Base description which applies to whole site

2.2 Uitgavenkader

Het kabinet stuurt op het uitgavenkader dat voor ieder jaar van de meerjarenperiode is vastgesteld in de Miljoenennota 2025. Het uitgavenkader geeft de maximale ruimte weer voor uitgaven en hoeft niet volledig benut te worden. Door middel van een kadertoets worden de budgettaire gevolgen van de besluitvorming inzichtelijk gemaakt. Daarbij wordt getoetst of de mee- en tegenvallers en maatregelen binnen het afgesproken uitgavenkader passen. Met het pakket aan maatregelen in deze Miljoenennota sluit het uitgavenkader exclusief kasschuiven binnen de begrotingshorizon. Tabel 2 toont de kadertoets van de uitgaven.

In deze nota zijn voor de uitgaven een aantal maatregelen verwerkt waarover sinds de Voorjaarsnota 2025 is gecommuniceerd. Zo is het niet doorgaan van de huurbevriezing inclusief de verhoging van de huurtoeslag (de zogenoemde 'boodschappenbonus') en de reservering voor investeringen in de sociale huur budgettair verwerkt zoals in de eerdere Kamerbrief aangekondigd.73 Ook zijn sinds de Voorjaarsnota 2025 het hoofdlijnenakkoord ouderenzorg (HLO) en het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord (AZWA) gesloten. Dit wordt in de Miljoenennota en de ontwerpbegroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) weergegeven.

Daarnaast leidt de uitvoeringsinformatie tot diverse mee- en tegenvallers. Bij de generale dossiers is sprake van een per saldo structurele tegenvaller, bestaande uit een tegenvaller bij de EU-afdrachten en een bijstelling van het accres. De uitvoeringsinformatie van VWS leidt tot zowel incidentele als structurele meevallers. De structurele meevaller op de uitgaven van de Zvw is conform begrotingsregels ingezet voor lastenverlichting. Bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) leidt de uitvoeringsinformatie volgend uit de concept-Macro Economische Verkenning (cMEV) van het CPB tot een kleine incidentele meevaller. Daarnaast leidt het uitstel van de verkorting van de uitwerking Werkloosheidswet (WW) (ingang per 1 januari 2028) tot een incidenteel besparingsverlies.

Voor de aanpak van de stikstofproblematiek worden middelen overgeheveld van de Aanvullende Post (AP) naar de begroting van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). Daarnaast zijn de bij Voorjaarsnota 2025 beschikbaar gestelde middelen voor de stikstofaanpak in de Veluwe en de Peel binnen de LVVN-begroting doorverdeeld. Ook zijn aanvullende middelen aan de uitgavenkant beschikbaar gesteld op de LVVN-begroting als alternatief voor de rode dieselmaatregel uit het hoofdlijnenakkoord.

Aanvullend zijn het afschaffen van de onderwijskansenregeling en de fasering bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) uit de Voorjaarsnota 2025 teruggedraaid. Ook is de korting van de Brede Doeluitkering (BDU) regionaal openbaar vervoer uit het hoofdlijnenakkoord met een jaar uitgesteld naar 2027 en wordt de korting in 2027 gedeeltelijk gedempt door IenW. Daarnaast wordt de Indirecte Kostencompensatie Emission Trading System (IKC ETS) verlengd tot 2028, worden incidentele middelen beschikbaar gesteld voor de uitstroom van doelgroepen en worden structurele middelen beschikbaar gesteld voor de huisvestingsproblematiek bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).

De hogere structurele uitgaven in 2030 worden in dit uitgavenbeeld gedekt, waardoor de rekening niet wordt doorgeschoven naar toekomstige generaties. De dekking bestaat onder andere uit het (gedeeltelijk) inzetten van loon- en prijsbijstelling en niet-bestede middelen uit het hoofdlijnenakkoord. Onderstaande tabel geeft de besluitvorming over de uitgaven weer. De reeksen worden onder de tabel nader toegelicht.

Tabel 2 Kadertoets uitgaven
 

(in miljarden euro, min = onderschrijding)

2025

2026

2027

2028

2029

2030

1

Uitgavenkader bij Voorjaarsnota 2025

426,0

450,1

482,5

498,2

515,2

537,9

2

Over/onderschrijding uitgavenkader bij Voorjaarsnota 2025 (=11-1)

‒ 0,3

‒ 0,3

0,4

‒ 0,5

0,8

0,0

 

Aanpassingen van het uitgavenkader naar aanleiding van:

      

3

Nominale ontwikkeling

0,0

‒ 0,4

‒ 0,6

‒ 0,3

‒ 0,5

‒ 0,7

4

Bijstelling prijsaccres (Gemeente- en Provinciefonds)

0,0

‒ 0,1

‒ 0,1

‒ 0,1

‒ 0,1

‒ 0,2

5

WW en bijstand

0,0

0,0

0,0

0,1

0,2

0,2

6

Middellangetermijnverkenning (MLT) Zorg

0,0

0,0

0,0

‒ 0,1

‒ 0,7

‒ 1,5

7

Vrijval begrotingsgefinancierde militaire pensioenen

0,0

0,0

‒ 0,4

‒ 0,4

‒ 0,4

‒ 0,4

8

Inzet voor lastenverlichting Zvw-meevaller

0,0

‒ 0,1

‒ 0,1

‒ 0,1

‒ 0,1

‒ 0,1

9

Overige kadercorrecties

0,0

‒ 0,1

‒ 0,2

‒ 0,3

0,1

0,1

10

Uitgavenkader bij Miljoenennota 2026

426,1

449,5

481,0

497,0

513,7

535,4

        

11

Uitgaven bij Voorjaarsnota 2025

425,7

449,8

482,9

497,7

515,9

537,9

 

Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenkader

      

12

Totaal aanpassing uitgavenkader (3 t/m 9)

0,0

‒ 0,7

‒ 1,5

‒ 1,2

‒ 1,5

‒ 2,5

        
 

Uitgavenmutaties met beslag op budgettaire ruimte (of kaderrelevante uitgaven)

      
 

Mutaties na Voorjaarsnota 2025

      

13

Niet-doorgaan huurbevriezing (inclusief boodschappenbonus en investeringen sociale huur)

0,1

‒ 0,8

0,1

0,1

0,5

0,5

14

Tariefmaatregelen Wet langdurige zorg (Wlz) (motie-Dobbe-Westerveld)

0,0

0,0

0,1

0,0

0,0

0,0

15

HLO

0,0

0,3

0,2

0,1

0,0

0,0

16

Inzet envelop Ouderenzorg (conform afspraken HLO)

0,0

‒ 0,3

‒ 0,3

‒ 0,1

0,0

0,0

17

AZWA

0,0

0,0

0,6

0,6

0,2

0,2

18

Inzet remgeld (conform afspraken AZWA)

0,0

0,0

‒ 0,6

‒ 0,6

‒ 0,2

‒ 0,2

        
 

Generale dossiers

      

19

EU-afdrachten

0,2

‒ 0,9

0,0

0,3

0,3

0,3

20

Gasbaten

0,3

0,6

0,1

0,0

0,0

0,0

21

Bijstelling volume-accres (Gemeente- en Provinciefonds)

0,0

0,0

0,0

‒ 0,1

‒ 0,1

‒ 0,2

        
 

VWS

      

22

Wlz (uitvoeringsinformatie VWS)

‒ 0,8

0,0

‒ 0,1

‒ 0,1

‒ 0,1

‒ 0,2

23

Zvw (uitvoeringsinformatie VWS)

‒ 1,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

24

Jeugdzorg (Gemeentefonds)

0,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

25

Behoud middelen backpay

‒ 0,1

0,1

0,0

0,0

0,0

0,0

        
 

SZW

      

26

(c)MEV SZW

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

27

WW-besparingsverlies

0,0

0,0

0,0

0,1

0,3

0,0

28

Amendement Grinwis energienoodfonds

‒ 0,1

0,0

0,1

0,0

0,0

0,0

        
 

LVVN

      

29

Agrarische sector en agrarisch natuurbeheer (nominaal onverdeeld)

0,0

0,0

0,1

0,5

1,5

1,7

30

Agrarische sector en agrarisch natuurbeheer (AP)

0,0

0,0

‒ 0,1

‒ 0,5

‒ 1,5

‒ 1,7

31

Alternatieve maatregel rode diesel

0,0

0,0

0,1

0,1

0,1

0,1

32

Veluwe Peel (inzet middelen)

0,0

0,1

0,1

0,4

0,0

0,0

33

Veluwe Peel (nominaal onverdeeld)

0,0

‒ 0,1

‒ 0,1

‒ 0,4

0,0

0,0

        
 

Overig

      

34

Terugdraaien fasering IenW Voorjaarsnota 2025

0,0

1,0

‒ 1,0

0,0

0,0

0,0

35

Uitstellen korting BDU regionaal openbaar vervoer (OV) naar 2027

0,0

0,1

0,0

0,0

0,0

0,0

36

Terugdraaien afschaffen onderwijskansenregeling Voorjaarsnota 2025

0,0

0,0

0,1

0,2

0,2

0,2

37

Restant Incidentele loonontwikkeling (ILO) tranche 2029 uit Voorjaarsnota 2025

0,0

0,0

0,0

0,0

‒ 0,1

‒ 0,1

38

Prijsbijstelling tranche 2026

0,0

0,0

0,0

‒ 0,4

‒ 0,4

‒ 0,4

39

Verlengen IKC ETS naar 2028

0,0

0,0

0,0

0,2

0,0

0,0

40

Dekking Klimaatfonds

0,0

0,0

0,0

‒ 0,2

0,0

0,0

41

Uitstroom doelgroepen

0,0

0,0

0,0

0,1

0,1

0,0

42

Dekking ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO)

0,0

0,0

‒ 0,1

0,0

0,0

0,0

43

Overige bijstellingen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

‒ 0,1

44

Onderuitputting

‒ 0,3

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

45

Invulling in=uit-taakstelling

1,1

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

46

Gedeeltelijke vrijval niet-bestede middelen envelop Ouderenzorg

0,0

0,0

‒ 0,2

‒ 0,2

‒ 0,2

‒ 0,2

47

Kasschuiven

‒ 3,0

‒ 0,1

0,7

1,0

0,5

0,5

48

Uitgaven bij Miljoenennota 2026 (inclusief kasschuiven) (=11 t/m 47)

422,9

449,0

481,3

497,6

515,5

535,8

49

Over/onderschrijding uitgavenkader bij Miljoenennota 2026 (inclusief kasschuiven) (=48-10)

‒ 3,1

‒ 0,5

0,3

0,6

1,8

0,5

50

Over/onderschrijding uitgavenkader bij Miljoenennota 2026 (exclusief kasschuiven) (=48-47-10)

‒ 0,1

‒ 0,3

‒ 0,4

‒ 0,4

1,3

0,0

Bron: ministerie van Financiën

Toelichting maatregelen

Aanpassingen van het uitgavenkader

3. Nominale ontwikkeling

Op basis van actuele macro-economische inzichten uit de (c)MEV van het CPB zijn de ramingen voor ontwikkeling van de lonen en prijzen neerwaarts bijgesteld.

4. Bijstelling prijsaccres (Gemeente- en Provinciefonds)

De jaarlijkse bijstelling van het Gemeente- en Provinciefonds heet het accres. Op basis van de (c)MEV-raming van het CPB is het accres naar beneden bijgesteld. Het accres is sinds 2024 gekoppeld aan de ontwikkeling van het bbp. Deze post betreft het prijsdeel en wordt conform begrotingsregels met een kadercorrectie verwerkt.

5. WW en bijstand

De verwachte uitgaven aan de WW en bijstand zijn bijgesteld op basis van de meest recente CPB-raming. Mutaties van uitgaven aan de WW en bijstand, die niet het gevolg zijn van beleid, worden conform begrotingsregels met een kadercorrectie verwerkt.

6. Middelangetermijnverkenning (MLT) Zorg

De ramingen voor volumeontwikkelingen en eigen betalingen in de Zvw, Wlz en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voor het deel Beschermd Wonen zijn geactualiseerd op basis van de technische verwerking van de recente MLT 2027-2030 van het CPB. Dit wordt met een kadercorrectie verwerkt.

7. Vrijval begrotingsgefinancierde militaire pensioenen

De begrotingsgefinancierde militaire pensioenen op de Defensiebegroting, opgebouwd vóór 1 juni 2001, dienen conform de Wet toekomst pensioenen (Wtp) te worden omgezet naar kapitaaldekking. De eenmalige affinanciering van de begrotingsgefinancierde militaire pensioenen leidt vanaf 2027 tot een vrijval ter hoogte van jaarlijks 375 miljoen euro van de langjarige reeks die hiervoor beschikbaar is op de Defensiebegroting. Deze vrijvallende reeks wordt extracomptabel toegerekend aan de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)-toerekenbare uitgaven. Hierdoor treedt geen verslechtering op in de NAVO-norm. De eenmalige affinanciering wordt niet toegerekend aan de NAVO-norm.

8. Inzet voor lastenverlichting Zvw-meevaller

De geraamde uitgaven binnen de Zvw zijn geactualiseerd op basis van de meest recente informatie van het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Dit leidt per saldo tot een meevaller van structureel 135 miljoen euro. Conform de begrotingsregels wordt deze budgettaire ruimte binnen de Zvw vanaf 2026 ingezet voor lastenverlichting. Hiervoor wordt het uitgavenkader gecorrigeerd.

9. Overige kadercorrecties

Deze post bestaat uit een aantal kleinere kadercorrecties, bijvoorbeeld het Pakket voor Groene Groei, het Mobiliteitspakket en de Wet werkelijk rendement box 3. Dit betreft schuiven tussen het inkomsten- en uitgavenkader waarvoor een kadercorrectie is toegestaan conform de begrotingsregels voor statistische correcties.

Mutaties na Voorjaarsnota 2025

13. Niet-doorgaan huurbevriezing (inclusief boodschappenbonus en investeringen sociale huur)

Zoals gemeld aan de Tweede Kamer gaat het wetsvoorstel Huurbevriezing niet door, wat leidt tot structureel 492 miljoen euro hogere kosten door hogere huurtoeslaguitgaven. Daartegenover staan twee posten uit dit Voorjaarsnota pakket die leiden tot incidenteel lagere uitgaven, namelijk het vervallen van de boodschappenbonus (cumulatief 1 miljard euro in 2025 en 2026) en de vrijgevallen investeringsmiddelen voor sociale huur als compensatie voor de huurbevriezing (270 miljoen euro in 2026 en 405 miljoen euro in 2027 en 2028).

14. Tariefmaatregelen Wet langdurige zorg (Wlz) (motie-Dobbe-Westerveld)

Er wordt incidenteel 65 miljoen euro ingezet ter dekking van de motie Dobbe-Westerveld74, waarbij de tariefmaatregelen in de gehandicaptenzorg en de langdurige ggz niet in 2026 ingaan.

15. HLO

In het HLO zijn afspraken gemaakt over investeringen in de ouderenzorg. De middelen worden overgeheveld naar de VWS-begroting.

16. Inzet envelop Ouderenzorg (conform afspraken HLO)

De envelop Ouderenzorg wordt ingezet voor de tariefmaatregelen Wlz en het HLO.

17. AZWA

In het AZWA worden investeringen afgesproken om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Bijvoorbeeld investeringen in preventie (structureel 68 miljoen euro), opleiden buiten het ziekenhuis (structureel 185 euro), samenwerking tussen de zorg en het sociaal domein (structureel 371 miljoen euro) en regionale eerstelijns samenwerkingsverbanden (structureel 70 miljoen euro). Deze investe­ringen worden gedeeltelijk gedekt vanuit het remgeld dat beschikbaar is voor de toegenomen zorgvraag als gevolg van het verlagen van het eigen risico. Het betreft 230 miljoen euro structurele dekking en incidenteel 400 miljoen euro per jaar in 2027 en 2028 voor doorbraakmiddelen. De overige dekking komt uit andere bronnen, waaronder de Specifieke uitkering integraal zorgakkoord (SPUK IZA) (structureel 135 miljoen euro), de resterende middelen vanuit de afschaffing van het Stagefonds (structureel 78 miljoen euro) en de groeiruimte die resteert na het afspreken van de uitgavenkaders in het AZWA (structureel 105 miljoen euro).

18. Inzet remgeld (conform afspraken AZWA)

Conform afspraken worden middelen uit het remgeld dat beschikbaar is voor de toegenomen zorgvraag als gevolg van het verlagen van het eigen risico in de Zvw ingezet voor de hierboven genoemde afspraken in het AZWA.

Generale dossiers

19. EU-afdrachten

De tegenvaller op de EU-afdrachten is het gevolg van verschillende bijstellingen in Europese begrotingsstukken. De belangrijkste oorzaken zijn de stijging van het Nederlandse aandeel bruto nationaal inkomen (bni) naar 6,4% en een rentestijging voor de verstrekte leningen aan lidstaten voor het coronaherstelfonds (Next Generation EU). Dit leidt tot een tegenvaller van 264 miljoen euro in 2030. De meevaller in 2026 wordt veroorzaakt door de neerwaartse bijstelling van de raming, omdat het voorgestelde betalingenniveau van de Europese jaarbegroting 2026 onder het betalingenplafond ligt.

20. Gasbaten

De gasbaten zijn neerwaarts bijgesteld met circa 1 miljard euro incidenteel. Vanwege verslechterde resultaten door hogere kosten en door een lagere gasprijs (in 2025 en 2026) zal Energie Beheer Nederland (EBN) naar verwachting geen dividend meer uitkeren vanaf 2025. De resultaten van EBN worden als voorspeller gebruikt voor de te verwachten ontvangsten uit de Mijnbouwwet (winstaandeel, cijns en oppervlakterecht). In lijn met de verwachtingen van EBN zijn deze ontvangsten naar beneden bijgesteld.

21. Bijstelling volume-accres (Gemeente- en Provinciefonds)

Het gereserveerde accres voor het Gemeente-, Provincie- en Btw-compensatiefonds is bijgesteld op basis van de (c)MEV en de taakmutaties sinds de Voorjaarsnota 2025. Een groei van het Gemeente- en Provinciefonds vanwege taakmutaties zorgt in 2026 voor 8 miljoen euro hogere uitgaven dan eerder geraamd. Voor de jaren 2027-2030 zorgt de negatief bijgestelde bbp-raming van het CPB voor lagere uitgaven dan eerder geraamd. Dit verschil loopt op tot structureel 164 miljoen euro.

VWS

22. Wlz (uitvoeringsinformatie VWS)

De uitgavenraming van de Wlz wordt geactualiseerd aan de hand van nieuwe uitvoeringsinformatie van het Zorginstituut en de NZa. Dit leidt tot een per saldo meevaller van incidenteel 788 miljoen euro in 2025 en structureel 209 miljoen euro. Bovendien treedt er in 2026 een besparingsverlies op van 88 miljoen euro door het controversieel verklaren van de maatregel Behandeling Wlz.

23. Zvw (uitvoeringsinformatie VWS)

De uitgavenraming van de Zvw wordt geactualiseerd aan de hand van nieuwe uitvoeringsinformatie van het Zorginstituut en de NZa en de doorwerking daarvan op de raming van het eigen risico. Dit leidt tot een per saldo meevaller van incidenteel 994 miljoen euro in 2025 en structureel 135 miljoen euro. Conform de begrotingsregels wordt de structurele meevaller ingezet voor lastenverlichting. Hiervoor wordt het uitgavenkader gecorrigeerd.

24. Jeugdzorg (Gemeentefonds)

Naar aanleiding van de eerdere afspraken in het voorjaar met de VNG heeft het kabinet besloten tot compensatie van de incidentele tekorten 2023 en 2024 in de jeugdzorg. Gemeenten ontvangen in totaal 728 miljoen euro van het Rijk, die ze kunnen inzetten ter ondersteuning van de transformatie van de jeugdhulp conform de afspraken in de Hervormingsagenda Jeugd. Het gaat dan om het versterken van de sociale basis en stevige lokale teams, met tevens aandacht voor het verbeteren van kind- en gezinsbescherming en de bredere integrale aanpak sociaal domein.75

25. Behoud middelen backpay

In de Voorjaarsnota 2025 is een eenmalige reservering van 50 miljoen euro getroffen voor de backpay voor weduwen van voormalig KNIL-militairen en ambtenaren in Nederlands-Indië. Met deze mutatie wordt gewaarborgd dat deze middelen behouden blijven, aangezien het niet haalbaar is om de regeling in 2025 al op te zetten.

SZW

26. (c)MEV SZW

Als gevolg van de doorrekening van de (c)MEV ontstaat op de begroting van SZW cumulatief een incidentele meevaller van circa 79 miljoen euro. De grootste post betreft de bijstelling op de kinderopvangtoeslag. Deze zorgt voor een cumulatieve meevaller van 194 miljoen euro. Hiertegenover staan cumulatieve tegenvallers van respectievelijk 53 miljoen euro en 58 miljoen euro op de uitvoeringskosten van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de Ziektewet.

27. WW-besparingsverlies

Het uitstel van de WW-duurverkorting (ingang per 1 januari 2028) leidt tot een incidenteel besparingsverlies van 384 miljoen euro. Dit wordt nu gedekt.

28. Amendement Grinwis energienoodfonds

In het Voorjaarsnotadebat 2025 is het amendement Grinwis76 aangenomen om 50 miljoen euro extra in 2025 beschikbaar te stellen voor het Tijdelijk Noodfonds Energie (TNE). Het TNE kan deze middelen nu echter nog niet aanwenden omdat daarvoor aanvullende private inleg nodig is. Deze middelen worden naar 2027 geschoven en toegevoegd aan de middelen van het Social Climate Fund (SCF) ten behoeve van de voorstellen voor een publiek energiefonds. Ze blijven zo behouden voor de doelgroep.

LVVN

29. Agrarische sector en agrarisch natuurbeheer (nominaal onverdeeld)

De middelen voor de agrarische sector en agrarisch natuurbeheer worden overgeheveld naar het artikel nominaal onverdeeld op de LVVN-begroting. Dit gebeurt in hetzelfde kas- en verplichtingenritme als de middelen op de Aanvullende Post nu staan.

30. Agrarische sector en agrarisch natuurbeheer (AP)

De middelen voor de agrarische sector en agrarisch natuurbeheer worden overgeheveld naar het artikel nominaal onverdeeld op de LVVN-begroting. Dit gebeurt in hetzelfde kas- en verplichtingenritme als de middelen op de Aanvullende Post nu staan.

31. Alternatieve maatregel rode diesel

In het hoofdlijnenakkoord is budget beschikbaar gesteld voor het herinvoeren van gebruik van rode diesel voor landbouw. Als alternatief wordt vanaf 2027 structureel 146 miljoen euro overgeheveld naar de LVVN-begroting.

32. Veluwe Peel (inzet middelen)

De 600 miljoen euro die bij Voorjaarsnota 2025 beschikbaar is gesteld voor de stikstofaanpak in de Veluwe Peel wordt van het artikel nominaal onverdeeld verplaatst naar de juiste artikelen.

33. Veluwe Peel (nominaal onverdeeld)

De 600 miljoen euro die bij Voorjaarsnota 2025 beschikbaar is gesteld voor de stikstofaanpak in de Veluwe Peel wordt van het artikel nominaal onverdeeld verplaatst naar de juiste artikelen.

Overig

34. Terugdraaien fasering IenW Voorjaarsnota 2025

In de Voorjaarsnota 2025 is besloten tot een fasering van 1 miljard euro bij IenW. Deze fasering wordt nu teruggedraaid.

35. Uitstellen korting BDU regionaal openbaar vervoer (OV) naar 2027

In het hoofdlijnenakkoord is besloten tot een korting van 10% op specifieke uitkeringen. De korting op de BDU regionaal OV in 2026 wordt met een jaar uitgesteld. Daarnaast wordt de BDU-korting in 2027 gedempt door deze in gelijke delen te verdelen tussen IenW, de vervoersregio's en de reiziger. IenW draagt 37 miljoen euro bij, gedekt vanuit de investeringsruimte op het Mobiliteitsfonds.

36. Terugdraaien afschaffen onderwijskansenregeling Voorjaarsnota 2025

De onderwijskansenregeling geeft extra geld aan scholen in het voortgezet onderwijs met veel leerlingen met risico op leerachterstanden. Met deze middelen kunnen scholen gerichte ondersteuning bieden om onderwijsachterstanden tegen te gaan. In de Voorjaarsnota 2025 was opgenomen dat deze regeling wordt afgeschaft. Dit voorstel wordt teruggedraaid.

37. Restant Incidentele loonontwikkeling (ILO) tranche 2029 uit Voorjaarsnota 2025

In de Voorjaarsnota 2025 is een deel van de incidentele loonontwikkeling (ILO) tranche 2029 gekort. Het restant van de tranche 2029 wordt nu ingezet ter dekking van structurele problematiek.

38. Prijsbijstelling tranche 2026

Een deel van de prijsbijstelling tranche 2026 wordt vanaf 2028 ingehouden ter dekking van structurele problematiek.

39. Verlengen IKC ETS naar 2028

In de Voorjaarsnota 2025 is de IKC ETS toegekend tot en met 2027. Dit wordt nu verlengd tot en met 2028.

40. Dekking Klimaatfonds

De dekking voor het verlengen van de IKC ETS komt uit het Klimaatfonds.

41. Uitstroom doelgroepen

Om versneld tot (opstart)woningen te komen voor kwetsbare doelgroepen, waaronder ontheemden en vergunninghouders, wordt de Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen (SFT) uitgebreid. Gemeenten ontvangen 20.000 euro per nieuw te realiseren woning, waaronder een component voor sociaal beheer. Van de woningen moet 30% bestemd zijn voor statushouders en/of ontheemden uit Oekraïne. Hiervoor wordt aanvullend 79 miljoen euro beschikbaar gesteld, bovenop de reeds beschikbare 100 miljoen euro in de SFT (cumulatief 179 miljoen euro).

42. Dekking ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO)

Voor de doelgroepflexibele regeling wordt een deel van de bestaande middelen van de SFT (cumulatief 100 miljoen euro) ingezet en in het juiste kasritme geplaatst.

43. Overige bijstellingen

Dit betreft onder andere bijstellingen op corona-regelingen en de verwerking van de dividenden.

44. Onderuitputting

In 2025 is reeds 264 miljoen euro aan onderuitputting ingeboekt. Dit bestaat onder andere uit onderuitputting op het Klimaatfonds (139 miljoen euro), de AP (39 miljoen euro) en het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) (32 miljoen euro).

45. Invulling in=uit-taakstelling

De in=uit-taakstelling 2025 wordt met 1,1 miljard euro ingevuld bij de Miljoenennota 2026.

46. Gedeeltelijke vrijval niet-bestede middelen envelop Ouderenzorg

In het hoofdlijnenakkoord is vanaf 2027 structureel 600 miljoen euro gereserveerd in deze envelop. De beoogde investeringen zijn niet gespecificeerd. Een deel van de envelop wordt ingezet voor de afspraken in het HLO. Een deel van de envelop ouderenzorg wordt ingezet ter dekking van structurele problematiek. De overige middelen op de AP blijven bestemd voor ouderenzorg (zorggeschikte woning met ontmoeting en verbinding).

47. Kasschuiven

In totaal wordt circa 3,0 miljard euro uit 2025 geschoven. Dit betreft onder andere kasschuiven bij het ministerie van Asiel en Migratie (AenM) (526 miljoen euro), het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) (418 miljoen euro), het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) (416 miljoen euro), het ministerie van Economische Zaken (EZ) (310 miljoen euro), het ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHO) (250 miljoen euro) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) (229 miljoen euro). Ook uit 2026 worden middelen naar latere jaren geschoven (147 miljoen euro). In totaal wordt 462 miljoen euro naar buiten de meerjarenperiode geschoven.

Licence