De Minister van LVVN streeft naar een doeltreffende uitvoering van het agro-, visserij- en natuurbeleid en een effectief en efficiënt stelsel voor handhaving en toezicht op deze beleidsterreinen.
De Minister is verantwoordelijk voor de uitvoering van het agro-, visserij- en natuurbeleid (onder meer de uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB)) en belegt deze uitvoering jaarlijks bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De uitvoering van de handhaving en het toezicht binnen deze domeinen is ondergebracht bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), waarvoor de Minister niet alleen opdrachtgever is, maar ook de eigenaarsrol vervult.
De Minister is (mede)verantwoordelijk voor:
Stimuleren:
– Het versterken van de internationale positie van het Nederlandse agro-, visserij en natuurdomein via het Landbouwradennetwerk.
Uitvoeren:
– Het uitvoeren van een effectief beleid ter realisatie van de doelstellingen uit de Europese regelgeving.
– Het uitvoeren van adequaat veterinair en fytosanitair beleid.
– Het uitoefenen van toezicht en het handhaven van de regelgeving op het gebied van dier- en plantgezondheid, dierenwelzijn, mest, natuur en voedselveiligheid (primaire productie en slachterijfase).
– Het uitvoeren van het Gemeenschappelijk landbouw- en visserijbeleid en het zorgdragen voor een rechtmatige financiering aan agrarische ondernemers.
– Het uitvoeren van het klimaat- en stikstofbeleid op het terrein van landbouw, visserij en natuur.
– Het doen uitvoeren van de in de Wet natuurbescherming vastgelegde rijkstaken.
Er zijn geen beleidswijzigingen in 2026 t.o.v. het voorgaande jaar.
Begrotingsindicatoren
De onderstaande indicatoren geven inzicht in de doeltreffendheid van het totale opdrachtenpakket dat LVVN verstrekt aan de RVO.
Begrotingsindicatoren art. 24 – RVO | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Indicator | Toelichting | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | Gemiddelde laatste 3 jaar |
% lumpsum = 80% | Indicator zegt iets over de doeltreffendheid van het opdrachtenpakket LVVN. De norm voor het aandeel lumpsumopdrachten binnen de totale opdracht voor het lopende jaar is 80%. | 71% | 74% | 61% | 46% | 47% | 51% |
% doorgeschoven werk = < 5 % | Doorgeschoven werk van vorig jaar in kaart brengen en afzetten tegen het totaal uitgevoerde werk uitgedrukt in euro's. Het gaat hier om alle opdrachten incl. meerwerk. | 4% | 5% | 4% | 4% | ||
% meerwerk = <12% | Indicator zegt iets over de effectiviteit van het opdrachtenpakket. Hoe meer meerwerk, hoe moeilijker planbaar het opdrachtenpakket waardoor de doeltreffendheid afneemt. | 9% | 16% | 6% | 12% | 5% | 8% |
KTO LVVN cijfer | Klanttevredenheid over de uitvoering van LVVN opdrachten door RVO | 7,1 | 6,8 | 7 | 7 | 6,6 | |
OTO LVVN | 2-jaarlijks Opdrachttevredenheidsonderzoek (OTO) van RVO die peilt in hoeverre de verschillende opdrachtgevers van RVO tevreden zijn met de samenwerking die zij met RVO hebben. Vanuit LVVN is deze indicator een waardevol peilmoment om te bezien in hoeverre LVVN als opdrachtgever tevreden is over de samenwerking die zij hebben met RVO om de uitvoering van beleid van voldoende kwaliteit te laten zijn. | 7,6 | 7,2 |
24 Uitvoering en toezicht | bedragen x1.000 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Omschrijving | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
Verplichtingen | 0 | 0 | 625.219 | 626.785 | 575.855 | 563.276 | 558.795 | |
Uitgaven | 0 | 0 | 625.219 | 626.785 | 575.855 | 563.276 | 558.795 | |
Bijdrage aan agentschappen | ||||||||
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit | 0 | 0 | 332.674 | 340.102 | 344.388 | 338.513 | 337.547 | |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 0 | 0 | 271.973 | 267.141 | 212.877 | 206.276 | 202.754 | |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland t.b.v. attachénetwerk | 0 | 0 | 20.572 | 19.542 | 18.590 | 18.487 | 18.494 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Geschatte budgetflexibiliteit | 2026 |
---|---|
juridisch verplicht | 96,8% |
bestuurlijk gebonden | 2,9% |
beleidsmatig gereserveerd | 0,3% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0,0% |
24.1 Uitvoering en toezicht
Bijdragen aan agentschappen
Bijdrage Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
De bijdrage aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) van € 332,7 mln. in 2026 is bestemd voor de financiering van het toezicht bij bedrijven en instellingen op de naleving van wetten en voorschriften op het gebied van dier- en plantgezondheid, visserij, duurzaamheid, dierenwelzijn, diervoeders, diergeneesmiddelen, dierlijke bijproducten, dierproeven, mest en de veiligheid van voedsel. Ook levert de NVWA een bijdrage aan de duurzame instandhouding van de biodiversiteit. Eind 2025 wordt het jaarplan NVWA voor 2026, met daarin een meer gedetailleerde beschrijving van alle voorgenomen activiteiten, vastgesteld en aan de Tweede Kamer gestuurd.
Bijdrage Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
De bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in 2026 van € 272,0 mln. is bestemd voor onder andere de uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouw- en Visserijbeleid, het mestbeleid, plant-, voedsel- en dierregistraties, natuur en biodiversiteit, klimaat- en stikstofbeleid. RVO voert onder de status van Europees betaalorgaan de Europese subsidies voor Nederland uit. Daarnaast verleent RVO vergunningen voor agrarische ondernemers en voor bezit en handel in beschermde plant- en diersoorten. Het goed en snel implementeren van regelingen, het beschikbaar stellen voor de doelgroep waarvoor de regeling is bedoeld en het uitvoeren van de maatregelen vraagt het nodige van de organisatie en haar medewerkers. LVVN en RVO werken aan een gezamenlijke aanpak om vanuit de maatschappelijke opgaven van LVVN te zorgen voor een evenwichtig opdrachtenpakket, in middelen en capaciteit.
Bijdrage RVO t.b.v het LVVN Attaché Netwerk
Naast de algemene bijdrage aan de RVO, draagt LVVN € 20,6 mln. bij ten benhoeve van de uitvoering van het LVVN Attaché Netwerk. Het LVVN Attaché Netwerk stimuleert wereldwijd de internationalisering van het Nederlandse agro- en natuurdomein en draagt daarmee bij aan het verdienvermogen van de Nederlandse economie en aan een duurzame voedselproductie.