De overheid biedt een financiële tegemoetkoming aan ouders of verzorgers voor de kosten van kinderen.
De overheid biedt ouders of verzorgers een financiële tegemoetkoming voor de kosten voor verzorging en opvoeding van kinderen op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en de kinderbijslagvoorziening BES (Caribisch Nederland). Gezinnen in Europees Nederland met een laag of middeninkomen komen daarnaast in aanmerking voor een tegemoetkoming op grond van de Wet op het kindgebonden budget (WKB).
De Minister financiert de tegemoetkoming met uitkeringsregelingen. De Minister is in deze rol verantwoordelijk voor:
– de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;
– de vaststelling van het niveau van de tegemoetkoming op grond van de AKW, de WKB en de kinderbijslagvoorziening BES;
– de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van de AKW door de SVB;
– de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).
De Dienst Toeslagen voert de WKB uit in opdracht van het Ministerie van SZW. De Staatssecretaris Toeslagen en Douane is verantwoordelijk voor de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering van de WKB.
Verbetermaatregelen toeslagen
Toeslagenbreed worden er per 1 januari 2026 een aantal verbetermaatregelen doorgevoerd. Het betreft hier het met drie maanden verlengen van de aanvraagtermijn voor toeslagen om niet-gebruik tegen te gaan.14 Daarnaast wordt recht op kindgebonden budget niet meer met terugwerkende kracht ingetrokken als bij een burger de verblijfstitel wordt ingetrokken. Hiermee worden hoge terugvorderingen tegengegaan. Verder wordt per 1 januari 2026 de belastingrente op terugvorderingen en nabetalingen afgeschaft.
Bovendien geldt voor alle toeslagen (met uitzondering van de huurtoeslag) dat ook het knelpunt van gezinnen met een partner die noodgedwongen elders verblijft wordt opgelost, zoals aangekondigd in het regeerprogramma. Dit betekent dat mensen met een partner die vermist is, in detentie zit of zich nog in een vluchtsituatie bevindt voortaan niet meer als toeslagpartner worden beschouwd en daarmee aanspraak kunnen maken op de alleenstaande ouderkop en de hogere andere toeslagen die horen bij de situatie als alleenstaande. Daarmee voorkomt de maatregel financiële problemen en kinderarmoede bij deze groep, aangezien de partner financieel niet kan bijdragen aan de kosten en zorg voor het huishouden. Het wetsvoorstel voor deze maatregel is op 1 juli 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2024/25, 36 779, nr. 3). De verwachte ingangsdatum is 1 januari 2026.
Vereenvoudiging toeslagpartnerbegrip
Naast de drie verbetermaatregelen die in 2026 ingaan, wordt per 2027 ook het ‘criterium samengestelde gezinnen’ afgeschaft. Dit behelst het afschaffen van de regel dat mensen toeslagpartner worden als zij samenwonen met één andere volwassene en er daarnaast een minderjarig kind van een van beiden op het adres is ingeschreven. Hierdoor ontstaan momenteel veel onterechte partnerschappen. Denk hierbij aan mantelzorgers, mensen die tijdelijk een familielid of vriend in huis nemen, of mensen die gaan samenwonen omdat zij geen eigen woning kunnen betalen. Zij lopen door het toeslagpartnerschap al snel duizenden euro’s aan ondersteuning onterecht mis. Door de maatregel worden mensen alleen nog partner als zij hier zelf voor kiezen.
Het afschaffen van het criterium samengestelde gezinnen wordt gedekt door het verlagen van de vermogensgrenzen in het kindgebonden budget en de zorgtoeslag. Gepland is om deze maatregelen per 1 januari 2027 in werking te laten treden. Het wetsvoorstel voor deze maatregelen wordt naar verwachting in het voorjaar van 2026 bij de Tweede Kamer ingediend.
Verhoging afbouwpercentage kindgebonden budget voor inkomens vanaf € 60.000
In het kader van de bredere budgettaire opgave is besloten om het kindgebonden budget beter te richten op de lagere- en middeninkomens door middel van een steiler afbouwpercentage voor huishoudens met een verzamelinkomen vanaf € 60.000 (prijspeil 2024). Het afbouwpercentage voor inkomens vanaf € 60.000 wordt met 4,3%-punt verhoogd en neemt daardoor structureel toe van 8,5% tot 12,8%. Hierdoor komen huishoudens met een hoger inkomen minder (of geheel niet meer) in aanmerking voor kindgebonden budget. Het wetsvoorstel voor deze maatregel, die per 1 januari 2027 in werking treedt, wordt naar verwachting in het voorjaar van 2026 bij de Tweede Kamer ingediend.
Dubbele kinderbijslag intensieve zorg Caribisch Nederland
Met de Wijzigingswet SZW-wetten BES 2024 is de Wet kinderbijslagvoorziening BES voorzien van een wettelijke grondslag voor een bij algemene maatregel van bestuur te treffen regeling voor dubbele kinderbijslag intensieve zorg voor ouders met een kind dat intensieve zorg behoeft. Een daartoe strekkend ontwerpbesluit heeft het proces van internetconsultatie al doorlopen, maar moet nog worden geformaliseerd. Vooruitlopend daarop wordt dubbele kinderbijslag intensieve zorg vormgegeven op basis van een tijdelijke regeling.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 9.753.736 | 10.061.032 | 9.928.997 | 9.639.165 | 9.529.696 | 9.427.032 | 9.351.461 |
Uitgaven | 9.753.736 | 10.061.032 | 9.928.997 | 9.639.165 | 9.529.696 | 9.427.032 | 9.351.461 | |
10.0 | Tegemoetkoming ouders | 9.753.736 | 10.061.032 | 9.928.997 | 9.639.165 | 9.529.696 | 9.427.032 | 9.351.461 |
Inkomensoverdrachten | 9.753.736 | 10.061.032 | 9.928.997 | 9.639.165 | 9.529.696 | 9.427.032 | 9.351.461 | |
Algemene Kinderbijslagwet (AKW) | 4.625.128 | 4.768.390 | 4.749.235 | 4.731.417 | 4.712.035 | 4.695.107 | 4.688.130 | |
Wet op het Kindgebonden Budget (WKB) | 5.113.938 | 5.277.092 | 5.164.070 | 4.891.944 | 4.801.811 | 4.716.046 | 4.647.335 | |
Kinderbijslagvoorziening BES | 14.670 | 15.550 | 15.692 | 15.804 | 15.850 | 15.879 | 15.996 | |
Ontvangsten | 267.081 | 341.909 | 335.662 | 334.690 | 321.758 | 312.248 | 305.917 | |
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Ontvangsten | 267.081 | 341.909 | 335.662 | 334.690 | 321.758 | 312.248 | 305.917 |
10.0 | Tegemoetkoming ouders | 267.081 | 341.909 | 335.662 | 334.690 | 321.758 | 312.248 | 305.917 |
Ontvangsten | 267.081 | 341.909 | 335.662 | 334.690 | 321.758 | 312.248 | 305.917 | |
Terugontvangsten | 267.081 | 341.909 | 335.662 | 334.690 | 321.758 | 312.248 | 305.917 |
Geschatte budgetflexibiliteit
2026 | |
---|---|
juridisch verplicht | 100% |
bestuurlijk gebonden | 0% |
beleidsmatig gereserveerd | 0% |
nog niet ingevuld / vrij te besteden | 0% |
De uitgaven op artikel 10 Tegemoetkoming ouders zijn voor 100% juridisch verplicht voor het jaar 2026. Per financieel instrument wordt dit onderstaand toegelicht.
Inkomensoverdrachten
De inkomensoverdrachten zijn gebaseerd op huidige wet- en regelgeving en derhalve voor 100% juridisch verplicht. Het betreft uitkeringslasten AKW, WKB en kinderbijslagvoorziening BES.
Inkomensoverdrachten
Algemene Kinderbijslagwet (AKW)
De AKW biedt ouders of verzorgers een tegemoetkoming in de kosten die het opvoeden en verzorgen van kinderen onder de 18 jaar met zich meebrengt. De AKW wordt uitgevoerd door de SVB.
Wie komt er voor in aanmerking?
Ouders van kinderen tot 18 jaar hebben recht op kinderbijslag. Het recht op kinderbijslag vervalt indien ouders valt te verwijten dat hun kind niet voldoet aan de Leerplichtwet.
Hoe hoog is de kinderbijslag?
De hoogte van de kinderbijslag hangt af van de leeftijd van het kind. De kinderbijslagbedragen worden doorgaans per 1 januari en 1 juli geïndexeerd. Bij ziekte of handicap, of omdat het kind niet thuis woont om onderwijsredenen, kan onder nadere voorwaarden sprake zijn van dubbele kinderbijslag. Alleenstaande en alleenverdienende ouders van thuiswonende kinderen met ziekte of handicap kunnen onder voorwaarden in aanmerking komen voor een extra tegemoetkoming.
1 juli 2025 | |
---|---|
Voor kinderen van: | |
0 t/m 5 jaar | 291,49 |
6 t/m 11 jaar | 353,95 |
12 t/m 17 jaar | 416,41 |
Extra tegemoetkoming AKW (jaarbedrag 2023) | 2.634,17 |
Budgettaire ontwikkelingen
De uitgaven nemen per saldo af in de periode 2026-2030 doordat het aantal kinderen in alle leeftijdsgroepen meerjarig afneemt (op basis van de CBS-leeftijdsprognose). Onderliggend is er ook een klein opwaarts effect doordat het aantal kinderen dat recht heeft op DKIZ en AKW-plus meerjarig toeneemt.
Beleidsrelevante kerncijfers
Realisatie 20241 | Raming 2025 | Raming 2026 | |
---|---|---|---|
Aantal gezinnen AKW (x 1.000, jaargemiddelde) | 1.878 | 1.867 | 1.860 |
Aantal kinderen AKW (x 1.000, jaargemiddelde) | 3.335 | 3.317 | 3.305 |
Realisatie 20221 | Realisatie 20231 | Realisatie 20241 | |
Aantal dubbele AKW uitkeringen ( x 1.000, ultimo jaar): | |||
Kind uitwonend vanwege onderwijsredenen | 0,9 | 0,8 | 0,8 |
Kind thuiswonend met intensieve zorg | 34,2 | 40,6 | 46,2 |
Kind uitwonend vanwege ziekte of handicap | 1,2 | 1,2 | 1,2 |
Extra tegemoetkoming AKW (x 1.000) | 10,4 | 11,1 | 13,9 |
Handhaving
De handhavingskerncijfers worden niet geraamd. In de begroting zijn de realisatiecijfers opgenomen in lijn met het jaarverslag van SZW van 2024. In het jaarverslag worden de ontwikkelingen op de kerncijfers geduid.
Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | Realisatie 2024 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Opsporing2 | Aantal onderzoekswaardige signalen (x 1.000) | 0,3 | 0,2 | 0,5 | |||
Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)3 | 1,9 | 1,8 | 1,3 | ||||
Totaal benadelingsbedrag (x € 1 mln) | 1,7 | 1,7 | 1,4 | ||||
Sanctionering2 | Aantal waarschuwingen (x 1.000) | 3 | 3,1 | 2,4 | |||
Aantal boetes (x 1.000) | 0,3 | 0,3 | 0,2 | ||||
Totaal boetebedrag (x € 1 mln) | 0,1 | 0,1 | 0,1 | ||||
Ontstaansjaar vordering | |||||||
2022 | 2023 | 2024 | |||||
Terugvordering2 | Incassoratio vorderingen (boete + benadelingsbedrag) ultimo 2024 (%) | 56 | 38 | 27 |
Wet op het Kindgebonden Budget (WKB)
Het kindgebonden budget is een inkomensafhankelijke tegemoetkoming van de overheid in de kosten van kinderen voor gezinnen tot een bepaald inkomen en vermogen. De WKB wordt uitgevoerd door de Dienst Toeslagen van het Ministerie van Financiën. Indien sprake is van een aanvulling op buitenlandse gezinstoeslagen, is de SVB verantwoordelijk voor de uitbetaling van de WKB.
Wie komt er voor in aanmerking?
Ouders of verzorgers van kinderen tot 18 jaar, die in aanmerking komen voor kinderbijslag, kunnen het kindgebonden budget krijgen, afhankelijk van de hoogte van het inkomen en vermogen.
Hoe hoog is het kindgebonden budget?
De hoogte van het kindgebonden budget hangt af van het aantal kinderen, de leeftijd van de kinderen, het (gezamenlijke) inkomen en vermogen van de ouders en de leefvorm van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt. Per 1 januari 2026 geldt dat als het (gezamenlijke) inkomen hoger is dan € 29.697 (alleenstaande) of € 39.074 (aanvrager met toeslagpartner) het kindgebonden budget geleidelijk minder wordt. Voor iedere € 100 boven dit inkomen, wordt het kindgebonden budget € 7,60 lager. Indien het (gezamenlijk) vermogen op de peildatum 1 januari 2026 hoger is dan € 145.586 (alleenstaande) of € 184.095 (aanvrager met toeslagpartner), vervalt het recht op kindgebonden budget voor 2026. De bedragen van het kindgebonden budget worden jaarlijks per 1 januari aangepast aan de prijsontwikkelingen.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitgaven WKB nemen af vanaf 2026. Deels vloeit deze afname voort uit het tijdelijke intensiveringspakket van de WKB dat in 2023 is getroffen en in de jaren 2026 en 2028 verder wordt afgebouwd. De grote afname van de uitgaven in 2027 houdt echter grotendeels verband met de introductie van een extra knikpunt in de WKB.
Per 1 januari 2027 geldt een steiler afbouwpercentage binnen de WKB voor huishoudens met een verzamelinkomen vanaf € 60.000 (prijspeil 2024). Het afbouwpercentage voor inkomens vanaf € 60.000 wordt met 4,3%-punt verhoogd en neemt daardoor structureel toe van 8,5% tot 12,8%. Hierdoor komen huishoudens met een hoger inkomen minder (of geheel niet meer) in aanmerking voor kindgebonden budget.
Beleidsrelevante kerncijfers
Realisatie 20241 | Raming 2025 | Raming 2026 | |
---|---|---|---|
Aantal huishoudens WKB (x 1.000, jaargemiddelde) | 1.094 | 1.070 | 1.038 |
Aantal kinderen WKB (x 1.000, jaargemiddelde) | 2.074 | 2.029 | 1.968 |
Aantal alleenstaande ouders WKB (x 1.000, jaargemiddelde) | 346 | 347 | 347 |
Wet kinderbijslagvoorziening BES
De kinderbijslagvoorziening BES biedt ouders of verzorgers die op Bonaire, Sint Eustatius en Saba wonen een tegemoetkoming voor de kosten van opvoeding en verzorging van kinderen die nog geen 18 jaar zijn.
Wie komt er voor in aanmerking?
Ouders of verzorgers van kinderen tot 18 jaar die ingezetene zijn van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Hoe hoog is de kinderbijslagvoorziening BES?
De hoogte van de bedragen in 2025 is $ 231 per kind per maand op Bonaire, $ 223 op Sint Eustatius en $ 230 op Saba. De hoogte van de kinderbijslagvoorziening voor 1 januari 2026 moet nog worden bepaald aan de hand van de ontwikkeling van het consumentenprijsindexcijfer.
Budgettaire ontwikkelingen
De CBS-bevolkingsprognose voorspelt een vrij gelijkblijvend aantal kinderen op de eilanden. Hierdoor blijven de uitkeringslasten voor de kinderbijslagvoorziening van jaar op jaar redelijk stabiel.
Beleidsrelevante kerncijfers
Realisatie 20241 | Raming 2025 | Raming 2026 | |
---|---|---|---|
Aantal kinderen kinderbijslagvoorziening BES (x 1.000, ultimo) | 6,1 | 6,3 | 6,4 |
Ontvangsten
De ontvangsten betreffen grotendeels de ontvangsten ten gevolge van terugvorderingen van het kindgebonden budget. Nadat de toeslagen definitief zijn toegekend worden terugvorderingen ingesteld bij de huishoudens die meer hebben ontvangen dan waar ze recht op hadden op basis van hun vastgestelde inkomen. Omdat de definitieve afrekening achteraf plaatsvindt, zijn de ontvangsten in een bepaald jaar veelal gebaseerd op definitieve afrekeningen van eerdere jaren.
De ontvangsten van de WKB nemen structureel enigszins af en ontwikkelen zich daarmee in gelijke tred met de uitgaven. Ook de structurele afname van de ontvangsten houdt verband met de introductie van een steiler afbouwpercentage binnen de WKB per 1 januari 2027. Hierdoor komen huishoudens met een hoger inkomen minder (of geheel niet meer) in aanmerking voor kindgebonden budget, hetgeen zich per saldo doorvertaalt naar lagere ontvangsten.