Base description which applies to whole site

3.8 Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

Het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) ondersteunt de krijgsmacht in al haar taken. Het DOSCO doet dit door te zorgen voor alle niet-wapensysteemgerelateerde ondersteuning, waaronder personele diensten, zoals werving en opleidingen, maar ook huisvesting, vastgoed, catering, beveiliging, bewaking, facilitaire zaken, gezondheidszorg, logistiek en transport. Het DOSCO voorziet zelf in die ondersteuning en koopt een deel van de producten en diensten in bij organisaties buiten het ministerie van Defensie.

De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige ondersteuning van de krijgsmacht. Het DOSCO krijgt een gereedstellings-opdracht voor specialistische medische zorg en strategisch transport.

Tabel 24 Capaciteiten DOSCO

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

SPECIALISTISCHE MEDISCHE ZORG

Medisch Team

Levert capaciteit om te voorzien in medische ondersteuning.

STRATEGISCH TRANSPORT

Movement Control-teams (teams van het National Movement Coordination Centre (NMCC) en verplaatsingssondersteuning van CLAS)

Ondersteunen verplaatsingsoperaties zowel nationaal als internationaal van andere inzetbare eenheden.

Het DOSCO ontwikkelt zich naar een operationele, wendbare en schaalbare organisatie die altijd en overal ondersteuning levert. In vredestijd, maar ook in tijden van een oplopende crisis én in geval van een gewapend conflict. Zo geeft het DOSCO de krijgsmacht een voorsprong in het gevecht. Defensie, en ook het DOSCO, legt daarbij prioriteit op de invulling van hoofdtaak 1 vanwege de verslechterde veiligheidssituatie in de wereld. Nederland heeft een grotere, schaalbare krijgsmacht nodig om bij oplopende spanning meer bij te dragen aan de NAVO én gelijktijdig verantwoordelijkheid te nemen voor nationale taken. Daarom wordt structureel geïnvesteerd in opschaling van de krijgsmacht. Het DOSCO draagt hieraan bij met bijvoorbeeld de opschaling van het dienjaar en het invulling geven aan de nationale weerbaarheidstraining, waarbij het blijft investeren in het opleiden en de persoonlijke ontwikkeling van het defensiepersoneel.

De krijgsmacht moet inzet langer kunnen volhouden, voor de NAVO en nationaal. Met de Defensienota 2024 is al geïnvesteerd in onder meer de operationele ondersteuning die door het DOSCO wordt verzorgd, zoals transport en de geneeskundige keten. Het DOSCO blijft investeren in het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht. De transitie naar een versterkte en snel inzetbare krijgsmacht vraagt om een ondersteuningscommando wat hierbij vroegtijdig aanhaakt, zodat de (financiële) gevolgen voor de ondersteuning goed ingeschat kunnen worden en de ondersteuning tijdig en adequaat georganiseerd kan worden. Hierbij ziet het DOSCO een sterke samenwerking met de maatschappij en (inter)nationale partners als vereiste. Voor de ondersteuning van de krijgsmacht zoekt het DOSCO daarom nadrukkelijk de samenwerking met onder andere civiele bedrijven en kenniscentra om voorbereid te zijn op een grootschalig conflict.

Tabel 25 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

1.723.254

1.857.403

1.830.514

1.864.145

1.861.633

1.850.230

1.970.048

         
 

Uitgaven

1.727.664

1.872.318

1.835.414

1.865.745

1.863.233

1.853.991

1.970.048

         
 

Apparaatsuitgaven

1.591.480

1.741.529

1.707.696

1.737.130

1.736.547

1.738.304

1.737.860

         

8.2

Apparaatsuitgaven

1.591.480

1.741.529

1.707.696

1.737.130

1.736.547

1.738.304

1.737.860

 

Personele uitgaven

1.135.256

1.275.017

1.260.030

1.278.878

1.289.440

1.306.535

1.306.426

 

Eigen personeel

810.803

912.318

981.931

1.006.016

1.018.797

1.035.584

1.035.644

 

Externe inhuur

39.730

44.248

4.176

3.345

3.345

3.345

3.345

 

Overige personele exploitatie

266.395

297.912

253.304

248.874

247.446

247.746

247.527

 

Attaches

18.328

20.539

20.619

20.643

19.852

19.860

19.910

 

Materiële uitgaven

456.224

466.512

447.666

458.252

447.107

431.769

431.434

 

Overige materiële exploitatie

446.103

458.786

440.092

450.861

439.833

424.678

424.382

 

Attaches

10.121

7.726

7.574

7.391

7.274

7.091

7.052

         
 

Programmauitgaven

136.184

130.789

127.718

128.615

126.686

115.687

232.188

         

8.1

Programmauitgaven

136.184

130.789

127.718

128.615

126.686

115.687

232.188

 

Opdrachten

320

6.500

0

0

0

0

0

 

Gereedstelling

320

6.500

0

0

0

0

0

 

(Schade)vergoeding

135.864

124.289

127.718

128.615

126.686

115.687

232.188

 

Schadevergoeding overig

7.983

13.454

9.365

9.376

9.382

9.383

9.384

 

Nationaal Fonds Ereschuld

127.600

110.335

114.035

114.921

112.986

101.986

218.486

 

Reservering schadevergoedingen Chroom-6 Defensie

281

500

4.318

4.318

4.318

4.318

4.318

         
 

Ontvangsten

73.274

74.195

72.995

72.995

72.995

72.995

72.995

Budgetflexibiliteit

Tabel 26 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2026

juridisch verplicht

62,3%

bestuurlijk gebonden

6,6%

beleidsmatig gereserveerd

31,1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen, gebaseerd op de organieke sterkte, voor 2026 volledig verplicht is. Daarnaast worden de reeds aangegane verplichtingen voor externe inhuur ook als juridisch verplicht gezien. Voor de personele exploitatie betreft het met name de opleidingen en lopende contracten voor werven personeel en juridische dienstverlening. Onder de materiële uitgaven betreft dit voornamelijk uitgaven voor het zelfstandig aanschaffen van bedrijfsmiddelen, de defensiebrede facilitaire ondersteuning en catering.

Het percentage bestuurlijk gebonden verplichtingen betreft de volledige regelingen voor schadevergoedingen, het Nationaal Fonds Ereschuld en de Reservering schadevergoedingen Chroom 6.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur van het personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen, internationale verhuizingen en overige personeelsgebonden uitgaven. De salarissen van het attaché personeel worden afzonderlijk gepresenteerd, omdat deze uitgaven onder het Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) attachébudget vallen.

Materiële uitgaven

Onder materiële uitgaven worden de geraamde uitgaven voor overige materiële exploitatie en de attachés weergegeven. De uitgaven voor de overige materiële exploitatie bestaan onder andere uit catering, facilitaire dienstverlening, mediadienstverlening, gezondheidszorg, beveiliging, energie en water, schoonmaak en wereldwijd transport van personen en goederen.

Schadevergoeding

De uitgaven voor het Nationaal Fonds Ereschuld worden bij het DOSCO verantwoord onder het financieel instrument schadevergoeding. Dit fonds is ingesteld voor militairen die een handicap, trauma of andere aandoening hebben opgelopen tijdens missies naar het buitenland. Hierin zijn de budgetten voor schadevergoedingen en regelingen voor schadevergoedingen voor veteranen ondergebracht. De uitgaven hiervoor kennen een fluctuerend verloop en meer (jonge) veteranen doen een beroep op compensatie. De Belastingdienst heeft bepaald dat Defensie over de schadevergoedingen vanuit de Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS) in het NFE geen belasting meer verschuldigd is. Het te verwachten overschot dat door deze terugbetaling in 2025 ontstond, is doorgeschoven naar latere jaren als reservering voor de in latere jaren te verwachten uit te keren schadevergoedingen.

Licence