Base description which applies to whole site

3.7 Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

De minister van BZK streeft naar een overheid die betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig is en haar maatschappelijke taken optimaal uitvoert. Dit gebeurt door het creëren van randvoorwaarden voor het optimaal en duurzaam functioneren van overheidsorganisaties en in het bijzonder voor een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering. De minister van BZK draagt hieraan data gedreven bij in een regisserende en coördinerende rol, respectievelijk op het terrein van collectieve arbeidsvoorwaarden, personeelsbeleid Rijk, de organisatie en bedrijfsvoering van het Rijk, waaronder de informatiehuishouding, een kaderstellende rol op ICT, huisvesting, inkoop en faciliteiten en Management Development. De rijksbrede bedrijfsvoering betreft de niet-financiële bedrijfsvoering, bedoeld om alle ruim 165.000 rijksambtenaren in staat te stellen samen aan de Rijksopgaven te werken – teneinde maatschappelijke opgaven te realiseren.

In de Periodieke Rapportage over dit Artikel (Kamerstukken II 2024/25, 30985, nr. 67) is dit begrotingsartikel ingedeeld in vijf subthema’s waarover de beleidstheorie is gereconstrueerd. Deze wordt hieronder weergegeven.

Doelstelling subthema: «Rijk als Werkgever»

Het strategisch personeels- en organisatie beleid draagt bij aan een goed functionerende rijksdienst. Hiervoor wordt beoogd een P&O beleid te voeren wat hier de kaders voor schept, met daarbij passende flexibele arbeidsvoorwaarden. Een veilig en gezonde werkomgeving met een open, inclusieve en integere cultuur, staat hierbij voorop. Voor een diversiteit aan huidige en toekomstige medewerkers.

De throughput binnen dit subthema bestaat uit een aantal belangrijke elementen. Financieel gezien gaat het om regelingen zoals subsidies en pensioenen die het personeel direct of indirect ondersteunen. Op het gebied van wet- en regelgeving is de Wet normering topinkomens (WNT) relevant. Daarnaast zijn er binnen de organisatie voorzieningen getroffen om gezond en veilig werken te bevorderen en is er een infrastructuur aanwezig die het integriteitsbeleid ondersteunt. Ook zijn er normenkaders van toepassing, waaronder het Kader uniforme basiseisen voor vertrouwenspersonen en de gedragscode integriteit Rijk, die richting geven aan gewenst gedrag en integriteit op de werkvloer. Ook zijn er specifieke regelingen getroffen zoals de klachtenregeling ongewenste omgangsvormen en een klachtencommissie, waarmee medewerkers in een veilige omgeving hun zorgen kunnen uiten en incidenten kunnen melden.

De beoogde output en outcome binnen het thema richten zich op zowel meetbare resultaten als bredere maatschappelijke effecten. Op financieel vlak gaat het onder meer om het realiseren van jaarlijkse streefwaarden voor het aantal deelnemers aan activiteiten en trainingen in het kader van de EIPA-subsidie. Voor de Wet normering topinkomens wordt gestreefd naar het zoveel mogelijk tegengaan van bovenmatige bezoldigingen en ontslagvergoedingen in de publieke en semipublieke sector en het openbaar maken van de bezoldigingsgegevens. Daarnaast staat de ontwikkeling van overheidsmedewerkers centraal: zij worden ondersteund in het versterken van hun kennis, vaardigheden en competenties. Dit draagt bij aan goed werkgeverschap en aan de kwaliteit en wendbaarheid van overheidsorganisaties als geheel.

Doelstelling subthema «Informatievoorziening Rijk»

Het beleid is gericht op de verbetering van de dienstverlening van het Rijk aan burgers en bedrijven door middel van investeringen in informatiehuishouding, het stellen en het op orde hebben van digitale randvoorwaarden en het verbeteren van transparantie en openheid van de Rijksoverheid.

Onderdeel van de throughput binnen dit thema is het kaderstellen en controleren door het Adviescollege ICT-toetsing op de grotere digitale projecten en de verstrekking van subsidies aan onder meer de VNG, IPO, het Waterschapshuis en de Unie van Waterschappen. Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling en uitvoering van strategieën en plannen die als doel hebben de informatiehuishouding te verbeteren, op orde te brengen en klaar te maken voor de toekomst. Tevens is er inzet op de implementatie en monitoring van de uitvoering van de Wet open overheid. Dit om de transparantie en publieke verantwoording te versterken. De I-strategie zorgt voor richting aan de digitale ambities en keuzes van de rijksoverheid.

Een centrale output is het Rijks ICT-dashboard met informatie vanuit de verschillende ministeries over ICT-projecten en informatiesystemen. Onderdeel van de output is het afhandelen van Woo-verzoeken en de beschikbaarheid van contactpersonen voor overheidsinformatie, die burgers helpen bij hun informatievragen. De aanstelling van een onafhankelijk adviescollege en de actieve openbaarmaking van voorstellen, standpunten en adviezen van ambtenaren dragen verder bij aan een open, controleerbare overheid. Het investeren in de rijksbrede informatievoorziening, het stellen en op orde hebben van digitale randvoorwaarden, het implementeren van transparantie en openheid zijn nodig om te zorgen dat de Rijksoverheid effectief, toegankelijk en controleerbaar is.

Doelstelling subthema «Organisatie»

Doel van beleid richt zich op de rijksbrede eenheid, kwaliteit en efficiëntie van de niet-financiële bedrijfsvoering van de rijksdienst.

De inzet is gericht op de de rijksbrede bedrijfsvoering, uitgezonderd het financieel beleid. Dit omvat het vaststellen van kaders ter bevordering van de eenheid, de kwaliteit en de efficiëntie van de bedrijfsvoering. Daarnaast worden ondersteunende diensten aangewezen die, ten behoeve van alle of een deel van de ministeries, door een onderdeel van een van de ministeries zullen worden uitgevoerd.

De resultaten zijn dat generieke bedrijfsvoeringstaken worden ondergebracht bij shared serviceorganisaties (SSO’s), concerndienstverleners (CDV’s) of andere ondersteunende bedrijfsvoering organisaties, waarmee efficiency en specialisatie worden bevorderd. Gezorgd wordt dat via de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijk (ICBR) richting wordt gegeven aan de gezamenlijke sturing op bedrijfsvoering van de ministeries.

De toenemende samenwerking, harmonisatie en standaardisatie binnen de (geheel of gedeeltelijk) generieke bedrijfsvoering beoogt naast meer efficiëntie en een afname van kosten ook een vergroting van het aanpassingsvermogen (wendbaarheid) van de rijksdienst als geheel.

Doelstelling subthema «Huisvesting en faciliteiten»

Het Rijkshuisvestingsstelsel (RHS) draagt bij aan een goed functioneren van de rijksdienst, draagt bij aan aantrekkelijke werkgeverschap en biedt een passende, prettige en veilige werkomgeving. Medewerkers moeten worden ondersteund in hun werk aan maatschappelijke opgaven, zichtbaar voor burgers, waarbij samenwerking wordt ondersteund, ook in en met de regio. Continuïteit en financiële houdbaarheid van het stelsel staan centraal.

De throughput omvat het centraal aansturen door masterplannen voor rijkskantoorhuisvesting, met een focus op het afstoten van inefficiënte panden. Daarnaast worden kaders en zoveel mogelijk gestandaardiseerde dienstverlening geboden voor hybride werken evenals wetenschappelijke kennisopbouw, gerealiseerd door de subsidie aan het Center for People and Buildings.

De output binnen dit thema bestaat uit zo min mogelijk leegstand, minder m2, een verbeterde toegankelijkheid van gebouwen en voldoen aan wettelijk vastgelegde duurzaamheid. De beoogde outcome is een verbetering van de kwaliteit van de rijkshuisvesting en facilitaire dienstverlening, bijdragend een goedwerkende, efficiëntie en doelmatigheid overheid met een sterk imago.

Doelstelling subthema «Rijksinkoop»

Het inkoopbeleid van de rijksoverheid ligt vast in de rijksinkoopstrategie Inkopen met Impact die in 2019 aan de Kamer is gezonden. De rijksinkoopstrategie wordt momenteel geactualiseerd.

Het inkoopstelsel wordt verbeterd door processen, systemen en verantwoordelijkheden te vereenvoudigen en minder gefragmenteerd te maken. Dit vraagt om een herziening van de wijze waarop wordt ingekocht over de grenzen van de departementen heen. Daarnaast wordt concentratie van strategische inkoopuitvoering en vereenvoudiging van administratieve processen onderzocht, inclusief de Rijksinkooparchitectuur.

De beoogde outcome van dit thema is de verbetering, verduurzaming en weerbaarheid van de bedrijfsvoering. Ook stimuleert het de ontwikkeling en innovatie van het digitale inkooplandschap.

De minister van BZK heeft bij het streven naar een goed functionerende (Rijks)overheid vooral een regisserende rol. Dit houdt in dat de minister zorgt voor kennis over het functioneren van de overheid en met het oog op het optimaal functioneren kaders vaststelt en deze monitort en evalueert. Daarnaast heeft de minister coördinerende bevoegdheden waar het gaat om de organisatie en bedrijfsvoering van het Rijk.

De rol en verantwoordelijkheid die de minister van BZK heeft, verschilt per onderwerp. Dit geldt ook voor de reikwijdte: de gehele publieke sector of de gehele overheid, de gehele Rijksoverheid of de Rijksdienst/ministeries. Voor een aantal onderwerpen heeft de minister een bredere scope. Dit geldt bijvoorbeeld voor deze onderwerpen:

  • de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van ambtenaren (overheidsbreed);

  • de overheidspensioenen (publieke sector);

  • een adequaat overlegstelsel en kennispositie van overheidswerkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarden (overheidsbreed);

  • de normering en openbaarmaking van topinkomens (gehele publieke en semi-publieke sector).

  • De bescherming van klokkenluiders (alle werkgevers in Nederland).

Stimuleren

  • De minister van BZK stimuleert onder andere met subsidies diverse doelen ter bevordering van professioneel werkgeverschap zoals bijvoorbeeld het vergroten van de aantrekkingskracht van het werken bij de overheid bij jongeren en het bevorderen van de kwaliteit van overheidsmanagers.

  • De minister van BZK stimuleert kennisontwikkeling door bij te dragen aan onderzoek, bijvoorbeeld op het vlak van het functioneren van de overheid.

  • De minister van BZK stimuleert het creëren van baankansen voor arbeidsbeperkten, onder meer door in te zetten op partnerschappen tussen overheidswerkgevers en leveranciers (social return).

  • De minister van BZK stimuleert de mogelijkheden voor duurzaam samenwerken. Dit draagt bij aan het imago van de overheid als aantrekkelijke werkgever.

  • De minister van BZK stimuleert kennisdeling over het verminderen van agressief gedrag tegen publieke werkers. Dit draagt bij aan aantrekkelijk werkgeverschap.

Financieren

  • Een goede samenwerking tussen werknemers, werkgevers en kabinet draagt bij aan de kwaliteit van de publieke sector. Om die reden ondersteunt de minister waar nodig deelnemende partijen met kennis en subsidies om de aanpak van gezamenlijke inhoudelijke opgaven mogelijk te maken. Een voorbeeld hiervan is het subsidiëren van samenwerking en overleg tussen overheidswerkgevers en met werknemersorganisaties rondom pensioenen, de ambtelijke rechtspositie en banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Dit draagt bij aan het bevorderen van de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever.

Regisseren

  • De minister van BZK heeft een regisserende rol voor het stelsel waarin (organisaties van) werkgevers en werknemers in verschillende overheidssectoren afspraken maken over de collectieve arbeidsvoorwaarden.

  • De minister van BZK heeft kaderstellende en coördinerende bevoegdheden met betrekking tot de organisatie en inrichting van de Rijksoverheid.

  • De minister van BZK heeft coördinerende bevoegdheden met betrekking tot de bedrijfsvoering van het Rijk en is verantwoordelijk voor de werking van het stelsel.

  • De minister van BZK heeft rijksbreed een regisserende rol bij het personeelsbeleid van de rijksdienst en bij de realisatie van de banenafspraak binnen de rijksdienst. Als het gaat om de integriteit van medewerkers, de rechtspositie van ambtenaren, het ambtelijk vakmanschap, arbeidsvoorwaarden en pensioenen, dan heeft deze rol betrekking op de gehele overheid.

  • Op het gebied van rijksbrede huisvesting, inkoop en faciliteiten stelt de minister van BZK kaders op voor een efficiënte, effectieve en duurzame bedrijfsvoering. Bij het vervullen van deze kaderstellende rol is er aandacht voor maatschappelijke verantwoordelijkheid en de voorbeeldrol van de Rijksoverheid richting partners. Het gaat daarbij om het benutten van inkoopkracht voor het realiseren van maatschappelijk effect (de duurzame, sociale en innovatieve transitie van Nederland) en in de masterplannen voor de rijkskantoorhuisvesting wordt rekening gehouden met kabinetsbrede ambities op het terrein van duurzaamheid.

  • De minister van BZK heeft een coördinerende rol over wetgeving rakend aan de informatievoorziening naar de Kamer en de samenleving, zoals Artikel 68 van de Grondwet en de Wet Open Overheid.

  • De minister van BZK kan op het gebied van informatievoorziening en ICT, na overleg met andere ministeries, kaders vaststellen ter bevordering van de eenheid, de kwaliteit of de efficiëntie van informatiesystemen binnen de Rijksdienst. Daarbij kan zij werkzaamheden en voorzieningen aanwijzen die door alle of een daarbij aangegeven deel van de ministeries zullen worden uitgevoerd. Ook kan de minister van BZK kaders vaststellen voor de wijze waarop gegevens over informatiesystemen worden verstrekt.

  • De minister van BZK werkt samen met rijksorganisaties en stelselpartijen aan een rijksbrede, duurzaam toegankelijke informatiehuishouding en actieve openbaarheid via het programma Open Overheid. Met dit programma regisseert de minister van BZK de verbeteropgave en ondersteunt dit met het ontwikkelen en aanbieden van rijksbrede voorzieningen op het gebied van capaciteit, kennis en kunde bij medewerkers, werkprocessen, ICT en monitoring.

  • Tenslotte houdt de minister van BZK toezicht op de integrale beveiliging en veiligheid van de Rijksdienst.

Uitvoeren

  • De minister van BZK zorgt ervoor dat het Rijk zich in de arbeidsmarktcommunicatie als één werkgever profileert en als één werkgever werft.

  • De minister van BZK zorgt in samenwerking met de andere ministeries voor het realiseren van een hoogwaardig leiding­gevend kader in de rijksdienst. Dit gebeurt door middel van professionele en transparante werving, loopbaanbegeleiding en een gericht leer- en ontwikkel­aanbod.

  • De minister van BZK ondersteunt de departementen bij de doelstelling om een diverse en inclusieve Rijksdienst te zijn en zet daarbij in op een verdere stijging van het percentage vrouwen en bevordering van culturele diversiteit in topfuncties.

  • De minister van BZK voorziet via shared service organisaties de Rijksdienst van generieke voorzieningen voor bijvoorbeeld faciliteiten, huisvesting, personeelszaken en ICT. Deze dienstverlening zal conform het klimaatakkoord en de inkoopstrategie van het Rijk zoveel mogelijk duurzaam aangeboden worden.

  • De minister van BZK voorziet in een aantal generieke ICT-voorzieningen voor de Rijksdienst, ter bevordering van eenheid, veiligheid, kwaliteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering en van samenwerking tussen rijksambtenaren. Daarnaast werkt zij aan versterking van de kennis en kunde over digitalisering bij het Rijk.

  • De minister van BZK stuurt door middel van de Masterplannen op de samenstelling en kwaliteit van de Rijkskantoren.

  • De minister van BZK draagt zorg voor de toepassing van het kader Functionele Werkomgeving Rijk (FWR) in Masterplanprojecten. De FWR maakt het mogelijk dat ambtenaren op een veilige en comfortabele manier, flexibel kunnen werken.

  • De minister van BZK draagt zorg voor de samenwerking op het gebied van integrale beveiliging en veiligheid over departementale grenzen heen.

  • De minister van BZK is verantwoordelijk voor de uitvoering van pensioenregelingen van Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen.

Digitaal vakmanschap Nederlandse Digitaliserings Strategie (NDS)

  • We werken toe naar het uitbreiden van samenhangende ICT pools. We nemen meer regie op de ontwikkeling van digitaliseringskennis van ambtenaren en zorgen voor opschaling en samenhang van de centrale pools voor digitaliseringsprofessionals. ICT-kennis wordt actief gedeeld en efficiënter ingezet. We brengen in 2026 de belemmeringen voor het overheidsbreed openstellen van deze pools in beeld.

  • We zorgen voor een moderne werkomgeving voor ambtenaren. We nemen de eerste stappen in het creëren van een digitale werkomgeving waarmee de ambtenaar is toegerust met de juiste middelen om haar werk effectief uit te voeren.

Periodieke rapportage begrotingsartikel 7

In 2024 heeft een periodieke rapportage plaatsgevonden. De periodieke rapportage heeft betrekking op de beleidsperiode 2019 tot en met 2023. De onderzoeksresultaten zijn opgenomen in de Kabinetsreactie Periodieke rapportage over begrotingsartikel 7 ministerie van BZK Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid (Kamerstukken II 2024/25, 30985, nr. 67).

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid art. 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

82.337

96.337

94.682

99.612

98.995

97.541

97.881

         
 

Uitgaven

70.828

100.432

94.343

102.841

99.139

97.541

97.881

         

7.1

Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

65.619

95.694

90.105

99.103

95.801

94.403

94.843

 

Subsidies (regelingen)

8.584

12.481

7.428

6.884

6.343

6.066

6.066

 

Diverse subsidies

1.375

4.630

728

363

177

159

159

 

Overlegstelsel

1.415

2.358

1.721

1.651

1.651

1.651

1.651

 

Ambtelijk Vakmanschap

67

107

66

0

0

0

0

 

Bedrijfsvoeringsbeleid

546

229

215

201

185

181

181

 

Leiderschap, diversiteit en inclusie

5

101

105

24

24

24

24

 

Ondersteuning koepels implementatie Woo

862

863

863

415

0

0

0

 

Kwaliteit management rijksdienst

20

0

0

0

0

0

0

 

Compensatie Waterschappen Woo (structureel)

3.769

3.776

3.586

3.586

3.662

3.551

3.551

 

Bevorderen veilig werk- en meldklimaat

480

212

144

144

144

0

0

 

Ondersteuning melders misstanden

0

105

0

500

500

500

500

 

Informatiebeveiliging en privacy

45

100

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

11.936

27.200

42.966

73.559

73.850

73.668

75.808

 

Bedrijfsvoeringsbeleid

2.708

8.584

17.461

19.587

20.090

23.108

23.048

 

Kwaliteit management rijksdienst

5.206

4.944

4.596

4.531

4.527

4.530

4.530

 

Werkgeversbeleid

712

805

1.299

1.320

1.287

1.281

1.281

 

Informatiehuishouding

14

880

6.914

38.206

38.033

37.990

37.990

 

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening

85

0

0

0

0

0

0

 

Ambtelijk Vakmanschap

627

3.915

6.282

6.330

6.329

3.030

4.980

 

Staat van de Uitvoering

36

0

0

0

0

0

0

 

Leiderschap, diversiteit en inclusie

215

600

188

519

519

519

769

 

Bevorderen veilig werk- en meldklimaat

135

569

705

321

320

465

465

 

Ondersteuning van melders van misstanden

178

1.053

2.685

1.109

1.109

1.109

1.109

 

Open Overheid

1.441

2.494

1.200

0

0

0

0

 

Adviescollege ICT

128

130

0

0

0

0

0

 

Personele inzet crisisopvang

23

0

0

0

0

0

0

 

Algemene beveiligingseisen Rijksoverheid

187

1.464

0

0

0

0

0

 

Digitalisering RijksInkoop

241

762

636

636

636

636

636

 

Aanpak Hardheden

0

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

8.278

8.707

16.181

6.763

6.796

6.810

7.110

 

Ambtelijk Vakmanschap

0

36

8

8

8

8

8

 

Bedrijfsvoeringsbeleid

901

991

400

397

381

381

381

 

Werkgeversbeleid

1.612

2.426

1.880

1.517

1.566

1.711

1.711

 

Staat van de Uitvoering

1.800

2.201

2.243

2.241

2.241

2.210

2.210

 

Leiderschap, diversiteit en inclusie

10

0

0

0

0

0

0

 

Ondersteuning van melders van misstanden

0

153

1.650

2.600

2.600

2.500

2.800

 

Diverse bijdragen

3.955

2.900

10.000

0

0

0

0

 

Bijdrage aan medeoverheden

1.924

1.931

1.084

0

0

0

0

 

Compensatie Waterschappen Woo (incidenteel)

1.924

1.931

1.084

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

326

325

53

53

53

53

53

 

Ambtelijk Vakmanschap

26

0

0

0

0

0

0

 

Werkgeversbeleid

84

55

53

53

53

53

53

 

Bedrijfsvoeringsbeleid

216

270

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan agentschappen

34.571

44.770

22.249

11.700

8.615

7.662

5.662

 

Ambtelijk Vakmanschap

827

2.319

2.017

2.017

2.017

2.017

17

 

O&P Rijk (Arbeidsmarktcommunicatie)

3.000

3.361

3.489

7.290

4.205

4.205

4.205

 

I-Functie Rijk

2.845

863

363

363

363

363

363

 

Staat van de Uitvoering

197

1.160

968

953

953

0

0

 

Bedrijfsvoeringsbeleid

2.871

994

383

383

383

383

383

 

Werkgeversbeleid

74

828

108

108

108

108

108

 

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening

1.596

6.016

0

0

0

0

0

 

Leiderschap, diversiteit en inclusie

0

140

33

33

33

33

33

 

Diverse bijdragen

16.736

21.429

10.000

0

0

0

0

 

KOOP

4.735

4.737

3.500

0

0

0

0

 

Logius

332

835

835

0

0

0

0

 

Algemene beveiligingseisen Rijksoverheid

513

1.430

0

0

0

0

0

 

Digitalisering RijksInkoop

845

658

553

553

553

553

553

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

280

144

144

144

144

144

 

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

280

144

144

144

144

144

7.2

Pensioenen en uitkeringen

5.209

4.738

4.238

3.738

3.338

3.138

3.038

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

5.209

4.738

4.238

3.738

3.338

3.138

3.038

 

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen

5.209

4.738

4.238

3.738

3.338

3.138

3.038

         
 

Ontvangsten

2.126

64

64

64

64

64

64

         

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 13 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 7
 

2026

juridisch verplicht

26%

bestuurlijk gebonden

27%

beleidsmatig gereserveerd

47%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 7 is 26% juridisch verplicht en dit betreft met name de volgende instrumenten:

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Het budget is voor 40% juridisch verplicht. Het betreft onder andere bijdragen aan de Stichting Slachtofferhulp Nederland en aan de Raad voor de rechtsbescherming voor psychische en juridische ondersteuning van klokkenluiders en een bijdrage aan Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP).

Subsidies

Het budget is voor 96% juridisch verplicht. Het betreft onder andere subsidies die samenhangen met de POK, de subsidie voor Compensatie Waterschappen Woo en voor de subsidie Overlegstelsel.

7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Subsidies (regelingen)

Overlegstelsel

De minister van BZK draagt bij aan het in stand houden van een adequaat overleg tussen overheidswerkgevers en vakcentrales over arbeidsvoorwaarden, arbeidsmarktbeleid en andere relevante thema’s. Dit doet de minister onder andere door subsidies te verstrekken aan koepels van overheidswerkgevers en –werknemers. De Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) ontvangt een subsidie met als doel bij te dragen aan aantrekkelijk werkgeverschap en de kwaliteit en wendbaarheid van overheidsorganisaties.

CAOP ontvangt een aanvullende subsidie voor de activiteiten die zij uitvoert voor de integriteitscommissie Rijk (IC Rijk).

Ambtelijk Vakmanschap

De Stichting Vrije Universiteit medisch centrum (VUmc) ontvangt een meerjarige subsidie voor onderzoek naar de werkende mechanismen bij het ontwikkelen van een betere gesprekscultuur. Deze middelen zijn onderdeel van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) (Kamerstukken II 2020/2021, 35510, nr. 4).

Ondersteuning koepels implementatie Woo

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het Waterschapshuis ontvangen over de periode 2022-2026 een subsidie voor het ondersteunen van respectievelijk gemeenten, provincies en waterschappen bij de implementatie en uitvoering van de Wet open overheid (Woo). Deze middelen zijn onderdeel van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK.

Compensatie Waterschappen Woo (structureel)

De structurele middelen voor de implementatie en uitvoering van de Wet open overheid bij de waterschappen worden aan de waterschappen verstrekt middels een subsidie. Deze middelen zijn onderdeel van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK.

Bevorderen veilig werk- en meldklimaat

Aan de Universiteit van Amsterdam wordt een subsidie verstrekt voor wetenschappelijk onderzoek naar ten eerste de condities waaronder leidinggevenden adequaat kunnen reageren op een melding van een vermoeden van een misstand en ten tweede de effectiviteit van de Wet bescherming klokkenluiders. Deze middelen zijn onderdeel van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK.

Ondersteuning van melders van misstanden

Dit betreft een subsidie aan Slachtofferhulp Nederland voor de psychosociale ondersteuning van melders van misstanden. Melders kunnen van deze psychosociale ondersteuning gebruikmaken na doorverwijzing door de afdeling advies van het Huis voor klokkenluiders. Deze middelen zijn onderdeel van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK en de enveloppe «Goed Bestuur en Sterke Rechtsstaat» uit het Hoofdlijnenakkoord.

Opdrachten

Bedrijfsvoeringsbeleid

I-strategie Rijk

Rijksbrede ambitie is het aanpakken van problematische legacy, zodat het IV-landschap (de InformatieVoorziening) betrouwbaarder en wendbaarder wordt. Daarnaast wordt er gewerkt aan de digitale weerbaarheid en digitale autonomie van de overheid. In 2026 zal de implementatie van het Bestuurlijk Convenant Digitale Veiligheid Gemeenten, als onderdeel van de Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS), versneld worden gerealiseerd. Hiervoor is € 3,9 mln. beschikbaar. Vanaf 2026 worden belangrijke vervolgstappen naar een overheidsbrede aanpak van quantumveilige cryptografie gezet. In 2026 wordt gewerkt aan het realiseren van een hub voor overheidsbrede samenwerking op het gebied van quantumveilige cryptografie. Hiervoor is € 10 mln. beschikbaar.

Rijkshuisvestingsbeleid

Om rijksambtenaren beter te laten samenwerken en minder te laten reizen, en het voor mensen in de regio gemakkelijker te maken bij het Rijk te werken, zijn er door Nederland verspreid 8 rijksontmoetingspleinen en worden er nog meer gerealiseerd. De facilitaire en ICT kosten van de rijksontmoetingspleinen worden jaarlijks verrekend met de verschillende betrokken concerndienstverleners die de taken in de rijksontmoetingspleinen hebben uitgevoerd. Eind 2025 wordt een 9e rijksontmoetingsplein geopend in Middelburg.

Uit de middelen voor Goed bestuur en sterke rechtsstaat is 2026 € 0,5 mln. beschikbaar voor acties in het kader van een betere spreiding van de rijkswerkgelegenheid. Dit budget zal voornamelijk worden ingezet voor het te ontwikkelen dashboard waarin mogelijkheden voor spreiding worden gekoppeld aan de profielen van de provincies en hun regio’s en voor het breed uitdragen van samenwerkingsvoorbeelden van het Rijk in de regio met regionale overheden en onderwijsinstellingen.

Inkoopstrategie rijksoverheid

De huidige inkoopstrategie «Inkopen met Impact» is geëvalueerd. In 2026 wordt gestart met een nieuwe, breder ingestoken inkoopstrategie. De strategie rond maatschappelijk verantwoord inkopen wordt geactualiseerd en blijft een belangrijk onderdeel. Een nieuw onderdeel van de strategie betreft de bijdrage van het rijksinkoopstelsel aan veiligheid en leveringszekerheid. De inzet voor 2026 is verder om de inrichting van het inkoopstelsel te herzien. Bedoeling is om beter te kunnen sturen op het stelsel, regeldruk te verminderen en de digitalisering van het inkoopproces te versnellen.

Datagedreven bedrijfsvoeringsbeleid

Dit betreft opdrachten voor de ontwikkeling naar datagedreven bedrijfsvoeringbeleid. Er worden stappen gezet op automatisering en standaardisatie van onze systemen en de werkwijze intern. De centrale database (datawarehouse) wordt verder uitgebouwd, hetgeen het Rijk helpt om de kwaliteit en consistentie van de data te verhogen.

Kwaliteit management Rijksdienst

De Algemene Bestuursdienst (ABD) draagt bij aan sterk publiek leiderschap en betrouwbaar bestuur. Het beleid voor de ABD is gericht op het voorzien in kwalitatief hoogwaardig leiderschap bij de rijksdienst, het versterken van de verbinding van topambtenaren met de samenleving en het versterken van de deskundigheid en het ambtelijk vakmanschap van topambtenaren. Hiertoe worden middelen ingezet voor werving, selectie en ontwikkeling van de hoogste leidinggevenden bij het Rijk. Voorbeelden zijn assessments, opleidingsprogramma's en beheer en onderhoud van informatiesystemen.

Informatiehuishouding

Naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK zijn middelen vrijgemaakt voor het op orde brengen van de informatiehuishouding en actieve openbaarmaking bij het Rijk. Deze middelen zijn bestemd voor rijksbrede projecten en de uitvoering door departementen, uitvoeringsorganisaties en ZBO's. Het ministerie van BZK heeft een coördinerende rol in de verdeling van de middelen en monitoring van de voortgang.

In 2023 is het Meerjarenplan Openbaarheid en Informatiehuishouding Rijksoverheid vastgesteld (Kamerstukken II 2023/24, 29362, nr. 344). In 2025 heeft een actualisatie van het Meerjarenplan Openbaarheid en Informatiehuishouding plaatsgevonden. Hierin staat waar de Rijksoverheid naartoe werkt als het gaat om openbaarheid en informatiehuishouding. Rijksorganisaties werken hier stapsgewijs naartoe, met ondersteuning van rijksbrede projecten. De verandering die nodig is voor het verbeteren en toekomstbestendig maken van de informatiehuishouding en openbaarmaking kost tijd, kennis en middelen. De rijksbrede verbeteroperatie loopt daarom tot en met 2026, waarbij we ook na 2026 de gerealiseerde verbeteringen moeten borgen.

Ambtelijk Vakmanschap

Het ambtelijk vakmanschap wordt versterkt. Om deze versterking aan te jagen wordt ingezet op bewustwording van de impact die iedere rijksambtenaar heeft op mens en maatschappij. Er worden opdrachten verstrekt voor een praktische uitwerking van nieuwe werkwijzen en de opleiding en training van ambtenaren. Ook het voeren van het gesprek over de ethiek achter het werk maakt daar onderdeel van uit. Daarmee wordt onder andere bijgedragen aan een overheid die grenzeloos samenwerkt aan maatschappelijke opgaven, opgavegericht werkt waarbij de bedoeling van het beleid centraal staat en waar de menselijke maat voorop staat. Aan deze transitie wordt gewerkt via het programma Grenzeloos Samenwerken.

Deze middelen zijn onderdeel van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK en de enveloppe «Goed Bestuur en Sterke Rechtsstaat» uit het Hoofdlijnenakkoord.

Leiderschap, diversiteit en inclusie

De minister van BZK zet zich in om binnen de Rijksdienst de werkcultuur te verbeteren, diversiteit en inclusie te bevorderen en racisme en discriminatie op de werkvloer te voorkomen en tegen te gaan.

Voor een effectieve aanpak hierop is het bevorderen van inclusief en integer leiderschap en een heldere en gezamenlijke normstelling cruciaal. Daarom zal hier sterk op worden ingezet. Middels (vervolg)onderzoek zal worden gemonitord in hoeverre er inclusie en discriminatie op verschillende gronden (waaronder racisme) wordt ervaren op de werkvloer. Daarnaast worden de beleidsdoelstellingen structureel verankerd in de rijksbrede P&C cyclus en via een sturend model in de departementale beleids- en effectrapportage aanpak racisme en discriminatie. In 2026 wordt de rijksbrede aanpak voor diversiteit en inclusie voortgezet; hiervoor zijn o.a. middelen vrijgemaakt om interdepartementale samenwerking rond diversiteit en inclusie te versterken.

Deze middelen zijn onderdeel van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK.

Bevorderen veilig werk- en meldklimaat

Dit ziet onder meer op een opdracht voor gedragsonderzoek naar wat er nodig is om een organisatiecultuur te bevorderen waarin werknemers zich vrij voelen zich uit te spreken over mogelijke misstanden. Ook wordt een opdracht verstrekt om een open organisatiecultuur te bevorderen bij werkgevers en werknemers te informeren wat een misstand is. Het doel van deze opdracht is gericht op het vergroten van kennis over de wet onder werkgevers en werknemers en werkgevers te ondersteunen bij de organisatie van een veilig werk- en meldklimaat.

Deze middelen zijn onderdeel van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK.

Ondersteuning van melders van misstanden

In 2026 wordt de huidige psychische en juridische ondersteuning van melders van misstanden, waarvoor Raad voor de Rechtsbijstand en Slachtofferhulp Nederland een subsidie ontvangen, geëvalueerd.

Deze middelen zijn onderdeel van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK en de enveloppe «Goed Bestuur en Sterke Rechtsstaat» uit het Hoofdlijnenakkoord.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Staat van de Uitvoering

De minister van BZK faciliteert met het verzamelen en analyseren van gegevens over de daadwerkelijke uitvoering van overheidstaken de totstandkoming van een jaarlijkse Staat van de Uitvoering. Doel van de Staat van de Uitvoering is het bieden van handreikingen om de uitvoeringspraktijk in de meest brede zin te verbeteren. De stichting ICTU ontvangt voor deze activiteiten een jaarlijkse bijdrage.

Deze middelen zijn onderdeel van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK).

Ondersteuning melders van misstanden

Voor de juridische ondersteuning van melders van misstanden door de Raad voor Rechtsbijstand wordt een bijdrage verstrekt aan het ministerie van JenV. Melders kunnen voor deze juridische ondersteuning in aanmerking komen na doorverwijzing door de afdeling advies van het Huis voor klokkenluiders. 

In 2025 en 2026 wordt nader invulling gegeven aan toezicht en handhaving van de Wet bescherming klokkenluiders.

Deze middelen zijn onderdeel van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) en de enveloppe «Goed Bestuur en Sterke Rechtsstaat» uit het Hoofdlijnenakkoord.

Diverse bijdragen

Naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend onrecht» van de POK zijn middelen vrijgemaakt voor het op orde brengen van de informatiehuishouding (IHH) en actieve openbaarmaking bij het Rijk. Deze middelen zijn bestemd voor rijksbrede projecten en de uitvoering door ZBO's/RWT's. Er zijn POK IHH middelen beschikbaar om toekomstige informatiehuishouding en actieve openbaarmaking projecten te kunnen financieren die worden uitgevoerd door de agentschappen.

Bijdrage aan medeoverheden

Compensatie Waterschappen Woo

Dit betreft de incidentele bijdrage aan waterschappen voor de implementatie en uitvoering van de Wet open overheid. Deze middelen zijn vrijgemaakt bij de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de POK.

Bijdrage aan agentschappen

Ambtelijk vakmanschap (Goed bestuur)

Er wordt een bijdrage verstrekt aan Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (RODI) voor de inzet van rijksconsultants ten behoeve van het programma Grenzeloos Samenwerken.

Het Expertisecentrum voor Gedrag en Houding van RODI ontvangt een bijdrage voor het opzetten van een Hub voor Gedrag en Houding.

Deze middelen zijn onderdeel van de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) en de enveloppe «Goed Bestuur en Sterke Rechtsstaat» uit het Hoofdlijnenakkoord.

Organisatie en Personeel Rijk (O&P Rijk) (arbeidsmarkt communicatie)

Om beleidsambities mogelijk te maken is voldoende deskundig personeel noodzakelijk. In 2026 zal hiervoor een personeelsstrategie voor digitalisering opgesteld worden en uitbreiding van ICT pools. In 2026 zullen de belemmeringen voor het overheidsbreed openstellen van deze pools in beeld gebracht worden. Tevens zal regie op kennisontwikkeling versterkt worden en zullen er afspraken gemaakt worden met overheidsacademies over hun leeraanbod. Daarnaast wordt gewerkt aan een moderne werkomgeving voor ambtenaren. In 2026 zullen de eerste stappen worden gezet in het creëren van een digitale werkomgeving waarmee de ambtenaar is toegerust met de juiste middelen om het werk effectief uit te voeren. Hiervoor is € 3,5 mln. beschikbaar.

Diverse bijdragen

Voor het Programma Open Overheid worden bijdragen verstrekt aan verschillende agentschappen om benodigde versterking van het stelsel realiseren. Daarmee wordt bedoeld dat rijksorganisaties die een rol hebben bij de generieke ontwikkeling, uitvoering en bestendiging van informatiehuishouding en openbaarmaking moeten worden versterkt.

KOOP

Dit betreft een bijdrage voor het beheer door Logius van de Woo-index en voor de ontwikkeling van aanvullende Woo-voorzieningen.

7.2 Pensioenen en uitkeringen

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP)

Dit betreft de bijdrage aan de SAIP, die verantwoordelijk is voor de uitkering van pensioenen voor gewezen overheidspersoneel in de voormalige overzeese gebiedsdelen en hun nagelaten betrekkingen. De rijksbijdrage bestaat uit middelen om de pensioenen en toeslagen uit te keren (inkomens) en middelen om de regeling uit te voeren (uitvoeringskosten).

Licence