De Koninklijke Marine levert operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit (zowel vloot als mariniers) voor maritieme gevechtsoperaties zoals onderzeebootbestrijding en amfibische operaties, maritieme veiligheidsoperaties zoals antidrugs- en antipiraterij-operaties, en maritieme assistentie bij bijvoorbeeld rampen en militaire bijstand. De marine kan zelfstandig wereldwijd operaties uitvoeren en kan ook samen optreden met de landmacht, luchtmacht, marechaussee, kustwacht en buitenlandse bondgenoten.
De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de marine alsmede de (mate van) gereedheid van maritieme eenheden. De marine is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van deze eenheden. De marine is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.
De Koninklijke Marine kijkt terug op een druk jaar waarin naast veel inzet ook belangrijke stappen zijn gezet om de organisatie gereed te maken voor hoofdtaak 1 en vernieuwingsprojecten te realiseren. Veel projecten uit de Defensienota 2022 lopen op schema en het contract voor de vervanging van de onderzeeboten is getekend. Het nieuwe Combat Support Ship Den Helder is eind november van de werf uit de Zwarte Zee vertrokken en zonder noemenswaardige problemen in Vlissingen aangekomen voor verdere afbouw. Het uitstel van de Tomahawk Land Attack Missile (TLAM) testlancering door Zr.Ms. De Ruyter was een tegenvaller. Ondanks de grote inspanning op alle niveaus in de Verenigde Staten en Nederland bleek het niet mogelijk de benodigde ondersteuning van de Amerikaanse fabrikant rond te krijgen, waardoor de lancering is doorgeschoven naar het voorjaar van 2025.
Ook dit jaar heeft de Koninklijke Marine actief deelgenomen aan de permanente NAVO taakgroepen in de VJTF(M) en aan diverse NAVO-oefeningen. Zo hebben mariniers en vlooteenheden deelgenomen aan Baltic Operations (BALTOPS) en aan de NAVO-oefening Steadfast Defender/Nordic Response. Dit gaf de gelegenheid om de ervaring met specifieke delen van de oorlogvoering uit te bouwen en gelijktijdig invulling te geven aan NAVO-operaties in het kader van afschrikking in het noorden. Met een gezamenlijke staf van CZSK’s Maritime Battle Staff en de UK Littoral Strike Group heeft de Commander Netherlands Maritime Force leiding gegeven aan een internationale taakgroep. Zr.Ms. Van Amstel heeft als onderdeel van Standing NATO Maritime Group 1 deelgenomen aan de NAVO-oefening Dynamic Mongoose. Daarnaast leidde Zr.Ms. Van Amstel de onderzeebootbestrijdingsoefening Riptide 24, waar Zr.Ms. Dolfijn ook bij deelnam. Meerdere NH-90 helikopters opereerden vanaf Zr.Ms. Johan de Witt. De Verenigde Staten en Duitsland sloten daarbij aan met maritieme patrouillevliegtuigen. Hiermee is een belangrijke stap voorwaarts gezet in het onderhouden van de Anti Submarine Warfare vaardigheden in de North Atlantic. Zr.Ms. Zierikzee heeft als onderdeel van de Standing NATO Mine Countermeasures Group 1 in Estse wateren deelgenomen aan de oefening Open Spirit 2024. Er is in het bijzonder nauw samengewerkt met (nieuw) NAVO-lid Zweden. In begin van het jaar zijn mariniers en vlooteenheden ingezet in OP MISTRAL t.b.v. voorbereiding op Non-combatant Evacuation Operations in Israël/Libanon OP MISTRAL.
Zr.Ms. Tromp is ingezet in de Rode Zee in het kader van de door de Verenigde Staten geleide operatie Prosperity Guardian. Ook leverde het schip steun aan de EU-operatie Aspides. Het schip heeft daarna de wereldreis Pacific Archer 24 naar de Indo-Pacific voortgezet. Er volgde een passage door de Straat van Taiwan (Freedom of Navigation), in de Oost-Chinese Zee werden patrouilles uitgevoerd ter ondersteuning van een multinationaal VN-netwerk ter handhaving van VN resoluties 2375 en 2397 tegen Noord-Korea. Zr.Ms. Tromp bracht vervolgens een bezoek aan Japan en nam deel aan de Amerikaanse oefening Rim of the Pacific (RIMPAC).
Zr.Ms. Karel Doorman sloot vanaf begin mei tot medio augustus aan bij Operation (OP) Aspides. Het tactisch commando over OP Aspides werd vanaf 15 juni tot begin augustus gevoerd door een Nederlandse Force Commander waarbij Zr.Ms. Karel Doorman als stafschip fungeerde. Het schip leverde daarnaast ook logistieke ondersteuning (brandstof) en medische role 2 capaciteit. Voor de medische rol zijn een chirurgisch team en een Nederlandse en een Zweedse Cougar-transporthelikopter aan boord ingescheept geweest.
Aan de hoofdtaken 2 en 3 is invulling gegeven met inzet van de Defensie Duikgroep voor Militaire bijstand, Host Nation Support en duikopdrachten. De MAREOD en diverse mijnenjagers vernietigden in het kader van Beneficial Cooperation 40 explosieven op de Noordzee. De opnemingsvaartuigen hebben in 2024 90 hydrografische dagen gemaakt. Dit is minder dan structureel jaarlijks benodigd is om het opnameplan uit te voeren. Hiermee is de hydrografische achterstand iets opgelopen. Deze achterstand heeft meerdere oorzaken. Voorbeelden zijn de ongunstige weersomstandigheden, het niet beschikbaar hebben van de hydrografische opnamevaartuigen in verband met onderhoud en andere prioriteiten die noodzakelijk dit jaar waren, zoals het schaduwen niet-NAVO eenheden en inspectie van kritieke infra op de Noordzee.
Het consolideren en verhogen van de operationele gereedheid blijft de belangrijkste opgave. Daar zijn verschillende oorzaken voor. De materiële gereedheid van de onderzeeboten stond onder druk door de noodzakelijke vervanging van de hoofdbatterij van Zr.Ms. Zeeleeuw. De impact van onvoorziene tegenvallers, zoals een brand aan boord van Zr.Ms. Evertsen, is beperkt gebleven. Incidentele problematiek vanwege obsolesence blijft een gegeven. Het aanvullen van de voorraad reservedelen in het kader van BeleidsKader Inzetvoorraden (BKI) voor hoofdtaak 2 loopt op schema en loopt volgens plan door tot 2027. De inventarisatie van inzetvoorraden in het kader van BKI hoofdtaak 1 is afgerond.
De Koninklijke Marine verwacht de komende jaren meer strategische en langduriger vormen van samenwerking met de maritieme sector te realiseren, waardoor het interessanter is voor bedrijven om te investeren en (mede) verantwoordelijkheid te dragen voor de materiele gereedheid. In juli is een overeenkomst ondertekend met Damen Shiprepair, RH Marine, Royal IHC en Thales Nederland om zowel bij de vervanging als het onderhoud meer en anders samen te werken. Zo ontstaat er een ‘Maritime Maintenance Valley’ met als insteek om de materiële gereedheid te verhogen.
In 2024 is nog geen verbetering van de bezettingsgraad opgetreden. Oorzaak hiervan is de groeiende organisatie en een lagere realisatie van de aanstellingsopdracht in 2024 dan in de jaren ervoor. Wel zijn er positieve ontwikkelingen. Zo zijn er meer adelborsten op het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) opgekomen dan in de afgelopen 7 jaar. Ook was de uitstroom in 2024 lager dan verwacht en het laagste van de afgelopen 10 jaar. Tegen elkaar weggezet is het militaire bestand licht gedaald met 35 personen. Deze daling is minder dan vorig jaar. Het burgerbestand is gegroeid met (+) 254 personen, evenals het bestand reservisten dat met (+) 205 personen is gestegen. In 2024 hebben 85 militairen het dienjaar doorlopen. Een aanzienlijk deel daarvan (70 procent) blijft na het dienjaar bij de Marine.
De training van Oekraïners is gecontinueerd. Het Korps Mariniers heeft bijgedragen aan twee rotaties voor OP Interforge in Nederland. Daarna hebben de mariniers tot het einde van het jaar bijgedragen aan het vervolg, OP Intercharge, in Roemenië. Aan boord van Zr.Ms. Makkum is de opleiding van de eerste bemanning voor de gedoneerde mijnenjager Vlaardingen voltooid. Zr.Ms. Makkum is in november uit dienst gesteld en wordt eind 2025 overgedragen aan Oekraïne. De twee schepen vormen samen met Belgische en Engelse schepen het begin van de Oekraïense mijnenbestrijdingscapaciteit.
De dreiging en het destabiliserende effect van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit in het Caribisch gebied is onveranderd. De counterdrugs operaties door het Stationschip in het Caribisch Gebied (SSCG) hebben in 2024 goede resultaten opgeleverd: in totaal is 15.913 kilo drugs onderschept. Daarbij is een significante nieuwe stroom van verdovende middelen onderkend, ten zuiden van de ABC-eilanden. Deze stroom is in 2024 sterk gegroeid en wordt tot op heden alleen door CZMCARIB/CTG4.4 of KWCARIB aangevat. De presentie in de West is binnen en buiten het Koninkrijk zichtbaar en draagt daarmee bij aan hoofdtaak 1. Ook draagt het SSCG actief bij aan internationale samenwerking en diplomatieke relaties (Colombia, Dominicaanse republiek).
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | ||
Art. | Verplichtingen | 1.108.335 | 1.027.350 | 994.610 | 1.072.034 | 1.174.844 | 1.040.663 | 134.181 |
Uitgaven | 985.977 | 826.569 | 953.168 | 1.055.837 | 1.191.576 | 1.078.549 | 113.027 | |
Apparaatsuitgaven | 750.088 | 782.303 | 892.563 | 953.227 | 1.085.499 | 1.003.510 | 81.989 | |
2.2 | Apparaatsuitgaven | 750.088 | 782.303 | 892.563 | 953.227 | 1.085.499 | 1.003.510 | 81.989 |
Personele uitgaven | 724.614 | 766.079 | 873.474 | 925.309 | 1.059.640 | 976.680 | 82.960 | |
Eigen personeel | 677.897 | 720.472 | 793.283 | 833.575 | 939.719 | 882.965 | 56.754 | |
Externe inhuur | 13.541 | 10.395 | 8.594 | 7.394 | 10.930 | 9.933 | 997 | |
Overige personele exploitatie | 33.176 | 35.212 | 46.325 | 56.142 | 76.015 | 46.509 | 29.506 | |
Kustwacht NL | 0 | 0 | 9.291 | 9.517 | 11.560 | 11.613 | ‒ 53 | |
Kustwacht CARIB | 0 | 0 | 15.981 | 18.681 | 21.416 | 25.660 | ‒ 4.244 | |
Materiële uitgaven | 25.474 | 16.224 | 19.089 | 27.918 | 25.859 | 26.830 | ‒ 971 | |
Overige materiële exploitatie | 20.404 | 16.224 | 17.320 | 25.951 | 23.962 | 22.932 | 1.030 | |
Kustwacht NL | 0 | 0 | 36 | 40 | 93 | 104 | ‒ 11 | |
Kustwacht CARIB | 0 | 0 | 1.733 | 1.927 | 1.804 | 3.794 | ‒ 1.990 | |
Programmauitgaven | 235.889 | 44.266 | 60.605 | 102.610 | 106.077 | 75.039 | 31.038 | |
2.1 | Programmauitgaven | 235.889 | 44.266 | 60.605 | 102.610 | 106.077 | 75.039 | 31.038 |
Opdrachten | 235.889 | 44.266 | 60.480 | 102.563 | 105.749 | 75.039 | 30.710 | |
Gereedstelling | 33.208 | 44.266 | 20.654 | 25.068 | 30.427 | 17.014 | 13.413 | |
Kustwacht NL | 0 | 0 | 36.695 | 74.794 | 71.847 | 55.753 | 16.094 | |
Kustwacht CARIB | 0 | 0 | 3.131 | 2.701 | 3.475 | 2.272 | 1.203 | |
(Schade)vergoeding | 0 | 0 | 125 | 47 | 328 | 0 | 328 | |
Schadevergoeding overig | 0 | 0 | 116 | 47 | 328 | 0 | 328 | |
Kustwacht Carib | 0 | 0 | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 28.090 | 17.682 | 14.214 | 11.054 | 12.637 | 12.324 | 313 |
Verplichtingen
Ten opzichte van de vastgestelde begroting is er voor € 134,2 miljoen meer aan verplichtingenbudget gerealiseerd. Dit wordt met name veroorzaakt door een evenredige verhoging van de uitgaven van € 113,0 miljoen die hieronder zijn toegelicht. De resterende € 21,2 miljoen bestaat uit onder meer afgesloten inhuurcontracten voor personele capaciteit voor 2025 tot en met 2027 in verband met de huidige personele ondervulling binnen de Koninklijke Marine. Ook zijn er meerjarige contracten afgesloten voor materiële uitgaven ten behoeve van de bedrijfsvoering in het Caribisch gebied en voor kennis & innovatie.
Uitgaven
Personele uitgaven
Ten opzichte van de vastgestelde begroting is er voor € 83,0 miljoen meer uitgegeven aan Personele uitgaven. De uitgaven binnen Eigen personeel waren hoger dan voorzien in de ontwerpbegroting 2024 (€ 56,8 miljoen). Het verschil wordt grotendeels verklaard door de invoering van nieuwe arbeidsvoorwaarden (AVW). Daarnaast heeft Defensie, naar aanleiding van een rechterlijke uitspraak, het verlof van reservisten met terugwerkende kracht over een periode van vijf jaar uitbetaald. Ook zijn er nabetalingen gedaan voor militairen in opleiding als onderdeel van een herstelactie voortvloeiend uit het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021-2023. Verder is in december de factuur voor pensioenafdrachten betaald (€ 7,0 miljoen), terwijl deze normaliter pas in januari 2025 zou worden betaald.
Daartegenover staat dat door personele ondervulling de uitgaven Eigen personeel lager waren, waardoor het mogelijk was om middelen (€ 28,3 miljoen) te herschikken voor uitgaven aan gereedstellingsactiviteiten, opleidingen en dienstreizen. Ook is er € 30,5 miljoen herschikt ten gunste van het DMF voor verhoogde uitbestedingen van onderhoudswerkzaamheden mede als gevolg van personeelstekorten. De hieraan gekoppelde uitbestedingen zijn volledig in 2024 gerealiseerd.
Binnen Overige personele uitgaven (€ 29,5 miljoen) is er voor € 9,1 miljoen meer uitgegeven als gevolg van het van het duurzaamheidsbudget voor het defensiepersoneel, dat eveneens onderdeel uitmaakte van de nieuwe AVW. Verder is er voor circa € 7,0 miljoen meer uitgegeven aan opleidingen. Het resterende deel heeft betrekking op dienstreizen, welke duurder waren dan begroot en door de gewijzigde procedure bij het reisbureau van Defensie (VCK Travel) ten behoeve van doorbelasting van reis- en verblijfskosten bij oefeningen.
Opdrachten
Ten opzichte van de ontwerpbegroting is er voor € 30,7 miljoen meer gerealiseerd binnen opdrachten.
Binnen gereedstelling (€ 13,4 miljoen) betreft dit vooral hogere uitgaven aan haven-, sluis- en loodsgelden en duurdere oefeningen dan begroot als gevolg van voornamelijk prijsstijgingen.
Binnen Kustwacht Nederland betreft de verhoogde realisatie voor € 14,7 miljoen de kosten van de betonningsvaartuigen en de Emergency Rescue and Towing Vessels Noord, Midden en Zuid van de Kustwacht Nederland, gefinancierd door de interdepartementale overboekingen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De resterende € 1,4 miljoen betreft prijsbijstellingen op luchtverkenningsactiviteiten en overige kleinere uitgaven.
Groene Draeck (onderdeel overige materiele exploitatie)
De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De kosten voor het onderhoud aan de Groene Draeck worden begroot en verantwoord bij het ministerie van Defensie zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck. In de planperiode 2021 tot en met 2025 is maximaal € 435.000 beschikbaar voor onderhoud, waarbij de daadwerkelijke uitgaven kunnen fluctueren over de jaren heen.
Er is voor het benodigde meerjarige groot onderhoud inmiddels € 364.699 aan onderhoudskosten gemaakt. Dit meerjarig onderhoud wordt door tussenkomst van de Dienst van het Koninklijk Huis (DKH) bij een specialistische werf uitgevoerd. Door Defensie zijn in 2024 geen kosten gemaakt voor onderhoud van de Groene Draeck. Van het totaal beschikbare onderhoudsbudget tot en met 2025 resteert € 70.301. De meerkosten in de planperiode boven de € 435.000 voor het onderhoud aan de Groene Draeck komen voor rekening van de eigenaresse.