwe beleidskader zal ingaan per 2026 en mede gebaseerd worden op de resultaten volgend uit de periodieke rapportage.

Periodieke rapportage Schuldfinanciering

Periodieke rapportage

2030

Te starten

11

 

De periodieke rapportage zal de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid omtrent de financiering van de staatsschuld evalueren. De voorgenomen periodieke rapportage in 2030 zal het renterisicokader evalueren dat ingaat vanaf 2026 en loopt tot 2030. De resultaten van de periodieke rapportage zullen worden gebruikt als input voor een nieuw renterisicokader dat zal ingaan per 2031.

     
     

c. Optimaal kasbeheer van het Rijk en van gelieerde instellingen

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Periodieke rapportage Kasbeheer

Periodieke rapportage

2031

Te starten

12

 

De periodieke rapportage zal de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid omtrent het schatkistbankieren en het betalingsverkeer van het Rijk evalueren. In 2024 is een periodieke rapportage afgerond over optimaal Kasbeheer. Naar verwachting zal de volgende periodieke rapportage plaatsvinden in 2031.

1

De Evaluatie factsheets brede welvaart is van de SEA gehaald. De factsheets brede welvaart worden onafhankelijk opgesteld door het CBS. Een evaluatie vanuit het ministerie van Financiën is daarom niet van toepassing.

2

De periodieke rapportage wordt uiterlijk in 2029 afgerond.

Thema 1: Solide overheidsfinanciën

Binnen dit SEA-thema is subthema b. Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke kosten onder acceptabel risico gekoppeld aan begrotingsartikel 11 en subthema c. Optimaal kasbeheer van het Rijk en van gelieerde instellingen aan begrotingsartikel 12. Omdat de Periodieke rapportage Btw-compensatiefonds onderdeel vormt van het subthema a. Effectief en efficiënt begrotingsbeleid en begrotingsbeheer, kent dit subthema ten dele een koppeling met begrotingsartikel 6.

a. Effectief en efficiënt begrotingsbeleid en begrotingsbeheer

Financiën zet zich in voor een degelijk begrotings- en verantwoordingsproces, en om goed toezicht op de doelmatigheid en beheersbaarheid van de overheidsuitgaven te houden. In een voortdurend veranderende wereld is het van belang om regelmatig de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid achter de rijksbegroting te onderzoeken. Dit ziet onder andere toe op de comptabele wet- en regelgeving, de kaderstelling en het evaluatiestelsel.

Opbouw en inzichtbehoefte

Financiën speelt een essentiële rol in het waarborgen van solide overheidsfinanciën door middel van effectief begrotingsbeleid en verantwoordingsbeheer. Het subthema Effectief en efficiënt begrotingsbeleid en begrotingsbeheer richt zich op de analyse en verbetering van begrotingsprocessen, regelgevingskaders en beleidsevaluaties zelf. Deze inzet onderstreept het belang van een onderbouwd en consistent financieel beleid dat het parlement inzicht biedt in hoe publieke middelen efficiënt en verantwoord worden beheerd. Dit draagt bij aan vertrouwen in de beleidsvoering en biedt een solide fundament voor nieuwe begrotingsbeslissingen.

Dit focust zich op drie hoofdterreinen:

  • 1. Evaluatie van regelgeving en kaderstelling: regelmatige toetsing van de comptabele wet- en regelgeving draagt bij aan scherp zicht op hoe effectief de huidige regels zijn en hoe deze bijdragen aan economische stabiliteit. Dit stelt het parlement ook in staat om inzicht te krijgen in de samenhang en effectiviteit van het financiële beleid.

  • 2. Doeltreffendheid van beleidsevaluaties: dit brengt trends en resultaten van het gevoerde beleid in kaart en signaleert knelpunten. Op basis hiervan worden aanbevelingen gedaan om de doelmatigheid te verbeteren en toekomstige beleidskeuzes beter te onderbouwen

  • 3. Begrotingsbeleid: de SEA-activiteiten op dit gebied helpen bij het identificeren van risico’s en het versterken van de veerkracht van overheidsfinanciën. Zo draagt het begrotingsbeleid bij aan een goed fundament voor beleidskeuzes, solide en gezonde overheidsfinanciën en economische stabilisatie. Evaluatie hiervan helpt ook om voorbereid te zijn op risico’s en veranderende situaties, zoals internationale crises of demografische veranderingen.

De evaluatie ten behoeve van de Studiegroep Begrotingsruimte (SBR) geeft invulling aan de periodieke rapportage op dit subthema. Deze evalueert het gevoerde Nederlandse begrotingsbeleid in de praktijk, de opvolging van begrotingsregels, en blikt ook terug op de uitkomsten van de vorige beleidsdoorlichting(en) op dit subthema. Dit helpt om lessen te trekken en draagt op die manier bij aan de kwaliteit van toekomstig begrotingsbeleid.

b. Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke kosten onder acceptabel risico

Opbouw

Voor dit subthema wordt in 2025 de periodieke rapportage Artikel 11 Financiering Staatsschuld uitgevoerd. Binnen het thema zijn de afgelopen jaren twee deelonderzoeken gedaan in de vorm van interne evaluaties. Beide onderzoeken gingen over het renterisicokader, wat één van de twee voornaamste beleidsraamwerken betreft. Er is geen directe overlap met andere SEA-thema’s of onderzoeken. Het subthema is indirect gelinkt aan het thema Optimaal kasbeheer van het Rijk en van gelieerde instellingen aangezien de middelen uit het Kasbeheer impliciet worden gebruikt om de staatsschuld te financieren. Ook is er indirecte overlap met het subthema Effectief en efficiënt begrotingsbeleid en begrotingsbeheer aangezien de begroting een belangrijke invloed heeft op de financiering van de staatsschuld.

Inzichtbehoefte

De evaluatie sluit aan op het beleidskader voor de financiering van de staatsschuld. Het vorige beleidskader ging over de periode 2020-2025.

Met de periodieke rapportage wordt inzicht opgedaan in de werking van het financieringsbeleid en het renterisicokader, en de behaalde doelen hiervan. De evaluatie richt zich met name op deze beleidsstukken aangezien dit het grootste handelingsperspectief biedt voor de schulduitgever. Door periodiek te meten hoe de looptijdstructuur van nieuwe emissies de financieringskosten beïnvloedt, kunnen we nagaan of de huidige uitgiftestrategie nog steeds passend is bij het doel van het begrotingsartikel.

Als onderdeel van de periodieke rapportage heeft een onderzoeksbureau een externe toets gedaan op de doelmatig- en doeltreffendheid van het beleid. De inzichten uit de periodieke rapportage zullen gebruikt worden om een nieuw beleidskader op te stellen voor de periode 2026-2030.

c. Optimaal kasbeheer van het Rijk en van gelieerde instellingen

Opbouw

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het beheer van publieke middelen en de bijbehorende geldstromen. Het beleidsdoel van het begrotingsartikel Kasbeheer is optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd. Het kasbeheer is onder te verdelen in het schatkistbankieren en het betalingsverkeer van het Rijk.

In 2024 heeft het ministerie van Financiën een periodieke rapportage van het kasbeheerbeleid uitgevoerd. De Periodieke rapportage Financiering staatsschuld (gepland voor 2025) behandelt mogelijke rente- en liquiditeitsrisico’s voor de financiering van de staatschuld die voortkomen uit schatkistbankieren. De volgende periodieke rapportage over begrotingsartikel 12 Kasbeheer staat gepland voor uiterlijk 2031.

Inzichtbehoefte

Het evalueren van schatkistbankieren en het betalingsverkeer van het Rijk richt zich op het beoordelen van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid. Diverse beleidsopties volgen op de inzichten van de laatste periodieke rapportage van 2024. In de komende jaren richt het ministerie van Financiën zich op het onderzoeken van twee beleidsopties: de rekening-courantrente die geldt binnen schatkistbankieren overeen laten komen met de rente die de Staat zelf ontvangt op deposito’s bij DNB en het afschaffen van de minimale rekening-courantrente van 0%. Deze beleidsopties worden nog onderzocht; er is nog geen besluit genomen. Tevens zal aandacht besteed worden aan het verder digitaliseren van schatkistbankieren. Voor het betalingsverkeer van het Rijk neemt het ministerie van Financiën zich voor om het uitgeven van eigen IBAN-nummers te onderzoeken, de betrouwbaarheid van de dienstverlening te borgen en verbeteren, toetredingsbarrières te verminderen en de perceelverdeling te herzien.

Tabel 70 Uitwerking SEA-thema 2: Economie en vestigingsklimaat

Uitwerking SEA-thema 2: Economie en vestigingsklimaat

a. Het borgen van publieke belangen via het aandeelhouderschap op een zo efficiënt mogelijke wijze1

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Periodieke rapportage deelnemingen

Periodieke rapportage

2027

Te starten

3

 

Periodieke rapportage van het beleid dat onder dit beleidsthema valt, waarbij als basis wordt gekeken naar de invulling door de Staat van het aandeelhouderschap van de verschillende deelnemingen. Naar aanleiding van de publicatie van de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 wordt steviger ingezet op de rol van deelnemingen bij de borging van publieke belangen en op een verdere professionalisering van het actief aandeelhouderschap, waarbij voldoende aandacht uitgaat naar recente belangrijke ontwikkelingen (zoals verduurzaming, langetermijnwaardecreatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen).

Evaluaties aandeelhouderschappen Air France-KLM, KLM, Schiphol, FMO

Ex-post evaluatie

2025

Lopend

3

 

Deze reguliere evaluaties worden uitgevoerd met het uniform evaluatiemodel dat in samenwerking met de Auditdienst Rijk is opgesteld. Deze evaluaties richten zich op de beoordeling van de mate waarin het deelnemen in de betreffende onderneming effectief bijdraagt aan de borging van de publieke belangen en of het beheer de gewenste toegevoegde waarde had. Ook wordt bezien of een deelneming nog steeds het juiste instrument is hiervoor.2

Evaluaties aandeelhouderschappen Gasunie en UCN

Ex-post evaluatie

2026

Te starten

3

 

Deze reguliere evaluaties worden uitgevoerd met het uniform evaluatiemodel dat in samenwerking met de Auditdienst Rijk is opgesteld. Deze evaluaties richten zich op de beoordeling van de mate waarin het deelnemen in de betreffende onderneming effectief bijdraagt aan de borging van de publieke belangen en of het beheer de gewenste toegevoegde waarde had. Ook wordt bezien of een deelneming nog steeds het juiste instrument is hiervoor.2

Evaluaties aandeelhouderschappen BNG Bank, NWB Bank, Invest-NL en Tennet

Ex-post evaluatie

2027

Te starten

3

 

Deze reguliere evaluaties worden uitgevoerd met het uniform evaluatiemodel dat in samenwerking met de Auditdienst Rijk is opgesteld. Deze evaluaties richten zich op de beoordeling van de mate waarin het deelnemen in de betreffende onderneming effectief bijdraagt aan de borging van de publieke belangen en of het beheer de gewenste toegevoegde waarde had. Ook wordt bezien of een deelneming nog steeds het juiste instrument is hiervoor.2

Evaluatie aandeelhouderschap Havenbedrijf Rotterdam

Ex-post evaluatie

2028

Te starten

3

 

Deze reguliere evaluaties worden uitgevoerd met het uniform evaluatiemodel dat in samenwerking met de Auditdienst Rijk is opgesteld. Deze evaluaties richten zich op de beoordeling van de mate waarin het deelnemen in de betreffende onderneming effectief bijdraagt aan de borging van de publieke belangen en of het beheer de gewenste toegevoegde waarde had. Ook wordt bezien of een deelneming nog steeds het juiste instrument is hiervoor.2

Evaluaties aandeelhouderschappen Invest-International en Stedin

Ex-post evaluatie

2029

Te starten

3

 

Deze reguliere evaluaties worden uitgevoerd met het uniform evaluatiemodel dat in samenwerking met de Auditdienst Rijk is opgesteld. Deze evaluaties richten zich op de beoordeling van de mate waarin het deelnemen in de betreffende onderneming effectief bijdraagt aan de borging van de publieke belangen en of het beheer de gewenste toegevoegde waarde had. Ook wordt bezien of een deelneming nog steeds het juiste instrument is hiervoor.2

Evaluaties aandeelhouderschappen Holland Casino en Nederlandse Loterij

Ex-post evaluatie

2030

Te starten

3

 

Deze reguliere evaluaties worden uitgevoerd met het uniform evaluatiemodel dat in samenwerking met de Auditdienst Rijk is opgesteld. Deze evaluaties richten zich op de beoordeling van de mate waarin het deelnemen in de betreffende onderneming effectief bijdraagt aan de borging van de publieke belangen en of het beheer de gewenste toegevoegde waarde had. Ook wordt bezien of een deelneming nog steeds het juiste instrument is hiervoor.2

Evaluatie aandeelhouderschap NS

Ex-post evaluatie

2031

Te starten

3

 

Deze reguliere evaluaties worden uitgevoerd met het uniform evaluatiemodel dat in samenwerking met de Auditdienst Rijk is opgesteld. Deze evaluaties richten zich op de beoordeling van de mate waarin het deelnemen in de betreffende onderneming effectief bijdraagt aan de borging van de publieke belangen en of het beheer de gewenste toegevoegde waarde had. Ook wordt bezien of een deelneming nog steeds het juiste instrument is hiervoor.2

Evaluaties aandeelhouderschappen COVRA en Thales Nederland

Ex-post evaluatie

2032

Te starten

3

 

Deze reguliere evaluaties worden uitgevoerd met het uniform evaluatiemodel dat in samenwerking met de Auditdienst Rijk is opgesteld. Deze evaluaties richten zich op de beoordeling van de mate waarin het deelnemen in de betreffende onderneming effectief bijdraagt aan de borging van de publieke belangen en of het beheer de gewenste toegevoegde waarde had. Ook wordt bezien of een deelneming nog steeds het juiste instrument is hiervoor.2

b. Internationale financiële betrekkingen

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Periodieke rapportage Internationale Financiële Betrekkingen

Periodieke rapportage

2031

Te starten

4

 

De periodieke rapportage zal zich richten op doeltreffendheid en doelmatigheid van de financiële steun die Nederland onder dit begrotingsartikel via de internationale gremia aan Oekraïne heeft verstrekt in de periode 2022-2030.

Evaluatie doeltreffendheid en doelmatigheid Nederlandse steun voor Oekraïne via internationale gremia

Ex-durante evaluatie

2029

Te starten

4

 

Doelstelling van de evaluatie is om te onderzoeken in hoeverre de kanaalkeuze en het beleidsmatige proces daaromheen voor financiele steun die Nederland in de periode van 2022-2028 aan Oekraine heeft verstrekt, via internationale financiele instellingen (IFI's) en het Nederlandse aandeel in de EU-steun, doelmatig en doeltreffend is geweest.

c. Exportkredietverzekering

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Periodieke rapportage exportkredietverzekeringen

Periodieke rapportage

2030

Te starten

5

 

De periodieke rapportage zal zich richten op de doeltreffendheid en doelmatigheid van de exportkredietverzekering (ekv) faciliteit gedurende de jaren 2022 t/m 2029. Hiertoe zullen in elk geval bestaande beleidsevaluaties meegewogen worden. Ook zal een terugkoppeling worden gegeven van de opvolging van de aanbevelingen uit de voorgaande beleidsdoorlichting over de periode 2016 t/m 2021.

Evaluatie compliance beleid ekv

Ex-post evaluatie

20283

Te starten

5

 

De doelstelling van de evaluatie van het anti-omkopingsbeleid zal zich richten op de effectiviteit van het beleid in het voorkomen van het in verzekering nemen van transacties met onaanvaardbare omkopingsrisico’s alsmede het toetsen van het nationaal beleid aan de internationale richtlijnen van de OESO.

Evaluatie MVO-beleid exportkredietverzekering

Ex-post evaluatie

2028

Te starten

5

 

De MVO-beleidsevaluatie zal zich richten op de vraag in hoeverre het MVO-beleid effectief bijdraagt aan het voorkomen van het verzekeren van transacties waarbij sprake is van een project met onaanvaardbare risico’s voor mens, en/of milieu. Ook zal daarbij worden gekeken naar de relevante internationale standaarden.

Evaluatie verduurzaming exportkredietverzekering

Ex-post evaluatie

2028

Te starten

5

 

Evaluatie waarin gekeken wordt naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het klimaatbeleid dat onder begrotingsartikel 5 valt.

1

De evaluatie verduurzaming publieke belangen wordt onderdeel van de periodieke rapportage van het begrotingsartikel, waarbij er expliciet aandacht wordt besteed aan het MVO-beleid voor de staatsdeelnemingen. Deze evaluatie komt daarom als aparte evaluatie te vervallen.

2

Zie het handboek Evalueren (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/staatsdeelnemingen/dashboard-staatsdeelnemingen/handboeken).

3

De evaluatie van het compliance beleid van de ekv focust op het herziene anti-omkopingsbeleid dat in 2024 van kracht is gegaan. Een evaluatie in 2026 is te vroeg om goede conclusies te kunnen trekken en daarom is deze evaluatie verplaatst naar 2028.

Thema 2: Economie en vestigingsklimaat

Binnen dit SEA-thema is subthema a. Het borgen van publieke belangen via het aandeelhouderschap op een zo efficiënt mogelijke wijze gekoppeld aan begrotingsartikel 3, subthema b. Internationale financiële betrekkingen aan begrotingsartikel 4 en subthema c. Exportkredietverzekering aan begrotingsartikel 5.

a. Het borgen van publieke belangen via het aandeelhouderschap op een zo efficiënt mogelijke wijze

Opbouw

De Staat oefent via aandeelhouderschap invloed uit op de koers van ondernemingen (deelnemingen) met als doel de borging van bepaalde publieke belangen. Wat die publieke belangen zijn en of een deelneming het meest geschikte instrument is om deze te borgen kan na verloop van tijd veranderen.

Ten minste eens in de zeven jaar wordt geëvalueerd of het algemene beleid met betrekking tot het beheer van de deelnemingen (Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022) actualisatie behoeft. Dit betreft de periodieke rapportage van dit subthema. De volgende periodieke rapportage staat gepland voor 2027.

Naast de periodieke rapportage worden er ook evaluaties per deelneming (minimaal eens per zeven jaar) uitgevoerd. Hierin wordt bepaald of het aandeelhouderschap in de betreffende deelneming nog steeds benodigd en passend is. Deelnemingen in beheer van andere departementen worden eveneens op deze manier geëvalueerd door het betreffende departement.

Inzichtbehoefte

De evaluatie van het algemene beleid op het beheer van de deelnemingen (Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022) richt op het borgen van publieke belangen via het aandeelhouderschap op een zo efficiënt mogelijke wijze. Dit is conform artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector uit Begrotingshoofdstuk IX Financiën en Nationale Schuld. De minister van Financiën is verantwoordelijk voor:

  • een optimaal financieel resultaat bij het beheren, aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen met inachtneming van de betrokken publieke belangen;

  • het beheren en afwikkelen van de tijdelijke overheidsinvesteringen in de gesteunde financiële instellingen (op dit moment ABN AMRO en de ASN Bank). In dit kader is de minister van Financiën verantwoordelijk voor zwaarwegende en/of principiële beslissingen (onder andere de exitstrategie en het beloningsbeleid van de financiële instellingen) van NL Financial Investments (NLFI). Voorts houdt de minister van Financiën toezicht op NLFI.

Met de evaluatie van het algehele beleid wordt getracht inzicht te verkrijgen in de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtvaardigheid van het aangaan en afstoten van deelnemingen. Inzichten uit deze evaluatie kunnen uiteindelijk eventueel leiden tot aanpassing van het deelnemingenbeleid.

De evaluaties per deelneming gebeuren op basis van het afwegingskader voor het aangaan en afstoten van deelnemingen uit de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 en conform de uitwerking hiervan in het Handboek Evalueren. Aan de hand van het afwegingskader wordt onder meer getoetst in welke mate het aandeelhouderschap in de betreffende onderneming effectief heeft bijgedragen aan de borging van publieke belangen en wordt de meerwaarde van het aandeelhouderschap afgewogen tegen andere beleidsinstrumenten. Ook wordt onderzocht of er aanleiding is om de gemaakte keuzes voor omvang, duur en de toedeling van de aandeelhoudersrol (staatsdeelneming of beleidsdeelneming) te herzien.

b. Internationale financiële betrekkingen

Opbouw

Artikel 4 van de begroting gaat over de internationale financiële fondsen en instellingen waaraan Nederland deelneemt of een bijdrage levert en over EU-instrumenten die hebben geleid tot kosten of risicoregelingen op artikel 4. De huidige periodieke rapportage zal zich richten op de financiële steun die Nederland via de internationale gremia en de Europese Unie heeft verstrekt vanaf de begroting van Financiën aan Oekraïne in de periode 2022-2030. De vorige periodieke rapportage is in Q1 2025 afgerond en bevatte een strategische evaluatie naar de internationale financiële COVID-instrumenten. Waar mogelijk zal de werkwijze en structuur van die evaluatie als inspiratie dienen voor de evaluatie van de financiële steun aan Oekraïne. 

Inzichtbehoefte

Doelstelling van de periodieke rapportage is om te onderzoeken in hoeverre de kanaalkeuze en het beleidsmatige proces daaromheen voor de verstrekte financiële steun aan Oekraïne doelmatig en doeltreffend is geweest. Dit zal getoetst worden door te onderzoeken hoe besluitvorming over de kanaalkeuze tot stand is gekomen, welke argumenten en beleidskeuzes daaraan ten grondslag hebben gelegen, hoe de middelen via deze kanalen uiteindelijk zijn ingezet en of dit conform de vooraf opgestelde beleidskaders is gedaan.

Maatregelen op de begroting van Financiën die onder deze evaluatie vallen, betreffen:

  • Garanties en leningen die Nederland via de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Europese Investeringsbank (EIB) heeft verstrekt en de kapitaalverhoging voor de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD);

  • Nederlandse aandeel in de steun die door de Europese Unie is verstrekt (o.a. Oekraïne-Faciliteit, MFB-constructies en ERA-leningen);

  • Mogelijke toekomstige steunmaatregelen via de begroting van Financiën.

Zolang de oorlog voortduurt, en ook in de wederopbouwfase, zal Nederland Oekraïne blijven steunen. De inzichten en lessen die in de onderliggende evaluatie worden opgedaan, kunnen worden benut in het verstrekken van (indien relevant) toekomstige steun aan Oekraïne en bijbehorende kanaalkeuzes en beleidsmatige overwegingen. Daarnaast geeft de evaluatie ook handvatten om de reactie vorm te geven op toekomstige crises. Belangrijk is om dit in verhouding te bezien tot de Nederlandse herstel- en wederopbouwsteun die via het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt geleverd aan Oekraïne, wat het grootste deel van de Nederlandse steun betreft, en de militaire steun die wordt geleverd via het ministerie van Defensie. De steun die vanuit artikel 4 van de Financiënbegroting is georganiseerd zal in deze bredere context geschetst worden, maar deze andere kanalen zijn geen onderdeel van de scope van deze evaluatie.

De Internationale Financiële Instellingen hebben de afgelopen jaren ook evaluaties uitgevoerd en rapporteren met regelmaat over de activiteiten die zijn verricht in Oekraïne. Bovendien rapporteert het ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Kamer over de Nederlandse steunverstrekking. Deze periodieke rapportage bouwt zoveel mogelijk voort op reeds uitgevoerde evaluaties en bestaande monitoringsmechanismen.

c. Exportkredietverzekering

Opbouw

De aangekondigde evaluaties betreffen de evaluatie compliance beleid ekv, de evaluatie MVO-beleid exportkredietverzekering en de evaluatie verduurzaming exportkredietverzekering. De evaluaties zijn tot stand gekomen vanuit de behoefte om nieuw beleid na ongeveer 5 jaar te evalueren met als doel inzicht te krijgen in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het nieuwe beleid. Bovengenoemde evaluaties zien alle drie op verschillende beleidsterreinen met betrekking tot de uitvoering van de ekv-faciliteit. De periodieke rapportage exportkredietverzekeringen staat gepland voor afronding in 2030.

Inzichtbehoefte

De evaluaties zien toe op relatief recentelijk nieuw ingevoerd beleid op het gebied van MVO, compliance en verduurzaming. Met de evaluaties verwachten we beter inzicht te krijgen in hoe MVO-voorwaarden en duurzaamheidscriteria in de praktijk functioneren, en of het compliancebeleid voldoende waarborgen biedt. Ze bouwen deels voort op eerdere aanbevelingen uit de beleidsdoorlichting Exportkredietverzekeringen, - garanties en investeringsverzekeringen 2016 t/m 2021, bijvoorbeeld over het verbeteren van due diligence-processen en het meten van impact.

Om de doelmatigheid en doeltreffendheid van deze beleidskeuzes vast te stellen zijn evaluaties op termijn gewenst. Bij de timing is gekozen om eerst een aantal jaar te laten verstrijken, zodat in de evaluaties goed onderbouwde conclusies getrokken kunnen worden. We houden continu bij of de gekozen timing nog aansluit bij de ontwikkeling in de inzichten van het beleid. Daarmee kunnen we de timing van de evaluatie naar voren halen of naar achteren schuiven indien wenselijk. In de beleidsvorming van de onderwerpen compliance, MVO en verduurzaming is aangegeven dat op termijn een evaluatie wenselijk zou zijn, zodat we het beleid waar nodig kunnen bijstellen of aanpassen. De evaluaties richten zich op nationale impact en zullen waar relevant ook een internationaal benchmark element bevatten.

Tabel 71 Uitwerking SEA-thema 3: Financiële sector

Uitwerking SEA-thema 3: Financiële sector

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Periodieke rapportage financiële markten

Periodieke rapportage

2025

Lopend

2

 

De periodieke rapportage reflecteert op de periode van 2017 tot en met 2023. Het doel is om in beeld te brengen in hoeverre de middelen en instrumenten die op basis van artikel 2 van de begroting van het ministerie van Financiën zijn ingezet, hebben bijgedragen aan het bereiken van de algemene doelstelling: beleid en regelgeving maken voor een stabiele en integere werking van financiële markten, met betrouwbare dienstverlening van financiële instellingen aan burgers en bedrijven. De afronding van de rapportage vindt momenteel plaats.

Periodieke rapportage financiële markten

Periodieke rapportage

2032

Te starten

2

 

Periodieke rapportage van het beleid dat onder dit beleidsthema valt.

a. De aanpak van witwassen

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Beleidscyclus beleid tegen witwassen en terrorismefinanciering (doorlopend)

Ex-post en ex-ante evaluatie

Doorlopend

Lopend

2

 

Het anti-witwasbeleid wordt bezien aan de hand van de geïdentificeerde witwasrisico's. Onderdeel van de cyclus zijn de nationale risico-analyse en de beleidsmonitor (die soms vervangen wordt door een internationale evaluatie als dat aan de orde is).

Evaluatie Wet toezicht trustkantoren

Ex-post evaluatie

2027

Te starten

2

 

Bij deze evaluatie zal, naast de effecten en uitvoering van de wet, in het bijzonder aandacht zijn voor de invulling van de normen door de sector en de mogelijkheden om dit verder te concretiseren.

b. Het stelsel van beroepsreglementering van accountants

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Evaluatie van het stelsel van beroepsreglementering accountants

Ex-post evaluatie

2026

Te starten

2

 

Het doel van de evaluatie is om te achterhalen hoe het stelsel van beroepsreglementering van accountants (door onder meer de wettelijke beroepsorganisatie Nederlandse beroepsorganisatie van accountants) functioneert en hoe het beter kan functioneren. De evaluatie is bedoeld om de NBA in de toekomst eventueel beter en functioneler te positioneren, op basis van een weloverwogen takenpakket.

c. Financiële stabiliteit

    

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Evaluatie van de status van de EU-bankensector en concurrentiekracht in de context van de interne markt

Ex-post evaluatie

2026

Te starten

2

 

Gezien de potentieel grote gevolgen van een crisis op de financiële markten is het van belang voortdurend inzicht te hebben in de robuustheid van (de regelgeving voor) de financiële sector. Tegelijkertijd is het voor goed functionerende financiële markten ook belangrijk dat regelgeving doelmatig en efficiënt is. In dat kader is inzicht in de uitwerking van het huidige regelgevend kader op, bijvoorbeeld, de concurrentiekracht van banken ook van belang.  Om die reden zal, onder meer in samenwerking met de Nederlandsche Bank, onderzoek worden verricht naar de mogelijkheden om de concurrentiekracht van de bankensector te vergroten, bijvoorbeeld door versimpeling van wet- en regelgeving, zonder daarbij de randvoorwaarden voor stabiele en goed functionerende markten uit het oog te verliezen. Dit onderzoek vindt op deelterreinen, maar nu ook integraal plaats en strekt ertoe verdere beleidsvorming te ondersteunen en internationale en Europese initiatieven, o.a. op het gebied van versimpeling van wet- en regelgeving voor de financiële markten, gericht en effectief te kunnen beïnvloeden. De Europese Commissie heeft aangekondigd eveneens in 2026 met een onderzoek naar de concurrentiekracht van de Europese bankensector te komen, zodat voornoemd onderzoek in de eerste plaats in voorbereiding daarop plaatsvindt.

d. Distributie van financiële producten

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Koppelverkoop van spaar- en betaalrekeningen

Ex-ante evaluatie

2025

Lopend

2

 

Het doel van de evaluatie is om de impact in kaart te brengen van een verplichting aan banken om een zelfstandige spaarrekening aan te bieden. Hiervoor wordt onder andere gekeken naar de verwachte gevolgen voor het (overstap)gedrag van consumenten, de mogelijke gevolgen voor de kosten van betaaldienstverlening, eventuele risico’s voor de stabiliteit van deposito’s, en ook de eventuele implicaties voor de kosten van kredietfinanciering.

Gedragsaspecten van sparen

Ex-ante evaluatie

2025

Lopend

2

 

Het doel van dit onderzoek is het om (gedrags)inzichten te krijgen in de mogelijkheden om Nederlanders (zonder minimale spaarbuffer), met een midden of hoog inkomen en dus theoretisch de ruimte hebben om te sparen, te stimuleren om een minimale spaarbuffer op te bouwen zodat zij beter voorbereid zijn op mogelijke toekomstige financiële tegenslagen.

     

e. Overige onderzoeken

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Evaluatie garantieregeling Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (NHT)

Ex-post evaluatie

2025

Lopend

2

 

De deelname van de Staat in de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (NHT) wordt elke vijf jaar geëvalueerd om te bepalen of de staatsdeelname nog steeds wenselijk is of dat deze beëindigd kan worden.

Evaluatie garantieregeling WAKO (kernongevallen)

Ex-post evaluatie

2026

Te starten

2

 

Deze regeling wordt periodiek geëvalueerd om te bepalen of die nog steeds wenselijk is. Gezien aanpassingen in de onderliggende verdragen die per 1 januari 2022 in werking zijn getreden, is gekozen voor een iets langere evaluatieperiode. Om de effecten van deze wijzigingen mee te kunnen nemen is het goed als deze verdragen ten minste een jaar in werking zijn getreden.

Thema 3: Financiële sector

Dit SEA-thema is gekoppeld aan begrotingsartikel 2.

Opbouw

Het ministerie van Financiën maakt beleid en regelgeving voor de financiële sector. Dit beleid en deze regels richten zich tot financiële instellingen en tot andere betrokkenen, zoals de toezichthouders AFM en DNB en andere organisaties met publieke taken, en bevorderen bepaald gedrag van deze partijen. Dat gedrag moet de stabiele en integere werking van financiële markten met betrouwbare dienstverlening van financiële instellingen aan burgers en bedrijven dichterbij brengen.

Om te monitoren of het beleid en de wetgeving ook daadwerkelijk het beoogde doel hebben, voert het ministerie evaluaties uit van bepaalde instrumenten, zoals van wetgeving, van functioneren van organisaties met publieke taken of ZBO’s en van garanties. Deze evaluaties zijn veelal wettelijk voorgeschreven. Daarnaast voert het ministerie regelmatig ex-ante onderzoek uit naar mogelijke beleidsmiddelen, waaronder ook wetgeving. Verder is van belang dat het overgrote deel van de het beleid en de wetgeving op het gebied van de financiële markten een Europese of zelfs een mondiale component heeft en wordt ook op Europees en mondiaal niveau geëvalueerd. Het beleidsterrein kent tot slot met DNB en de AFM twee grote toezichthouders. Ook zij voeren met regelmaat onderzoek uit. Dit onderzoek dient niet zozeer direct om de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid te evalueren, maar biedt daar vaak wel waardevolle input voor.

Over het beleidsterrein financiële sector (artikel 2) wordt elke zeven jaar een periodieke rapportage uitgevoerd. Momenteel werkt de directie Financiële Markten aan de afronding van de periodieke rapportage 2025. Deze periodieke rapportage omvat het gehele beleidsterrein. De volgende periodieke rapportage (2032) zal een focus hebben op een aantal subthema’s. De Strategische Evaluatie Agenda geeft inzicht in gepland onderzoek op deze 4 subthema’s:

  • 1. De aanpak van witwassen

  • 2. Het stelsel van beroepsreglementering van accountants

  • 3. Financiële stabiliteit

  • 4. Distributie van financiële producten

De keuze voor deze thema’s zorgt er enerzijds voor dat de beschikbare capaciteit gericht wordt ingezet om van enkele onderdelen een goed beeld te krijgen. Door thema’s te kiezen over de breedte van het beleidsterrein van de financiële markten, zeggen de uitkomsten op de verschillende thema’s samen ook iets over de effectiviteit van het werk op het gehele beleidsterrein. De SEA op deze thema’s is nog in ontwikkeling en zal in de periode tot 2032 verder worden ingevuld.

In het overzicht zijn ook overige geplande onderzoeken en evaluaties opgenomen die in opdracht van het ministerie worden verricht op het gebied van de financiële markten.

a. De aanpak van witwassen

Inzichtbehoefte

Op het gebied van het anti-witwasbeleid is door het ministerie van Justitie en Veiligheid samen met het ministerie van Financiën een beleidscyclus ingericht, waarin het anti-witwasbeleid wordt bezien aan de hand van de geïdentificeerde witwasrisico's. Onderdeel van de cyclus zijn de nationale risico-analyse en de beleidsmonitor (die soms vervangen wordt door een internationale evaluatie als dat aan de orde is).

Daarnaast vindt een evaluatie plaats van de Wet toezicht trustkantoren 2018 (Wtt 2018). Deze evaluatie kijkt met name naar de doeltreffendheid van de Wtt 2018, waarmee de normen waaraan trustkantoren zich moeten houden zijn aangescherpt en het toezichtsinstrumentarium is uitgebreid. Bij die evaluatie zal, naast de effecten en uitvoering van de wet, in het bijzonder aandacht zijn voor de invulling van de normen door de sector en de mogelijkheden om dit verder te concretiseren.

b. Het stelsel van beroepsreglementering van accountants

Inzichtbehoefte

Het beleid van het ministerie van financiën op het gebied van accountancy heeft als doel de kwaliteit van de wettelijke controle te borgen. Kwalitatief goede wettelijke controles zijn een belangrijke bron van informatie voor betrokkenen bij ondernemingen, zoals aandeelhouders, maatschappelijke organisaties en de overheid zelf. Een van de middelen om de kwaliteit van de controle te bewaken is een stelsel van beroepsreglementering voor accountants dat wettelijk is vastgelegd. Het doel van de evaluatie is om te achterhalen hoe het stelsel van beroepsreglementering van accountants (door onder meer de wettelijke beroepsorganisatie Nederlandse beroepsorganisatie van accountants) functioneert en hoe het beter kan functioneren. De evaluatie is bedoeld om de NBA in de toekomst eventueel beter en functioneler te positioneren, op basis van een weloverwogen takenpakket.

c. Financiële stabiliteit

Inzichtbehoefte

Een stabiele financiële sector is een voorwaarde voor een goed functionerende economie en zorgt ervoor dat de risico’s voor belastingbetalers worden geminimaliseerd. De financiële crisis in 2008, en meer recent de onrust in de Amerikaanse bankensector, laat het belang zien van solide financiële instellingen. Gezien de potentieel grote gevolgen van een crisis op de financiële markten is het van belang voortdurend inzicht te hebben in de robuustheid van (de regelgeving voor) de financiële sector. Tegelijkertijd is het voor goed functionerende financiële markten ook belangrijk dat regelgeving doelmatig en efficiënt is. In dat kader is inzicht in de uitwerking van het huidige regelgevend kader op, bijvoorbeeld, de concurrentiekracht van banken ook van belang. Om die reden zal, onder meer in samenwerking met de Nederlandsche Bank, onderzoek worden verricht naar de mogelijkheden om de concurrentiekracht van de bankensector te vergroten, bijvoorbeeld door versimpeling van wet- en regelgeving, zonder daarbij de randvoorwaarden voor stabiele en goed functionerende markten uit het oog te verliezen. Dit onderzoek strekt ertoe verdere beleidsvorming te ondersteunen en internationale en Europese initiatieven, o.a. op het gebied van versimpeling van wet- en regelgeving voor de financiële markten, gericht en effectief te kunnen beïnvloeden.

d. Distributie van financiële producten

Inzichtbehoefte

Er bestaat veel beleid en wetgeving die ingrijpt in het proces van distributie van financiële producten, met als doel om te zorgen dat burgers en bedrijven geen nadeel ondervinden van niet-passende of slechte financiële producten. Het precieze doel en de middelen verschillen daarbij per product en per distributiekanaal. Zo zijn er regels over transparantie richting de afnemer, waarbij al dan niet bepaalde formats worden voorgeschreven, zijn er regels over het betalen van vergoedingen door aanbieders aan distributeurs (bemiddelaars of adviseurs) en de transparantie daarover en zijn er verplichtingen voor partijen die producten aan burgers of bedrijven verstrekken, zoals bemiddelaars, adviseurs, maar ook aanbieders die direct contact met burgers of bedrijven hebben. Dit complex aan regels is historisch zo ontstaan. Er is behoefte aan inzicht in de verschillen en de achtergrond daarvan, de mogelijke samenhang en de effectiviteit van de verschillende onderdelen. Dit inzicht kan aanleiding zijn voor (inzet op) versimpeling en stroomlijning van het regelcomplex al dan niet op Europees niveau.

e. Overige onderzoeken

Inzichtbehoefte

De deelname van de Staat in de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (NHT) wordt elke vijf jaar geëvalueerd om te bepalen of de staatsdeelname nog steeds wenselijk is of dat deze beëindigd kan worden.

De Wet aansprakelijkheid kernongevallen bevat een garantieregeling door de Staat. Deze regeling wordt periodiek geëvalueerd om te bepalen of die nog steeds wenselijk is. Gezien aanpassingen in de onderliggende verdragen die per 1 januari 2022 in werking zijn getreden, is gekozen voor een iets langere evaluatieperiode. Om de effecten van deze wijzigingen mee te kunnen nemen is het goed als deze verdragen ten minste één jaar in werking zijn getreden. De verwachting is dat de evaluatie in 2026 aan de Tweede Kamer wordt toegezonden.

 

Tabel 72 Uitwerking SEA-thema 4: Fiscaal beleid

Uitwerking SEA-thema 4: Fiscaal beleid1

a. Fiscale regelingen

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Periodieke rapportage fiscale regelingen

Periodieke rapportage

20292

Te starten

1

 

De doeltreffendheid en doelmatigheid van fiscale regelingen worden integraal in kaart gebracht. Hierin wordt teruggeblikt op de evaluaties van fiscale regelingen.

Monitor fiscale regelingen

Ex-durante evaluatie

Jaarlijks

Lopend

1

 

Jaarlijks wordt met de Miljoenennota een overzicht meegestuurd met daarin een overzicht van fiscale regelingen. Hierin wordt onder meer gerapporteerd over het budgettaire belang, beleidswijzigingen en recente evaluaties.

Evaluatie fiscale regelingen voor bos- natuur- en cultuurgronden

Ex-post evaluatie

2025

Lopend

1

 

In deze evaluatie wordt gekeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de fiscale regelingen voor bos- natuur- en cultuurgronden. Daarbij worden ook de vragen uit het toetsingskader fiscale regelingen beantwoordt.

Vervolgonderzoek vrijstelling in de overdrachtsbelasting voor taakoverdrachten tussen verenigingen en ANBI's

Ex-ante evaluatie

2025

Lopend

1

 

Naar aanleiding van de evaluatie van vrijstellingen in de overdrachtsbelasting in 2025 wordt vervolgonderzoek gedaan naar de wenselijkheid en de (on)mogelijkheden voor aanpassingen van de vrijstelling voor taakoverdrachten tussen verenigingen en ANBIs, zodat de regeling beter aansluit bij de bredere beleidsdoelen op het gebied van de volkshuisvesting. Daarbij worden de opties die in de evaluatie zijn geschetst ook beoordeeld, mede aan de hand van het toetsingskader fiscale regelingen.

Vervolgonderzoek vrijstelling in de overdrachtsbelasting voor Wijkontwikkelingsmaatschappij (WOM)

Ex-ante evaluatie

2025

Lopend

1

 

Het doel van de vrijstelling voor wijkontwikkelingsmaatschappijen (WOM’s) is het bevorderen van stedelijke herstructurering. Uit de evaluatie die in 2025 is uitgevoerd blijkt dat de WOM-vrijstelling niet doeltreffend is en dat het ontwerp van de regeling maakt dat deze vrijstelling vrijwel niet wordt gebruikt. Het vormgeven van de vrijstelling als subsidie zou een meer doeltreffende manier kunnen zijn om herstructurering te bevorderen. Daarom is een vervolgonderzoek gestart waarin wordt gekeken naar de wenselijkheid en de (on)mogelijkheden daarvan.

Evaluatie jaarlijkse schenkingsvrijstelling kinderen

Ex-post evaluatie

2025

Lopend

1

 

In deze evaluatie wordt gekeken naar de jaarlijkse schenkingsvrijstelling voor kinderen, waarbij onder meer het gebruik in kaart wordt gebracht.

Evaluatie vrijstelling voorwerpen kunst en wetenschap box 3

Ex-post evaluatie

2025

Lopend

1

 

In de evaluatie wordt gekeken naar de vrijstelling van voorwerpen van kunst en wetenschap in box 3. Ook worden de vragen uit het toetsingskader fiscale regelingen beantwoord.

Evaluatie verlaagd tarief accijns kleine bierbrouwerijen

Ex-post evaluatie

2025

Lopend

1

 

In deze evaluatie wordt gekeken naar de doeltreffend- en doelmatigheid van het verlaagde accijnstarief voor kleine bierbrouwerijen, ook in het licht van de overstap van plato naar alcoholpercentage.

Onderzoek eigenwoningregeling: 30-jaarstermijn

Ex-ante evaluatie

2025

Lopend

1

 

In navolging op bouwstenenrapport wordt vervolgonderzoek gedaan naar de problematiek rond de 30-jaarstermijn.

Onderzoek eigenwoningregeling: eigenwoningforfait (EWF)

Ex-ante evaluatie

2026

Te starten

1

 

In navolging op bouwstenenrapport wordt vervolgonderzoek gedaan naar het eigenwoningforfait.

Monitoring verhoging btw-tarief logies

Ex-durante evaluatie

2026

Te starten

1

 

De effecten op prijzen en afzet van de verhoging van het btw-tarief op logies worden in 2026 gemonitord.

Evaluatie kleineondernemersregeling btw

Ex-post evaluatie

2026

Te starten

1

 

In deze evaluatie wordt de doeltreffend- en doelmatigheid van de kleineondernemersregeling onderzocht en worden de vragen uit het toetsingskader fiscale regelingen beantwoord. Hiervoor wordt onder meer gebruik gemaakt van aangiftegegevens.

     
     
     
     

Evaluatie generieke investeringsregelingen

Ex-post evaluatie

2026

Te starten

1

 

In de evaluatie zal gekeken worden naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van een tweetal regelingen die gericht zijn om investeringen te stimuleren, namelijk de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek en de herinvesteringsreserve. De laatste evaluatie van de KIA vond plaats in 2017. De herinvesteringsreserve is niet eerder geëvalueerd.

Evaluatie btw-vrijstelling financiële diensten

Ex-post evaluatie

2026

Te starten

1

 

In deze evaluatie wordt gekeken naar de huidige behandeling van financiële diensten in de omzetbelasting en naar de mogelijkheden om btw te heffen op (bepaalde) financiële diensten.

Evaluatie energiebelasting – deel 1

Ex-post evaluatie

2026

Te starten

1

 

De energiebelasting kent een aantal fiscale regelingen. In het onderzoek zal op basis van recente studies en beschikbare data gekeken worden naar doelmatigheid en doeltreffendheid van de regelingen.

Pilot actualisatie doelstellingen fiscale regelingen

Ex-durante evaluatie

2026

Te starten

1

 

In het ambtelijk rapport fiscale regelingen van 2023 is aanbevolen om de doelstellingen van fiscale regelingen te actualiseren. Dit jaar wordt een pilot uitgevoerd waarin gekeken wordt naar de mogelijkheden om doelstellingen actueler, concreter en meetbaarder te maken.

Evaluatie vrijstellingen overdrachtsbelasting in de ondernemingssfeer en vrijstellingen van technische aard

Ex-post evaluatie

2027

Te starten

1

 

In deze evaluatie wordt gekeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de vrijstellingen in de overdrachtsbelasting gericht op ondernemers en vrijstellingen van technische aard. Ook worden de vragen uit het toetsingskader fiscale regelingen beantwoord.

Evaluatie fiscale regelingen eigen woning

Ex-post evaluatie

2027

Te starten

1

 

In deze evaluatie wordt de doeltreffend- en doelmatigheid van de fiscale regelingen eigen woning onderzocht en worden de vragen uit het toetsingskader fiscale regelingen beantwoord.  Hiervoor wordt onder meer gebruik gemaakt van aangiftegegevens.

Evaluatie Energie-investeringsaftrek (EIA)

Ex-post evaluatie

2027

Te starten

1

 

In deze evaluatie wordt gekeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de EIA, waarbij de maatregelen sinds de vorige evaluatie worden meegenomen.

Evaluatie Millieu-investeringsaftrek (MIA) en Vamil

Ex-post evaluatie

2027

Te starten

1

 

In deze evaluatie wordt gekeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de MIA/Vamil, waarbij de maatregelen sinds de vorige evaluatie worden meegenomen.

Evaluatie fiscale regelingen scheepvaart

Ex-post evaluatie

2028

Te starten

1

 

In deze evaluatie zal een inschatting worden gemaakt van de doeltreffendheid en doelmatigheid van de fiscale regelingen voor de scheepvaart. Ook de overige vragen uit het toetsingskader fiscale regelingen zullen hierbij worden behandeld.

Evaluatie verhoging btw-tarief logies

Ex-post evaluatie

2028

Te starten

1

 

De effecten op prijzen en afzet van de verhoging van het btw-tarief op logies worden geëvalueerd.

Evaluatie onbelaste reiskostenvergoeding

Ex-post evaluatie

2028

Te starten

1

 

Deze evaluatie richt zich op de hoogte van het kilometerbedrag en de gedragsreactie op de verhoging daarvan in 2023/2024. Daarnaast kan gekeken worden naar de samenloop met de thuiswerkvergoeding en andere wijzigingen in het mobiliteitsbeleid binnen de loonheffing, zoals de OV-abonementen en leasefietsen.

Evaluatie fiscale regelingen autobelastingen

Ex-post evaluatie

2028

Te starten

1

 

In deze evaluatie worden een aantal maatregelen meegenomen zoals de beëindiging van de bpm-vrijstelling bestelauto's en de versobering van de kwarttarieven. Daarnaast wordt conform de RPE gekeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van verschillende uitzonderingen in de BPM en MRB en wordt het toetsingskader fiscale regelingen doorlopen.

Evaluatie bedrijfsopvolgingsregelingen

Ex-post evaluatie

2029

Te starten

1

 

In deze evaluatie wordt gekeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de bedrijfsopvolgingsregelingen, waarbij de maatregelen sinds de vorige evaluatie worden meegenomen.

Evaluatie aftrek specifieke zorgkosten

Ex-post evaluatie

2029

Te starten

1

 

In deze evaluatie wordt gekeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de aftrek specifieke zorgkosten, waarbij de maatregelen sinds de vorige evaluatie worden meegenomen.

Evaluatie verlaagde btw-tarieven

Ex-post evaluatie

2029

Te starten

1

 

In deze evaluatie wordt gekeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de verlaagde btw-tarieven, waarbij de maatregelen sinds de vorige evaluatie worden meegenomen.

Evaluatie maatregelen giftenaftrek en geven uit vennootschap

Ex-durante evaluatie

20292

Te starten

1

 

Deze evaluatie richt zich op de uitwerking van de belangrijkste wijziging van de afgelopen jaren, namelijk de beperking van de periodieke giftenaftrek per 2023 tot een bedrag van eerst € 250.000 per jaar en sinds 2025 € 1.500.000 per jaar. Daarnaast wordt gekeken naar de vrijstelling in de dividendbelasting en inkomstenbelasting in box 2 voor geven uit de vennootschap voor zover volgend uit de giftenaftrek Vpb, die in 2024 uitgebreid werd en in 2025 weer beperkt. Dit vanwege de inhoudelijke samenhang met de beperking van de periodieke giftenaftrek.

Evaluatie afschaffing Inkomensafhankelijke Combinatiekorting (IACK)

Ex-post evaluatie

2030

Te starten

1

 

In deze evaluatie wordt gekeken naar de effecten van de afschaffing van de IACK op onder meer arbeidsparticipatie.

b. Algemeen belastingstelsel

    

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Monitoring fiscale oplossing eenverdienersproblematiek

Ex-durante evaluatie

Jaarlijks vanaf 2027

Te starten

1

 

Vanaf 2027 wordt jaarlijks bezien of de fiscale oplossing voor de eenverdienersproblematiek het beoogde doel nog bereikt.

Monitoring effecten van de aanpak van belastingontwijking

Ex-durante evaluatie

Jaarlijks

Lopend

1

 

Door het monitoren van de inkomensstromen naar laagbelastende jurisdicties kan de effectiviteit van onder meer de conditionele bronbelasting in het tegengaan van belastingontwijking via Nederland gemeten worden. De Nederlandsche Bank publiceert de benodigde tabellen.

Evaluatie CO2-heffing industrie en CO2-minimumprijs elektriciteitsopwekking

Ex-post evaluatie

2025

Lopend

1

 

Sinds 1 januari 2021 betalen industriële bedrijven een CO2-heffing. In de evaluatie zal de regeling geëvalueerd worden op doeltreffendheid en doelmatigheid en zal gekeken worden naar de hoogte van het tarief. Gegevens voor de evaluatie worden verkregen van RVO.

Beprijzing veehouderij akkerbouw

Ex-ante evaluatie

2025

Lopend

1

 

Onderzoek naar de benodigde beprijzingsniveaus per sector om de klimaatdoelen te borgen. Dit onderzoek is beloofd in de fiscale strategische agenda.

Impactanalyse afvalmaatregelen

Ex-ante evaluatie

2025

Lopend

1

 

Dit voorjaar is een aantal fiscale maatregelen voor afvalverbrandingsinstallaties aangekondigd. De staatssecretaris van IenW heeft aan de Tweede Kamer toegezegd dat hiervoor een impactanalyse gemaakt wordt.

Onderzoek e-facturatie: infrastructuur, binnenlandse e-facturatie en digitale rapportage

Ex-ante evaluatie

2025

Lopend

1

 

Op grond van de Richtlijn Btw in het digitale tijdperk moeten per 1 juli 2030 de gegevens over grensoverschrijdende handel in de EU tussen ondernemers digitaal worden gerapporteerd. Om deze bijna real-time informatievoorziening te faciliteren zijn ondernemers verplicht elektronische facturen uit te schrijven die voldoen aan in de richtlijn genoemde standaard. Bij de totstandkoming van het beleid en de implementatie moeten diverse beleidskeuzes worden gemaakt. In het bijzonder moet worden onderzocht welke keuzes moet worden gemaakt m.b.t. de infrastructuur van e-facturering en digitale rapportageverplichtingen en welke voor en nadelen bestaan bij het invoeren van een verplichting voor binnenlandse e-facturatie en/of rapportage.

Evaluatie wetgeving rondom Afgezonderd Particulier Vermogen (APV)

Ex-post evaluatie

2026

Te starten

1

 

In deze evaluatie van de APV-wetgeving wordt onder andere gekeken of de huidige formulering van de wet de Belastingdienst voldoende handvatten biedt om alle vormen van misbruik en oneigenlijk gebruik aan te pakken. In het verlengde daarvan wordt onderzocht of uitbreiding of aanpassing nodig is.

Evaluatie AWIR

Ex-post evaluatie

2026

Te starten

1

 

Als onderdeel van de periodieke rapportage Toeslagen wordt de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen geëvalueerd.

Evaluatie BPM

Ex-post evaluatie

2026

Te starten

1

 

De aanschaf van personen- en bestelauto’s wordt belast via de bpm. Voor personenautos geldt dat de bpm sinds 2010 op CO2-uitstoot is gebaseerd om de verkoop van elektrische auto’s te stimuleren. Tegelijkertijd gaat dit ten koste van andere doelstellingen van de bpm, zoals het genereren van een opbrengst voor de overheid. In deze evaluatie wordt de bpm en de gekozen tariefstructuur geëvalueerd op doeltreffendheid en doelmatigheid, afgezet tegen de huidige twee doelen van de bpm: opbrengst genereren en CO2 reduceren.

Evaluatie verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken

Ex-post evaluatie

20262

Te starten

1

 

In deze evaluatie wordt gekeken naar de effecten van de verhoging van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Daarnaast worden de uitzonderingen voor mineraalwater en zuivel geëvalueerd.

Evalueren afschrijfbeperkingen- en verruimingen in de IB (artikel 3.30 en 3.30a IB2001)

Ex-post evaluatie

2026

Te starten

9

 

De afschrijfbeperkingen- en verruimingen zijn als dekkingsmaatregel in het Wetsvoorstel Werken aan Winst (Vergaderjaar 2005/2006) opgenomen. Gekeken zal worden naar de mate waarin de beperkingen extra opbrengsten hebben gegenereerd door de fiscale en commerciële afschrijvingsritmes met elkaar te vergelijken. Zodoende wordt ook beoogd meer inzicht te krijgen in verschillen tussen commerciële en fiscale afschrijvingen.

Monitor opbrengst minimumkapitaalregel banken en verzekeraars

Ex-durante evaluatie

2026

Te starten

1

 

De opbrengst van de minimumkapitaalregel zal worden geanalyseerd op basis van aangiftegegevens.

Evaluatie Wet excessief lenen

Ex-post evaluatie

2026

Te starten

1

 

In deze evaluatie zal het effect van het wetsvoorstel onderzocht worden op basis van aangiftegegevens inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Tevens zal nader gekeken worden mogelijke uitvoeringsproblemen en ontwijkingssituaties zoals aangegeven tijdens de Kamerbehandeling.

Monitoring grenseffecten brandstofaccijns

Ex-durante evaluatie

20272

Te starten

1

 

In deze evaluatie worden de grenseffecten van het aflopen van de accijnsverlaging op de brandstoffen in kaart gebracht.

Monitoring van het overtredersbegrip (art. 67 Algemeen wetboek recht)

Ex-durante evaluatie

2027

Te starten

1

 

Hierbij zal worden gevolgd in welke mate en op welke manier dit instrument wordt ingezet in de uitvoeringspraktijk.

Evaluatie temporele beperking verrekening voorheffingen met de vennootschapsbelasting (Sofina)

Ex-post evaluatie

2027

Te starten

1

 

In deze evaluatie zal onderzocht worden of de maatregel doeltreffend en doelmatig was. Dit zal worden gedaan op basis van de gerealiseerde opbrengsten van de dividendbelasting, de ontwikkeling in aard en aantal van de bezwaar- en beroepsprocedures in de dividendbelasting en de vennootschapsbelasting en de beperking van de verrekening van voorheffingen in de aangiften vennootschapsbelasting.

Evaluatie twee schijven box 2

Ex-post evaluatie

2027

Te starten

1

 

In deze evaluatie zal onderzocht worden of de maatregel doeltreffend is in het behalen van meer belastingopbrengst en het tegengaan van belastinguitstel. Hiertoe zal gekeken worden naar de aangiften inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting.

Empty package survey tabaksaccijns

Ex-post evaluatie

2027

Te starten

9

 

In dit onderzoek wordt via het rapen van pakjes sigaretten op straat het aandeel pakjes uit het buitenland en het aandeel (illegale) illicit whites in kaart gebracht. De douane voert dit onderzoek uit.

Evaluatie kansspelbelasting

Ex-post evaluatie

20272

Te starten

1

 

In deze evaluatie wordt gekeken naar de doeltreffend- en doelmatigheid van de kansspelbelasting, waarbij onder meer gekeken wordt naar de recente tariefsverhogingen en de vrijstelling voor kleine prijzen.

Evaluatie energiebelasting - deel 2

Ex-post evaluatie

2027

Te starten

1

 

In deze evaluatie wordt de energiebelasting als geheel geëvalueerd.

Monitoring opbrengsten Warmte-Kracht-Koppeling (WKK)-maatregel

Ex-durante evaluatie

20272

Te starten

1

 

Vanaf de inwerkingtreding van de WKK-maatregel worden de opbrengsten jaarlijks gemonitord.

Tussentijdse evaluatie fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouwsector

Ex-durante evaluatie

2027

Te starten

1

 

Tijdens dit evaluatiemoment kunnen de beleidseffecten van deze maatregelen en de mogelijkheden om te verduurzamen worden geëvalueerd.

Evaluatie actualiseren leegwaarderatio

Ex-post evaluatie

20272

Te starten

1

 

De leegwaarderatiotabel is een forfait waarmee verhuurders de waarde van hun verhuurde woningen voor belastingheffing in box 3 kunnen bepalen aan de hand van de Waardering Onroerende Zaken waarde. In dit onderzoek wordt de leegwaarderatiotabel geactualiseerd, waarbij kan worden aangesloten bij de methode voor actualisatie uit de evaluatie van 2022.

Evaluatie Wetsvoorstel delegatiebepaling geen invorderingsrente in specifieke gevallen

Ex-durante evaluatie

2028

Te starten

1

 

Bij deze evaluatie zal worden gekeken in welke mate gebruik wordt gemaakt van de delegatiebepaling, en of deze een oplossing biedt bij situaties waarin het niet wenselijk is om invorderingsrente in rekening te brengen.

     
     

Evaluatie assurantiebelasting

Ex-post evaluatie

2028

Te starten

1

 

In deze evaluatie wordt gekeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van (de fiscale regelingen in) de assurantiebelasting. Hierbij zullen ook de overige vragen uit het toetsingskader fiscale regelingen worden behandeld.

Tussenevaluatie fiscale stimuleringsmaatregelen EV's

Ex-durante evaluatie

2028

Te starten

1

 

In het Klimaatakkoord zijn verschillende (tussen)evaluaties voor de fiscale stimulering van Elektrische Voertuigen (EV) opgenomen, waaronder een (tussen)evaluatie in 2027/2028. Met behulp van de evaluatie kan aan de hand van de laatste ontwikkelingen binnen de automarkt worden bepaald welk beleid en welke maatregelen nodig en wenselijk zijn ter stimulering van EV’s. Hierbij wordt dan ook de voortzetting van de mrb-korting in 2026-2029 meegenomen, waarbij gekeken wordt of en zo ja in welke vorm het nodig en wenselijk is om de tariefskorting voort te zetten. Bij de evaluatie wordt ook gekeken hoe de tariefkorting uitwerkt naar de verschillende autosegmenten op basis van hun afmeting en in hoeverre de korting het meergewicht compenseert en of er niet sprake is van onder- of overcompensatie.

Evaluatie wet herwaardering proceskostenvergoeding WOZ en bpm

Ex-post evaluatie

2028

Te starten

1

 

De Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm heeft een evaluatiebepaling. De Minister van Financien zendt in overeenstemming met de Minister voor Rechtsbescherming binnen 5 jaar na inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Monitoring implementatie platformdeel van richtlijn "btw in het digitale tijdperk", onderdeel platformeconomie

Ex-durante evaluatie

2029

Te starten

1

 

In deze monitor wordt gekeken naar de gevolgen van de invoering van vier maatregelen die volgen uit implementatie van het onderdeel «platformeconomie» van de Europese richtlijn VAT in the Digital Age (VIDA).

Empty package survey tabaksaccijns

Ex-post evaluatie

2029

Te starten

9

 

In dit onderzoek wordt via het rapen van pakjes sigaretten op straat het aandeel pakjes uit het buitenland en het aandeel (illegale) illicit whites in kaart gebracht. De douane voert dit onderzoek uit.

Evaluatie vliegbelasting

Ex-post evaluatie

2030

Te starten

1

 

In deze evaluatie zal de doelmatigheid en doeltreffendheid van de vliegbelasting worden onderzocht.

Monitoring van de openbaarmaking fiscale vergrijpboetes

Ex-durante evaluatie

2030

Te starten

1

 

In dit onderzoek wordt gekeken in welke mate en op welke manier de openbaarmaking van fiscale vergrijpboetes wordt ingezet in de uitvoeringspraktijk.

Evaluatie CO2-heffing industrie

Ex-post evaluatie

2031

Te starten

1

 

Dit betreft de periodieke evaluatie van de CO2-heffing industrie.

Evaluatie belasting op leidingwater

Ex-post evaluatie

2031

Te starten

1

 

De belasting op leidingwater wordt geëvalueerd, waarbij in het bijzonder gekeken wordt naar de effecten van de afschaffing van het heffingsplafond per 2027.

Evaluatie afvalstoffenbelasting

Ex-post evaluatie

2031

Te starten

1

 

Na de laatste evaluatie van de afvalstoffenbelasting in 2024 is een aantal maatregelen opgenomen in het Belastingplan 2026. De uitwerking van deze maatregelen wordt meegenomen in de volgende evaluatie in 2031.

Evaluatie btw-herziening onroerende diensten

Ex-post evaluatie

2031

Te starten

1

 

Na vijf jaren zal een beleidsevaluatie plaatsvinden naar aanleiding van de maatregel om belastingbesparende structuren met kortdurende verhuur tegen te gaan.

Evaluatie tariefdifferentiatie vliegbelasting

Ex-post evaluatie

2032

Te starten

1

 

De tariefdifferentiatie vliegbelasting wordt geëvalueerd. Daarbij zal onder meer worden gekeken naar de opbrengst per afstandscategorie, het effect op het vlieggedrag van passagiers (waaronder mogelijke uitwijkreacties), en de impact op de netwerkkwaliteit van Nederlandse luchthavens. Tevens zal worden bezien of de tariefdifferentiatie bijdraagt aan het internaliseren van externe kosten.

Evaluatie box 3 stelsel op basis van werkelijk rendement

Ex-post evaluatie

2033

Te starten

1

 

Voorgesteld wordt om wettelijk te borgen dat het onderhavige wetsvoorstel binnen vijf jaar na inwerkingtreding wordt geëvalueerd. Daarbij zal in ieder geval aandacht moeten zijn voor de budgettaire opbrengst, de uitvoering door de Belastingdienst, de administratieve lasten bij ketenpartners en de doenlijkheid voor en administratieve lasten bij burgers. Bij de eerste evaluatie zullen de fiscale regelingen die met dit voorstel worden geïntroduceerd worden getoetst op doeltreffendheid en doelmatigheid. Dit zal vervolgens iedere vijf jaar opnieuwgebeuren. In het voorstel zitten twee fiscale regelingen. Het gaat om het vermogenswinstregime dat geldt voor onroerende zaken en voor aandelen in startende ondernemingen.

1

Wegens herprioritering, ander uitgevoerd onderzoek dat hieraan raakt en de naar verwachting beperkte meerwaarde zijn de volgende evaluaties komen te vervallen: evaluatie van de fiscale behandeling ANBI's, evaluatie fiscale behandeling stichtingen en verenigingen en de evaluatie regeling groenprojecten.

2

Wegens herprioritering en/of recente beleidsmatige ontwikkelingen is het jaartal van de evaluatie gewijzigd.

Thema 4: Fiscaal beleid

Dit SEA-thema is gekoppeld aan begrotingsartikel 1 (samen met thema 5: Belastingdienst).

a. Fiscale regelingen

Opbouw

Dit subthema bevat alle onderzoeken en evaluaties rondom fiscale regelingen. Fiscale regelingen zijn uitzonderingen in het belastingstelsel zoals vrijstellingen, kortingen en verlaagde tarieven. Deze hebben vaak een beleidsdoel zoals het stimuleren van bepaald gedrag of herverdeling van inkomen. Ten behoeve van  de periodieke rapportage in 2029 wordt een actueel beeld van de doeltreffendheid en doelmatigheid van fiscale regelingen nagestreefd. Bij de programmering van de evaluaties van individuele regelingen wordt onder andere gekeken naar het budgettaire en beleidsmatige belang en recente ontwikkelingen op dat vlak. De uitkomsten van deze evaluaties staan centraal in de periodieke rapportage waarin fiscale regelingen integraal worden doorgelicht. Daarbij zal ook gekeken worden naar de voorwaarden voor doeltreffend- en doelmatigheid en het opvolgen van aanbevelingen uit individuele beleidsevaluaties. Fiscale regelingen worden ingezet op diverse beleidsterreinen. De evaluaties zijn daarom ook van belang voor andere departementen.

Inzichtbehoefte

Het primaire doel van belastingen is het ophalen van middelen om zo de overheidstaken te kunnen financieren. Daarnaast worden belastingen ingezet voor herverdeling van inkomen en het sturen van gedrag. Voor het bereiken van laatstgenoemde doelen worden ook fiscale regelingen ingezet. Deze regelingen beogen vaak maatschappelijke doelen maar leiden ook tot derving van belastinginkomsten en zorgen daarnaast voor een complexer belastingstelsel. De evaluaties geven vooral inzicht in of beleidsdoelen bereikt worden en of dat tegen redelijke kosten gebeurt, maar ook of een fiscale regeling de geschikte instrumentkeus is. Daarnaast bevatten de evaluaties beleidsaanbevelingen. Deze inzichten kunnen benut worden om fiscale regelingen te verbeteren, af te schaffen of om te vormen.

In sommige gevallen bouwen evaluaties voort op eerdere evaluaties of onderzoeken. Zo zijn een aantal evaluaties van vrijstellingen in de overdrachtsbelasting op de agenda gezet naar aanleiding van een verkenning naar deze vrijstellingen. Soms is er naar aanleiding van eerdere evaluaties meer data verzameld om zo betere uitspraken te kunnen doen over de effectiviteit van regelingen, zoals het geval is bij de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA).

b. Algemeen belastingstelsel

Opbouw

Dit subthema bevat alle onderzoeken en evaluaties die gerelateerd zijn aan fiscaal beleid, behalve die betrekking hebben op fiscale regelingen. De evaluaties en onderzoeken die onder dit subthema vallen hebben betrekking op diverse onderwerpen zoals energie, klimaat, de winstbelasting, accijnzen en invordering. Deze onderzoeken komen voort uit evaluatieparagrafen bij wetgeving (CW3.1), periodieke evaluatieverplichtingen (RPE) maar ook uit voorbereidend werk voor wetgeving.

Inzichtbehoefte

De periodieke rapportage Verduurzaming van het belastingstelsel is komen te vervallen omdat deze te weinig meerwaarde bood bovenop de reguliere evaluaties die reeds staan geprogrammeerd, zoals de evaluaties energiebelasting en vliegbelasting, en de doorrekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving in de Klimaat- en Energieverkenning die al een totaalbeeld schetst. In de SEA 2027 zal een alternatieve periodieke rapportage worden geprogrammeerd onder het subthema Algemeen belastingstelsel op het gebied van de belastingontvangsten. Het ministerie neemt het komende jaar de tijd om uit te werken wat hier de invulling van is met de meeste meerwaarde.

Tabel 73 Uitwerking SEA-thema 5: Belastingdienst

Uitwerking SEA-thema 5: Belastingdienst

a. Uitvoering en handhaving Belastingdienst

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Periodieke rapportage Belastingdienst

Periodieke rapportage

2029

Te starten

1

 

De periodieke rapportage betreft een syntheseonderzoek dat gericht is op de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van uitvoering en handhaving door de Belastingdienst, en op lessen voor het vergroten daarvan. We hanteren daarbij de evaluatiecriteria uit het evaluatiekader opgesteld door de OESO.

Fiscale Monitor

Ex-durante evaluatie

Jaarlijks

Lopend

1

 

Een jaarlijkse survey waarbij burgers, bedrijven en hun intermediairs worden bevraagd over onder andere functioneren en imago van de Belastingdienst, waardering van de dienstverlening, vertrouwen in de Belastingdienst, belastingmoraal en compliance. De Fiscale Monitor wordt al jaren op een vergelijkbare manier uitgevoerd, zodat de monitor niet alleen inzicht geeft in de huidige stand van zaken, maar ook zeer geschikt is om trends vast te stellen.

Stand van de Uitvoering

Ex-durante evaluatie

Jaarlijks

Lopend

1

 

Om problemen in de uitvoering in beeld te brengen haalt de Belastingdienst signalen op van binnen en van buiten de organisatie. Op basis daarvan identificeert de Belastingdienst knelpunten, vraagt daarvoor aandacht, werkt zelf aan oplossingen hiervoor en agendeert deze ook breder, o.a. bij de politiek, met het streven om gezamenlijk tot oplossingen te komen.

Evaluatie dienstverlening (2020-2024)

Ex-post en ex-durante evaluatie

2025

Lopend

1

 

Deze evaluatie richt zich op de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van de dienstverlening van de Belastingdienst. De evaluatie reconstrueert de beleidstheorie van dienstverlening van de Belastingdienst, beschrijft ontwikkelingen in de dienstverlening gedurende de onderzoeksperiode en brengt trends in kaart in gebruik, waardering en kosten van dienstverlening.

Brieven als instrument

Ex-post en ex-durante evaluatie

2025

Lopend

1

 

De Belastingdienst stuurt vele brieven met verschillende doelen (bijv informatievoorziening, mededelingen, reminders, aanmaningen). Het doel van deze overzichtsstudie is meer te leren over de effectiviteit van de brief als een instrument. Daartoe wordt kennis over de (voorwaarden voor) effectiviteit van brieven uit eerdere onderzoeken, uit de literatuur en uit de organisatie bijeengebracht.

Transformatie van de dienstverlening

Ex-post en ex-durante evaluatie

2025

Lopend

1

 

Deze evaluatie richt zich op de in 2020 ingezette 'Transformatie van de dienstverlening'. In deze lerende evaluatie wordt gekeken naar wat er nodig is om de in interne evaluaties al gedocumenteerde uitdagingen voor het borgen van klantcentrisch werken aan te gaan en op te lossen.

Doorwerking van de visie op dienstverlening

Ex-durante evaluatie

2025

Lopend

1

 

Deze evaluatie van de in 2021 vastgestelde «Visie en ambitie op dienstverlening» biedt inzicht in de doorwerking van deze Belastingdienstbrede visie op de werkvloer onder medewerkers die dienstverlening bieden. Er wordt onderzocht in hoeverre deze medewerkers de dienstverleningsprincipes kunnen toepassen in de praktijk en wat nodig is om toepassing te verbeteren.

Leren van signalen van burgers en ondernemers

Ex-durante evaluatie

2026

Te starten

1

 

Burgers en ondernemers geven op uiteenlopende manieren inzichten aan de Belastingdienst over het handelen van de dienst en over mogelijk problematische uitwerking van wet- en regelgeving op hun dagelijkse leven. De Belastingdienst wil in verbinding staan met de samenleving én een lerende organisatie zijn. In deze evaluatie van het signalenproces wordt gekeken naar hoe de Belastingdienst leert van signalen uit de maatschappij.

Menselijke maat

Ex-durante evaluatie

2027

Te starten

1

 

Deze evaluatie richt zich op de wijze waarop de Belastingdienst invulling geeft aan het hanteren van de menselijke maat in het werk. Hanteren van de menselijke maat betekent dat we in de uitvoering van onze taak beogen recht te doen aan de belangen van burgers en ondernemers binnen de kaders die de wet ons geeft. Uitgangspunten die we hierbij hanteren zijn onder andere dat we burgers en ondernemers met respect behandelen, het recht op gelijke behandeling borgen en maatregelen nemen om mensen in kwetsbare posities te beschermen.

Operationele handhavingsplannen MKB

Ex-post evaluatie

2027

Te starten

1

 

De directie Midden - en Klein Bedrijf (MKB) werkt met operationele handhavingsplannen waarin de handhavingsaanpak voor een bepaalde doelgroep of fenomeen uitgewerkt is. Deze handhavingsplannen worden geëvalueerd middels monitoring, een effectmeting of belevingsonderzoek. De evaluatie betreft een synthese hiervan waarbij de link wordt gelegd naar de beleidstheorie van MKB.

     
     

Evaluatie van de HUBA campagne (Particulieren)

Ex-post evaluatie

2027

Te starten

1

 

De directie Particulieren biedt tijdens de aangifteperiode (maart t/m begin mei) extra hulp bij aangifte (huba). Hulp bij aangifte is een van de instrumenten van de beleidstheorie van Particulieren. Het doel is zoveel mogelijk mensen die dit nodig hebben goede hulp te bieden bij het regelen van de aangifte inkomstenbelasting, zodat zij goed en tijdig aan hun verplichtingen kunnen voldoen en hun rechten verkrijgen. Deze evaluatie richt zich op verschillende aspecten, zoals de klantbeleving, de typering van de burgers die deze hulp ontvangen (en mogelijk ook de groepen die nog niet bereikt worden) en de inhoudelijke kwaliteit van de aldus ingediende aangiften (compliance).

Impact van het vooroverleg (Grote Ondernemingen)

Ex-post evaluatie

2027

Te starten

1

 

Bij het toezicht van grote ondernemingen maakt de Belastingdienst gebruik van vooroverleg. Dit onderzoek staat stil bij de vragen hoe en in welke mate vooroverleg, ondanks de geconstateerde afname in de verzoeken, bijdraagt aan de beoogde (tussen)doelen van Grote Onderneming (GO) zoals het bevorderen van zekerheid, werken in de actualiteit, het bevorderen van procedurele rechtvaardigheid bij klanten en het versterken van de werkrelatie tussen klanten en GO.

Inzicht in productiviteit van dienstonderdelen

Ex-durante evaluatie

2028

Te starten

1

 

Het verbeteren van de productiviteit is van groot belang voor de Belastingdienst. Er worden verschillende externe onderzoeken gedaan bij MKB, P en CAP, de Algemene Rekenkamer heeft een lopend onderzoek en C&F is bezig met het koppelen van inzet van personeel aan producten die op basis van het processenmodel zijn gedefinieerd. Doel van het ontwikkeltraject is om met de uitkomsten van de verschillende externe onderzoeken te komen tot een eenduidige systematiek binnen de Belastingdienst om de productiviteitsontwikkeling over de jaren heen consistent te kunnen monitoren. In een syntheseonderzoek kan daarnaast onderzocht worden welke rol de productiviteitsmetingen krijgen in de bestuurlijke besluitvorming of verantwoording over de uitvoering.

Thema 5: Belastingdienst

Dit SEA-thema is gekoppeld aan begrotingsartikel 1 (samen met thema 4: Fiscaal beleid).

a. Uitvoering en handhaving Belastingdienst

Opbouw

DG Belastingdienst kiest voor een brede programmering van evaluaties onder het thema ‘Uitvoering en handhaving Belastingdienst’. Dat past bij de diversiteit aan taken en verantwoordelijkheden binnen de uitvoerings- en handhavingspraktijk en de daarbij behorende besluitvorming en beleidsontwikkeling. Alle evaluaties bieden, afhankelijk van de specifieke aard en inzichtbehoefte,  relevante inzichten in (voorwaarden voor) doelmatigheid en/of doeltreffendheid. 

Inzichtbehoefte

Vier evaluaties van verschillende aspecten van de dienstverlening door de Belastingdienst worden nog in 2025 afgerond. Er zijn daarnaast door Particulieren (P), het Midden- en kleinbedrijf (MKB) en Grote Ondernemingen (GO) evaluaties gepland naar voor burgers en ondernemers belangrijke, impactvolle processen. Om daarnaast oog te hebben voor meer overstijgende, Belastingdienstbrede ontwikkelingen, zijn er ook evaluaties geprogrammeerd naar respectievelijk een beleidsmatig-, een bedrijfsvoerings- en een maatschappelijk relevant vraagstuk. Twee doorlopende instrumenten met een evaluatief karakter die jaarlijks uitgevoerd worden, de Fiscale Monitor en de Stand van de Uitvoering, staan eveneens op de SEA. Deze evaluaties geven met elkaar invulling aan de brede inzichtbehoefte van de Belastingdienst.

De op de SEA geprogrammeerde evaluaties dienen als bouwblokken voor de periodieke rapportage die voor 2029 geprogrammeerd staat. Dit syntheseonderzoek geeft, op basis van de uitkomsten van de verschillende evaluaties, invulling aan de brede inzichtbehoefte van de Belastingdienst. Er worden conclusies getrokken over (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van ‘Belastingdienstbeleid’, en over lessen voor het vergroten daarvan. Waar relevant en mogelijk zal bij het syntheseonderzoek gebruik gemaakt worden van de evaluatiecriteria uit het evaluatiekader opgesteld door de OESO.

Tabel 74 Uitwerking SEA-thema 6: Toeslagen

Uitwerking SEA-thema 6: Toeslagen

a. Presteren in het heden en anticiperen op de toekomst

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Periodieke rapportage dienstverlening Toeslagen1

Periodieke rapportage

2026

Te starten

13

 

De periodieke rapportage biedt een overkoepelend inzicht in de bereikte doeltreffendheid en doelmatigheid op het beleidsthema Toeslagen. Hierin worden de ontwikkelingen en aanpassingen in de dienstverlening en uitvoering van Dienst Toeslagen en in de Algemene Wet Inkomensafhankelijke Regelingen (AWIR) meegenomen. Daarnaast wordt er gekeken naar de ontwikkelingen in de beleidstheorie van Toeslagen en naar de burgerbeleving. Ook worden geleerde lessen uit het huidige stelsel voor toekomstige hervormingen in beeld gebracht. Voor dit onderzoek worden de evaluatieonderzoeken van de afgelopen jaren gebruikt, waaronder de gecombineerde evaluatie van de Awir en Evaluatie Uitvoering en Dienstverlening uit 2022 dat als nulmeting geldt.

Onderzoek uitvoering en dienstverlening Toeslagen

Ex-durante evaluatie

2025

Lopend

13

 

Wij streven ernaar om de dienstverlening aan alle toeslaggerechtigden te optimaliseren en om meer in de actualiteit te werken en zo betere resultaten te behalen op de drie burgerbeloften. Dit onderzoek draagt hieraan bij door inzichten te verschaffen in de uitvoering en dienstverlening, en bouwt voort op al het onderzoek en interne inzichten die sinds het voorgaand evaluatiemoment (in 2022) zijn opgedaan. Doel van het onderzoek is om te achterhalen hoe de burger toeslagen ervaart, wat hiervan de belangrijkste oorzaken en ontwikkelingen zijn in de uitvoering en dienstverlening en hoe de uitvoering en dienstverlening voor de burger kan worden verbeterd.

Belevingsonderzoek Toeslagen

Ex-durante evaluatie

2025

Lopend

13

 

Het belevingsonderzoek Toeslagen is een jaarlijks terugkerende survey en brengt in beeld hoe de voor Dienst Toeslagen belangrijke doelgroepen ons beoordelen: mensen die recht hebben op toeslagen en maatschappelijke intermediairs die mensen helpen bij het regelen van hun toeslagen. Het onderzoek biedt inzicht in de beleving en ervaring van mensen. Daarmee willen we de dienstverlening van Toeslagen verder verbeteren. Aan de orde komen onder andere: functioneren en imago, waardering van de dienstverlening, vertrouwen en naleving.

Onderzoekslab Toeslagen

Ex-ante evaluatie

2025

Doorlopend

13

 

Het toeslagenlab is in 2024 opgericht en is een onderzoeksomgeving waarin het mogelijk is om de interactie van burgers met Toeslagen te simuleren. Het doel hiervan is dat bepaalde aannames kunnen worden getest en er inzichten ontstaan over de mogelijke effectiviteit van maatregelen, in het bijzonder vanuit het gedragsperspectief, waardoor beleidsideeen vooraf kunnen worden getoetst. Het betreft ex-ante onderzoek, alleen beleidsideeën in de ontwikkelfase kunnen opgenomen worden in een eventueel experiment. Doel is om in een gecontroleerde setting, nieuwe beleidsideeën te toetsen op effectiviteit. In 2025 en 2026 zijn experimenten voorzien rondom voorzichtig voorschieten en boetebeleid.

Onderzoek uitvoering en dienstverlening Toeslagen

Ex-durante evaluatie

2028

Te starten

13

 

In aanloop naar de volgende vijfjaarlijkse evaluatie van Toeslagen wordt een ex-durante evaluatie voorzien. Doel van dit onderzoek is om tussentijds inzicht te vergaren in de ontwikkeling in de uitvoering en dienstverlening vanuit het perspectief van de burger.

b. Recht doen aan het verleden

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Periodieke rapportage hersteloperatie

Periodieke rapportage

2028

Te starten

13

 

Met de periodieke rapportage wordt inzicht gegeven in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het financieel herstel van gedupeerden van de toeslagenaffaire, waarbij volledigheid, zorgvuldigheid en informatiedeling naar gedupeerden voorop staan.

Evaluatie hersteloperatie toeslagen

Ex-durante evaluatie

20272

Lopend

13

 

De evaluatie hersteloperatie toeslagen ziet op het evalueren van de Wet hersteloperatie toeslagen en de aanvullende wet met als doel om de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleidsmaatregelen te onderzoeken.

1

Bij de voorbereiding van de (gecombineerde) evaluaties AWIR en uitvoering en dienstverlening voor 2026 kwam naar voren dat ook dit een vorm van een syntheseonderzoek zou gaan worden, met vergelijkbare onderzoeksvragen die ook bij een periodieke rapportage beantwoord zouden moeten worden. Hierdoor is besloten om in 2026 één overkoepelend onderzoek te doen onder de noemer van een periodieke rapportage.

2

De wetsevaluatie hersteloperatie wordt een jaar later afgerond dan in de vorige SEA voorzien vanwege vertraging in de aanbesteding en de complexiteit van het onderzoek.

Thema 6: Toeslagen

Dit SEA-thema is gekoppeld aan begrotingsartikel 13.

a. Presteren in het heden en anticiperen op de toekomst

Opbouw

Binnen het SEA-thema Toeslagen is de agendering van evaluaties opgebouwd langs de strategische doelstellingen: presteren in het heden, anticiperen op de toekomst en rechtdoen aan het verleden. Bij het subthema Presteren in het heden en anticiperen op de toekomst ligt de agendering in lijn met het streven om de dienstverlening aan alle toeslaggerechtigden te optimaliseren, om meer in de actualiteit te werken en zo betere resultaten te behalen op de drie burgerbeloften: ‘wij staan voor u klaar’, ‘u weet waar u aan toe bent’ en ‘u krijgt waar u recht op heeft’. In 2026 staat de periodieke rapportage van Toeslagen centraal, met als doel inzicht te bieden in de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Algemene Wet Inkomensafhankelijke Regelingen (Awir), en uitvoering en dienstverlening over de afgelopen vijf jaar.  De periodieke rapportage wordt voorafgegaan door een ex-durante evaluatie en andere, meer operationele onderzoeken, die binnen de Dienst Toeslagen worden geagendeerd.

Inzichtbehoefte

De evaluaties binnen dit subthema volgen een vijfjaarlijkse cyclus, waarbinnen tussentijds verschillende ex-ante en ex-durante evaluaties worden uitgevoerd die aan het eind van de cyclus bijdragen aan de periodieke rapportage. Dit betreft bijvoorbeeld het belevingsonderzoek Toeslagen, waarmee periodiek de beleving van toeslaggerechtigden en maatschappelijk intermediairs wordt opgehaald, en het onderzoekslab Toeslagen, waarbij nieuwe beleidsideeën in een experimentele setting voorafgaand aan implementatie kunnen worden getoetst.

Met de onderzoekscyclus binnen Toeslagen wordt invulling gegeven aan de wettelijke verplichting om vijfjaarlijks verslag uit te brengen over de doeltreffendheid van de Algemene Wet Inkomensafhankelijke Regelingen (Awir) en de effecten van de wet in de praktijk. Deze cyclus is in 2022 opgestart, volgend op de ontvlechting en de oprichting van Dienst Toeslagen als zelfstandig onderdeel van het ministerie van Financiën.

b. Recht doen aan het verleden

Opbouw

Het doel van de hersteloperatie is gedupeerden erkenning en financieel herstel bieden voor het onrecht dat hen is aangedaan bij de uitvoering van de toeslagenregelingen. Naast de regelingen voor gedupeerde aanvragers zijn er regelingen voor andere groepen die geraakt zijn door de problemen met de kinderopvangtoeslag of andere toeslagen. De hersteloperatie richt zich niet alleen op financieel herstel, maar ook op emotioneel en maatschappelijk herstel.

Inzichtbehoefte

De wetsevaluatie beoogt inzicht te geven in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het financieel herstel van gedupeerden van de toeslagenaffaire. Het evaluatietraject start in 2025 met het opstellen van een evaluatiestrategie die ingaat op de te betrekken perspectieven bij de evaluatie en een evaluatieagenda. Dit zijn onder andere de rechtsbescherming, de wetssystematiek in relatie tot de uitvoering van de wet, de organisatorische aspecten, het burgerperspectief en de te trekken lessen uit de hersteloperatie. Hiermee wordt enerzijds beoogd de wet te evalueren en anderzijds leerlessen te formuleren ten aanzien van het effectief bieden van herstel en de wijze waarop dit geregeld en georganiseerd kan worden.

Het Kabinet heeft de ambitie om het financieel herstel van gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire in 2027 af te ronden. De evaluatie van de hersteloperatie – mede inhoudende de evaluatie van wet hersteloperatie toeslagen en de wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen – is in 2025 gestart. De verwachting is dat deze evaluatie in 2027 zal worden afgerond.

De Kamer zal door middel van tussenrapportages worden geïnformeerd over de resultaten van de periodieke rapportage in de loop van 2026 en 2027. De periodieke rapportage zal in 2028 naar de Kamer worden gezonden.

Tabel 75 Uitwerking SEA-thema 7: Douane

Uitwerking SEA-thema 7: Douane

a. Effectgericht sturen

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Artikel

Periodieke rapportage Douane

Periodieke rapportage

2026

Te starten

9

 

Inzicht vergroten in:- De beleidseffecten die opdrachtgevers willen bereiken door middel van de inzet van Douane activiteiten en resultaten.- De wijze waarop Douane activiteiten en resultaten (in theorie en praktijk) bijdragen aan het bereiken van deze outcome, en hoe deze resultaten, relaties en outcome inzichtelijk en meetbaar kunnen worden gemaakt.- De wijze waarop ambities van Douane en opdrachtgevers ten aanzien van resultaten en outcome zich vertalen in het handhavingsplan Douane.- De manier waarop keuzes in het Handhavingsplan consequenties kunnen hebben voor individuele opdrachtgevers en hoe hier in gezamenlijkheid over kan worden gesproken en besloten (sturen op effecten).- De wijze waarop Douane als opdrachtnemer over deze resultaten, relaties en outcome zou moeten rapporteren.- De mate van haalbaarheid van deze wijze van rapporteren en de inspanning die nodig is om het gewenste niveau van rapporteren te realiseren.

Sturen op effecten

Ex-durante evaluatie

2025

Lopend

9

 

Het doel van de procesevaluatie is het inventariseren van mogelijke verbeteringen voor gezamenlijk sturen op effecten door opdrachtgevende ministeries en de Douane. Bevindingen worden gebruikt bij de planning en vormgeving van het strategische initiatief Sturen op Maatschappelijk Effect.

Thema 7: Douane

Dit SEA-thema is gekoppeld aan begrotingsartikel 9.

a. Effectgericht sturen

Opbouw

De Douane moet kiezen waar het zijn mensen en middelen inzet. Dit gebeurt in samenspraak met tien opdrachtgevende ministeries. Het doel is daar op te treden waar het voor de samenleving het meest effect heeft. Sturen op maatschappelijke effecten is een van de strategische doelstellingen van de Douane voor de komende  jaren.  De programmering van de SEA sluit hier op aan. De periodieke rapportage in 2026 bouwt voort op de SEA-onderzoeken naar effectgericht sturen van de Douane. Daarnaast krijgt aanpalend onderzoek naar maatschappelijke risico’s daarin een plek.

Inzichtbehoefte

Met de in 2025 uit te voeren procesevaluatie wil de Douane samen met opdrachtgevers het inzicht vergroten in de kwaliteit van de gezamenlijke sturing. Het doel van deze procesevaluatie is het inventariseren van mogelijke verbeteringen voor gezamenlijk sturen op effecten. Het onderzoek kijkt daarbij onder andere naar lopende initiatieven op dat terrein, zoals de voorbereiding van een Douanebrede maatschappelijke risicoanalyse en de totstandkoming en bespreking van het Meerjaren handhavingsplan.

De evaluaties binnen het thema Effectgericht sturen bouwen voort op aanbevelingen uit de Beleidsdoorlichting 2012-2018. De Douane wil de gesprekken met opdrachtgevers vooral voeren over de te bereiken effecten, en de relatie met naleving en aantallen controles, Daartoe is een verdere explicitering van de beleidstheorie onder de Douanestrategie en -instrumenten nodig, en meetbare prestatie-indicatoren op outcomeniveau. De Douane heeft in dat kader inzichtbehoeften ten aanzien van:

  • de wijze waarop ambities van opdrachtgevers en Douane en ten aanzien van effecten, resultaten en de reductie van maatschappelijke risico’s zich vertalen in het Handhavingsplan Douane;

  • de manier waarop keuzes in het Handhavingsplan consequenties kunnen hebben voor individuele opdrachtgevers en hoe hier in gezamenlijkheid over kan worden gesproken en besloten;

  • de wijze waarop  de Douane over deze resultaten en outcome zou moeten rapporteren;

  • de hiervoor noodzakelijke inhoud en reikwijdte van de beleidstheorie Douane, inclusief de relatie met de beleidseffecten die opdrachtgevers willen bereiken door middel van de inzet van Douane activiteiten en resultaten.

Dit moet leiden tot verdere professionalisering van het sturen op maatschappelijke effecten en tot grotere (transparantie over de) effectiviteit van de Douane inzet voor Nederland en Europa. Deze inzichtbehoefte staat centraal in de periodieke rapportage in 2026.

Licence