Het vierde begrotingsartikel van het Klimaatfonds is bedoeld voor maatregelen voor Vroege fase opschaling van hernieuwbare energiedragers. De doelstelling van dit begrotingsartikel is als volgt:
– Het vergroten van de beschikbaarheid van innovatieve technologie met een schaalbare functie en belangrijke rol voor de Nederlandse klimaatneutrale samenleving, zodat het daardoor mogelijk wordt om verdere uitrol te bewerkstelligen door generiek beleidsinstrumentarium.
– Dit gaat in eerste instantie om technieken voor hoogwaardige hernieuwbare energiedragers die pas kosteneffectieve CO2-reductie kunnen faciliteren bij substantiële opschaling. Gestart wordt daarbij met innovatieve en kansrijke technieken op de terreinen elektrolyse, vergassing en pyrolyse wat bijdraagt aan de beschikbaarheid van 3 tot 4 GW waterstof in 2030 en de opschaling van groen gas.
– Binnen het perceel zal - uitgaande van realisatie van de doelstellingen voor hoogwaardige energiedragers - daarnaast ook ruimte zijn voor andere toekomstige technologieën, mits deze voldoen aan de voorwaarden dat deze opschaalbaar zijn en bijdragen aan de klimaatneutrale samenleving. Welke technieken hiervoor in aanmerking komen wordt de komende tijd nader uitgewerkt.
De Minister van Klimaat en Groene Groei is als Fondsbeheerder verantwoordelijk voor de begroting van het Klimaatfonds. Zij is daarmee primair verantwoordelijk voor het beheer en de uitvoering van het Klimaatfonds. Naast Fondsbeheerder is de Minister van Klimaat en Groene Groei beleidsinhoudelijk verantwoordelijk voor Vroege fase opschaling.
In dit artikel is geen sprake van beleidswijzigingen.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 9.377 | 54.598 | 575.654 | 870.072 | 606.189 | 388.668 |
Uitgaven | 0 | 9.377 | 54.598 | 575.654 | 870.072 | 606.189 | 388.668 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | |||||||
Vroege fase opschaling onverdeeld | 9.377 | 54.598 | 575.654 | 870.072 | 606.189 | 388.668 |
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 t/m 2035 | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen Vroege fase opschaling | 0 | 9.377 | 54.598 | 575.654 | 870.072 | 606.189 | 388.668 | 1.081.520 | 3.586.078 |
Uitgaven Vroege fase opschaling | 0 | 9.377 | 54.598 | 575.654 | 870.072 | 606.189 | 388.668 | 1.081.520 | 3.586.078 |
BudgetflexibiliteitMiddelen in het Klimaatfonds zijn niet juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden. In het perceel Vroege fase opschaling zijn middelen beleidsmatig voorwaardelijk toegekend (€ 2,6 mld) en gereserveerd (€ 843 mln). Er zijn € 108 mln aan middelen vrij beschikbaar binnen het perceel.
De tabellen hierboven tonen het totale uitgaven- en verplichtingenbudget van het artikel Vroege fase opschaling. Dat bevat vrije middelen, voorwaardelijke toekenningen en reserveringen. Voor een totaaloverzicht aan maatregelen wordt verwezen naar bijlage 1.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 t/m 2035 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Beschikbare middelen ontwerpbegroting 2024 | 362.157 | 1.419.618 | 748.542 | 826.979 | 619.503 | 1.253.331 | 0 |
Maatregelen | |||||||
Verduurzaming landbouw n.a.v. ETS2 opt-in | ‒ 500 | ‒ 9.500 | |||||
Normering en stimulering biobased bouwen (KGG, VRO &LVVN) | ‒ 19.905 | ‒ 22.412 | |||||
Onderzoeksprogramma waterstof op zee | ‒ 5.000 | ‒ 5.000 | ‒ 5.000 | ‒ 5.000 | ‒ 5.000 | ||
Opschaling nieuwe aandrijftechnologieën luchtvaart | ‒ 5.000 | ‒ 10.000 | ‒ 5.000 | ||||
Verbetering toezicht F-gassen | ‒ 1.050 | ‒ 1.000 | ‒ 650 | ‒ 650 | ‒ 650 | ||
Meetstandaard waterstof | ‒ 1.824 | ‒ 8.147 | ‒ 2.527 | ||||
Normering lease per 2027 | ‒ 45.000 | ‒ 40.000 | |||||
MRB gewichtscorrectie | ‒ 55.000 | ‒ 31.000 | |||||
Stimuleringsprogramma innovatie en vroege opschaling koolstofverwijdering | ‒ 150 | ‒ 3.500 | ‒ 5.200 | ‒ 8.500 | ‒ 9.400 | ‒ 8.250 | ‒ 15.000 |
Overbrugginskrediet voor plasticrecyclinbedrijven | ‒ 6500 | ‒ 7000 | ‒ 6500 | ||||
Elektrolyse onshore: 500-1.000 MW (productsubsidies) | ‒ 4.240 | ‒ 74.200 | ‒ 63.600 | ‒ 42.400 | ‒ 27.560 | ||
Technische verwerking | |||||||
Dekking voorjaar 2025 | ‒ 72.000 | ||||||
Kasschuiven | ‒ 368.061 | ‒ 1.306.663 | 1.076.261 | 227.706 | 52.427 | ‒ 863.450 | 1.181.780 |
Herschikkingen | ‒ 48 | ‒ 1.104.517 | |||||
Correctie subsidie voor verduurzaming van de binnenvaart n.a.v. ETS-2 opt-in | ‒ 70 | ||||||
Terugboekingen | 126.098 | 41.065 | 179.751 | 60.799 | 41.109 | 79.057 | |
waarvan afgeboekt (blijft via eindejaarsmarge 2026 behouden)1 | ‒ 110.167 | ||||||
Dekking problematiek Wind op Zee | ‒ 168.891 | ‒ 44.623 | ‒ 23.200 | ‒ 23.900 | ‒ 57.700 | ||
Beschikbare middelen Ontwerpbegroting 2025 | 9.377 | 54.598 | 575.654 | 870.072 | 606.189 | 388.668 | 1.081.520 |
Vanwege onderuitputting op Klimaatfonds middelen op departementale begrotingen, worden middelen conform de spelregels van het Klimaatfonds teruggeboekt naar het fonds. Deze middelen worden nu afgeboekt maar komen via de 100% eindejaarmarge in het voorjaar 2026 weer beschikbaar in de vrije ruimte van dit perceel.
Verduurzaming landbouw n.a.v. ETS2 opt-inMet deze subsidieregeling kunnen ondernemers een subsidie aanvraag doen voor de aanschaf of ombouw van een duurzaam, toekomstbestendig landbouwwerktuig. De opties waar deze regeling zich op richt zijn elektrificatie en gasmotoren geschikt voor biogas of waterstof.
Normering en stimulering biobased bouwen (KGG, VRO & LVVN)Deze maatregel is gericht op het stimuleren van het gebruik van biobased materialen in de bouwsector en grond- weg- en waterbouwsector. Er wordt tegelijkertijd ingezet op het stimuleren van de vraag naar biobased bouwmaterialen met een subsidie voor het gebruik van deze materialen, het opzetten van een verwerkende industrie met een investeringssubsidie, het stimuleren van het aanbod door het opzetten van een stelsel van koolstofcertificaten en het bijeenbrengen van vraag en aanbod.
Onderzoeksprogramma waterstof op zeeVerzoek om een deel van de middelen gereserveerd voor ‘Demonstratieproject offshore elektrolyse (ca. 500 MW) via tender windpark-op-zee’ in te zetten voor een nog te starten ‘Onderzoeksprogramma voor waterstof op zee’.
Opschaling nieuwe aandrijftechnologiën luchtvaartDe maatregel richt zich op het verstrekken van subsidies om opschaling van innovatieve aandrijftechnologieën in de luchtvaart te ondersteunen. Deze technologieën hebben het potentieel om een aanzienlijke klimaateffect te realiseren, vooral op korte en middellange afstanden. De maatregel beoogt opschalingsbarrières weg te nemen en de marktpenetratie van duurzame vliegtuigtechnologie te versnellen.
Verbetering toezicht F- gassenIn 2024 zijn de Europese regels voor het gebruik van fluorhoudende gassen (F-gassen) aangescherpt. Dit type gassen wordt gebruikt in onder andere warmtepompen en koelinstallaties en hebben een sterk broeikaseffect. Er worden in dit voorstel middelen gevraagd om extra toezicht en handhaving te kunnen doen op het gebruik van deze gassen omdat volgens het voorstel de afname van gebruik staat of valt met toezicht en handhaving. De middelen worden gebruikt voor personele kosten voor toezicht en handhaving, nieuwe meetapparatuur en het opzetten van een databank van logboeken.
Meetstandaard waterstofDe realisatie van een primaire meetstandaard voor waterstof zodat waterstof die wordt ingevoed in het transportnet en onttrokken wordt aan het transportnet eenduidig kan worden gemeten. Zonder meetstandaard is er onzekerheid over het meten van waterstofvolumes en kunnen de andere investeringen in waterstof uit het Klimaatfonds hierdoor vertraging oplopen.
Normering lease per 2027De leasemarkt wordt vanaf 2027 via loonbelasting gestimuleerd voor gebruik van elektrisch vervoer voor zakelijk verkeer. Voor de financiële derving die als gevolg van de normering leasemarkt ontstaat is dekking nodig.
MRB gewichtscorrectieDe gewichtscorrectie in de motorrijtuigenbelasting (MRB) zal voor de periode 2026 t/m 2028 worden verhoogd van 25% naar 30% zodat fossiele en elektrische personenauto’s komende jaren gelijk worden belast. Voor de financiële derving die als gevolg van deze maatregel ontstaat is dekking nodig.
Stimuleringsprogramma innovatie en vroege opschaling koolstofverwijderingDe maatregel betreft het opzetten van een stimuleringsprogramma voor innovatieve koolstofverwijderingstechnieken, zoals mariene CO2-opslag, biochar, biomaterialen, bioCCS, DACCS en mineralisatie. Van deze middelen kunnen in totaal 75-80 projecten van verschillende grootte mee ondersteund worden.
Overbruggingskrediet voor plasticrecyclingbedrijven (circulaire plastics)
De maatregel is gericht op het ondersteunen van circulaire plasticproducenten middels een overbruggingsfinanciering tot de bijmengverplichting plastics in werking treedt. Het overbruggingskrediet is een extra lening die voor een periode van een waarschijnlijk 5 tot 7 jaar wordt verstrekt.
Elektrolyse, onshore: 500-1.000 MW (productiesubsidies)
Het Kabinet wil opschaling van elektrolyse realiseren. Om die opschaling te realiseren is volgens het fiche gerichte ondersteuning van elektrolyseprojecten nodig; alleen met een directe subsidie hebben bedrijven voldoende zekerheid voor het doen van de benodigde investering. Opschaling moet zorgen voor kostprijsreductie en voldoende betaalbaar aanbod zodat normering en beprijzing effectief hun werk kunnen doen.
Technische verwerking
Dit betreft de verwerking van mutaties, zoals kasschuiven en interne herschikkingen, die dienen om het perceel in de benodigde en realistische kasritmes tebrengen, zodat de toekenningen conform het MJP26 mogelijk zijn en aansluiten bij de verwachtingen voor MJP27. Daarnaast heeft er een terugboeking plaatsgevonden van IenW, KGG en uitvoeringskosten.
Dekking problematiek Wind op Zee
Er worden in het Klimaatfonds middelen vrijgemaakt ten behoeve van prioritaire dekking voor diverse problematiek Wind op zee (in totaal € 948,3 mln) en voor de verlenging van de IKC-ETS tot en met 2028 (€ 150 mln). Hiervoor wordt het perceel CO2-vrije Gascentrales omgebogen (€ 780 mln). Ook wordt binnen het perceel Vroege fase opschaling een deel van de vrijvallende middelen voor de gepauzeerde maatregel Demonstratieproject 1 voor offshore elektrolyse ingezet (€ 168,3 mln) en worden de middelen voor de maatregel Aanlanding demonstratieproject 1 omgebogen (€ 150 mln), aangezien aanlanding vanwege de pauzering niet op korte termijn gefinancierd zal hoeven worden. Indien de vrijgemaakte dekking uit het Klimaatfonds (definitief) niet (geheel) nodig blijkt voor het beoogde doel, vloeien de resterende middelen terug naar het Klimaatfonds.