De leeswijzer gaat in op de volgende onderwerpen:
1. Begrotingsstructuur;
2. Prestatiegegevens;
3. Groeiparagraaf;
4. Verwerking motie Schouw en motie Hachchi c.s.;
5. Ondergrenzen toelichtingen.
1. Begrotingsstructuur
Beleidsagenda
De beleidsagenda begint met het onderdeel beleidsprioriteiten. Aansluitend bij de missie van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) hebben de beleidsprioriteiten de volgende opbouw: Inleiding, Groene groei, Klimaat, Energietransitie, Europese en internationale inzet op het gebied van de energie- en klimaattransitie, Weerbaarheid en leveringszekerheid, Netcongestie, Kernenergie, Waterstof, warmte en energiebesparing, Verduurzaming industrie, Carbon Capture and Storage, Transitie diepe ondergrond en Slotparagraaf.
Na het onderdeel beleidsprioriteiten volgen: de belangrijkste begrotingsmutaties voor de uitgaven en de ontvangsten, de openbaarheidsparagraaf, de Strategische Evaluatie Agenda en het overzicht van de risicoregelingen.
Beleidsartikel
Aansluitend op de beleidsagenda volgt de toelichting op het beleidsartikel. Hierin is een algemene doelstelling en een beschrijving van de rol en verantwoordelijkheid van de Minister opgenomen. Voor het beleidsartikel zijn de belangrijkste beleidswijzigingen apart opgenomen onder het kopje «beleidswijzigingen». De financiële instrumenten zijn voorzien van een korte toelichting. Waar mogelijk wordt (voor een meer inhoudelijke en gedetailleerde beleidstoelichting) verwezen naar de relevante beleidsnota’s of brieven die naar de Tweede Kamer zijn gestuurd.
In de budgettaire tabel van het beleidsartikel zijn de financiële instrumenten onderverdeeld naar de volgende categorieën: subsidies, opdrachten, garanties, leningen, bijdrage aan agentschappen, bijdrage aan ZBO’s/RWT’s, bijdrage aan (inter)nationale organisaties en bijdragen aan medeoverheden. Deze onderverdeling komt ook terug in de structuur van het beleidsartikel.
In de begroting zijn verder de volgende bijlagen opgenomen: (bijlage 1) een overzicht van de ZBO’s/RWT’s vallend onder het Ministerie van KGG, (bijlage 2) een overzicht met de specifieke uitkeringen van KGG, (bijlage 3) het subsidieoverzicht met hyperlinks naar de betreffende subsidie, de meest recent uitgevoerde evaluatie en geprogrammeerde eerstvolgende evaluatie, en de geplande einddatum van de subsidie, (bijlage 4) een nadere uitwerking van de Strategische Evaluatie Agenda en de meest recent uitgevoerde en geprogrammeerde beleidsdoorlichtingen en evaluaties met hyperlinks naar de betreffende rapporten en (bijlage 5) een rijksbreed overzicht van klimaatuitgaven.
Informatievoorziening
Het Ministerie van KGG hecht aan hoogwaardige, betrouwbare informatievoorziening om de impact van haar beleid en de voortgang op doelen te monitoren. Uitvoeringsorganisaties worden aangestuurd om relevante monitoringsinformatie te verzamelen over de voortgang en impact van beleid voor burgers en bedrijven. Daarnaast zet KGG in op het gebruik van onafhankelijke voortgangsinformatie zoals van het Planbureau voor de Leefomgeving, het Centraal Planbureau, de EU en de OESO. KGG communiceert thematisch over beleidsvoortgang op websites als dashboardklimaatbeleid.nl en dashboardgroningen.nl. Voor voortgang op brede welvaart publiceert het CBS de Monitor Brede Welvaart en Sustainable Development Goals. Daarnaast is informatie, zoals ook genoemd in de toelichting bij de beleidsartikelen, te vinden op websites van betreffende uitvoeringsorganisaties. Tot slot wordt op rijksfinancien.nl alle budgettaire data verzameld. Deze website biedt ook de mogelijkheid om gerelateerde informatie toe te voegen aan de reguliere begrotingsinformatie. Dat zijn bijvoorbeeld beleidsevaluaties, visualisaties van financiële tabellen, bijbehorende officiële stukken, en links naar aanvullende beleidsinformatie.
Begrotingsreserves
De KGG-begroting kent een viertal reserves, namelijk de reserve duurzame energie, de reserve voor de garantieregeling aardwarmte, de reserve voor een risicoregeling voor ECN/NRG en de nieuwe reserve voor de garantieregeling warmtenetten. In de toelichting op de financiële instrumenten, onder onderdeel E van beleidsartikel 31 wordt verder ingegaan op de aard van deze instrumenten.
Overzicht maatregelen ten behoeve van het klimaatbeleid
Zoals toegelicht in de kabinetsreactie evaluatieonderzoek en overzicht klimaatbeleid (Kamerstuk 32 813, nr. 1401) wordt middels twee overzichten in de rijksbegroting geprobeerd een zo volledig en eenduidig mogelijk financieel overzicht te bieden van het klimaatbeleid. Het betreft het totaaloverzicht van klimaatuitgaven, een bijlage van de begroting van KGG, en het integraal overzicht klimaat, een bijlage van de Miljoenennota. Hiermee wordt tevens invulling gegeven aan de motie Leegte (Kamerstuk 30 196, nr. 278), de motie Grinwis/Stoffer (Kamerstuk 36 274, nr. 45), het advies van de Raad van State bij de Miljoenennota 2024 over klimaatinclusief begroten en het rapport ‘Inzicht in uitgaven klimaatbeleid’ van de Algemene Rekenkamer. De overzichten blijven in ontwikkeling en zullen continu verbeterd worden.
In bijlage 5 van deze begroting is het rijksbrede totaaloverzicht opgenomen van de uitgaven ten behoeve van het klimaatbeleid en de verduurzaming van de energievoorziening. Deze tabel bevat alle voorgenomen uitgaven op departementale begrotingen die onder de gestelde definitie van klimaatuitgaven vallen. Deze definitie heeft het kabinet expliciet gedefinieerd in de kabinetsreactie op het rapport ‘Inzicht in uitgaven klimaatbeleid’ van de Algemene Rekenkamer (Kamerstuk 32 813, nr. 1235).
In aanvulling hierop zijn in het integraal overzicht klimaat, de bijlage van de Miljoennota, ook de klimaatgerelateerde belastingen opgenomen die onder de hiervoor gestelde definitie vallen. Het voornemen was om vanaf dit jaar ook de uitgaven aan klimaatadaptatiebeleid op te nemen in deze bijlage van de Miljoenennota. Dit is met een jaar vertraagd. De Tweede Kamer is reeds geïnformeerd over de definitie van klimaatadaptatie-uitgaven die zal worden gehanteerd om dit overzicht te kunnen vullen (Kamerstuk 27 625, nr. 693).
2. Prestatiegegevens
In het beleidsartikel wordt onder de algemene doelstelling aangegeven waar de Minister van KGG voor verantwoordelijk is. Indien voor deze doelstellingen een directe relatie gelegd kan worden tussen het gevoerde beleid en de gewenste (maatschappelijke) uitkomst, zijn prestatie-indicatoren opgenomen. De voorwaarde voor het opnemen van een indicator is een uitvoerende rol van de Minister. Bij de doelstellingen waarbij KGG een belangrijke bijdrage kan leveren door de juiste randvoorwaarden te creëren en het resultaat afhankelijk is van externe factoren, is het niet of beperkt mogelijk om prestatie-indicatoren op te nemen en wordt volstaan met kengetallen over ontwikkelingen op het betreffende beleidsterrein. Daarnaast zijn (waar mogelijk) prestatie-indicatoren en kengetallen opgenomen op instrumentniveau, die inzicht geven in het bereiken van specifieke resultaten.
3. Groeiparagraaf
In het kader van het vereenvoudigen van de begrotingsstukken met betrekking tot de bijlagen, zijn de verdiepingsbijlage (een toelichting op de mutaties ten opzichte van de Eerste suppletoire begroting) en de bijlage moties en toezeggingen vanaf de ontwerpbegroting 2026 komen te vervallen. De bijlagen Rijksuitgaven Caribisch Nederland, Nationaal Groeifondsprojecten KGG en Klimaatfondsprojecten KGG komen vanaf de ontwerpbegroting 2026 te vervallen. De totaaloverzichten worden opgenomen bij het desbetreffende departement, respectievelijk; Binnenlandse Zaken, Nationaal Groeifonds en Klimaatfonds.
Hiermee wordt invulling gegeven aan de voorstellen die in de Voorjaarsnota 2025 zijn opgenomen met als doel om alleen bijlagen en overzichten op te nemen waar de Kamer behoefte aan heeft en om informatie niet op verschillende plekken in verschillende stukken aan te bieden.
4. Verwerking motie Schouw en motie Hachchi c.s.
Motie Schouw
In juni 2011 is de motie Schouw c.s. ingediend en aangenomen (Kamerstuk 2010-2011, 21 501-20, nr. 537). Deze motie zorgt er voor dat de landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie voor Nederland op grond van het Nederlands Nationaal Hervormingsprogramma een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen.
In de landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie voor Nederland in 2025-2026 (COM(2025)) wordt onder andere aanbevolen:
– Met het oog op de toepasselijke termijnen voor de tijdige voltooiing van de hervormingen en investeringen overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241, zorgen voor de doeltreffende uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk. De uitvoering van de cohesiebeleidsprogramma’s (EFRO, JTF, ESF+) versnellen, in voorkomend geval voortbouwend op de mogelijkheden die de tussentijdse evaluatie biedt. Optimaal gebruikmaken van EU-instrumenten, met inbegrip van de ruimte die InvestEU en het platform voor strategische technologieën voor Europa bieden om het concurrentievermogen te verbeteren (aanbeveling 2);
– De algemene afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen door de uitrol van hernieuwbare energiebronnen te versnellen en de energie-efficiëntie te verbeteren, met name in gebouwen. De congestie van het elektriciteitsnet verminderen door de capaciteit van het transmissie- en distributienet te vergroten, flexibiliteitsoplossingen toe te passen, zone-overschrijdende handel te maximaliseren en vergunningsprocedures verder te vereenvoudigen. Structurele maatregelen uitvoeren om overmatige stikstofafzetting en de verslechtering van de waterkwaliteit doeltreffend aan te pakken, met name door verdere inspanningen te leveren op het gebied van duurzame landbouw (aanbeveling 4).
Hieronder wordt ingegaan op aanbeveling 2 van de Europese Commissie. In de beleidsprioriteiten komen de onderwerpen genoemd in aanbeveling 4 aan bod.
Landspecifieke afspraken Herstel- en Veerkrachtplan (HVP)
Nederland kan in totaal € 5,4 mld aan Europese middelen ontvangen uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF) voor belangrijke investeringen en hervormingen. Inmiddels zijn er twee betaalverzoeken succesvol ingediend ter waarde van € 2,5 mld.
Voor deze betaalverzoeken geeft het Ministerie van Klimaat en Groene Groei uitvoering aan de volgende vijf maatregelen:
1. C1.1 R5 Energiewet
2. C1.1 I1 Wind op Zee
3. C1.1 I2 Groenvermogen waterstof
4. C3.2 I2 Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE)
5. C8 R1 Energiehervormingspakket
Motie Hachchi c.s.
Ter uitvoering van de motie Hachchi c.s. (Kamerstuk 33 000 IV, nr. 28) brengen departementen in kaart welke uitgaven zij doen in Caribisch Nederland, uitgesplitst per instrument. Hiervoor geldt een ondergrens van € 1 mln. De totale uitgaven van KGG voor Caribisch Nederland in 2026 bedragen € 8,3 mln. Deze uitgaven zijn verwerkt op beleidsartikel 31.
5. Ondergrenzen toelichtingen
Voor wat betreft het toelichten van significante verschillen ten opzichte van de voorgaande begroting in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.