Base description which applies to whole site

11. BATEN-LASTENDIENST DEFENSIE TELEMATICA ORGANISATIE

Gespecificeerde verantwoordingsstaat 2010

(Bedragen x € 1000)
 

Oorspronkelijke vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2009

Baten

    

Opbrengst moederdepartement

316 144

364 121

47 977

359 867

Opbrengsten overige departementen

36 810

43 532

6 722

44 520

Opbrengst derden

145

209

64

206

Rentebaten

 

77

77

 

Vrijval voorzieningen

 

43

43

 

Bijzondere baten

    

Totaal baten

353 099

407 982

54 883

404 593

Lasten

    

Apparaatskosten

    

– personele kosten

200 058

212 768

12 710

229 069

– materiële kosten

98 341

126 865

28 524

135 582

Rentelasten

5 700

4 259

-1441

5 697

Afschrijvingskosten

    

– materieel

46 000

35 914

-10086

41 657

– immaterieel

3 000

1971

-1029

2 366

Overige lasten

    

– dotaties voorzieningen

 

2 145

2 145

3 055

– bijzondere lasten

 

3 648

3 648

 

Totaal lasten

353 099

387 570

34 471

417 426

Saldo van baten en lasten

0

20 412

20 412

– 12 833

Algemeen

In 2010 is ingezet op het terugdringen van inhuur, meer declarabel inzetten van het vaste personeel, procesvereenvoudiging, sanering en betere benutting van het wagenpark, terugbrengen van licentiekosten en kritische beoordeling van noodzakelijke investeringen.

Opbrengst moederdepartement

Substantieel hogere omzet is onder andere verkregen door uitbreidingen in functionaliteiten als gevolg van de samenvoeging waardoor onder andere de omzetcategorie Marktkosten is opgenomen. Dit betreft ingekochte diensten van de private markt die direct doorbelast worden aan de klantbudgetten en als omzet verantwoord worden. De defensieonderdelen hebben in 2010 meer werkplekken afgenomen dan voorzien in de begroting. Dit heeft gezorgd voor hogere omzet bij het moederdepartement. De omzet in de categorie telefonie is gerealiseerd op de maximale waarde van de dienstverleningsovereenkomst.

Opbrengst overige departementen

De dienstverlening aan overige departementen is ten opzichte van 2009 met ruim € 1 miljoen afgenomen omdat geen producten meer worden aangeboden die niet in de standaardportfolio zijn opgenomen.

Opbrengst derden

Een klein deel van de dienstverlening wordt verleend aan de Navo en haar partners. De grote posten betreffen vooral het regulier onderhoud voor netwerken (€ 0,115 miljoen) en dragerdiensten (€ 0,073 miljoen). Daarnaast worden telefoonkosten en diverse kleine posten in rekening gebracht.

Personele kosten

Door efficiencymaatregelen is het vaste personeel afgenomen. Per saldo wordt nu meer werk door minder mensen uitgevoerd. In 2010 is de in 2009 ingezette koers om inhuur te beperken voortgezet. Voor 2010 is stringent gekeken naar inhuur en is het beleid dat aflopende contracten niet meer worden verlengd.

De hogere realisatie ten opzichte van de begroting 2010 is technisch van aard omdat de inhuur ten behoeve van het Defensie Investeringsplan met ingang van 2010 via de begroting van Ivent loopt terwijl hier ten tijde van het opstellen van deze oorspronkelijke begroting nog geen sprake van was. IVENT verzorgt de inkoop van ingehuurd personeel voor IV-projecten en voert hier de projectenadministratie over. In 2010 bedroeg deze post ongeveer € 35 miljoen.

Materiële kosten

(Bedragen x € 1 000)

 

Begroting 2010

Realisatie 2010

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Directe kosten

42 741

67 249

24 508

Huisvestingskosten

10 500

11 943

1 443

Kantoorkosten

3 400

3 021

-379

Verkoopkosten

100

24

-76

Algemene kosten

3 600

6 425

2 825

Kosten hard- en software

38 000

38 203

203

Totaal materiële kosten

98 341

126 865

28 524

De directe kosten zijn in 2010 hoger dan begroot als gevolg van de hogere opbrengsten. Verder waren de algemene kosten in 2010 hoger aangezien de afboeking van oninbare vorderingen hierop verantwoord is. Dit betreft de posten «openstaande posten 2008» en «dubbele beheerlasten SPEER» voor een totaal bedrag van € 4,8 miljoen. Normaal gesproken worden omzetafboekingen met betrekking tot voorgaand boekjaar gesaldeerd in de omzet van het lopende boekjaar. Gezien het bijzondere karakter van deze buiten invorderingstelling zijn deze posten in 2010 apart gepresenteerd.

Rentelasten

De lagere rentelasten zijn hoofdzakelijk veroorzaakt door de lagere investeringen. Daarnaast is enerzijds in 2010 een aantal dienstverleningsovereenkomsten laat getekend en zijn de budgetten door de afnemers laat vrijgegeven. De liquiditeit is hierdoor negatief beïnvloed. Anderzijds zijn doorbelastingen vanuit het departement (zoals salarisuitgaven) vertraagd betaald. Dit heeft de liquiditeit positief beïnvloed. Als gevolg daarvan is de stand op de rekening courant bij het ministerie van Financiën beter geweest en de rentelast lager uitgevallen dan begroot.

Bijzondere lasten

In 2009 is een overschrijding van € 3,5 miljoen op de IVENT-onderdelen die onder het kas-verplichtingenstelsel vallen als vordering op het moederdepartement opgenomen en verantwoord in de jaarrekening DTO. Deze vordering is in 2010 niet voldaan door het moederdepartement. De vordering 2009 is afgeboekt en als verlies genomen binnen de baten-lastendienst DTO. In 2010 bedraagt de overschrijding € 0,1 miljoen. Aangezien de kosten hun oorsprong vinden in de onderdelen met een kas-verplichtingenstelsel en verantwoord worden binnen de baten-lastendienst DTO wordt dit als bijzondere last verantwoord en toegelicht.

Resultaat

Het saldo van de baten en lasten over 2010 bedraagt € 20,4 miljoen positief. Dit resultaat is verwerkt in het eigen vermogen. Dit positieve resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere omzet moederdepartement, minder inhuur van personeel en lagere afschrijvingskosten door uitgestelde investeringen.

Balans per 31 december 2010

(Bedragen x € 1 000)

Omschrijving

Balans 2010

Balans 2009

Activa

  

Immateriële activa

5 424

3 532

Materiële activa

  

– gebouwen en terreinen

21 029

20 909

– machines en installaties

9 987

11 348

– computerapparatuur

60 219

73 116

– overige bedrijfsmiddelen

2 336

3 243

Voorraden

4 118

3 604

Debiteuren

43 724

56 666

Nog te ontvangen/overlopende activa

35 141

35 859

Liquide middelen

33 269

15 024

Totaal activa

215 247

223 301

Passiva

  

Eigen Vermogen

  

– exploitatiereserve

12 064

– verplichte reserve

  

– onverdeeld resultaat

20 412

– 12 833

Subtotaal eigen vermogen

20 412

– 769

   

Leningen bij het Ministerie van Financiën

63 872

78 678

Voorzieningen

6 320

5 890

Crediteuren

63 238

58 845

Nog te betalen/overlopende passiva

61 405

80 657

Totaal passiva

215 247

223 301

Eigen vermogen

Het saldo van baten en lasten over 2010 bedraagt € 20,4 miljoen. Dit resultaat is verwerkt in het eigen vermogen. Op basis van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet van de afgelopen 3 jaar (€ 378,4 miljoen in 2008, € 404,6 miljoen in 2009 en € 407,9 miljoen in 2010) bedraagt het maximaal toelaatbaar eigen vermogen € 19,8 miljoen.

Debiteuren

De stand debiteuren is lager dan ultimo 2009 omdat goed is geanticipeerd op kassluiting bij het moederdepartement.

Leningen bij het ministerie van Financiën (langlopend)

(Bedragen x € 1 000)

 

Stand 31-12-2010

Stand 31-12-2009

Leningen bij het ministerie van Financiën

  

Vermogensconversielening

12 606

13 306

Investeringsleningen

51 266

65 372

Totaal leningen

63 872

78 678

Toelichting leningen

Deze leningen zijn opgenomen ter financiering van de vaste activa. Conform regelgeving worden alle activa gefinancierd via de investeringslening bij het ministerie van Financiën.

Voorzieningen

De verloopstaat voor de voorzieningen

(Bedragen x € 1 000)

 

Stand 31-12-2009

Dotaties 2010

Vrijval 2010

Onttrekkingen 2010

Stand 31-12-2010

Wachtgelduitkeringen

4 621

2 101

 

– 1 086

5 636

FPU57

1 269

44

 43

– 586

684

Totaal aan voorzieningen

5 890

2 145

– 43

– 1 672

6 320

Toelichting voorzieningen

De voorzieningen zijn per 31 december 2010 geactualiseerd. Als gevolg daarvan is er een dotatie aan de voorziening Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) en wachtgelden geweest. Deze dotatie 2010 wachtgelduitkeringen is het gevolg van de reorganisatie van het dienstencentrum Operations en daaruit resulterende medewerkers die aanspraak maken op de wachtgeldregeling. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde. De gehanteerde rekenrente is vastgesteld op basis van de wettelijke rente 2010 (drie procent). De onttrekking van € 1,7 miljoen betreft betaalde FPU en wachtgeld. Alle voorzieningen hebben een langlopend karakter.

Nog te betalen/overlopende passiva

(Bedragen x € 1 000)

 

Stand 31-12-2010

Stand 31-12-2009

Salarissen en sociale lasten

7 677

22 959

Aflossing leningen ministerie van Financiën

31 806

35 589

Overige overlopende passiva

21 922

22 109

Totaal overlopende passiva

61 405

80 657

De post salarissen en sociale lasten betreft reserveringen voor vakantiedagen en de opbouw van het vakantiegeld. De afname hierin heeft te maken met tijdig doorbelasten van salariskosten door het moederdepartement. De afname van het saldo leningen wordt veroorzaakt door minder investeringen in 2009 en 2010 waardoor een lager saldo af te lossen is ontstaan. De post «overige overlopende passiva» is hoger per ultimo 2009 omdat de nog te ontvangen inkoopfacturen die hier worden gepresenteerd, toegenomen zijn.

Kasstroomoverzicht 2010

(Bedragen x € 1 000)
  

Oorspronkelijke vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2010 + stand

depositorekeningen

45 074

15 024

– 30 050

     

2.

Totaal operationele kasstroom

49 000

60 797

11 797

    

 

 

Totaal investeringen (-/-)

– 60 000

– 24 845

35 155

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

 

112

112

3.

Totaal investeringskasstroom

– 60 000

– 24 733

35 267

    

 

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

  

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

 

769

769

 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 51 000

– 35 589

15 411

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

60 000

17 000

– 43 000

4.

Totaal financieringskasstroom

9 000

– 17 820

– 26 820

     

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2010 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

43 074

33 268

– 9 806

Depositorekening

Plaatsing op depositorekening was pas mogelijk per juli 2010. Als gevolg van vertragingen in het betaalproces van Defensie is de geldstroom pas in mei 2010 op gang gekomen. Na betaling van diverse salarisrekeningen is resterend kasgeld gebruikt om op deposito te zetten. Dit saldo is in de loop van 2010 opgebouwd tot een maximum van € 70 miljoen. Het deposito is ultimo 2010 weer volledig afgebouwd.

Operationele kasstroom

In de operationele kasstroom is het positieve resultaat de belangrijkste factor. De mutatie in debiteuren en het gebruik van de leverancierskredieten (toename crediteuren) houden elkaar redelijk in evenwicht.

Investeringskasstroom

De gerealiseerde investeringen zijn zoals al eerder vermeld fors lager dan vorig jaar en dan begroot. In 2010 is geïnvesteerd in activa categorie computerapparatuur (Nafin Duct-in-Duct en server opslagruimte) en in activa categorie gebouwen & terreinen (renovatie Maasland B-gang).

Financieringskasstroom

In 2010 is een beroep gedaan op de leenfaciliteit van € 17 miljoen. De aflossingen op leningen bij het ministerie van Financiën over het jaar 2010 zijn lager dan in de ontwerpbegroting is vermeld, aangezien al enige jaren geen volledige uitputting van het leenplafond heeft plaatsgehad.

Het uitstaand saldo op de leenfaciliteit is in 2010 verlaagd.

Doelmatigheidsparagraaf

De focus van doelmatigheid ligt op twee gebieden: operationele performance en financiële doelmatigheid. Door het omvangrijke portfolio dat wordt gevoerd is het niet mogelijk om model 3.80 volledig te voeren. Generieke kostprijzen per product zijn niet aan te geven door de grote verscheidenheid en karakter van het door DTO gevoerde portfolio.

Doelmatigheidsindicatoren c.q. kengetallen tot en met 31 december 2010
Omschrijving generieke deel

 

2007

2008

2009

2010

Leverbetrouwbaarheid SLA's

78,8%

84,7%

87,8%

86,0%

Oplossend vermogen Service Desk Defensie

58,7%

76,3%

75,6%

69,0%

Tijdigheid klachtafhandeling

71,8%

67,0%

89,9%

90,0%

Opdrachtgeverstevredenheid

71,7%

74,0%

72,8%

70,0%

Vte'n totaal

  

2 178

2 181

– Burgers

  

2 056,0

2 083

– Militairen

  

122,0

98

     

Omzet per productgroep Generiek

    

(x € 1 miljoen)

 

243,9

  

Housing

  

2,6

2,4

Defensiepas en MFSC

  

8,9

8,1

Handelsgoederen

  

20,3

16,5

Evenementen

  

3,7

0,1

WDD Algemeen

  

128,7

134,3

WDD specifiek

  

9,4

10,8

Communicatie dienst basis

  

21,2

31,4

Communicatie dienst specifiek

  

5,6

9,3

Connectivity

  

39,0

40,2

     

Omschrijving specifiek deel

    

 

2007

2008

2009

2010

Kostprijs per werkplek (norm)

100%

99%

98%

88%

Kostprijs per werkplek (realisatie)

 

92%

87%

82%

     

Omzet per productgroep Specifiek

    

(x € 1 miljoen)

 

134,5

  

Dienstontw. & klantopdracht specifiek

  

-

1,0

Advies & applicaties

  

34,5

36,0

IV services

  

6,5

13,7

Externe applicatie diensten

  

6,2

3,4

Software

  

1,0

0,9

Hosting ERP

  

21,2

27,7

Hosting MF

  

12,0

10,0

Applicatie Hosting

  

13,1

11,0

Exploitatie Connectivity

  

0,1

0,2

Hosting overig

  

0,2

0,1

Marktkosten IV-I & IV-E gelden

  

69,6

48,0

NSA

  

1,4

Dubbele beheerlasten

  

1,0

kleine diverse omzetposten

  

0,8

0,4

In 2010 is de operationele doelmatigheid tot uiting gekomen in kwaliteit IV-voorziening (inclusief de klantwaardering en eindgebruikers) en door de leverbetrouwbaarheid SLA's. Op de Kritische Prestatie Indicatoren (KPI) wordt een gewogen gemiddelde van 76 procent behaald. De indicatoren liggen daarmee boven de norm van 75 procent. Ten opzichte van 2009 is een geringe daling te zien. Dit wordt onder andere veroorzaakt door uitgestelde investeringen.

Het personeels- en arbeidsplaatsenbestand van het baten-lastendeel is voor het eigen personeel beneden de grenzen van het dubbelslot baten/lastendienst gebleven. Gemiddeld heeft DTO een bezetting van 2 181 VTE’n eigen personeel. Doelmatigheid op het gebied van personeel is vooral zichtbaar geworden in het terugdringen van de inhuur (zie toelichting personele kosten).

Als indicator voor de ontwikkeling van de doelmatigheid wordt de prijs per werkplek gebruikt. De prijs per werkplek voor 2007 is gesteld op 100. De daling van de kostprijs per werkplek komt door verhoging van de efficiency. In de realisatiecijfers is een afname te zien waaruit blijkt dat de taakstellingen effect sorteren.

Tot en met 2008 werd de omzet voor werkplekken gerealiseerd door vooraf een prijs per werkplek af te stemmen met de beleidsverantwoordelijke. In 2009 is er gefactureerd op basis van beschikbaar budget en in 2010 is de facturatie gebaseerd op de werkelijke afname.

De totale omzet per productgroep 2010

De omzet van IVENT bestaat voor het merendeel uit ontvangsten voor geleverde producten en diensten, die zijn opgenomen in de Producten- en Dienstencatalogus (PDC).

De meest omvangrijke diensten van IVENT zijn de werkplekdiensten en telefonie (40 procent van de omzet). Er is in 2010 sprake geweest van een grotere afname. De volgende grote omzetcategorie (11 procent van de omzet) betreft de marktkosten voor IV-I en IV-E.

Licence