Het Rijk investeert in waterveiligheid om te voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen en het Rijk en om een bijdrage te leveren aan het beheer van de Rijkswateren. Het artikel Investeren in waterveiligheid is gerelateerd aan beleidsartikel 11 Integraal Waterbeleid op de Begroting Hoofdstuk XII.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.052.500 | 2.027.266 | 926.718 | 1.328.372 | 755.746 | 634.656 | 591.551 |
Uitgaven | 604.197 | 644.546 | 613.490 | 683.144 | 631.632 | 479.987 | 616.044 |
1.01 Grote projecten waterveiligheid | 60.595 | 110.207 | 15.849 | 14.820 | 177.815 | 7.091 | 7.822 |
1.01.01 Programma HWBP-2 Waterschapsprojecten | 54.394 | 106.736 | 8.300 | 0 | 162.651 | ||
1.01.02 Programma HWBP-2 Rijksprojecten | 981 | 1.784 | 287 | 237 | 12.500 | ||
1.01.03 Ruimte voor de rivier | 286 | 780 | 3.984 | 1.906 | 2.540 | 345 | |
1.01.04 Maaswerken | 4.934 | 907 | 3.278 | 12.677 | 124 | 6.746 | 7.822 |
1.02 Ontwikkeling waterveiligheid | 526.084 | 504.457 | 559.535 | 633.404 | 425.320 | 449.731 | 590.599 |
1.02.01 Planning waterveiligheid | 13.329 | 82.404 | 123.961 | 68.256 | 45.441 | 19.493 | 4.637 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 1.448 | 2.088 | 1.419 | 509 | 509 | 509 | 509 |
1.02.02 Aanleg waterveiligheid | 512.755 | 422.053 | 435.574 | 565.148 | 379.879 | 430.238 | 585.962 |
1.03 Studiekosten | 17.518 | 29.882 | 38.106 | 34.920 | 28.497 | 23.165 | 17.623 |
1.03.01 Studie en onderzoekskosten | 17.518 | 29.882 | 38.106 | 34.920 | 28.497 | 23.165 | 17.623 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 9.888 | 10.037 | |||||
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Ontvangsten | 187.914 | 183.082 | 166.339 | 145.047 | 183.885 | 189.849 | 193.317 |
1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid | 187.914 | 183.082 | 166.339 | 145.047 | 183.885 | 189.849 | 193.317 |
1.09.01 Ontvangsten waterschappen HWBP-2 | 0 | ||||||
1.09.02 Overige ontvangsten HWBP-2 | 0 | ||||||
1.09.03 Ontvangsten waterschappen HWBP | 186.733 | 181.598 | 165.833 | 145.047 | 182.249 | 189.849 | 193.317 |
1.09.04 Overige ontvangsten HWBP | 639 | 0 | 10 | ||||
1.09.05 Overige aanleg ontvangsten | 542 | 1.484 | 496 | 1.636 |
Geschatte budgetflexibiliteit
Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2026 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2026. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.
2026 | |
---|---|
Juridisch verplicht | 74% |
Bestuurlijk gebonden | 26% |
Beleidsmatig gereserveerd | |
Nog niet ingevuld/vrij te besteden |
1.01 Grote projecten waterveiligheid
Motivering
Deze projecten, waaraan de Tweede Kamer de status van Groot Project heeft toegekend, dragen bij aan de waterveiligheid in Nederland. Voor meer achtergrondinformatie over de programmering in 2026 (en verder) wordt verwezen naar het MIRT Overzicht 2026, de betreffende voortgangsrapportages en het Deltaprogramma 2026.
Producten
Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)
Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die zijn voortgekomen uit de periodieke toetsing volgens de Waterwet. Uit de resultaten van de eerste (2001) en tweede (2006) toetsing op veiligheid van de primaire waterkeringen bleek dat een deel van deze keringen niet voldeed aan de wettelijke norm (Kamerstukken II 2007–2008, 27 625 nr. 103 en Kamerstukken II 2000-2001, 18 106, nr. 103).
Vanuit het HWBP-2 worden subsidies verstrekt aan de waterschappen voor de uitvoering van de vereiste verbetermaatregelen en worden de maatregelen aan de rijkskeringen betaald. Het HWBP-2 is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering. Met het afsluiten van het Bestuursakkoord Water (2011) dragen de waterschappen bij aan de financiering van het HWBP-2 en het HWBP. In bijlage 2 is een nadere toelichting op de financieringsafspraken ten aanzien van de Hoogwaterbeschermingsprogramma’s (HWBP-2 en HWBP) opgenomen.
Van de 87 geprogrammeerde projecten is er nog één project in uitvoering (project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam). Oplevering van dit project staat gepland in 2027.
Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder half jaar een Voortgangsrapportage: vóór 1 april 2026 Voortgangsrapportage 27 en vóór 1 oktober 2026 Voortgangsrapportage 28.
Meetbare gegevens
Het HWBP-2 bestaat uit 87 versterkingsprojecten, inclusief de Zwakke Schakels. Per 31 december 2023 voldoen 86 projecten aan de vigerende veiligheidsnorm. Er is nog één project in uitvoering. Dit is het project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam.
Projectbudget | Kasbudget | Oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
huidig | vorig | t/m 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | later | huidig | vorig | |
Projecten Nationaal | 2027 | 2027 | ||||||||||
HWBP-2 Rijksprojecten | 170 | 170 | 168 | 2 | ||||||||
HWBP-2 Waterschapsprojecten | 2.659 | 2.650 | 2.381 | 107 | 8 | 0 | 163 | |||||
Overige projectkosten (programmabureau) | 50 | 49 | 37 | 0 | 0 | 0 | 13 | |||||
Afrondingen | 1 | ‒ 1 | ||||||||||
Programma | 2.879 | 2.869 | 2.586 | 109 | 9 | 0 | 175 | 0 | 0 | 0 | ||
Budget (DF 1.01.01/02) | 109 | 9 | 0 | 175 | 0 | 0 | 0 |
Ruimte voor de Rivier
Op 22 januari 2019 heeft de Tweede Kamer de Groot Project Status van Ruimte voor de Rivier beëindigd. Het laatste project dat bijdraagt aan de doelstelling van de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier is het project Reevesluis, als onderdeel van het project IJsseldelta, fase 2. Dit project is binnen de overeengekomen scope en conform afspraken uitgevoerd. Alle objecten en gebieden zijn overgedragen aan de beheerders. Decharge is verleend.
huidig | vorig | t/m 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | later | huidig | vorig | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Project RvdR | 2019 | 2019 | ||||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||||||
Ruimte voor de Rivier | 2.247 | 2.246 | 2.237 | 1 | 4 | 2 | 3 | 0 | ||||
Programma Realisatie | 2.247 | 2.246 | 2.237 | 1 | 4 | 2 | 3 | 0 | 0 | 0 | ||
Budget (DF 1.01.03) | 1 | 4 | 2 | 3 | 0 | 0 | 0 |
Maaswerken
Maaswerken (Zandmaas en Grensmaas) is voortgekomen uit het Deltaplan Grote Rivieren dat na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas in december 1993 en januari 1995 tot stand kwam. Belangrijkste doelstelling is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord-Brabant tegen hoogwater van de Maas.
Op 22 januari 2019 heeft de Tweede Kamer de Groot Project Status van Zandmaas en Grensmaas beëindigd. De rapportage over de voortgang en afronding van het programma vindt plaats als onderdeel van het MIRT- overzicht (overstromingskans kleiner dan 1/250e per jaar).
Indicator | Grensmaas | Zandmaas |
---|---|---|
Hoogwaterbeschermings-programma | 100% in 2017 (gerealiseerd) | 100 % in 2016 |
Natuurontwikkeling | (94,9%) 1.147 ha | (100%) 427 ha |
Grind | ten minste 35 miljoen ton |
Grensmaas en Zandmaas, natuurontwikkeling
De deelprogramma’s Grensmaas en Zandmaas (fase I) dragen primair bij aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. Daarnaast wordt met deze projecten natuur gerealiseerd die ten goede komt aan het Natuurnetwerk Nederland (NNN).
De natuuropgave binnen de Zandmaas is gerealiseerd. De gerealiseerde deellocaties van de Zandmaas zijn overgedragen aan de eindbeheerders (zijnde Waterschap Limburg, gemeenten, natuurbeheerorganisaties en beheer RWS) de afgelopen jaren. Decharge is in voorbereiding. Voor het realiseren van 1:250 beschermingsniveau kades (Roermond, Venlo, Gennep, kades en sluitstukkades) vindt in 2026 separaat dechargeverzoek plaats.
De totale oppervlakte natuurontwikkeling in de Grensmaas is 1.208 ha. Het Ministerie van LVVN neemt hiervan thans 728 ha voor haar rekening (Kamerstukken II, 2014–2015, 18 106, nr. 230). De natuuropgave binnen de Grensmaas is nagenoeg gerealiseerd. Grensmaas heeft tot eind 2027 de inspanningsverplichting om zoveel mogelijk onvergraven natuur aan te kopen.
De doelstelling van 35 miljoen ton grind is inmiddels behaald.
Grensmaas: Zoals gemeld aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2018-2019, 18 106, nr. 247) is toestemming verleend om drie jaar langer grind te winnen. Hiermee wordt de mijlpaal verlengd met drie jaar tot 2027.
Projectbudget | Kasbudget | Oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
huidig | vorig | t/m 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | later | huidig | vorig | |
Project Maaswerken | ||||||||||||
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||||||
Grensmaas | 121 | 121 | 98 | 1 | 2 | 13 | 7 | 2017/2027 | 2017/2027 | |||
Zandmaas | 391 | 390 | 382 | 1 | 7 | 1 | 2021 | 2021 | ||||
Afrondingen | ||||||||||||
Programma Realisatie | 512 | 511 | 480 | 1 | 3 | 13 | 0 | 7 | 8 | 0 | ||
Budget (DF 1.01.04) | 1 | 3 | 13 | 0 | 7 | 8 | 0 |
Maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid
De kengetallen hieronder geven informatie over de stand van zaken van maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid onder het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2) en de programma’s Ruimte voor de Rivier (RvdR) en Maaswerken. Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende programma’s. De beleidsinspanningen van de Minister van IenW die onder Hoofdstuk XII (artikel 11) vallen richten zich op de regie op deze programma’s.
Figuur 4 Maatregelen waterveiligheid

1.02 Overige aanlegprojecten
Motivering
Naast de grote projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder de overige aanlegprojecten beschreven.
1.02.01 Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma
Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met maatschappelijke meerwaarde op het gebied van waterbeheer te verkennen en daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering. Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma’s verantwoord die zich in de MIRT-verkenningen- en planuitwerkingsfase bevinden.
Budget | Planning | ||||
---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | Huidig | vorig | PB of TB | Oplevering | |
Projecten Nationaal | |||||
Reservering Areaalgroei | 28 | 26 | |||
Ruimte voor de Rivier 2.0 | 162 | 177 | 2029 | 1) | |
Projecten Noordwest-Nederland | |||||
EPK planning waterkwaliteit | 10 | 9 | |||
Projecten Zuid-Nederland | |||||
Rivierverruiming Rijn en Maas | 280 | 225 | 2) | ||
Projecten Oost-Nederland | |||||
IJsseldelta 2e fase | 119 | 101 | 2024 | 3) | |
afronding | |||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 599 | 538 | |||
Budget DF 1.02.01 | 599 | 538 |
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
1. De verlaging van het projectbudget Ruimte voor de rivier 2.0 betreft een overheveling naar het programma Rivierverruiming Rijn en Maas financiering van het project Groene Rivier Well (€ -8,3 miljoen) en € -8,5 miljoen naar het project Rivierverruiming Rijn en Maas in verband met de langere planstudiefase.
2. De verhoging van het projectbudget voor Rivierverruiming Rijn en Maas wordt grotendeels veroorzaakt door het project gebiedsontwikkeling Groene Rivier Well (€ 43 miljoen), waar het Rijk en regio zijn gekomen tot een gezamenlijke financiële dekking voor de realisatie. Deze verhoging is gedekt uit de indexering van Beekdalen, de beleidsreservering en Ruimte voor de Rivier 2.0. Aanvullend wordt € 8,5 miljoen toegevoegd vanuit het projectbudget Ruimte voor de Rivier in verband met de langere planstudiefase. De planstudiefase Rivierverruiming Rijn en Maas heeft tien maanden langer geduurd dan bij aanvang van die fase werd verwacht. Primaire oorzaak hiervoor was de juridische complexiteit bij het verankeren van de toepasbaarheid van gebiedseigen grond in het Projectplan Waterwet. Waterschap Aa en Maas, provincie Noord-Brabant en IenW hebben de extra kosten gezamenlijk bekostigd. Tot slot is het projecbudget met € 2,5 miljoen toegenomen als gevolg van de ontvangen prijsbijstelling 2025.
3. De verhoging van het projectbudget betreft een overboeking van € 17,5 miljoen vanuit de risicoreservering. Binnen het programma IJsseldelta fase 2 is met de provincie Flevoland overeengekomen dat de binnen het programma gerealiseerde nieuwe brug in de N307 (de Roggebotbrug) na oplevering overgaat van het Rijk naar de provincie Flevoland wat betreft beheer, onderhoud en exploitatie. Het Rijk koopt dat eeuwigdurend af voor een eenmalige afkoopsom van € 17,5 miljoen.
Producten
IJsseldelta 2e fase
Eind 2020 zijn de resterende twee projectbeslissingen vastgesteld van de regionale percelen N307/Roggebotsluis en Recreatieterreinen. Het project nieuwe oeververbinding N307 is in maart 2023 geopend. Met de geplande verwijdering van de IJsseldijk in 2024 wordt de doelstelling t.a.v de waterstandsdaling gerealiseerd. In 2025 worden de eindafrekeningen opgesteld en verrekend met een mogelijke uitloop in 2026.
Ruimte voor de Rivier 2.0 (voorheen ‘Integraal Riviermanagement (IRM)'
Rivieren zijn van groot belang voor Nederland, voor goederenvervoer per binnenvaart, zoetwaterbeschikbaarheid, waterberging en -afvoer, regionale economische ontwikkeling, natuur en recreatie. Daarbij is bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen een uitgangspunt. Door klimaatverandering zullen hoog- en laagwater vaker voorkomen en door een steeds meer uitslijtende rivierbodem wordt de rivier minder bevaarbaar en de wenselijke zoetwaterverdeling over Nederland belemmerd. Ook treedt verdroging op in de uiterwaarden en binnendijkse gebieden met consequenties voor o.a. de landbouw. Met het programma Ruimte voor de Rivier 2.0 (voorheen ‘Integraal Riviermanagement (IRM)’) neemt het kabinet besluiten over de aanpak en uitvoering hiervan en worden maatregelen voor de korte en lange termijn uitgewerkt, zodat ruimte wordt gemaakt voor de rivier en haar functies.
Het Programma IRM is voorjaar 2025 vastgesteld en vormt de basis voor het programma Ruimte voor de Rivier 2.0. Met dit programma zet het kabinet in op een rivierengebied dat klaar is voor de toekomst. Voor 2026 worden besluiten voorbereid over het herstel van rivierbodems en ruimte voor hoge rivierafvoeren.
Binnen het budget voor het programma Ruimte voor de Rivier 2.0 zijn middelen opgenomen voor projecten die de afgelopen jaren onder de voorloper Integraal Riviermanagement zijn opgestart. Dit zijn de projecten Lob van Gennep, Vierwaarden en Zuidelijk Maasdal.
Rivierverruiming Rijn en Maas
Deze middelen zijn gereserveerd voor de Rijksopgaven van de rivierverruimingsprojecten langs de Maas. Specifiek gaat het om de Rijksbijdrage aan de planuitwerking en realisatie van de rivierverruimingsprojecten Meanderende Maas, Well, Oeffelt, Arcen, Thorn-Wessem en Baarlo-Hout-Blerick. Binnen deze projecten worden dijkverlegging gecombineerd met dijkversterking vanuit het hoogwaterbeschermingsprogramma.
1.02.02 Realisatieprogramma
Dit programma levert een bijdrage aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk en bij de waterschappen én levert een bijdrage aan het beheer van de Rijkswateren.
Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) is een alliantie tussen de waterschappen en IenW. Het programma heeft als doel in 2050 alle primaire waterkeringen in Nederland op orde te hebben. Minimaal 1x per 12 jaar worden de keringen beoordeeld door de beheerder: waterschappen en Rijkswaterstaat. De laatste beoordelingsronde liep tot 2023. Tot 2050 lopen er nog 2 beoordelingsrondes. Als er sprake is van een versterkingsopgave kan dit opgenomen worden in het HWBP en is er mogelijk financiering beschikbaar. Dit wordt beoordeeld en begeleid door de programmadirectie HWBP. Als er sprake is van beheer en onderhoud wordt dit door de beheerder zelf opgepakt (zorgplicht). Circa 90% van de primaire waterkeringen is in beheer bij de waterschappen. Het overige deel is vrijwel volledig in beheer bij het Rijk. Door de samenwerking binnen de alliantie wordt de beschikbare kennis en deskundigheid van de verschillende waterbeheerders benut.
Het HWBP kent een voortrollend karakter, waarbij jaarlijks een actualisatie van het programma plaatsvindt en er 12 jaar vooruit wordt gekeken. Met deze werkwijze ontstaat een adaptief programma dat flexibel in kan spelen op nieuwe ontwikkelingen.
De prioritering van de jaarlijks uit te brengen programmering is gebaseerd op urgentie. De programmering 2026–2031 wordt gelijktijdig met deze begroting aan de Kamer aangeboden als onderdeel van het Deltapro gramma 2026 (paragraaf 3.3). In het Deltaprogramma 2026 is tevens een uitgebreide beschrijving van de voortgang van het HWBP opgenomen.
Het HWBP is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.
Afsluitdijk (renovatie bestaande spuimiddelen)
Op 12 juli 2022 is middels een vaststellingsovereenkomst besloten om de renovatie van de bestaande spuimiddelen bij Den Oever en Kornwerderzand uit de scope van het DBFM-contract Afsluitdijk te halen. De aanpak van de bestaande spuimiddelen moet opnieuw worden bepaald, op dit moment wordt levensduur verlengend onderhoud voorbereid.
Afsluitdijk
De oplevering van de renovatie van monument «De Vlieter» is vertraagd en voorzien voor 2027.
Projectbudget | Kasbudget | Oplevering | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
huidig | vorig | t/m 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | later | huidig | vorig | ||
Projecten Nationaal | |||||||||||||
Programma HWBP | |||||||||||||
HWBP Rijksprojecten | 780 | 757 | 71 | 22 | 55 | 37 | 105 | 51 | 107 | 332 | 1) | ||
HWBP Overige projectkosten (programmabureau) | 229 | 217 | 75 | 14 | 12 | 11 | 10 | 10 | 10 | 87 | 1) | ||
HWBP Waterschapsprojecten | 8.610 | 8.036 | 2.371 | 533 | 613 | 810 | 513 | 455 | 424 | 2.891 | 1) | ||
Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium 2035 | 45 | 46 | 29 | 7 | 8 | 1 | 2027 | ||||||
Zandhonger Oosterschelde | 11 | 11 | 10 | 1 | |||||||||
Landelijk Verbeterprogr. Regionale Rijksk. | 14 | 14 | 4 | 1 | 2 | 7 | |||||||
Kennisprogramma zeespiegelstijging | 10 | 10 | 8 | 1 | 1 | ||||||||
Meanderende Maas | 9 | 9 | 0 | 4 | 3 | 2 | 2031 | ||||||
Projecten Noord-Nederland | |||||||||||||
Afsluitdijk | 18 | 18 | 12 | 5 | 1 | 2027 | 2024 | ||||||
Afsluitdijk Bestaande Spuisluis | 207 | 200 | 3 | 7 | 6 | 26 | 45 | 45 | 43 | 32 | |||
Projecten Oost-Nederland | |||||||||||||
Kribverlaging Pannerdensch Kanaal | 29 | 29 | 28 | 1 | 2023 | 2023 | |||||||
IJsseldelta 2e fase (Reevesluis) | 93 | 93 | 93 | 2021 | 2021 | ||||||||
Monitoring Langsdammen Waal | 5 | 5 | 3 | 1 | 1 | 2028 | |||||||
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||||||||||
Overige onderzoeken en kleine projecten | 88 | 88 | 88 | ||||||||||
Dijkversterking en herstel steenbekleding | 827 | 827 | 826 | 0 | 0 | 2023 | 2023 | ||||||
Projecten Zuid-Nederland | |||||||||||||
Beekdalen | 310 | 330 | 17 | 8 | 9 | 11 | 11 | 11 | 44 | 199 | 2030 | 2) | |
Afrondingen | 1 | ‒ 1 | ‒ 1 | ‒ 1 | |||||||||
Programma Realisatie | 11.285 | 10.690 | 3.638 | 606 | 710 | 905 | 684 | 571 | 627 | 3.541 | |||
Budget (DF 1.02.02) | 422 | 436 | 565 | 380 | 430 | 586 | 4.825 | ||||||
Overprogrammering (-) | ‒ 184 | ‒ 274 | ‒ 340 | ‒ 304 | ‒ 141 | ‒ 41 | 1.284 |
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
1. De toename van het projectbudget op de HWBP rijks-, waterschaps- en overige projecten is veroorzaakt door de prijsbijstelling 2025 en het verlengen van de begrotingsperiode tot 2036.
2. Het projectbudget Beekdalen wordt verlaagd met € -22 miljoen. Dit betreft een budgetoverheveling voor het project gebiedsontwikkeling Groene Rivier Well zijn Rijk en regio gekomen tot een gezamenlijke financiële dekking voor de realisatie. Daarvan zal het Rijk maximaal extra € 38 miljoen bijdragen (inclusief beheer en onderhoud). De regionale partijen verminderen door slim samen te werken de kosten met minimaal € 15 miljoen. Met de bijdragen van het Hoogwaterbeschermingsprogramma en de regionale partijen wordt voorzien in het restant van de benodigde dekking. De € 38 miljoen wordt gedekt uit 1) € 29,7 miljoen uit de ontvangen indexering vanuit het Deltafondsbudget voor de beekdalen in Limburg en 2) € 8,3 miljoen uit de beleidsreservering Integraal Riviermanagement/Programma Ruimte voor de Rivier 2.0 (RvdR 2.0). Naast de overboeking van € -29,7 miljoen is € 10,3 miljoen prijsindexatie 2025 aan het projectbudget toegevoegd.
1.03 Studiekosten
Motivering
Dit betreft de studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en de overige studiekosten op het gebied van waterveiligheid.
Producten Studie- en onderzoekskosten Deltaprogramma
Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken). Het Deltaprogramma (DP) is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de korte, middellange en lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland. Voor een nadere toelichting over deze onderzoeken wordt verwezen naar het Deltaprogramma 2026. Op dit onderdeel worden vooral de onderzoeken voor waterveiligheid verantwoord.
Uitvoering gebiedsagenda
Het Rijk werkt samen met de regionale partners in het kader van het Platform IJsselmeergebied 2050 aan de activiteiten die zijn vastgelegd in de Samenwerkingsovereenkomst IJsselmeergebied 2024-2028 (zie Staatscourant 2024, 10666). Onderdeel daarvan is het uitvoeren van onderzoek om te komen tot herijking van de Deltabeslissing en voorkeursstrategie IJsselmeergebied.
Thema water/ landbouw/ voedsel
In het kader van het missie-gedreven topsectoren- en innovatiebeleid (MTIB) heeft IenW binnen het thema landbouw/water/voedsel missies opgesteld op het terrein van waterveiligheid, klimaatadaptatie, waterkwaliteit en beheer van de grote wateren. IenW stelt middelen beschikbaar om voor deze missies kennis en innovatie te realiseren in publiek-privaat gefinancierde samenwerkingsverbanden. Dit doet IenW samen met LVVN en de topsectoren.
Strategisch onderzoek
In samenwerking met NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) en overheden wordt strategisch onderzoek ontwikkeld voor actuele maatschappelijke ontwikkelingen, zoals droogte en klimaatadaptatie in de stad.
Water4All
Het doel van het Europese kennisprogramma Water4All (2022-2029) -Water Security for the Planet- is om oplossingen te vinden voor de waterproblematiek rond te veel, te weinig en te vuil water. De activiteiten zijn gericht op onderzoeken en demonstratieprojecten rond kennis en innovatie. De uitvoering van de projecten van de tweede fase in 2025-2026 zijn vooral gericht op «Water and the circular economy» en «Water and health». Het onderzoeksprogramma heeft een looptijd van 8 jaar. De bijdrageverlening zal plaatsvinden via het ministerie van OCW
Klimaatadaptatie
Een belangrijke manier om Nederland voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering is om te werken aan een klimaatbestendige inrichting. Dit wordt gestimuleerd vanuit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie via een stappenplan waarin alle overheden gezamenlijk de kwetsbare onderdelen van de ruimtelijke inrichting onderzoeken en aanpakken. Conform deze aanpak is in 2025 een 2de cyclus gestart waarvoor procesondersteuning wordt geboden met name om in dialogen de balans te zoeken tussen het gebruik van het water- en bodemsysteem, technische of ruimtelijke maatregelen en bewustwording van klimaatrisico’s. Verder wordt kennis beschikbaar gesteld via klimaatadaptatienederland.nl, de klimaateffectatlas.nl en via het netwerk Samen Klimaatbestendig. In de Klimaateffectatlas zijn ook voor zover mogelijk de meeste recente KNMI-klimaatscenario’s door vertaald. Het werk voor het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie wordt uitgevoerd in samenhang met de uitvoering van de Nationale Klimaatadaptatiestrategie. Met het PBL wordt gewerkt aan een monitoringsystematiek om de voortgang van de uitvoering van het nationale klimaatadaptatiebeleid te kunnen volgen.
Beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater
In het eindadvies van de Beleidstafel wateroverlast en hoogwater, dat is opgesteld naar aanleiding van de extreme neerslag in Limburg in 2021, is geconstateerd dat wateroverlast en schade door extreme omstandigheden niet altijd te voorkomen is en ook in andere delen van Nederland tot grote impact kan leiden. Voorkomen kan niet, voorbereiden wel. De beleidstafel stelt het principe van meerlaagsveiligheid centraal; met focus op én waterbewustzijn, én watersysteem, én inrichting gebied, én crisisbeheersing én herstel na crisis. Vanuit de aanbevelingen van de beleidstafel wordt ingezet op het inzichtelijk maken van de impact van een bovenregionale hoosbui in 13 regio’s in Nederland door het uitvoeren van bovenregionale stresstesten grootschalige neerslag. Waarbij het rijk de provincies ondersteunt bij het uitvoeren hiervan. Tevens wordt onderzoek verricht naar inzetten van Nature Based Solutions voor het verminderen van de impact van wateroverlast en het opstellen van een afwegingskader sponswerking. Om het waterbewust handelen van inwoners en ondernemers te vergroten, werken we aan het opstellen van een Landelijke aanpak waterweerbaarheid bij wateroverlast.
Regionale keringen
De regionale keringen in beheer van het Rijk zijn door Rijkswaterstaat getoetst. In 2021 is de Tweede Kamer over de uitkomsten geïnformeerd. (Kamerstuk 27 625, nr. 540). Na de toetsing van deze regionale keringen op 2 juni 2021 is de aanvullende toetsing in 2022 afgerond (Kamerstuk 27 625, nr. 659). In juni 2023 is het uitvoeringsprogramma regionale keringen geactualiseerd met een voorlopige programmering tot 2032. Koploperproject is het project Betuwepand (Amsterdam-Rijnkanaal tussen Waal en Lek) dat gefaseerd in realisatie is gebracht. Verdere verbeteracties worden voortrollend meerjarig geprogrammeerd en uitgevoerd in het kader van het Programma Rijkskeringen. RWS bereidt de nodige versterkingsmaatregelen voor om op 1 januari 2032 aan de normen te volden. De voortgang wordt in het jaarlijkse MIRT overzicht gerapporteerd.
Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium (BOI)
In het programma Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium (BOI) wordt gewerkt aan kennisontsluiting en de (door)ontwikkeling van het instrumentarium voor beoordelen en ontwerpen. Het programma bouwt voort op het WBI2017en het BOI2023, het Ontwerp Instrumentarium (OI) 2014 en de bestaande Technische Leidraden en voegt hier nieuw ontwikkelde kennis en functionaliteit aan toe, zodat het instrumentarium aansluit op de actuele kennis en de ervaringen die in de eerste beoordelingsronde (2017-2023) zijn opgedaan. Instrumenten die in het programma worden ontwikkeld kunnen direct worden gebruikt voor het ontwerpen van waterkeringen. In 2022 is de eerste beoordelingsronde afgerond en is het instrumentarium doorontwikkeld naar een nieuwe ministeriële regeling en bijbehorende basisinstrumentarium. Met het BOI kunnen de beheerders vanaf 2023 de volgende beoordelingsronde uitvoeren. Vanaf 2023 zal het instrumentarium periodiek worden doorontwikkeld op basis van belangrijke nieuwe inzichten en vervolgens worden aangeboden aan de waterkeringbeheerders.
Kennisontwikkeling Waterveiligheid
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van beleid om het risico van overstromingen in Nederland te beheersen. Dit beleid is in grote mate gebaseerd op (wetenschappelijke) kennis en informatie. Vanuit deze verantwoordelijkheid investeert het Directoraat-Generaal Water en Bodem (DGWB) in het verkrijgen van kennis over het waterveiligheidsdomein. Deze kennis wordt onder andere gebruikt voor de Technische Leidraden waarvan de minister een wettelijk taak heeft (artikel 2.19 lid d van de omgevingswet) deze ter beschikking te stellen ten behoeve van het ontwerp en beheer van onze primaire waterkeringen. De basis voor de kennisontwikkeling en onderzoek is de nationale kennisagenda waterveiligheid. Deze agenda beschrijft ook de kennis die nodig is om het beleid uit te voeren. Kennis wordt doorlopend ontwikkeld. Niet alleen door het Rijk, maar ook in samenwerking met waterschappen, het Hoogwaterbeschermingsprogramma, kennisinstellingen en het bedrijfsleven. De onderwerpen op de kennisagenda worden in verschillende onderzoekprogramma’s uitgewerkt in concrete kennisvragen en geprioriteerd op basis van expliciete criteria, beschikbare budget en planning. De kennisprogrammering binnen de verschillende thema’s wordt jaarlijks geactualiseerd en de voortgang van de onderzoeken wordt bijgehouden. In 2025-2026 wordt de Kennisagenda Waterveiligheid 2020-2027 van IenW geactualiseerd.
Kennisprogramma Zeespiegelstijging
Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging focust zich op de onzekerheden en de mogelijke effecten voor korte en lange termijn van een (versnelde) zeespiegelstijging. Dit kennisprogramma is gestart in september 2019 en levert voor de zomer 2026 in een eindrapportage de finale bevindingen op. Het kennisprogramma heeft in 2023 resultaten opgeleverd ten aanzien van de houdbaarheid van de huidige aanpak van de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening, en in 2024 gerapporteerd over mogelijke lange termijn denkrichtingen. De eindrapportage biedt samenhang over de uitgevoerde onderzoeken en besteedt aandacht aan mogelijke ‘adaptatiepaden’ voor zeespiegelstijging. Deze paden geven de timing en volgorde van keuzes in de toekomst weer en laten de samenhang zien van verschillende opties die nu in beeld zijn. Ook wordt gekeken welke onderzoeken in een vervolg nodig zijn om tijdig voor keuzes gesteld te staan.
Bij het KNMI wordt in het verlengde van eerder onderzoek gewerkt aan de modellering van versnelde smelt van Antarctica, gericht op het beter kunnen voorspellen van deze smelt en de daaruit volgende zeespiegelstijging in de toekomst. Ook wordt onderzocht wat de gevolgen zouden zijn van vertragen of stilvallen van de warme golfstroom Atlantic meridional overturning circulation (AMOC) voor de zeespiegel aan de Nederlandse kust.
Toegepast onderzoek naar overstromings- en droogterisicobeheer in grensoverstijgende kleine rivieren in voorbereiding op extreem weer
In reactie op de overstromingsramp van juli 2021 wordt via het programma JCAR-ATRACEsamengewerkt met regionale overheden en kennisinstellingen in België, Duitsland, Luxemburg en Nederland. Dit programma richt zich op toegepast onderzoek naar extreem weer in kleine, grensoverschrijdende stroomgebieden met als doel de weerbaarheid tegen overstromingen en droogte te versterken. De focus ligt daarbij onder andere op het verdiepen van gezamenlijke risicobeoordelingen en concrete maatregelen. Ook wordt gewerkt aan betere voorspellingen en waarschuwingen via gezamenlijke systemen. In zogenoemde ‘fast tracks’ worden onder regie van Deltares jaarlijks onderzoeken en pilots uitgevoerd; daarnaast worden in ‘deep dives’ kennisvragen meerjarig onderzocht door aangesloten universiteiten uit de Benelux+ (inclusief Duitsland). JCAR-ATRACE organiseert praktijktrainingen en kennisevents. Resultaten helpen regio’s om beter voorbereid te zijn op extreme regen of langdurige droogte. Zo kunnen inzichten uit het onderzoek direct worden vertaald naar maatregelen in het veld en regionale beleidsplannen. Binnen het programma wordt geïnvesteerd in jong talent en samenwerking tussen wetenschappers en uitvoerders. Met JCAR-ATRACE worden regionale partijen ondersteunt bij het opbouwen van kennis en het versnellen van grensoverstijgende samenwerking, met als doel het voorkomen van schade en het verbeteren van veiligheid in kwetsbare gebieden.
Beschermingsaanpak vitale infrastructuur water
De veiligheid en economie van Nederland zijn sterk afhankelijk van het goed functioneren van belangrijke infrastructuur en systemen. Het is cruciaal dat alle vitale systemen goed beschermd zijn tegen storingen, uitval of (zowel bewuste als onbewuste) manipulatie. Ook in noodsituaties moeten ze blijven werken. Bedrijven en organisaties spelen hierin de hoofdrol, met ondersteuning van de overheid.
Door de veranderende geopolitieke ontwikkelingen en de toename van (digitale) dreigingen, heeft IenW permanente aandacht voor het verhogen van de weerbaarheid van de samenleving. Voor het eerst in lange tijd is het reëel dat Nederland via de collectieve verdedigingsclausule in het NAVO-verdrag (artikel 5) direct betrokken raakt bij een grootschalig gewapend conflict. Daarbij is het logisch dat ook de bescherming van vitale infrastructuur een belangrijk onderwerp is.
Het waarborgen van drinkwatervoorziening en waterbeheer zijn en blijven cruciaal voor de veiligheid en continuïteit van onze samenleving. Daarom werkt IenW in verschillende programma's samen met organisaties om de vitale waterprocessen te verbeteren op het gebied van dreigingsanalyse, risicobeheersing, cybersecurity, fysieke beveiliging, economische veiligheid, integriteit van personeel, crisismanagement en bedrijfscontinuïteit. Dit alles om ervoor te zorgen dat de processen en organisaties die betrokken zijn bij waterbeheer en drinkwatervoorziening beter voorbereid zijn op risico’s en verstoringen.
In 2026 wordt gewerkt aan de afronding van implementatie van de Critical Entities Resilience directive (CER) en de Network and Information systems Security 2 richtlijn (NIS2) die Europese landen verplichten om hun vitale infrastructuur en digitale systemen beter te beschermen tegen verstoringen, cyberaanvallen en andere dreigingen. De richtlijnen zijn in Nederland vertaald naar de Wet Weerbaarheid Kritieke Entiteiten (Wwke) en Cyberbeveiligingswet (Cbw). De aanvullende verplichtingen voortvloeiend uit de wetten, bieden organisaties een kader om de (digitale) weerbaarheid te verhogen.
Cybersecurity
Waterveiligheid en digitale veiligheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Nederland moet kunnen vertrouwen op een betrouwbaar en zo veilig mogelijk waterbeheer en drink watervoorziening. Hiervoor is het van belang dat het niveau van beveiliging past bij het actuele dreigingsniveau en de gerelateerde cyberrisico’s.
Het programma ‘Versterken cyberweerbaarheid in de watersector’ draagt bij aan de Nederlandse Cybersecurity Strategie (NLCS). Onder regie van IenW heeft het programma in 2023 bestuurlijke afspraken gemaakt met drinkwaterbedrijven, gemeenten, provincies en waterschappen. Afgesproken is om de projectmatige aanpak voort te zetten die de watersector helpt om voorbereid te zijn op aanvullende verplichtingen die voortkomen uit de Cyberbeveiligingswet de Wet Weerbaarheid Kritieke Entiteiten. Denk hierbij aan verplichtingen voor risicomanagement, monitoring en detectie, respons en herstel, waarmee de digitale weerbaarheid verder wordt versterkt. Hierbij zal in bijzonder aandacht zijn voor Operationele Techniek (besturingssystemen die onder meer bruggen en sluizen aansturen).
1.09 Ontvangsten
Ontvangsten waterschapsprojecten
Conform het Bestuursakkoord Water dragen de waterschappen sinds 2015 structureel € 181 miljoen (inclusief projectgebonden aandeel, prijspeil 2010) bij aan het HWBP. Deze bijdrage wordt geïndexeerd op basis van de IBOI, zoals gehanteerd door het ministerie van Financiën. Vanaf 2026 en verder komt dit bedrag jaarlijks uit op ongeveer € 239 miljoen (inclusief projectgebonden aandeel).
De middelen van de waterschappen worden ingezet voor de resterende waterschapsprojecten van het HWBP-2 en voor de waterschapsprojecten van het HWBP. De per 1 januari 2014 in werking getreden Wijziging van de Waterwet (Kamerstukken II 2012–2013, 33 465, nr. 3) regelt dat het Rijk en de waterschappen jaarlijks elk de helft van de bijdrage aan het HWBP betalen.
In bijlage 2 is een overzicht opgenomen waarin nader is ingegaan op de financiering van het HWBP-2 en het HWBP.