Base description which applies to whole site

4.1 Agentschap Rijkswaterstaat

Introductie

Rijkswaterstaat (RWS) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). RWS beheert en ontwikkelt de rijkswegen, -vaarwegen en -wateren en zet in op een duurzame leefomgeving.

Samen met anderen werkt RWS aan een land dat beschermd is tegen overstromingen, waar voldoende groen is, waar voldoende en schoon water is en waar je vlot en veilig van A naar B kunt. Samenwerken aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. Dat is Rijkswaterstaat.

Het Ministerie van IenW kent een scheiding tussen beleid, toezicht en uitvoering. RWS fungeert hierbij als uitvoeringsorganisatie van het ministerie. Het formuleren van beleid is belegd bij de beleidsdirectoraten-generaal. Dit betekent dat de doelstellingen van het agentschap afhankelijk zijn van de (veelal lange termijn-) beleidsdoelstellingen en kaders die door IenW worden aangegeven. Deze beleidsdoelen zijn geformuleerd in de beleidsartikelen van de begroting Hoofdstuk XII.

Producten en diensten

RWS treedt op als manager van het gebruik van een aantal hoofdinfrastructuurnetwerken (hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet, hoofdwatersystemen), als beheerder van die netwerken, als realisator van uitbreidingen van deze netwerken en als adviseur voor het ten aanzien hiervan te voeren beleid. RWS voert deze taken uit vanuit een netwerkbenadering. Belangrijkste producten zijn:

  • Exploitatie, onderhoud en vernieuwing: dit betreft activiteiten die gericht zijn op de instandhouding van de huidige functie van de infrastructuur. Tot het domein van de exploitatie behoren activiteiten die gericht zijn op het reguleren van het gebruik: verkeersleiding en capaciteitsmanagement, verkeersmanagement en watermanagement. Onderhoud betreft de activiteiten die erop zijn gericht de beoogde (ontwerp)levensduur van de infrastructuur te realiseren. Vernieuwing is gericht op het begin van een nieuwe levenscyclus van een nieuw object of het verlengen van de levensduur van het bestaande object.

  • Ontwikkeling: dit betreft activiteiten die gericht zijn op toevoeging van functies of om aanleg van nieuwe of uitbreiding van bestaande infrastructuur.

  • Beleidsondersteuning en –advisering: het uitvoeren van studies of het leveren van bijdragen daaraan, adviezen met betrekking tot beleidsnota’s en de uitvoerbaarheid van beleid.

  • Leveren van kennis, expertise en materieel: ten behoeve van beleidsondersteuning en -advisering, milieu en leefomgeving, grote (ontwikkelings)projecten en aansturing projecten en uitvoeringsorganisaties, het verstrekken van subsidies en basisinformatie.

Tabel 128 Begroting van agentschap Rijkswaterstaat voor het jaar 2026 (bedragen x € 1.000)
 

Suppletoire Begroting September 2025

2026

2027

2028

2029

2030

Baten

      

Baten als tegenprestatie voor levering van input

4.258.712

4.271.212

4.133.451

4.086.056

4.051.775

3.976.370

waarvan bijdrage aan apparaat (interne kosten)

1.679.218

1.671.823

1.651.635

1.641.504

1.630.579

1.622.733

waarvan bijdrage aan exploitatie en onderhoud

2.462.876

2.502.470

2.413.130

2.379.186

2.361.974

2.303.640

waarvan bijdrage aan te verlenen diensten

116.618

96.919

68.686

65.366

59.222

49.997

Baten uit reeds ontvangen bijdragen voor levering van input

382.759

452.780

91.716

51.635

42.569

36.147

waarvan Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor exploitatie en onderhoud

267.676

412.856

30.401

0

0

0

waarvan Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor te verlenen diensten

115.083

39.924

61.315

51.635

42.569

36.147

Rentebaten

32.867

17.064

12.648

12.974

13.948

13.158

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

Totaal baten

4.675.838

4.742.556

4.239.315

4.152.165

4.109.792

4.027.175

       

Lasten

      

Apparaatskosten

1.714.380

1.638.216

1.612.232

1.597.274

1.581.998

1.566.826

- Personele kosten

1.369.632

1.300.629

1.290.905

1.287.461

1.283.945

1.276.544

waarvan eigen personeel

1.219.216

1.177.902

1.167.551

1.164.376

1.161.138

1.154.445

waarvan inhuur externen

94.206

66.965

68.083

67.963

67.839

67.448

waarvan overige personele kosten

56.210

55.762

55.272

55.121

54.968

54.651

- Materiele kosten

344.748

337.587

321.327

309.813

298.053

290.282

waarvan apparaat ICT

58.952

57.727

54.947

52.978

50.967

49.638

waarvan bijdrage aan SSO's

76.534

74.944

71.335

68.778

66.168

64.443

waarvan overige materiële kosten

209.262

204.916

195.045

188.057

180.918

176.201

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten

2.987.963

3.065.517

2.583.426

2.506.336

2.474.676

2.400.077

Rentelasten

2.568

4.746

6.185

7.290

9.141

12.993

Afschrijvingskosten

18.994

22.342

25.737

29.530

32.242

35.544

- Materieel

18.962

22.215

25.610

29.435

32.242

35.544

waarvan apparaat ICT

4.774

4.624

4.628

5.495

5.227

4.131

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

14.188

17.591

20.982

23.940

27.015

31.413

- Immaterieel

32

127

127

95

0

0

Overige lasten

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

waarvan dotaties voorzieningen

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

4.731.905

4.738.821

4.235.580

4.148.429

4.106.056

4.023.440

       

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

‒ 56.067

3.735

3.735

3.735

3.735

3.735

Agentschapsdeel Vpb-lasten

1.300

1.300

1.300

1.300

1.300

1.300

Saldo van baten en lasten

‒ 57.367

2.435

2.435

2.435

2.435

2.435

Dotatie/onttrekking aan reserve Rijksrederij

2.435

2.435

2.435

2.435

2.435

2.435

Te verdelen resultaat

‒ 59.802

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Baten als tegenprestatie voor levering van input

De bekostiging van RWS vindt plaats door middel van input-bekostiging. Dit houdt in dat er afspraken zijn gemaakt tussen RWS en IenW over een bijdrage voor de ingezette middelen en arbeidskrachten.

Bijdrage aan apparaat (interne kosten)

De bijdrage aan apparaat dient ter dekking van de interne kosten van RWS (apparaatskosten inclusief rente- en afschrijvingskosten) die verband houden met, exploitatie, onderhoud en vernieuwing, ontwikkeling, beleidsondersteuning en –advisering en het leveren van kennis, expertise en materieel.

Van de apparaatstaakstelling uit het hoofdlijnenakkoord van het kabinet-Schoof is de resterende opgave vanaf 2026 voor RWS verwerkt op de apparaatskosten. Op welke manier het restant van de taakstelling wordt uitgevoerd, wordt door RWS nog verder uitgewerkt.

Bijdrage aan exploitatie en onderhoud

De bijdrage aan exploitatie en onderhoud dient ter dekking van de externe kosten die samenhangen met afspraken over het basiskwaliteitsniveau (BKN) voor exploitatie en onderhoud.

Bijdrage aan te verlenen diensten

De bijdrage aan te verlenen diensten dient ter dekking van de externe kosten in het kader van planning en studies, Caribisch Nederland, Werken voor en met Partners, aanvullende opdrachten van het moederdepartement die niet tot BKN behoren en overige opdrachten. 

In onderstaand overzicht is een specificatie van de baten als tegenprestatie voor de levering van input opgenomen, waaronder de bron van herkomst: baten vanuit moederdepartement; baten vanuit overige departementen; baten vanuit partijen anders dan departementen.

Tabel 129 Specificatie baten als tegenprestatie voor levering van input (bedragen x € 1.000)
 

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Baten vanuit moederdepartement

3.892.265

3.904.539

3.767.352

3.720.751

3.686.583

3.611.470

Deltafonds

821.000

824.163

760.867

750.277

747.162

739.030

- Artikel 1 Investeren in waterveiligheid

10.960

1.419

509

509

509

509

- Artikel 2 Investeren in zoetwatervoorzieningen

420

     

- Artikel 3 Beheer Onderhoud en Vervanging

397.720

447.937

399.622

400.753

400.627

397.250

- Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overig

398.859

365.276

353.457

346.926

345.204

340.494

- Artikel 7 Waterkwaliteit

13.041

9.531

7.279

2.089

822

777

Mobiliteitsfonds

2.992.832

3.009.781

2.936.309

2.901.461

2.872.821

2.805.840

- Artikel 12 Hoofdwegennet

1.992.986

1.937.753

1.956.525

1.925.392

1.906.296

1.845.825

- Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

999.846

1.072.028

979.784

976.069

966.525

960.015

Hoofdstuk XII

78.433

70.595

70.176

69.013

66.600

66.600

- Artikel 11 Waterkwaliteit

17.217

16.607

16.585

16.384

15.867

15.867

- Artikel 13 Ruimtelijke ontwikkeling

4.669

4.757

4.758

4.757

4.757

4.757

- Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

13.387

8.243

8.345

8.346

8.342

8.342

- Artikel 16 Spoor

880

925

925

925

925

925

- Artikel 17 Luchtvaart

344

323

231

59

59

59

- Artikel 18 Scheepvaart en Havens

3.866

2.430

1.959

1.382

1.382

1.382

- Artikel 19 Klimaat

487

469

569

381

381

381

- Artikel 20 Lucht en geluid

3.755

3.488

3.488

3.489

3.488

3.488

- Artikel 21 Duurzaamheid

13.452

13.255

13.255

13.255

13.255

13.255

- Artikel 22 Externe veiligheid en risico's

9.896

9.613

9.613

9.613

7.722

7.722

- Artikel 97 Algemeen departement

3.480

3.485

3.448

3.422

3.422

3.422

- Overig

7.000

7.000

7.000

7.000

7.000

7.000

Baten vanuit overige departementen

111.741

112.218

112.015

111.543

111.430

111.138

- Rijksrederij

54.780

54.780

54.780

54.780

54.780

54.780

- Omgevingswet

33.338

33.815

33.612

33.140

33.027

32.735

- Werken voor en met Partners

19.500

19.500

19.500

19.500

19.500

19.500

- Beleidsondersteuning en -advisering (BOA)

3.123

3.123

3.123

3.123

3.123

3.123

- Overig

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

Baten vanuit partijen anders dan departementen

254.706

254.455

254.084

253.762

253.762

253.762

- Exploitatie en Onderhoud

49.847

39.706

34.450

37.380

37.380

37.380

- Schaderijden en Schadevaren

49.525

49.525

49.525

49.525

49.525

49.525

- Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

61.480

60.980

60.480

60.230

60.230

60.230

- Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBD)

26.003

26.003

26.003

26.003

26.003

26.003

- Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW)

6.602

6.602

6.602

6.602

6.602

6.602

- Werken voor en met Partners

16.500

16.500

16.500

16.500

16.500

16.500

- Waterwet

17.000

17.000

17.000

17.000

17.000

17.000

- Windmolenpark Maasvlakte 2

20.649

31.039

36.424

33.422

33.422

33.422

- Overig

7.100

7.100

7.100

7.100

7.100

7.100

Totaal

4.258.712

4.271.212

4.133.451

4.086.056

4.051.775

3.976.370

*waarvan bijdrage aan apparaat (interne kosten)

1.679.218

1.671.823

1.651.635

1.641.504

1.630.579

1.622.733

*waarvan bijdrage aan exploitatie en onderhoud

2.462.876

2.502.470

2.413.130

2.379.186

2.361.974

2.303.640

*waarvan bijdrage aan te verlenen diensten

116.618

96.919

68.686

65.366

59.222

49.997

Baten vanuit moederdepartement

De baten vanuit moederdepartement hebben betrekking op de 'bijdragen aan agentschap RWS’ die worden verantwoord en toegelicht op de productartikelen op de begrotingen van het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds en de beleidsartikelen op de begroting Hoofdstuk HXII.

Baten vanuit overige departementen

De baten vanuit overige departementen hebben met name betrekking op:

  • Vergoedingen van het ministerie van Defensie, het ministerie van Financiën en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur voor het gebruik van de vaartuigen van de Rijksrederij.

  • Vergoedingen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de capaciteit die RWS levert in het kader van de Omgevingswet en de bijbehorende externe productkosten.

  • Vergoedingen van diverse ministeries voor het door RWS ter beschikking stellen van kennis, expertise en materieel in het kader van Werken voor en met Partners.

  • Vergoedingen van het ministerie van Klimaat en Groene Groei en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de capaciteit die RWS levert in het kader van beleidsondersteuning en -advisering en de bijbehorende externe productkosten.

Baten vanuit partijen anders dan departementen

De baten vanuit partijen anders dan departementen hebben met name betrekking op:

  • Vergoedingen van o.a. provincies, gemeenten en de Europese Unie in het kader van exploitatie en onderhoud van de infrastructuur en opbrengsten vanuit het windmolenpark Maasvlakte 2.

  • Uitkeringen van verzekeraars in het kader van schaderijden en schadevaren ter dekking van de kosten van reparatiewerkzaamheden.

  • Ontvangsten uit de pacht van benzinestations, de ingebruikgeving van RWS areaal (verhuur en pacht van bijvoorbeeld windparken) en incidentele verkoop van RWS areaal. Deze ontvangsten worden via het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) ontvangen.

  • Opbrengsten voor de Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBD) en de Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW)

  • Vergoedingen van o.a. provincies, gemeenten, waterschappen, kennisinstellingen en bedrijven voor het door RWS ter beschikking stellen van kennis, expertise en materieel in het kader van Werken voor en met Partners.

  • Opbrengsten uit vergunningverlening in het kader van de Waterwet.

Baten uit reeds ontvangen bijdragen voor levering van input

Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor exploitatie en onderhoud

Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven die samenhangen met afspraken over het Basis Kwaliteitsniveau (BKN). Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. Het Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor exploitatie en onderhoud bedraagt ultimo 2024 € 710,9 miljoen.

Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor te verlenen diensten

Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven in het kader van planning en studies, Caribisch Nederland, werken voor en met partners, aanvullende opdrachten van het moederdepartement die niet tot BKN behoren en overige opdrachten. Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. Het Saldo Op Ontvangen Bijdragen voor te verlenen diensten bedraagt ultimo 2024 € 346,7 miljoen.

Rentebaten

RWS ontvangt rente op de rekening-courant verhouding met het ministerie van Financiën.

Bijzondere baten

De geraamde bijzondere baten betreffen voornamelijk verwachte boekwinst op de verkoop van vaste activa.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

Tabel 130 Specificatie personele kosten
 

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Formatie (in FTE)

11.116

11.075

10.981

10.949

10.919

10.859

- waarvan capaciteit structurele werkzaamheden

9.753

9.775

9.798

9.795

9.782

9.772

- waarvan capaciteit tijdelijke opdrachten

344

276

164

141

125

77

- waarvan capaciteit gefinancierd door overige departementen en derden

1.019

1.024

1.019

1.013

1.012

1.010

Eigen personeel (x € 1.000)

1.219.216

1.177.902

1.167.551

1.164.376

1.161.138

1.154.445

Overige personele kosten (x € 1.000)

56.210

55.762

55.272

55.121

54.968

54.651

Inhuur externen (x € 1.000)

94.206

66.965

68.083

67.963

67.839

67.448

Inhuurpercentage

7%

5%

5%

5%

5%

5%

De formatie van RWS bestaat uit capaciteit voor structurele werkzaamheden en capaciteit voor tijdelijke opdrachten.

Capaciteit structurele werkzaamheden

In de begroting 2025 is voor structurele werkzaamheden een stabiel apparaatsbudget tot en met 2031 gefinancierd. Daarna loopt de gefinancierde capaciteit terug. In de ontwerpbegroting 2026 wordt de financiering van de capaciteit in 2032 op hetzelfde niveau gebracht.

De structurele capaciteit neemt in de begroting 2026 toe door toevoeging van extra weginspecteurs (38 FTE, met een ingroei van 28 FTE in 2025), extra capaciteit voor het beheer van de A7 Zuidelijke ringweg Groningen (10,5 FTE vanaf 2025) en door verambtelijking (het omzetten van inhuurprogramma (niet-kerntaken) in eigen personeel) als uitvoering van de apparaatstaakstelling uit het hoofdlijnenakkoord van het kabinet Schoof. Deze omzetting realiseert een besparing, doordat eigen personeel goedkoper is dan inhuur (24 FTE, met een ingroei van 12 FTE in 2025).

Capaciteit tijdelijke opdrachten

RWS heeft ook capaciteit voor het uitvoeren van tijdelijke opdrachten. Dit betreft onder anderen capaciteit voor opdrachten voor uitvoering: aanvullende capaciteit in het kader van BeleidsOndersteuning en Advisering (BOA), programma Werken aan Uitvoering, Wet Open Overheid, Windenergie op Zee, specialistische capaciteit stikstof, Net op Zee, Critical Entities Resilience Directive (CER-Richtlijnen), programma MONS en programma Draaien houden Ringen.

Capaciteit gefinancierd door overige departementen en derden

Dit betreft capaciteit waarvoor RWS financiering ontvangt vanuit ontvangen opdrachten van andere departementen en werkzaamheden in het kader van Werken voor en met Partners (derden).

Eigen personeel

De kracht van Rijkswaterstaat ligt in de zakelijke en professionele wijze waarop het zijn kerntaken uitvoert. Om daarop te kunnen sturen is gedefinieerd welke taken RWS met eigen mensen uitvoert (de kerntaken) en welke taken aan de markt worden overgelaten (de niet-kerntaken).

De kosten van externe inhuur betreffen de inzet van derden op de kerntaken van RWS. Daarnaast vindt er inzet van derden plaats op taken die RWS van de markt betrekt (niet-kerntaken).

Inhuur externen

De kosten van externe inhuur betreffen de inzet van derden op de kerntaken van RWS en worden gefinancierd uit de apparaatsmiddelen. Daarnaast vindt er inzet van derden plaats op taken die RWS van de markt betrekt (niet-kerntaken welke wordt gefinancierd uit de programmamiddelen.

Inhuur apparaat (kerntaken)

RWS streeft ernaar om de inhuur van externen op kerntaken zoveel mogelijk te beperken vanuit het basisprincipe dat Rijkswaterstaat op kerntaken eigen mensen inzet, ter vermindering van de kwetsbaarheid en het verkleinen van de afhankelijkheid van externen. Inhuur op kerntaken vindt in beginsel alleen plaats als er sprake is van piekbelasting in de directe productie of in geval van onderbezetting, ziekte of vervanging. Inhuur op kerntaken kan ook een keuze zijn als vanuit de arbeidsmarkt hele specifieke kennis/specialisme niet kan worden aangetrokken. RWS verwacht de komende jaren een gemiddeld inhuurpercentage t.o.v. de personele kosten van circa 5%.

Inhuur programma (niet-kerntaken)

Gelet op de omvang van de productieopgave van RWS blijft de inhuur op taken die bij de markt zijn belegd (de niet-kerntaken) substantieel. Uitgangspunt bij exploitatie-, onderhoud-, ontwikkeling- en vernieuwingsprojecten is optimaal gebruik te maken van de markt. Het doe-werk wordt zoveel mogelijk overgelaten aan de markt, vooral op het terrein van techniek en beheersing. Voor het betrekken van externe capaciteit op niet-kerntaken geldt dat deze zoveel mogelijk op basis van op productafspraken gebaseerde contracten zal worden gedaan, tenzij dat om inhoudelijke of aansturingsredenen niet doelmatig is.

De inhuur op niet-kerntaken in het primaire proces wordt met name verantwoord op de post kosten uitbesteed werk en andere externe kosten in deze agentschapsbegroting en de artikelonderdelen ontwikkeling en vernieuwing in de begrotingen van het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds

Tabel 131 Specificatie inhuur programma
 

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Inhuur programma (niet-kerntaken) (x € 1.000)

151.516

163.462

173.017

166.049

150.206

142.142

Omzet RWS (GVKA en BLS-EPK) (x € 1.000)

6.060.656

6.538.492

6.920.694

6.641.968

6.008.223

5.685.678

Inhuur programma t.o.v. omzet RWS (in %)

3%

3%

3%

3%

3%

3%

Materiele kosten

De materiele kosten bestaan uit bezetting gerelateerde materiele kosten (o.a. ICT, huisvesting en diensten en middelen, zoals catering, schoonmaak en beveiliging) en areaal gerelateerde materiële kosten (o.a. auto’s weginspecteurs).

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten

Op deze post worden de kosten van uitbesteed werk en andere externe kosten verantwoord, die te maken hebben met exploitatie en onderhoud voor het BKN. Daarnaast bevat deze post ook de kosten in het kader van planning en studies, Caribisch Nederland, Werken voor en met Partners, aanvullende opdrachten van het moederdepartement die niet tot BKN behoren en overige opdrachten.

Rentelasten

Dit betreft de kosten van rentedragende leningen die bij het Ministerie van Financiën zijn afgesloten.

Afschrijvingskosten

Dit betreft de reguliere afschrijvingskosten van zowel materiële als immateriële vaste activa.

Overige lasten

Dit betreft de dotatie aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen.

Dotatie/onttrekking aan reserve Rijksrederij

Dit betreft de dotatie of onttrekking aan de reserve Rijksrederij, bestemd voor de aanschaf van nieuwe vaartuigen.

Te verdelen resultaat

Het te verdelen resultaat in 2025 is negatief. RWS heeft meerjarige maatregelen genomen om weer een gezonde organisatie te worden. Een deel van het negatieve resultaat in 2025 wordt veroorzaakt doordat de jaarlijkse dotatie aan de verlofreservering als gevolg van de invoering van het IKB spaarverlof niet volledig gedekt is (€ 20 miljoen in 2025). Vanaf 2026 zijn deze ongedekte structurele lasten nog niet meegenomen. Dit vraagstuk wordt betrokken bij de volgende Voorjaarsbesluitvorming, waarbij ook naar de tarieven voor dekking wordt gekeken.

Tabel 132 Kasstroomoverzicht van agentschap Rijkswaterstaat over het jaar 2026 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie 2024

Suppletoire Begroting September 2025

2026

2027

2028

2029

2030

1.

Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen

1.676.864

1.433.699

1.001.805

557.696

476.488

434.696

400.483

 

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

3.917.508

4.293.079

4.289.776

4.147.599

4.100.530

4.067.223

3.991.028

 

-/- uitgaven operationele kasstroom

‒ 4.132.563

‒ 4.706.211

‒ 4.709.779

‒ 4.203.143

‒ 4.112.199

‒ 4.067.114

‒ 3.981.196

2

Totaal operationele kasstroom

‒ 215.055

‒ 413.132

‒ 420.003

‒ 55.544

‒ 11.669

109

9.832

 

-/- totaal investeringen

‒ 46.262

‒ 57.498

‒ 86.055

‒ 52.605

‒ 70.808

‒ 101.457

‒ 101.457

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

3.047

      

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 43.215

‒ 57.498

‒ 86.055

‒ 52.605

‒ 70.808

‒ 101.457

‒ 101.457

 

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

       
 

+/+ eenmalige storting door het moederdepartement

       
 

-/- aflossingen op leningen

‒ 16.834

‒ 15.887

‒ 19.803

‒ 23.033

‒ 26.582

‒ 29.249

‒ 32.408

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

31.939

54.623

81.752

49.974

67.267

96.384

96.384

4.

Totaal financieringskasstroom

15.105

38.736

61.949

26.941

40.685

67.135

63.976

5.

Rekening courant RHB 31 december + depositorekeningen (=1+2+3+4)

1.433.699

1.001.805

557.696

476.488

434.696

400.483

372.833

Toelichting

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de inkomsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.

Investeringskasstroom

Hieronder vallen de verkopen van activa en de nieuwe investeringen. De nieuwe investeringen hebben betrekking op het in stand houden van de activa van RWS.

Financieringskasstroom

Hieronder vallen alle geldstromen die gerelateerd zijn aan de financiering van het agentschap. RWS doet een beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën ter financiering van de investeringen. Daarnaast wordt in de begroting van het agentschap rekening gehouden met de aflossing op deze leenfaciliteit.

Tabel 133 Overzicht aanvullende indicatoren
 

Realisatie 2024

Suppletoire Begroting September 2025

2026

2027

2028

2029

2030

Omschrijving

       

Apparaatskosten per eenheid areaal (bedragen x € 1.000)

       

Hoofdwatersysteem

1,6

1,7

1,8

1,8

1,7

1,7

1,7

Hoofdwegennet

36,7

39,8

40,2

40,7

39,6

39,8

39,7

Hoofdvaarwegennet

34,0

35,1

35,5

35,7

35,2

35,3

35,1

        

% Apparaatskosten ten opzichte van de omzet

       

% Apparaatskosten ten opzichte van de omzet

23%

24%

22%

19%

20%

21%

22%

        

Tarief per FTE (bedragen x € 1)

       

Tarief per FTE

168.591

171.920

165.695

165.046

164.464

163.857

164.025

Toelichting

Apparaatskosten per eenheid areaal

Deze indicator geeft informatie over hoe de kosten die het apparaat van RWS maakt voor exploitatie en onderhoud zich ontwikkelen ten opzichte van het areaal.

Percentage apparaatskosten ten opzichte van de omzet

Deze indicator geeft de verhouding weer tussen de kosten van het apparaat en de totale omzet (zowel BLS als GVKA) van RWS.

Tarief per FTE

Deze indicator geeft de ontwikkeling weer van de kosten (personele kosten, materiele kosten, afschrijvingskosten en rentelasten) per formatieve ambtelijke FTE.

Licence