Base description which applies to whole site

2.8.3 In=uit-taakstelling en aanvullende onderuitputting

De huidige begroting houdt rekening met 4,1 miljard euro aan in=uit-taakstelling92 en 3,0 miljard euro aan aanvullende onderuitputting in 2025. Dit is inclusief 50 miljoen euro aanvullende onderuitputting uit het amendement Grinwis. De aanvullende onderuitputting is 3,8 miljard euro in 2026. Voor 2027 en 2028 is respectievelijk 1,5 miljard euro en 0,7 miljard euro ingeboekt. In tabel 11 is aan in=uit-taakstelling hetzelfde bedrag als in 2025 verondersteld in de latere jaren.

De in=uit-taakstelling wordt in deze Miljoenennota voor 1,1 miljard euro ingevuld. Deze 1,1 miljard euro bestaat uit (1) de onderuitputting op departementale begrotingen (264 miljoen euro) en (2) het saldo van de generale mee- en tegenvallers en uitvoeringsinformatie van VWS (in totaal 815 miljoen euro). Dit betekent dat in de huidige begroting in totaal nog 6,0 miljard euro in 2025 en 7,9 miljard euro in 2026 aan onderuitputting moet worden gerealiseerd om de aanvullende onderuitputting en de in=uit-taakstelling geheel in te kunnen vullen. Het deel dat aan het eind van het jaar niet wordt ingevuld, leidt tot saldoverslechtering.

Tabel 11 Verwachte onderuitputting

In miljarden euro (+ is saldoverslechterend)

2025

2026

2027

2028

1. In=uit-taakstelling*

‒ 4,1

‒ 4,1

‒ 4,1

‒ 4,1

2. Stand aanvullende onderuitputting

‒ 2,9

‒ 3,8

‒ 1,5

‒ 0,7

3. Aanvullende onderuitputting amendement Grinwis

‒ 0,1

   

Verwachte onderuitputting (1 t/m 3)

‒ 7,1

‒ 7,9

‒ 5,6

‒ 4,8

4. Invulling in=uit-taakstelling

1,1

   

Openstaande in=uit-taakstelling en aanvullende onderuitputting (1 tot en met 4)

‒ 6,0

‒ 7,9

‒ 5,6

‒ 4,8

*Voor 2026, 2027 en 2028 wordt verondersteld dat de in=uit-taakstelling even hoog is als in 2025. De exacte hoogte is bekend na de voorjaarsbesluitvorming in het desbetreffende jaar.

92

De in=uit-taakstelling is de jaarlijkse tegenhanger van de eindejaarsmarge. Om te voorkomen dat het uitgavenkader wordt overschreden door de jaarlijkse uitkering van de eindejaarsmarge, wordt tegelijkertijd een even grote taakstelling ingeboekt, de zogenoemde in=uit-taakstelling. Hierdoor levert het doorschuiven via de eindejaarsmarge dus geen extra middelen op in het jaar waarnaar wordt doorgeschoven. De in=uit-taakstelling kent geen concrete invulling, maar moet gaandeweg het jaar ingevuld worden met onderuitputting en generale meevallers.

Licence