De zorg voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen uit de Tweede Wereldoorlog (WO II) is geborgd en mensen beseffen, mede op basis van de gebeurtenissen uit WO II, wat het betekent om in vrijheid te kunnen leven.
Het Nationaal Vrijheidsonderzoek 2025 geeft aan dat zowel de Nationale Herdenking als Bevrijdingsdag nog steeds door het grootste deel van de Nederlandse bevolking belangrijk of heel belangrijk worden gevonden. Maar liefst 80% van de Nederlanders geeft aan de Nationale Herdenking (heel) belangrijk te vinden. Als het gaat om Bevrijdingsdag is dat 73%. Vergeleken met vorig jaar is het belang dat men hecht aan de Nationale Herdenking iets gedaald. Mensen vinden Bevrijdingsdag iets belangrijker dan vorig jaar. De herdenking en Bevrijdingsdag worden belangrijk gevonden vanwege voornamelijk de volgende redenen: men is van mening dat het belangrijk is om stil te staan bij de vrijheid en diegenen die daarvoor hun leven hebben gegeven; omdat de dagen een gevoel van saamhorigheid geven; en omdat het belangrijk is ons te realiseren dat zoiets als de Tweede Wereldoorlog niet meer zou mogen plaatsvinden. Motieven die zijn gerelateerd aan angst voor oorlog, zijn belangrijker geworden: 64% herdenkt uit angst dat zoiets als de Tweede Wereldoorlog weer kan gebeuren (tegenover 58% in 2024).
Nationaal Vrijheidsonderzoek 2025

De minister is verantwoordelijk voor de continuïteit, kwaliteit, effectiviteit en toekomstgerichtheid van specifieke zorg en het stelsel van pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II. Het is belangrijk om de herinnering aan WO II levend te houden en te borgen dat blijvend betekenis kan worden gegeven aan het verhaal. De minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren: van het blijvend betekenis laten houden aan de herinnering aan WO II.
Financieren: van begeleidende instellingen voor maatschappelijk werk en sociale dienstverlening aan erkende deelnemers aan het voormalig verzet en oorlogsgetroffenen, van instellingen die de herinnering aan de WO II levend houden.
Regisseren: het in stand houden en ondersteunen van een infrastructuur die het mogelijk maakt de zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II te garanderen en de herinnering aan WO II blijvend betekenis te laten houden, actueel houden van de wet- en regelgeving voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II.
Uitvoeren: opdrachtgever en toezichthouder van diverse ZBO’s en het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Het is de ambitie van dit kabinet dat iedereen in Nederland in elke levensfase op een kwalitatief goede manier in aanraking komt met het verhaal van WOII en de Holocaust. Omdat het verhaal hierover straks niet meer uit eerste hand kan worden verteld, zijn andere manieren van kennisoverdracht belangrijker geworden. Daarom wordt deze infrastructuur vanaf 2026 versterkt en uitgebreid. Concreet gaat het om het versterken van organisaties als het Nationaal Comité 4 en 5 mei en de Nationale Herinneringscentra. Vanaf 2026 ontvangen de acht musea 40-45, aangesloten bij de stichting musea 40-45, ook een Rijksbijdrage. Door hun regionale spreiding vormen zij een belangrijke spil in het realiseren van de (regionale) opgave om het verhaal van de WO II te vertellen en hebben daarbij een belangrijke educatieve functie. Verder worden een aantal landelijke initiatieven ondersteund die een bewezen meerwaarde hebben omdat zij op innovatieve wijze het verhaal van de WO II en de Holocaust overbrengen aan een breed publiek.
Nationaal Herinneringscentrum Kamp Westerbork, geopend in 1983, is het oudste herinneringscentrum van Nederland. Vanaf deze plek werden meer dan 100.000 Nederlandse Joden, Sinti en Roma afgevoerd naar nazivernietigingskampen als Auschwitz-Birkenau en Sobibor. Westerbork neemt daarmee een centrale plaats in voor kennisoverdracht over de WO II en de Holocaust. Om het erfgoed zichtbaar te maken en te behouden voor volgende generaties en Holocausteducatie te versterken, er in totaal €15.000.000 beschikbaar gesteld voor de jaren 2026 en 2027 zodat de vernieuwing van Kamp Westerbork gefaseerd van start kan gaan.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 212.000 | 213.570 | 208.185 | 191.304 | 169.395 | 157.038 | 146.705 |
Uitgaven | 218.154 | 213.936 | 208.456 | 191.304 | 169.395 | 157.038 | 146.705 | |
7.10 | De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeeln. en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WOII | 28.784 | 27.974 | 39.147 | 37.496 | 30.171 | 30.688 | 30.760 |
Subsidies (regelingen) | 28.414 | 26.866 | 38.040 | 36.388 | 29.063 | 29.579 | 29.651 | |
Nationaal Comité | 9.902 | 6.159 | 7.454 | 7.671 | 7.920 | 8.134 | 8.134 | |
Nationale herinneringscentra | 4.171 | 3.270 | 12.562 | 12.774 | 5.273 | 5.283 | 5.283 | |
Herinnering Indisch Molukse Doelgroep | 2.010 | 3.441 | 3.330 | 2.477 | 2.477 | 2.484 | 2.484 | |
Zorg- en dienstverlening | 5.849 | 7.389 | 7.195 | 7.028 | 6.840 | 6.863 | 6.863 | |
Overige | 6.482 | 6.607 | 7.499 | 6.438 | 6.553 | 6.815 | 6.887 | |
Bekostiging | 0 | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 | |
Overige | 0 | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 | |
Opdrachten | 370 | 482 | 481 | 482 | 482 | 483 | 483 | |
Overige | 370 | 482 | 481 | 482 | 482 | 483 | 483 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 0 | 226 | 226 | 226 | 226 | 226 | 226 | |
Overige | 0 | 226 | 226 | 226 | 226 | 226 | 226 | |
7.20 | Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeeln. en oorlogsgetroffenen WOII | 189.370 | 185.962 | 169.309 | 153.808 | 139.224 | 126.350 | 115.945 |
Inkomensoverdrachten | 179.854 | 175.165 | 158.674 | 143.287 | 128.706 | 115.804 | 105.399 | |
Wetten/regelingen verzetsdeelnemers/oorlogsgetroffenen | 179.854 | 175.165 | 158.674 | 143.287 | 128.706 | 115.804 | 105.399 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 9.516 | 10.797 | 10.635 | 10.521 | 10.518 | 10.546 | 10.546 | |
Sociale Verzekeringsbank | 9.516 | 10.152 | 10.152 | 10.147 | 10.146 | 10.175 | 10.175 | |
Pensioen- en Uitkeringsraad | 0 | 645 | 483 | 374 | 372 | 371 | 371 | |
Ontvangsten | 1.690 | 3.339 | 3.339 | 3.339 | 3.339 | 3.339 | 3.339 | |
Budgetflexibiliteit
Subsidies
Van het beschikbare budget van € 38 miljoen is 52,8% juridisch verplicht, 37,2% bestuurlijk gebonden. Het betreft de financiering van aangegane verplichtingen op basis van de Kaderregeling VWS-subsidies. Dit betreft zowel instellingsubsidies die jaarlijks worden verleend als projectsubsidies die meerjarig kunnen zijn. 9,9% is beleidsmatig gereserveerd.
Bekostiging
Van het beschikbare budget van € 0,4 miljoen is 46,0% juridisch verplicht. Het betreft de bekostiging van wachtgelden, de vervoerskosten en de niet op grond van een wettelijke regeling of ziektekostenregeling vergoede kosten van behandeling door stichting Centrum’45, inclusief de noodzakelijke verblijfskosten. 54,0% is vrij te besteden.
Inkomensoverdrachten
Van het beschikbare budget van € 158,7 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bekostiging van de pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II.
Opdrachten
Van het beschikbare budget van € 0,5 miljoen is 19,3% bestuurlijk gebonden en 80,7% beleidsmatig gereserveerd.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Van het beschikbare budget van € 10,7 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bijdragen aan de SVB en de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR).
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Van het beschikbare budget van € 0,2 miljoen is 40,7% bestuurlijk verplicht. Het betreft de jaarlijkse bijdrage aan International Holocaust Remembrance Association. Het restant is vrij te besteden.
2026 | |
---|---|
juridisch verplicht | 91,0% |
bestuurlijk gebonden | 6,8% |
beleidsmatig gereserveerd | 2,0% |
nog niet ingevuld/vrij te besteden | 0,2% |
1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en
Oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WO II
Subsidies
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Het ministerie van VWS verleent in 2026 een instellingssubsidie van circa € 6,2 miljoen aan het Nationaal Comité voor met name de organisatie van de nationale herdenking op 4 mei en de viering op 5 mei. Voor de structurele ondersteuning van de sector is een bedrag van € 1,3 miljoen gereserveerd. In totaal is er € 7,5 miljoen beschikbaar voor het Nationaal Comité.
Nationale herinneringscentra
Het ministerie van VWS verleent instellingssubsidies (circa € 3,1 miljoen) aan de vijf nationale herinneringscentra: Kamp Vught, Kamp Westerbork, Kamp Amersfoort, het Indisch Herinneringscentrum en het Oranjehotel. Deze spelen een belangrijke rol bij de blijvende betekenis van en de collectieve herinnering aan WO II. Voor de structurele ondersteuning van de sector is een bedrag van € 2,1 miljoen gereserveerd. Voor de renovatie van het kampterrein van Kamp Westerbork is in totaal 15 miljoen gereserveerd, € 7,5 miljoen in 2026 en € 7,5 miljoen in 2027.
Zorg- en dienstverlening
Na WO II is in Nederland voor de deelnemers aan het voormalig verzet en de oorlogsslachtoffers geleidelijk een stelsel van pensioenen, uitkeringen en hulp- en dienstverlening ontstaan. Dit komt voort uit de principes van ereschuld tegenover de deelnemers aan het voormalig verzet en bijzondere solidariteit tegenover de oorlogsslachtoffers. Het aantal voormalig verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen neemt gestaag af. Deze afname wordt enigszins geremd door de omstandigheid dat tweede generatie oorlogsgetroffenen en verzetsdeelnemers via het convenant «Convenant Vindbaar en toereikende ondersteuning voor de tweede generatie oorlogsgetroffenen» in aanmerking komen voor ondersteuning. Gezien deze ontwikkelingen moeten ook de uitvoeringsorganisaties zich aanpassen. Het is belangrijk dat dit op een verantwoorde manier gebeurt, zodat continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening zijn gewaarborgd. Het ministerie van VWS begeleidt en faciliteert deze ontwikkeling. Om zorg- en dienstverlening (maatschappelijk werk, sociale dienstverlening) aan (erkende) verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen mogelijk te maken, worden onder andere subsidies (in totaal € 7,2 miljoen) verleend aan gespecialiseerde instellingen zoals Joods Maatschappelijk Werk, Stichting Arq en Nederlands Veteranen Instituut.
Overige
Dit betreft subsidies om de noodzakelijke samenhang en samenwerking aan te brengen in het educatieve/kennisaanbod, de digitalisering en het museale aanbod over WOII. In 2026 voert de stichting WO2Net (€ 1,6 miljoen) activiteiten uit om deze samenhang te bevorderen en samenwerking te initiëren en te stimuleren. Om deze activiteiten te stimuleren is er een budget van € 1 miljoen beschikbaar voor een subsidieregeling die in 2026 verder gaat. Aan het Nationaal Monument Kamp Westerbork wordt een subsidie verleend voor gastsprekers op scholen (€ 0,3 miljoen). Gastsprekers vertellen elk hun eigen verhaal over de WOII in Nederland of Nederlands-Indië, of over recente conflicten en vredesmissies. Tevens ontvangen de Anne Frank Stichting en het Niod subsidie(€ 0,8 miljoen) het uitvoeren van educatieve activiteiten en verrichten van wetenschappelijk onderzoek over WOII. Ook is er budget beschikbaar voor het Holocaustmuseum (€ 1,5 miljoen). Voor de structurele ondersteuning van de sector is een bedrag van 2,4 miljoen gereserveerd. In totaal is er in 2026 € 7,5 miljoen beschikbaar.
2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II
Inkomensoverdrachten
Wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen
De wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen worden alleen nog bijgesteld als wijzigingen in aanpalende wetten dat noodzakelijk maken, bijvoorbeeld op het terrein van zorg en sociale zekerheid. In het kader van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen uit WO II (Wuv, Wubo en Wbp) worden onder andere tegemoetkomingen (inkomensafhankelijk) en vergoedingen (inkomensonafhankelijk) voor bijzondere voorzieningen toegekend als onderdeel van de totale uitkering. Het betreft met name uitgaven voor medische voorzieningen, huishoudelijke hulp, deelname maatschappelijk verkeer en overige voorzieningen zoals vervoer. Voor 2026 is € 158,7 miljoen beschikbaar, waarvan het merendeel voor de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (€ 98,2 miljoen). Voor de Wubo en de Wbp is in 2025 € 40,3 miljoen respectievelijk € 13,2 miljoen beschikbaar.
Kengetal: Uitkeringen aan Oorlogsgetroffenen WO II (bedragen x €1.000.000)

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Sociale Verzekeringsbank (SVB) en Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR)
Om pensioenen, uitkeringen en bijzondere voorzieningen te kunnen toekennen aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen, is in 2026 € 10,2 miljoen beschikbaar voor de SVB en de PUR.
Prestatie-indicator: percentage eerste aanvragen dat door de PUR en de SVB binnen de (verlengde) wettelijke termijn is afgehandeld.
