Base description which applies to whole site

6. Raad voor de rechtspraak

De Rechtspraak geeft in dit hoofdstuk, dat gebaseerd is op de PMJ-prognose van december 2024 en de MPP van september 2024, aan welke activiteiten zij in de jaren 2025–2030 gaat verrichten en welke middelen daarvoor nodig zijn.

6.1 Beleidsmatige ontwikkelingen en doelen

Dit hoofdstuk beschrijft de beleidsdoelen, die voortvloeien uit de missie, visie en agenda van de Rechtspraak29 met inachtneming van de prijsafspraken voor de periode 2026-2028 tussen de Raad voor de rechtspraak en de Minister van JenV.

De missie van de Rechtspraak geeft aan dat de Rechtspraak rechten en vrijheden beschermt, opkomt voor de democratische rechtsstaat, zorgt voor een goede toepassing van het recht en voor beslissingen door onafhankelijke, onpartijdige, integere en deskundige rechters. Deze missie is vervolgens vertaald in een visie, zijnde de Rechtspraak is rechtvaardig, toegankelijk, tijdig en transparant en speelt in op maatschappelijke ontwikkelingen. Richting 2030 is een Agenda van de Rechtspraak geformuleerd waarin gefocust wordt op twee thema’s:

  • 1. Burgerperspectief: de Rechtspraak wil graag toegankelijk en begrijpelijk zijn, ook voor mensen zonder juridische kennis. De rechtzoekende moet zich gehoord en serieus genomen voelen. De Rechtspraak streeft naar heldere uitspraken en kijkt niet alleen naar de juridische vraag, maar ook naar de persoonlijke situatie van rechtszoekenden en de maatschappelijke context van een zaak. Om dit te bewerkstelligen loopt een aantal projecten zoals Preventie met Gezag/Wijkrechtspraak en het voor de burger begrijpelijker maken van brieven en berichten. Ook worden nieuwe initiatieven ontplooid zoals het principe ‘één gezin, één rechter’ naar aanleiding van het reflectierapport van de familie- en jeugdrechters.

  • 2. (Institutionele) vernieuwing: onder meer vanwege een op langere termijn zeer uitdagende arbeidsmarkt zet de Rechtspraak in op meer samenwerking en aanpassingen in de uitvoering van het werk, zoals meer regievoering, inzet van digitalisering en gebruik van artificiële intelligentie (AI). Ook wordt verkend of bulkzaken meer geconcentreerd kunnen worden afgedaan. Daarnaast zet de Rechtspraak in op het vergroten van het welzijn en de ontwikkeling van zijn medewerkers.

De gerechten, de landelijke diensten en de Raad voor de rechtspraak werken in 2026 gezamenlijk aan de belangrijkste beleidsdoelen aan de hand van de missie en visie van de Rechtspraak. De hierboven genoemde twee thema’s – burgerperspectief en institutionele vernieuwing – geven daarbij richting en focus. Welke beleidsdoelen daarbij in ieder geval een belangrijke rol zullen spelen wordt hieronder toegelicht.

Innovatie en maatschappelijk effectieve rechtspraak

De veranderende behoeften van de samenleving vragen om rechtspraak die zichzelf blijft verbeteren en aanpassen. Voor mensen met een juridisch probleem is de oplossing niet altijd (alleen) het doorhakken van de juridische knoop. Soms is het nodig en passend om achterliggende problemen aan te pakken. De Rechtspraak wil met innovatieve projecten zo goed mogelijk aansluiten bij de behoeften van rechtzoekenden. In het kader van maatschappelijk effectieve rechtspraak is er extra aandacht voor laagdrempelige, toegankelijke en snelle rechtspraak en het probleem achter het juridische geschil.

Innovatie binnen de Rechtspraak bereikt een nieuwe fase waarin de nadruk steeds meer komt te liggen op implementatie. Zo is de schuldenfunctionaris landelijk geïmplementeerd, wordt Wijkrechtspraak organisch uitgebreid en wordt er op meerder locaties geëxperimenteerd met de regelrechter.

Klantonderzoek

De Rechtspraak wil inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen en verbeteren vanuit het perspectief van de rechtzoekende. Dat doet ze onder meer door het uitvoeren van klantonderzoeken. Onafhankelijk klantonderzoek onder burgers en andere rechtzoekenden, zoals bedrijven en professionals, geeft inzicht in de waardering voor het functioneren van de Rechtspraak en geeft aanknopingspunten voor verbetering.

Begrijpelijke en mensgerichte communicatie

De rechter moet toegankelijk zijn voor iedereen. De Rechtspraak zorgt daarom voor laagdrempelige toegang en begrijpelijke informatie vanuit het perspectief van de burger. Door voortdurend te luisteren naar en te leren van de ervaringen van burgers, verbetert de Rechtspraak stapsgewijs haar communicatie: digitaal, geschreven, aan de telefoon en in de gerechten.

Zowel de burger met juridische bijstand als de zelfstandig procederende burger moet zich goed kunnen redden als procespartij. De Rechtspraak biedt praktische en begrijpelijke informatie over de stappen in de procedure en wat er op welk moment van iedere procespartij wordt verwacht. Door de rechtzoekende als het ware ‘aan de hand te nemen’ en in heldere taal uit te leggen wat de stappen in de procedure zijn en wie wat wanneer moet doen, voelen burgers zich bekwaam in plaats van onzeker. Hiermee wordt het vertrouwen in de rechtspraak versterkt. Daarnaast dragen goede informatievoorziening en beter inzicht bij aan het gezag van de rechter en aan acceptatie van de uitspraak.

Reflectie familie- en jeugdrecht

In februari 2023 heeft de reflectiecommissie familie- en jeugdrechters van de gerechten haar rapport ‘Recht doen aan kinderen en ouders’ gepubliceerd. Dit rapport bevat de reflectie op de werkwijze van rechters in het familie- en jeugdrecht en volgt op een eerder onderzoek van bestuursrechters naar hun rol in de toeslagenaffaire. Conclusie is dat er voor bescherming van kwetsbare kinderen en hun ouders meer tijd en continuïteit in het hele proces rondom familie- en jeugdzaken moet komen. Hun belangen kunnen daardoor beter worden beschermd. De rechtsbescherming van deze kinderen en hun ouders moet verder worden verbeterd.

De Rechtspraak streeft naar meer zittingscapaciteit, inclusief meer tijd voor de voorbereiding en nabewerking van de zaken die op deze zittingen worden behandeld. Daarom is de Rechtspraak bezig ervoor te zorgen dat de rechter standaard spreekt met ouders en kinderen bij een verlengingsverzoek van een ondertoezichtstelling (meldbriefprocedure) en dat zaken van één gezin door één rechter worden behandeld (de regierechter). Naar verwachting komt dit ook ten goede aan de motivering van de uitspraken in deze zaken. Daarnaast wordt er verder gewerkt aan ruimte om rechters onderlinge te laten reflecteren op de invulling van hun rol. Voor de kindgesprekken worden kinderen vanaf 8 jaar uitgenodigd. Dit was eerder nog vanaf 12 jaar. Ook hoopt de Rechtspraak dat de inzet van pedagogisch medewerkers zal bijdragen aan meer kennis rondom huiselijk geweld, gehechtheid en culturele achtergrond. Een rol vergelijkbaar met de rol van forensisch medewerkers in strafzaken.

Digitalisering

Sinds 2023 werkt de Rechtspraak vanuit een gezamenlijke digitaliseringsstrategie aan stabiele digitalisering. De centrale gedachte is dat iedereen (rechtzoekende, procespartijen, ketenpartners en medewerkers van de Rechtspraak) op elk gewenst moment, op elke gewenste plek kan beschikken over de informatie die hen toekomt. Waar de afgelopen jaren in het teken hebben gestaan van het faciliteren van het digitaal procederen voor de rechtzoekende staat de Rechtspraak de komende jaren voor de opgave deze digitale toegankelijkheid om te zetten in digitaal werken binnen de Rechtspraak. De huidige administratieve systemen moeten verder worden vernieuwd naar systemen voor digitale procesondersteuning om ook intern de vruchten te kunnen plukken van de digitalisering aan de voorkant.

Artificiële Intelligentie (AI)

AI verandert de wereld ingrijpend. De Rechtspraak dient zich daartoe te verhouden. Enerzijds manifesteert AI zich in de casuïstiek: hoe gaan we om met door AI gegeneerde proces- en bewijsstukken? Welk effect heeft AI op bewijsvoering en equality of arms? Anderzijds biedt AI de Rechtspraak ook kansen. AI zou bijvoorbeeld een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan grote vraagstukken van de Rechtspraak zoals het beheersen van doorlooptijden en werkdruk. Investeren en experimenteren is noodzakelijk. De Rechtspraak wil het onder andere mogelijk maken om chatbots in te zetten om laagdrempelig in contact te staan met mensen, AI in te zetten op documentanalyse van complexe dossiers (samenvatten, argumentextractie, annoteren) , uitspraken samen te vatten op B1-niveau en te investeren in voorspelmodellen.

Tijdige en voorspelbare rechtspraak

Voor rechtzoekenden blijft het belangrijk dat zij weten wanneer ze wat van de Rechtspraak kunnen verwachten. Daarom wordt binnen de Rechtspraak blijvend hard gewerkt aan tijdige en voorspelbare rechtspraak, ook na afloop van het landelijke programma Tijdige rechtspraak eind 2025. De Rechtspraak draagt er zorg voor dat de opgedane kennis niet verloren gaat en deze duurzaam wordt doorontwikkeld binnen de organisatie. De gerechten zullen hiermee vanaf 2026 zelfstandig en in samenwerking verder kunnen werken aan de doelen rondom tijdigheid en voorspelbaarheid.

De mensen

De krapte op de arbeidsmarkt is zichtbaar en voelbaar. Dat raakt de hele samenleving en dus ook de Rechtspraak. Dat betekent dat naar de toekomst toe er rekening mee moet worden gehouden dat het werk met minder mensen moet worden gedaan en in sommige gevallen het werk anders georganiseerd moet worden. Hiertoe is de HRM-strategie van de Rechtspraak ontwikkeld. Met strategische personeelsplanning zorgt men ervoor dat de juiste persoon op de juiste plek komt en blijft. De Rechtspraak wil een inclusieve en diverse organisatie zijn. Daarin wordt ruimte geboden voor medewerkers met verschillende achtergronden en het stimuleren van de inbreng van iedere collega. Maatschappelijke ontwikkelingen worden vertaald naar benodigde competenties en vaardigheden voor huidige en toekomstige medewerkers. Daarnaast investeert de Rechtspraak in de leidinggevenden zodat zij hun vak goed kunnen uitoefenen. Ook zorgt het voor een landelijke HRM-informatievoorziening en een uniform HRM-beleid.

Organisatieontwikkeling

De Rechtspraak heeft een bijzondere staatsrechtelijke positie waarbij de onafhankelijkheid een fundamenteel uitgangspunt is en blijft. De komende jaren zal men verkennen op welke wijze de organisatie- en besturingsprincipes van de Rechtspraak het beste verder invulling kunnen geven zonder afbreuk te doen aan dat fundamentele uitgangspunt. De Rechtspraak wil zich de komende jaren daarnaast verder ontwikkelen als een lerende organisatie en meer het vermogen krijgen om in te spelen op de veranderende omstandigheden.

Beveiliging en weerbaarheid

De Rechtspraak ziet toegenomen dreigingen vanuit criminele groepen, statelijke actoren en door verwarde personen. Zorgen voor een veilige en weerbare organisatie is een brede en veelomvattende opgave: het gaat om persoonlijke en fysieke bedreigingen van de rechters en rechtspraakmedewerkers, maar ook om informatiebeveiliging/cybersecurity, privacy en integriteit. De afgelopen jaren heeft de Rechtspraak al op diverse aspecten verbeteringen doorgevoerd. Vanaf 2026 wordt nog meer ingezet op betrouwbaarheidsonderzoeken, begeleiding bij huisbezoeken aan verwarde personen in het kader van de Wvggz en extra maatregelen door de ontwikkelingen op het gebied van wetgeving ten aanzien van spionagegerelateerde zaken.

Duurzaamheid

De Rechtspraak sluit aan bij het duurzaamheidsbeleid van de rijksoverheid. Binnen de brede waaier aan doelstellingen in dit programma kiest de Rechtspraak ervoor haar visie en strategie middels enkele pijlers vorm te geven. Hierbij wordt gewerkt aan de doelen klimaatneutraal, circulair en versterking van de biodiversiteit, waarbij een klimaatneutrale organisatie het speerpunt is. In het Actieplan Klimaatneutrale Rechtspraak 2030 staan verschillende maatregelen verdeeld over negen thema’s om te komen tot een klimaatneutrale organisatie. Het gaat om energie, papier, ICT, vervoer, afval, catering, inkoop, biodiversiteit en water. Het uitgangspunt bij het nemen van maatregelen is minder en groener.

6.2 Financiën

Bekostiging

De bekostiging van de Rechtspraak is gebaseerd op een productiegerelateerde bijdrage en een bijdrage voor de vaste kosten. Met het gesloten prijsakkoord 2026-2028 is er voor de Rechtspraak extra geld beschikbaar gekomen in de vorm van een aantal oplopende reeksen. Voor 2026 zal er ten opzichte van 2025 met name meer geld beschikbaar komen voor het primaire proces, zowel in het algemeen, als specifiek naar aanleiding van nieuwe  regelgeving en jurisprudentie. Daarnaast is er extra geld beschikbaar voor beveiliging en AI.

Tabel 84 Meerjarige begroting van baten en lasten (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Baten

       

Bijdrage Ministerie van JenV

1.475.863

1.565.955

1.565.010

1.581.803

1.577.095

1.573.168

1.570.357

Overige bijdrage van Ministerie van JenV

30.860

30.860

30.860

30.860

30.860

30.860

30.860

Overige opbrengsten

12.786

12.786

12.786

12.786

12.786

12.786

12.786

Rentebaten

902

0

0

0

0

0

0

NCC

 

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

Toevoeging uit egalisatierekening

       

Bijdrage meer/minder werk

‒ 9.814

      
        

Totaal baten

1.510.597

1.610.601

1.609.656

1.626.449

1.621.741

1.617.814

1.615.003

        

Lasten

       

Personele kosten

1.192.502

1.270.192

1.269.431

1.284.291

1.281.526

1.278.390

1.275.662

Materiële kosten

281.393

317.548

317.358

319.323

317.382

316.598

316.515

Afschrijvingskosten

19.657

19.657

19.657

19.657

19.657

19.657

19.657

Gerechtskosten

2.756

3.204

3.210

3.178

3.176

3.169

3.169

        

Totale lasten

1.496.308

1.610.601

1.609.656

1.626.449

1.621.741

1.617.814

1.615.003

        

Saldo van baten en lasten

14.289

0

0

0

0

0

0

Baten

Bijdrage Ministerie van Justitie en Veiligheid

De bijdrage bestaat uit een productiegerelateerde bijdrage, een bijdrage voor de vaste kosten, een bijdrage voor gerechtskosten en een bijdrage voor overige taken. Daarnaast bevat de bijdrage middelen voor taken die niet voortvloeien uit de Wet op de rechterlijke organisatie zoals tuchtrecht en de secretariaten van de commissies van toezicht voor het gevangeniswezen.

Overige bijdragen van het ministerie van JenV en overige opbrengsten

Deze posten betreffen bijdragen van het Openbaar Ministerie voor IVO en SSR en bijdragen aan de Rechtspraak van andere departementen.

Netherlands Commercial Court (NCC)

De jaarlijkse lumpsumbijdrage aan de Rechtspraak voor de kosten in de aanloop- en opstartfase van de Netherlands Commercial Court (NCC) wordt als een vordering op het ministerie opgenomen. Het ministerie zal deze vordering betalen uit de toekomstige ontvangsten van de griffierechten van de NCC-zaken.

Bijdrage meer- en minderwerk

De bijdrage meer- en minderwerk (egalisatierekening van de Rechtspraak) betreft het saldo van meer- en minder- productie ten opzichte van de productie zoals wordt gefinancierd door de Minister van Justitie en Veiligheid. Het meer- en minderwerk wordt afgerekend tegen 70% van de afgesproken productgroepprijzen.

Lasten

Personele kosten

De personele kosten stijgen doordat zaken zwaarder worden door bijvoorbeeld nieuwe wetgeving waardoor meer rechters nodig zijn om een zelfde aantal zaken af te doen en door indexatie van de lonen. Ook stijgt het aantal rechtszaken zodat meer mensen nodig zijn.

Materiële kosten

De materiële kosten stijgen door noodzakelijke investeringen in IT en beveiliging en door indexatie van de prijzen.

Tabel 85 Afschrijvingstermijn materiële vaste activa

Materiële vaste activa

Afschrijvingstermijn

Hard- en software

3 jaar

Vervoersmiddelen, inventaris, meubilair kort en kantoormachines

5 jaar

Audio- en visuele middelen en stoffering

8 jaar

Verbouwingen, installaties, bekabeling en meubilair lang

10 jaar

Gerechtskosten

De gerechtskosten in civiele en bestuurlijke zaken zijn voor rekening van de gerechten. Het gaat onder andere om kosten voor getuigen, tolken en vertalers en deskundigen. De rechtspraak ontvangt hiervoor een bijdrage op basis van de gerealiseerde kosten.

Bijdrage Ministerie van Justitie en Veiligheid

In de onderstaande tabel is de bijdrage van het Ministerie van Justitie en Veiligheid gespecificeerd.

Tabel 86 bijdrage van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Productiegerelateerde bijdrage

757.762

821.589

805.118

810.303

805.193

805.843

803.162

Bijdrage vaste kosten

639.932

663.860

650.112

640.846

640.846

640.846

640.846

Prijsakkoord 2026-2028

  

30.765

52.145

54.765

50.195

50.065

        

Bijdrage voor overige uitgaven

       

Bijzondere kamers rechtspraak

20.426

18.229

17.307

17.261

17.241

17.229

17.235

College van Beroep v/h bedrijfsleven

14.297

12.990

12.615

12.115

9.898

9.898

9.898

Megazaken

33.642

35.133

34.916

34.944

34.944

34.944

34.944

Gerechtskosten

3.138

2.850

2.929

2.943

2.961

2.965

2.959

        

Bijdrage Niet-BFR 2005 taken

       

Tuchtrecht

3.571

3.656

3.656

3.656

3.656

3.656

3.656

Cie. van toezicht

7.255

7.534

7.477

7.477

7.477

7.477

7.477

Overige

62

114

114

114

114

114

114

        

Bijdrage JenV-begroting

1.480.084

1.565.955

1.565.010

1.581.803

1.577.095

1.573.168

1.570.357

De productiegerelateerde bijdrage is het meest omvangrijke deel van de bijdrage van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze bijdrage komt tot stand door de productieafspraken tussen Raad en minister te vermenigvuldigen met de afgesproken productgroepprijzen.

Het kabinet heeft ten aanzien van de geraamde instroomontwikkelingen in de PMJ een ingroeipad gehanteerd. Dit heeft ertoe geleid dat de ingediende begroting van de Raad voor de rechtspraak niet volledig is gehonoreerd. Met name bij belasting- en handelszaken bij de rechtbanken en bij kantonzaken is de geraamde instroom hoger. Dit kan leiden tot hogere doorlooptijden van zaken.

De uit de JenV-begroting gefinancierde productieafspraak voor vreemdelingenzaken ligt voor 2027 en verdere jaren onder het niveau van de geraamde capaciteitsbehoefte volgens de huidige Meerjaren Productie Prognose migratieketen (MPP).

In onderstaande tabel zijn de gefinancierde productieaantallen opgenomen, daarbij nog uitgaand van de prijzen zoals deze zijn vastgelegd in het Prijsakkoord 2023-2025.

Tabel 87 Productieaantallen (absolute aantallen)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Gerechtshoven

       

Handel

6.054

5.916

6.098

6.187

6.194

6.217

6.206

Familie

4.008

3.982

3.430

3.470

3.466

3.467

3.473

Straf

26.205

29.965

25.610

25.869

25.977

26.028

26.071

Belasting

9.659

7.964

9.747

9.334

9.486

9.558

9.598

        

Rechtbanken

       

Handel

58.781

59.276

60.490

61.568

61.914

61.823

61.764

Familie

129.774

134.384

151.749

154.386

155.238

156.568

158.061

Straf

162.568

173.250

165.021

165.617

166.188

166.704

167.063

Bestuur (excl. Vreemdelingenkamers)

39.666

44.795

40.087

40.575

40.250

39.661

39.385

Bestuur (Vreemdelingenkamers)

49.361

60.312

60.997

36.461

30.965

30.965

28.953

Kanton

909.822

933.053

945.204

951.999

950.179

948.499

945.719

Belasting

41.139

39.818

40.430

41.905

41.857

42.232

42.403

        

Bijzondere colleges

       

Centrale Raad van Beroep

3.733

3.354

3.198

3.279

3.477

3.495

3.294

        

Totaal

1.440.770

1.496.068

1.512.062

1.500.651

1.495.191

1.495.217

1.491.989

Eigen vermogen

De Rechtspraak heeft in 2024 een positief resultaat geboekt van € 14,3 mln. (zie ook jaarverslag 2024 van de Rechtspraak). Op basis van de thans bekende gegevens is de inschatting dat eind 2025 een nihil resultaat zal worden behaald.

Tabel 88 Ontwikkeling eigen vermogen (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

Eigen vermogen per 1-1

14.289

14.289

Prognose resultaat

Eigen vermogen per 31-12

14.289

14.289

14.289

Aanzuivering eigen vermogen (vordering)

Kasstroomoverzicht

Tabel 89 Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Rekening courant RHB 1 januari

35.708

81.108

78.678

75.998

73.118

70.138

       

Totaal operationele kasstroom

49.778

18.657

18.657

18.657

18.657

18.657

       

-/- totaal investeringen

‒ 21.879

‒ 27.613

‒ 24.000

‒ 24.000

‒ 24.000

‒ 24.000

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

4

     

Totaal investeringskasstroom

‒ 21.875

‒ 27.613

‒ 24.000

‒ 24.000

‒ 24.000

‒ 24.000

       

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

      

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

      

-/- aflossingen op leningen

‒ 17.310

‒ 21.087

‒ 21.337

‒ 21.537

‒ 21.637

‒ 21.637

+/+ beroep op de leenfaciliteit

34.807

27.613

24.000

24.000

24.000

24.000

Totaal financieringskasstroom

17.497

6.526

2.663

2.463

2.363

2.363

       

Rekening courant RHB 31 december

81.108

78.678

75.998

73.118

70.138

67.158

De operationele kasstroom bestaat uit het saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen, mutaties in eventuele voorzieningen en in mutaties in het netto werkkapitaal.

Investeringen

Tabel 90 Investeringen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Installaties

5.103

1.460

1.740

1.460

1.460

1.460

Inventaris

3.900

3.910

4.820

4.610

4.610

4.610

Computer hardware en software

14.160

14.410

13.400

12.430

12.430

12.430

Vervoersmiddelen

1.170

1.300

1.126

1.270

1.270

1.270

Overige materiële vaste activa

3.280

2.920

2.914

4.230

4.230

4.230

Totaal

27.613

24.000

24.000

24.000

24.000

24.000

   

Investeringen verdeeld naar vervanging en uitbreiding

  

Vervanging

25.340

16.850

13.090

12.400

18.030

18.030

Uitbreiding

2.270

7.150

10.900

11.600

5.970

5.970

Doorlooptijden

De doorlooptijd is gedefinieerd als de totale tijd in dagen die verstrijkt tussen het instromen en het uitstromen van een zaak bij een gerechtelijke instantie. De Rechtspraak heeft deze (maximum)normen voor doorlooptijden in 2020 ontwikkeld, dit worden «de standaarden» genoemd. Er wordt nu voor het overgrote deel gewerkt met een maximum voor het aantal dagen per zaakstroom. Het streven is dat alle zaken binnen deze standaard worden afgehandeld. Deze methodiek maakt interne sturing eenvoudiger en maakt duidelijker wat rechtszoekenden kunnen verwachten.

Voor de interne sturing worden inmiddels zo’n 70 standaarden voor (hoofd)zaakstromen onderscheiden. De verantwoording in het jaarverslag vindt plaats per rechtsgebied, met nadere specificatie voor een tweetal zaakstroomgroepen onder bestuur. In de onderstaande tabel wordt het percentage zaken weergegeven dat is uitgestroomd binnen de genormeerde doorlooptijd in 2024. Het streven is om over de hele linie elk jaar vooruitgang te boeken in het percentage zaken dat binnen de normtijd wordt afgehandeld.

Tabel 91 Doorlooptijden

Bestuur

Standaard

Rechtbanken

33%

waarvan belastingzaken

15%

waarvan vreemdelingenkamer

56%

Gerechtshoven (belastingzaken)

41%

CBb

5%

CRvB

5%

  

Familie- en jeugdrecht

 

Rechtbanken

67%

Gerechtshoven

46%

  

Handel/kanton

 

Rechtbanken

75%

Gerechtshoven

31%

  

Strafrecht

 

Rechtbanken

33%

Gerechtshoven

25%

  

Toezicht

 

Rechtbanken

57%

Licence