Het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) ondersteunt de krijgsmacht in al haar taken. Het DOSCO doet dit door te zorgen voor alle niet-wapensysteemgerelateerde ondersteuning, waaronder personele diensten, zoals werving en opleidingen, maar ook huisvesting, vastgoed, catering, beveiliging, bewaking, facilitaire zaken, gezondheidszorg, logistiek en transport. Het DOSCO voorziet zelf in die ondersteuning en koopt een deel van de producten en diensten in bij organisaties buiten het ministerie van Defensie.
De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige ondersteuning van de krijgsmacht. Het DOSCO krijgt een gereedstellings-opdracht voor specialistische medische zorg en strategisch transport.
Capaciteit | Inzetbare eenheid | Omschrijving |
---|---|---|
SPECIALISTISCHE MEDISCHE ZORG | Medisch Team | Levert capaciteit om te voorzien in medische ondersteuning. |
STRATEGISCH TRANSPORT | Movement Control-teams (teams van het National Movement Coordination Centre (NMCC) en verplaatsingssondersteuning van CLAS) | Ondersteunen verplaatsingsoperaties zowel nationaal als internationaal van andere inzetbare eenheden. |
Het DOSCO ontwikkelt zich naar een operationele, wendbare en schaalbare organisatie die altijd en overal ondersteuning levert. In vredestijd, maar ook in tijden van een oplopende crisis én in geval van een gewapend conflict. Zo geeft het DOSCO de krijgsmacht een voorsprong in het gevecht. Defensie, en ook het DOSCO, legt daarbij prioriteit op de invulling van hoofdtaak 1 vanwege de verslechterde veiligheidssituatie in de wereld. Nederland heeft een grotere, schaalbare krijgsmacht nodig om bij oplopende spanning meer bij te dragen aan de NAVO én gelijktijdig verantwoordelijkheid te nemen voor nationale taken. Daarom wordt structureel geïnvesteerd in opschaling van de krijgsmacht. Het DOSCO draagt hieraan bij met bijvoorbeeld de opschaling van het dienjaar en het invulling geven aan de nationale weerbaarheidstraining, waarbij het blijft investeren in het opleiden en de persoonlijke ontwikkeling van het defensiepersoneel.
De krijgsmacht moet inzet langer kunnen volhouden, voor de NAVO en nationaal. Met de Defensienota 2024 is al geïnvesteerd in onder meer de operationele ondersteuning die door het DOSCO wordt verzorgd, zoals transport en de geneeskundige keten. Het DOSCO blijft investeren in het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht. De transitie naar een versterkte en snel inzetbare krijgsmacht vraagt om een ondersteuningscommando wat hierbij vroegtijdig aanhaakt, zodat de (financiële) gevolgen voor de ondersteuning goed ingeschat kunnen worden en de ondersteuning tijdig en adequaat georganiseerd kan worden. Hierbij ziet het DOSCO een sterke samenwerking met de maatschappij en (inter)nationale partners als vereiste. Voor de ondersteuning van de krijgsmacht zoekt het DOSCO daarom nadrukkelijk de samenwerking met onder andere civiele bedrijven en kenniscentra om voorbereid te zijn op een grootschalig conflict.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 1.723.254 | 1.857.403 | 1.830.514 | 1.864.145 | 1.861.633 | 1.850.230 | 1.970.048 |
Uitgaven | 1.727.664 | 1.872.318 | 1.835.414 | 1.865.745 | 1.863.233 | 1.853.991 | 1.970.048 | |
Apparaatsuitgaven | 1.591.480 | 1.741.529 | 1.707.696 | 1.737.130 | 1.736.547 | 1.738.304 | 1.737.860 | |
8.2 | Apparaatsuitgaven | 1.591.480 | 1.741.529 | 1.707.696 | 1.737.130 | 1.736.547 | 1.738.304 | 1.737.860 |
Personele uitgaven | 1.135.256 | 1.275.017 | 1.260.030 | 1.278.878 | 1.289.440 | 1.306.535 | 1.306.426 | |
Eigen personeel | 810.803 | 912.318 | 981.931 | 1.006.016 | 1.018.797 | 1.035.584 | 1.035.644 | |
Externe inhuur | 39.730 | 44.248 | 4.176 | 3.345 | 3.345 | 3.345 | 3.345 | |
Overige personele exploitatie | 266.395 | 297.912 | 253.304 | 248.874 | 247.446 | 247.746 | 247.527 | |
Attaches | 18.328 | 20.539 | 20.619 | 20.643 | 19.852 | 19.860 | 19.910 | |
Materiële uitgaven | 456.224 | 466.512 | 447.666 | 458.252 | 447.107 | 431.769 | 431.434 | |
Overige materiële exploitatie | 446.103 | 458.786 | 440.092 | 450.861 | 439.833 | 424.678 | 424.382 | |
Attaches | 10.121 | 7.726 | 7.574 | 7.391 | 7.274 | 7.091 | 7.052 | |
Programmauitgaven | 136.184 | 130.789 | 127.718 | 128.615 | 126.686 | 115.687 | 232.188 | |
8.1 | Programmauitgaven | 136.184 | 130.789 | 127.718 | 128.615 | 126.686 | 115.687 | 232.188 |
Opdrachten | 320 | 6.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Gereedstelling | 320 | 6.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
(Schade)vergoeding | 135.864 | 124.289 | 127.718 | 128.615 | 126.686 | 115.687 | 232.188 | |
Schadevergoeding overig | 7.983 | 13.454 | 9.365 | 9.376 | 9.382 | 9.383 | 9.384 | |
Nationaal Fonds Ereschuld | 127.600 | 110.335 | 114.035 | 114.921 | 112.986 | 101.986 | 218.486 | |
Reservering schadevergoedingen Chroom-6 Defensie | 281 | 500 | 4.318 | 4.318 | 4.318 | 4.318 | 4.318 | |
Ontvangsten | 73.274 | 74.195 | 72.995 | 72.995 | 72.995 | 72.995 | 72.995 |
Budgetflexibiliteit
2026 | |
juridisch verplicht | 62,3% |
bestuurlijk gebonden | 6,6% |
beleidsmatig gereserveerd | 31,1% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0% |
Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen, gebaseerd op de organieke sterkte, voor 2026 volledig verplicht is. Daarnaast worden de reeds aangegane verplichtingen voor externe inhuur ook als juridisch verplicht gezien. Voor de personele exploitatie betreft het met name de opleidingen en lopende contracten voor werven personeel en juridische dienstverlening. Onder de materiële uitgaven betreft dit voornamelijk uitgaven voor het zelfstandig aanschaffen van bedrijfsmiddelen, de defensiebrede facilitaire ondersteuning en catering.
Het percentage bestuurlijk gebonden verplichtingen betreft de volledige regelingen voor schadevergoedingen, het Nationaal Fonds Ereschuld en de Reservering schadevergoedingen Chroom 6.
Personele uitgaven
Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur van het personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen, internationale verhuizingen en overige personeelsgebonden uitgaven. De salarissen van het attaché personeel worden afzonderlijk gepresenteerd, omdat deze uitgaven onder het Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) attachébudget vallen.
Materiële uitgaven
Onder materiële uitgaven worden de geraamde uitgaven voor overige materiële exploitatie en de attachés weergegeven. De uitgaven voor de overige materiële exploitatie bestaan onder andere uit catering, facilitaire dienstverlening, mediadienstverlening, gezondheidszorg, beveiliging, energie en water, schoonmaak en wereldwijd transport van personen en goederen.
Schadevergoeding
De uitgaven voor het Nationaal Fonds Ereschuld worden bij het DOSCO verantwoord onder het financieel instrument schadevergoeding. Dit fonds is ingesteld voor militairen die een handicap, trauma of andere aandoening hebben opgelopen tijdens missies naar het buitenland. Hierin zijn de budgetten voor schadevergoedingen en regelingen voor schadevergoedingen voor veteranen ondergebracht. De uitgaven hiervoor kennen een fluctuerend verloop en meer (jonge) veteranen doen een beroep op compensatie. De Belastingdienst heeft bepaald dat Defensie over de schadevergoedingen vanuit de Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS) in het NFE geen belasting meer verschuldigd is. Het te verwachten overschot dat door deze terugbetaling in 2025 ontstond, is doorgeschoven naar latere jaren als reservering voor de in latere jaren te verwachten uit te keren schadevergoedingen.