Base description which applies to whole site

Artikel 91. Algemeen

Op dit artikel worden alle uitgaven opgenomen die niet specifiek aan een van de beleidsdoelstellingen uit de beleidsartikelen zijn toe te rekenen. Het betreft hier enkele niet nader toe te wijzen programmabudgetten en apparaatsuitgaven van de VROM- en WWI begrotingen.

91.1 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Artikel 91. Algemeen
(x € 1 000)
 

Realisatie 2006

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Vastgestelde begroting 2010

Verschil 2010

Verplichtingen:

377 320

392 357

392 357

400 213

482 902

351 168

131 734

Uitgaven:

363 330

373 558

383 868

396 920

481 466

356 338

125 128

Programma:

15 508

23 943

30 398

36 943

47 604

50 045

– 2 441

 

Communicatie-instrumenten

6 612

7 577

7 475

8 457

8 291

5 709

2 582

 

Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StaB)

4 782

5 063

5 117

5 358

5 425

5 425

0

 

Overige vastgoedinformatievoorziening

2 966

8 390

13 276

21 399

24 062

38 911

– 14 849

 

Ruimtelijk Planbureau

1 148

1 192

1 098

0

0

0

0

 

Programma / onderzoek Milieu en Natuur Planbureau (MNP)

0

0

0

0

0

0

0

 

Programma / onderzoek Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf (GOB)

0

1 721

3 432

1 332

0

0

0

 

Programmauitgaven Juridsiche Zaken

0

0

0

0

1 709

0

1 709

 

Verzameluitkering

0

0

0

397

8 117

0

8 117

Apparaat:

347 822

349 615

353 470

359 977

433 862

306 293

127 569

 

Beleidsartikelen XI-VROM

42 937

44 810

47 482

52 349

49 264

35 432

13 832

 

Apparaat artikel 1 (DGR)

8 375

9 758

10 239

8 774

0

0

0

 

Apparaat artikel 2 (DGR)

2 332

1 060

3 229

6 910

0

0

0

 

Apparaat artikel 3 (DGM)

4 523

5 054

6 527

8 143

0

0

0

 

Apparaat artikel 4 (DGM)

4 697

4 653

6 226

6 480

0

0

0

 

Apparaat artikel 5 (DGM)

4 368

4 604

1 141

0

0

0

0

 

Apparaat artikel 6 (DGM)

5 134

5 262

6 499

7 372

0

0

0

 

Apparaat artikel 7 (DGM)

5 025

5 432

1 315

0

0

0

0

 

Apparaat artikel 7 Internationale Zaken (IZ)

4 783

5 242

6 000

7 497

0

0

0

 

Apparaat artikel 8 (DGR)

675

591

5 308

7 173

0

0

0

 

Apparaat artikel 8 (DGM)

3 025

3 154

998

0

0

0

0

 

Apparaat beleidsartikelen XI-VROM

0

0

0

0

49 264

35 432

13 832

        
 

Beleidsartkelen XVIII-WWI

47 762

45 024

45 852

46 194

26 686

21 151

5 535

 

Apparaat artikel 1 (DGWWI)

0

0

4 160

3 327

0

0

0

 

Apparaat artikel 2 (DGWWI)

8 295

9 127

5 155

6 418

0

0

0

 

Apparaat artikel 3 (DGWWI)

13 973

13 507

18 294

23 240

0

0

0

 

Uitvoering huursubsidie

21 315

14 219

3 887

2 162

0

0

0

 

Apparaat artikel 4 (DGWWI)

0

3 642

9 519

6 440

0

0

0

 

Apparaat artikel 5 (DGWWI)

4 179

4 529

4 837

4 607

0

0

0

 

Apparaat beleidsartikelen WWI

0

0

0

0

26 686

21 151

5 535

        
 

Departementsleiding, control, expertdiensten en overige staf:

63 866

67 876

43 443

42 071

0

0

0

 

Apparaat projecten VROM

0

257

302

0

0

0

0

 

Apparaat DGWWI

2 852

5 472

877

364

0

0

0

 

Apparaat DGR

6 572

5 336

1 009

4

0

0

0

 

Apparaat DGM

2 358

2 112

1 509

0

0

0

0

 

Apparaat departementsleiding, control en overig staf

14 325

14 834

0

0

0

0

0

 

Apparaat Ruimtelijk Planbureau (RPB)

5 563

5 579

4 881

0

0

0

0

 

Apparaat Milieu en Natuur Planbureau (MNP)

32 196

34 286

34 865

0

0

0

0

 

Apparaat Planbureau Leefomgeving (PBL)

0

0

0

41 703

0

0

0

        
 

Planbureau en Raden:

6 661

7 491

6 797

6 093

41 158

37 397

3 761

 

VROM-Raad

1 835

2 077

1 672

1 655

442

2 082

– 1 640

 

Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO)

1 390

1 532

1 209

1 272

275

520

– 245

 

Waddenadviesraad (WAR)

605

592

646

657

661

724

– 63

 

Adviesraad Gevaarlijke Stoffen (AGS)

1 014

1 082

980

837

786

0

786

 

Technische Commissie Bodembescherming (TCB)

619

574

644

676

633

632

1

 

Gemeenschappelijk OntwikkelingsBedrijf (GOB)

1 198

1 634

1 646

996

0

0

0

 

Apparaat Planbureau Leefomgeving (PBL)

0

0

0

0

38 361

33 439

4 922

         
 

Postactieven:

10 038

10 032

9 770

8 913

7 823

10 369

– 2 546

 

Postactieven DGWWI

2 456

2 317

0

0

0

0

0

 

Postactieven DGR

577

584

0

0

0

0

0

 

Postactieven DGM

1 577

1 543

0

0

0

0

0

 

Postactieven Inspectie

1 548

1 594

0

0

0

0

0

 

Postactieven RPB

64

76

0

0

0

0

0

 

Postactieven GD/CSt

3 816

3 918

9 770

8 913

0

0

0

 

Postactieven VROM &WWI

0

0

0

0

7 823

10 369

– 2 546

        
 

Gemeenschappelijke voorzieningen:

176 558

174 382

200 126

204 357

194 885

168 684

26 201

 

Gemeenschappelijke voorzieningen

151 497

149 051

175 242

178 712

169 610

143 765

25 845

 

Huurbijdrage aan RGD

25 061

25 331

24 884

25 645

25 275

24 919

356

        
 

Bekostiging van externe uitvoeringsorganisaties

0

0

0

0

114 046

33 260

80 786

 

Bekostiging van externe uitvoeringsorganisaties

0

0

0

0

114 046

33 260

80 786

        
 

Taakstellingen

0

0

0

0

0

0

0

 

Rijksbrede taakstelling apparaat

0

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten:

57 798

47 748

198 345

44 962

224 527

32 779

191 748

Toelichting

Verplichtingen

De totale verplichtingen over 2010 vallen € 131,7 mln hoger uit dan in de vastgestelde begroting 2010 is geraamd. De verklaring hiervoor is met name gelegen in de vastlegging van de opdrachten aan het RIVM en het AgentschapNL. De opdrachtverlening aan deze uitvoeringsorganisaties wordt binnen VROM en WWI centraal gecoördineerd door de Centraal Opdrachtgever. Doel hiervan is het verbeteren van overzicht op de totale opdracht, kwaliteitsverbetering van het hele opdrachtproces en terugdringen van de administratieve lasten. Als onderdeel hiervan zijn de benodigde budgetten voor bekostiging van deze externe uitvoeringsorganisatie op één plaats in de begroting gezet. Daanaast wordt de hogere verplichtingenrealisatie verklaard door hetgeen bij de uitgaven nader is toegelicht.

Uitgaven

91.2 Programma
91.2.1 VROM brede Communicatie instrumenten (€ 2,6 mln)

In 2010 zijn vanuit andere begrotingsartikelen voor o.a. de bijdrage aan Milieu Centraal 2011 € 1,2 mln extra middelen aan dit instrument toegevoegd. Daarnaast bleek een deel van van het communicatiebudget ten onrechte geboekt te zijn op het instrument bekostiging externe uitvoeringsorganisatie. Bij 1e suppletoire begroting 2010 is dit bedrag overgeboekt (€ 3,4 mln). Hiermee kwam het budget voor de VROM brede Communicatie instrumenten uit op € 10,3 mln. Ten opzichte hiervan en de realisatie is sprake van een onderuitputting van € 2,0 mln. Dit wordt verklaard doordat als gevolg van de kabinetswisseling en de besluitvorming over de departementale herindeling geplande communicatieactiviteiten niet zijn uitgevoerd.

91.2.2 Overige vastgoedinformatievoorziening (– € 14,8 mln)

In verband met een vertraging bij het project Basisregistratie Grootschalige Topografie zijn de verplichtingen en uitgaven in 2010 lager dan bij de vastgestelde begroting 2010 geraamd. Ook heeft de lagere uitgavenrealisatie te maken met de wijziging van de verantwoording materiële uitgaven en de kosten van externen. Deze worden niet op dit programmainstrument verantwoord maar op de instrumenten voor de apparaatskosten.

91.2.3 Verzameluitkering

De navolgende budgetten (x 1 000) op de begroting van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zijn in de verzameluitkering opgenomen en overgedragen aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties:

  • beleidsthema sanering verspreid liggende kassen (€ 2 290);

  • bijdrage 2010 voor Bestaand Rotterdams Gebied (€ 2 500);

  • bijdrage zwerf- en huishoudelijk afval (€ 2 299)

    Deze bijdrage wordt gecompenseerd uit de extra ontvangsten van het restant van het Fonds LUVO (zie artikel 4 «Duurzaam produceren»);

  • bijdrage CETSI (€ 800);

  • bijdrage Stuurgroep windenergie (€ 138);

  • subsidiebijdrage geluidmetingen gemeente Brunssum (€ 40);

  • subsidie Windplan Wieringermeer (€ 50)

De uitkering aan de medeoverheden vindt plaats door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

91.3 Apparaat

Beleidsartikelen XI-VROM, Beleidsartikelen XVIII-WWI en Apparaat Planbureau voor de Leefomgeving

De uitgaven 2010 vallen in totaal € 24,3 mln hoger uit dan in de vastgestelde begroting 2010 is geraamd. Dit komt met name doordat de gemiddelde loonkosten bij VROM/WWI hoger zijn dan het Rijksgemiddelde. Enerzijds omdat bij VROM/WWI relatief veel personeel aan het einde van hun schaal zit (vergrijzing en ontgroening), terwijl in de budgettering het midden van de schaal als norm is gehanteerd. Anderzijds omdat er, als gevolg van reorganisaties, relatief veel personeel in een hogere schaal zit dan voor de functie is voorgeschreven. Voorts kent VROM/WWI een gering financieel besparingsverlies met betrekking tot de realisatie van de personele taakstelling Programma Vernieuwing Rijksdienst (2007–2011). Op basis van het geraamde natuurlijke verloop heeft VROM/WWI gekozen voor een sneller implementatietijdpad van de taakstelling dan Programma Vernieuwing Rijksdienst. Als gevolg van de slechte arbeidsmarkt valt het natuurlijke verloop tegen, waardoor het snellere implementatietijdpad niet is gehaald en het tijdpad van Programma Vernieuwing Rijksdienst realistischer blijkt te zijn. Dit heeft als gevolg dat VROM/WWI met een incidenteel budgettair tekort is geconfronteerd. Binnen de begroting van VROM/WWI is dit gecompenseerd.

Gemeenschappelijke voorzieningen

De realisatie is ten opzichte van de vastgestelde begroting 2010 € 26,2 mln hoger. Voor een belangrijk deel wordt dit verklaard door de VROM-brede heroriëntering op de bedrijfsvoering waarbij naast de materiële uitgaven ook de personele uitgaven op het niveau van de organisatieonderdelen zijn herzien (zie hiervoor). Ten tijde van de Ontwerpbegroting 2010 zijn personele uitgaven op het instrument «Nominaal en onvoorzien» geplaatst. Deze zijn bij 2e suppletoire begroting 2010 (€ 10,0 mln) op basis van het vermoedelijk beloop van de personele uitgaven van de organisatieonderdelen over de verschillende instrumenten verdeeld. Daarnaast zijn vanuit de specifieke onderuitputting binnen de VROM en WWI-begroting middelen beschikbaar gesteld die verband houden met de stevige transitieopgave als gevolg van departementale herverkavelingen naar aanleiding van het Regeerakkoord. Tenslotte wordt de hogere realisatie verklaard door de middelen voor de materiële uitgaven en kosten voor inhuur exteren die vanuit het programma overige vastgoedinformatie naar dit programma zijn overgeheveld.

Bekostiging van externe uitvoeringsorganisaties

De overuitputting bij de uitgaven ad. € 80,8 mln wordt verklaard door:

  • een groot aantal overboekingen vanuit andere artikelen ten behoeve van de betalingen aan het RIVM (onderzoek) – € 12,3 mln en het AgentschapNL – € 59,9 mln;

  • de bijdragen van de portefeuilles WWI, Milieu en Ruimte aan incidentele en structurele kosten van de WABO van in totaal € 8,6 mln.

Ontvangsten

Afdracht Agentschap

In de afgelopen jaren (voor 2010) zijn uitgaven voor investeringen in en onderhoud en beheer aan huisvesting van Hoge Colleges van Staat, het ministerie van AZ en het Koninklijk Huis rechtstreeks ten laste van de begrotingen van VROM en WWI geboekt. Vanaf 2010 wordt gebruik gemaakt van de systematiek die gangbaar is binnen het huisvestingstelsel: voor investeringen en onderhoud wordt door de Rgd een beroep gedaan op de leenfaciliteit van het ministerie van Financiën en ten laste van de begroting voor WWI worden gebruiksvergoedingen geboekt die aan de Rgd worden betaald ter dekking van rente en aflossing van de lening en apparaatskosten van de Rgd.

Om te zorgen dat huisvestingsprojecten die in 2009 of eerder al in uitvoering waren genomen, maar nog niet volledig afgerond voor 1 januari 2010, voor de volledige waarde geactiveerd zouden worden en niet alleen het deel dat na 1 januari 2010 is uitgevoerd, is een conversielening afgesloten met het ministerie van Financiën. De Rijksgebouwendienst heeft op die manier eenmalig € 157,0 mln via de leenfaciliteit ontvangen.

Volgens de gangbare procedure van het ministerie van Financiën bij dergelijke conversieleningen wordt met het bedrag van de lening betaald voor de waarde van de onderliggende activa aan het ministerie van Financiën. De afdracht door de batenlastendienst verloopt via het moederdepartement aan het ministerie van Financiën. In dit geval is het bedrag teruggestort naar het moederdepartement (VROM) en daar in zijn geheel verantwoord bij artikel 91 van de VROM begroting op het daartoe bestemde instrument «Afdracht agentschap». De lening en terugbetaling is bij de 2e suppletoire begroting 2010 geregeld.

91.4 Slotwet
(Bedragen x € 1 000)

Artikel 91. Algemeen

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Stand 2e suppletoire begroting 2010

394 379

494 368

223 550

Mutaties Slotwet 2010

88 523

– 12 902

977

Stand Slotwet 2010 (realisatie)

482 902

481 466

224 527

Toelichting

Verplichtingen

Op dit artikel is na de 2e suppletoire begroting 2010 een aantal budgettaire mutaties verwerkt, waarvan de omvangrijkste zijn:

  • 1. de overhevelingen vanuit diverse artikelen voor de opdrachtverlening AgentschapNL 2011 naar dit artikel (€ 26,9 mln);

  • 2. een verplichtingenschuif van € 78,0 mln in verband met de dekking voor de meerjarige opdracht aan het RIVM 2011–2014.

Met deze overhevelingen en nog enkele kleinere budgetmutaties is feitelijk sprake van een onderuitputting van het verplichtingenbudget van € 16,0 mln.

Uitgaven

Ook op het uitgavenbudget is na de 2e suppletoire begroting 2010 een aantal mutaties verwerkt. In totaal gaat het om een ophoging van het budget met € 2,7 mln. Hiermee komt de onderuitputting uit op € 15,6 mln.

Toelichting op de onderuitputting

De onderuitputting van het verplichtingen- als het uitgavenbudget wordt met name verklaard door:

  • een onderuitputting op het instrument «Gemeenschappelijke voorzieningen»: minder uitgaven in het kader van Sociaal Flankerend beleid (€ 7,1 mln), lager uitgaven ICT-beheer, lagere personeelskosten vanwege terughoudend vacaturebeleid en vertraging in de uitvoering bij onder meer Bestuursondersteuning en Communicatie (€ 4,2 mln);

  • een onderuitputting op het instrument «post-actieven» van € 1,7 mln, hetgeen komt doordat met een aantal medewerkers later dan gepland afspraken zijn gemaakt. De uitkeringen volgen in 2011.

Licence