Base description which applies to whole site

BELEIDSPRIORITEITEN

Inleiding

Het begrotingsjaar 2010 was een bijzonder jaar. In de eerste plaats omdat we het grootste deel van het jaar te maken hadden met een demissionair kabinet. Dat verklaart waarom het jaarverslag 2010 niet volledig overeenkomt met de beleidsagenda in de begroting voor 2010. Zo is de indeling aan de hand van de beleidsdoelstellingen van het kabinetsprogramma Samen werken, samen leven niet gevolgd en zijn er enkele accentverschillen in de opzet van de beleidsprioriteiten. De afspraak om de begroting en het jaarverslag aan elkaar te spiegelen blijft echter overeind. Om toch op hoofdlijnen informatie te verschaffen over de afloop van het vorige kabinetsprogramma is onderstaande tabel opgenomen.

In de tweede plaats was 2010 een speciaal jaar vanwege het aantreden van een nieuw kabinet en daarmee het ontstaan van een nieuw ministerie van Economische Zaken, Innovatie en Landbouw (EL&I). Een ministerie dat staat voor een economisch toonaangevend Nederland met een landbouw- en voedselsector van wereldformaat. EL&I werkt aan een concurrerend ondernemingsklimaat, gericht op innovatie en ondernemerschap, met oog voor de positie van de consument. En aan een zekere en betaalbare energievoorziening, waarbij energie en economie hand in hand gaan.

In 2010 werkte EL&I volgens drie lijnen aan de versterking van de Nederlandse concurrentiekracht:

  • Ruimte bieden aan ondernemerschap en innovatie

  • Nederland sterk positioneren in de wereld

  • Een toekomstbestendige energievoorziening

Nr. Kabinetsdoelstelling/

– project

Omschrijving

Nr. Beleidsartikel/Operationeel Doel

Realisatie in 2010 op betreffende OD (verplichtingen in mln €) 1

Behaalde eindresultaat 2010

14

Het versterken van het innovatief vermogen van de Nederlandse economie.

2, OD 1, 2

695,2

– Gestimuleerde private R&D-uitgaven: € 1,48 door WBSO, € 144 mln door innovatiekredieten

– 28 IPC’s van start gegaan met in totaal 824 deelnemende MKB-bedrijven, 8 327 vouchers verstrekt aan MKB-bedrijven

– 2 066 kenniswerkers/ onderzoekers dankzij crisismaatregel kenniswerkers aan het werk

15

Meer zelfstandige ondernemers met personeel en meer snelle groeiers in 2011.

3, OD 2

1 525,7

– Via BMKB in 2010 € 742 mln aan garanties verstrekt.

– 656 microkredieten verstrekt.

– Stichting microfinanciering en ondernemerschap functioneert zelfstandig

– 47 nieuwe samenwerkingsprojecten BiB

– 51 Onderwijs Netwerken Ondernemen opgericht in het primaire onderwijs t/m het MBO.

16

Minder regels, minder instrumenten, minder loketten

3, OD 2

1 525,7

– In 2010 is netto € 10,9 mln reductie van de administratieve lasten gerealiseerd (3,8%). In totaal is sinds 2007 netto € 63,2 mln reductie gerealiseerd (21,8%).

– Antwoord voor Bedrijven had 1,8 miljoen bezoeken

17

Een slagvaardige aanpak van economische ontwikkeling in top- en grensregio’s

3, OD 3

285,3

– Alle programma’s overtekend met aanvragen

– € 1,164 2 miljard aan uitgelokte investeringen, 2 8162 betrokken partijen, 207 grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden

project

Nederland Ondernemend Innovatieland

2, OD 2

10, OD 3

532,0

– 6 maatschappeijke innovatieagenda’s uitgevoerd op het terrein water, energie, veiligheid, zorg, onderwijs en agro

– Aantal departementen dat SBIR inzet toegenomen tot 7

– 9 SBIR aanbestedingen gestart, totaal ruim € 30 miljoen, door EL&I, LNV, VWS en V&W.

1

De bedragen in deze tabel illustreren het financieel belang van een kabinetsdoel of -project. De begroting is ingericht op beleidsartikelen en niet op kabinetsdoelen. De in dit overzicht gepresenteerde bedragen worden daarom ook steeds op het niveau van het samenhangende operationele doel gegeven. Het is dus mogelijk dat een bedrag ten goede komt aan meerdere kabinetsdoelstellingen en dus meerdere keren wordt genoemd.

2

Betreft een schatting

Economie in 2010: Gematigde groei dankzij opleving wereldhandel

In 2010 stonden de begrotingstekorten in een aantal Europese landen centraal, met name in Griekenland en Ierland. Dit leidde tot onrust op financiële markten. Nadat steunmaatregelen de rust aanvankelijk deden terugkeren, namen de zorgen over de soliditeit van de overheidsfinanciën gedurende het jaar weer toe. Het effect van de zorgen over overheidsfinanciën in perifere landen op de Nederlandse overheidsfinanciën is tweeledig: Beleggers namen hun vlucht naar relatief veilig geachte landen, waardoor de Nederlandse overheid goedkoper kon gaan lenen. Daar staat tegenover dat Nederland nu garant staat voor schulden van andere Europese overheden en dat de eigen budgettaire problemen nog niet zijn opgelost.

Dit raakte ook de reële economie omdat consumenten en bedrijven, vanwege overheidsschulden en een kwetsbaar financieel stelsel in het algemeen, terughoudend waren in hun bestedingen. Het consumentenvertrouwen was eind 2010 nog van een vergelijkbaar niveau als aan het begin van het jaar. De economische groei moest het dus niet van de consumptie door Nederlandse huishoudens hebben. Ook van de binnenlandse vraag door bedrijven ging geen merkbare groei-impuls uit, gezien het feit dat het bedrijfsleven in 2010 nog steeds te maken had met overcapaciteit. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat in 2010 circa 5% minder is geïnvesteerd in vaste activa.

Dat maakte dat de internationale ontwikkelingen des te meer van belang waren voor de Nederlandse economie. Nadat de wereldhandel in de eerste helft van 2009 haar dieptepunt bereikte, werd in de tweede helft van het jaar herstel ingezet. Dit herstel werd in 2010 voortgezet en vormde de grootste aanjager voor de Nederlandse economie. De uitvoer van goederen en diensten groeide met bijna 11%.

Het producentenvertrouwen is gedurende het jaar dan ook gestaag verbeterd. 2010 werd het eerste jaar na de crisis waarin de Nederlandse economie gemiddeld weer groeide. De economische opleving was in 2010 met een groei van het bruto binnenlands product van 1,8% echter niet uitbundig. Deze beperkte groei was niet voldoende om de krimp van bijna 4% in 2009 goed te maken.

In het begin van 2010 liep de werkloosheid op naar 6,1% van de beroepsbevolking. Gedurende de rest van het jaar vond een daling plaats naar 4,8% in december 2010. Het jaargemiddelde kwam daarmee op 5,4% uit. Deze ontwikkeling is opmerkelijk te noemen, gezien het feit dat in de begroting van 2010 nog werd uitgegaan van een stijging naar 8%. Ook in vergelijking met andere landen was de Nederlandse werkloosheid in 2010 laag.

Voor 2011 verwacht het Centraal Planbureau dat het werkloosheidpercentage gemiddeld op 5 % zal uitkomen. 1 Het gaat uit van 1¾% economische groei. Er is dus net als in 2010 sprake van een beperkte groei. Dit hangt vooral samen met afnemend herstel van de wereldhandel, ombuigingsoperaties en het wegvallen van de opbouw van voorraden. De verwachting is dat de groei wel evenwichtiger zal zijn: zij leunt minder op de uitvoer en meer op de consumptie door huishoudens en investeringen door bedrijven. Desalniettemin zal ook in 2011 de vraag vanuit het buitenland de grootste bijdrage leveren aan de economische groei: Nederland blijft immers een klein land met open grenzen.

Ruimte bieden aan ondernemerschap en innovatie

Ondernemerschap is de kurk waarop onze economie drijft. Een gezond vestigingsklimaat daagt mensen uit, biedt heldere regels en een goede toegang tot kapitaal.

In 2010 ondersteunde EL&I grote en kleine bedrijven bij het verkrijgen van kapitaal en de inzet van medewerkers voor R&D. De (tijdelijk verruimde) inzet van instrumenten zoals de Borgstellingsregeling voor het Midden- en Kleinbedrijf (BMKB) en de fiscale aftrek voor R&D-personeel (WBSO) werd versterkt door extra crisismaatregelen, zoals de kenniswerkersregeling. Deze laatste regeling zorgde ervoor dat 2 066 kenniswerkers aan het werk konden blijven. In het kader van een innovatief MKB werd in 2010 wederom geïnvesteerd in de Innovatieprestatiecontracten (IPC’s). Er namen 824 bedrijven deel aan 28 IPC’s, met als doel tot meer innovatieve samenwerking te komen. Uit de recente evaluatie van dit instrument blijkt dat bijna 90 % van de deelnemende bedrijven meer aan innovatie doet vanwege de IPC. Mede daarom wordt de IPC-regeling in 2011 verruimd.

De BMKB kende in 2010 een recordhoogte van € 742 mln aan verstrekte borgstellingen voor MKB-bedrijven. Mede naar aanleiding van het advies van de Taskforce Kredietverlening onder leiding van dhr. Loek Hermans heeft het kabinet besloten om in 2011 de verruiming van de BMKB te verlengen. Dit zorgt ervoor dat de kredietverlening aan gezonde MKB-bedrijven niet in de knel komt.

Van de tijdelijke crisismaatregel Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) is de benutting in 2010 gekomen op € 677 mln, bijna drie keer zo hoog als in 2009 (€ 242 mln). Hierdoor konden ruim 100 bedrijven geholpen worden om hun bancaire financiering rond te krijgen.

In 2010 is besloten deze regeling te verlengen tot eind 2011, vanwege de gevolgen van de crisis. Hiervoor zal het resterende budget van circa 0,6 mld worden ingezet.

In 2010 was er veel belangstelling voor de tenders van de Seed capital regeling. Zes nieuwe fondsen zijn gehonoreerd. Dit betekent dat er nu 34 investeringsfondsen, met een gezamenlijk investeringsbudget van ruim € 237 mln, actief investeren in technostarters. In 2010 zijn vanuit deze investeringsfondsen 27 investeringen verricht met een totale investeringsomvang van € 13,5 mln. Het totaal aantal investeringen is hiermee gekomen op 126.

De economische en maatschappelijke benutting van publiek gefinancierde kennis kan en moet beter. Daarom werd op 1 juni 2010 de subsidieregeling van het Programma Valorisatie opengesteld. Het programma omvat de Subsidieregeling Kennisexploitatie (onderdeel van TechnoPartner) en de Centers of Enterpreneurship (onderdeel van het actieprogramma Onderwijs en Ondernemen). Er zijn vijf plannen gehonoreerd voor in totaal € 23,3 mln.

Het reduceren van onnodige regeldruk en administratieve lasten voor het bedrijfsleven was ook in het afgelopen jaar een belangrijk speerpunt. Afgezien van een brede aanjaagfunctie naar andere delen van de (rijks)overheid, heeft EL&I ook een eigen departementale reductie gerealiseerd van 3,8 %, met een netto waarde van € 10,9 mln. Hiermee werd in de afgelopen kabinetsperiode aan EZ-zijde in totaal een departementaal resultaat van 21,8% lastenreductie geboekt. Rijksbreed is verder een belangrijke stap gezet met het verplichten van e-factureren via Digipoort.

Daarnaast was Antwoordvoorbedrijven.nl met een bezoekersaantal van 1,8 miljoen een belangrijke vraagbaak voor ondernemers. Niet alleen via de computer, maar ook via smart phones, want in 2010 lanceerde Antwoordvoorbedrijven een Nederlandstalige en als eerste rijksdienst een Engelstalige mobiele website. Door de invoer van het systeem van vaste verandermomenten (VVM) was op deze website per 1 januari 2011 in een oogopslag te zien welke regels veranderd waren. Door de VVM hebben wetten en AMvB’s slechts twee ingangsdata: 1 januari en 1 juli.

In een goed vestigingsklimaat spelen marktordening en een adequate bescherming van consumenten een belangrijke rol. Onder meer door de inzet van de Mededingingswet, de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), de OPTA, de Telecommunicatie- en Winkeltijdenwet werkt EL&I aan gezonde concurrentieverhoudingen en marktwerking. De Winkeltijdenwet is in november 2010 aangenomen door de Eerste Kamer en per 1 januari 2011 in werking getreden. Daarmee is meer duidelijkheid gecreëerd over het gebruik van de toerismebepaling door gemeenten. Ook is een nieuw wetsvoorstel voor de Aanbestedingswet in de zomer van 2010 voor behandeling aangeboden aan de Tweede Kamer. Doel van het wetsvoorstel is een professionalisering van het aanbesteden door publieke opdrachtgevers.

Via de Wet Handhaving Consumentenbescherming, de Consumentenautoriteit en de informatievoorziening van Consuwijzer zet EL&I zich in voor de versterking van de positie van de consument. Zo heeft Consuwijzer in 2010 informatie verstrekt voor afnemers van diensten, in verband met de in 2010 geïmplementeerde dienstenrichtlijn. Dat de waardering voor Consuwijzer groot is, blijkt uit het feit dat Consuwijzer.nl in 2010 is uitgeroepen tot «Beste Overheidswebsite». Verder was er verscherpte aandacht voor de consumentenrechten op de geliberaliseerde telecom- en energiemarkten. In het kader van de Agenda Telecomconsument zette EL&I in op het verbeteren van tariefinformatie, het wegnemen van problemen rondom wachttijden bij betaalde klantenservices en ongewilde SMS-diensten. Dit laatste blijft een continu aandachtspunt: in april komen er nieuwe regels waardoor consumenten niet kunnen worden afgesloten van een telefoondienst als ze een klacht indienen over de kosten van sms-diensten.

Met de Strategische Nota Mobiele Communicatie heeft EL&I in 2010 de kaders geschetst voor toekomstige veilingen en gebruik van frequenties voor mobiele communicatie. Er wordt extra frequentieruimte (het 800 MHz-spectrum) beschikbaar gesteld voor mobiele communicatie om zo de sterke groei van mobiel breedband te faciliteren. Ook is besloten om de nieuwe frequentieruimte voor mobiel breedband gelijktijdig te veilen met de aflopende GSM-frequenties (900 en 1 800 MHz) in het voorjaar van 2012. Daarnaast wordt een deel van dit nieuwe spectrum gereserveerd voor nieuwkomers, zodat er meer ruimte komt voor concurrentie en innovatie. In 2011 worden afspraken opgesteld die de basis vormen voor een soepele introductie van mobiel breedband in de 800 MHz-band.

Nederland sterk positioneren in de wereld

Met de opkomst van nieuwe markten als China en India verschuift het economisch zwaartepunt en veranderen de internationale machtsverhoudingen. Daarom moet Nederland zich sterk positioneren en zich specialiseren op markten waar we internationaal een toppositie kunnen innemen; daar ligt ons concurrentievoordeel.

Om goed voor de belangen van het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland op te komen, is economische diplomatie van cruciaal belang. Dit geldt zowel bilateraal, in specifieke landen en markten, als in multilateraal kader (internationale handelsafspraken). Economische diplomatie is van bijzonder belang in sterk groeiende economieën waar de rol van de overheid relatief groot is, zoals Brazilië, India en China. Hier kan de Nederlandse overheid deuren openen voor Nederlandse ondernemers die anders gesloten blijven. In 2010 vonden tien economische missies plaats naar diverse landen. Ook droeg het Nederlandse paviljoen op de Expo 2010 in Shanghai in belangrijke mate bij aan de versterking van de relaties met China. Van de 73 miljoen Expo-bezoekers hebben 8,5 miljoen bezoekers het Nederlandse paviljoen «Happy street» bezocht. Een belangrijke stap voor het Nederlandse bedrijfsleven in 2010 was verder de ondertekening door de EU van een bilateraal vrijhandelsakkoord met Zuid-Korea.

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is een onlosmakelijk onderdeel van de internationale inzet van EL&I. In 2010 was Nederland, via het voorzitterschap van de werkgroep, nauw betrokken bij de actualisering van de OESO Richtlijnen voor Multilaterale Ondernemingen. Deze actualisering zal in 2011 worden afgerond. Ook in het eigen internationale instrumentarium speelt MVO een belangrijke rol. De regeling Internationaal Excelleren is zo aangepast dat de eis om geen gebruik te maken van kinder- en dwangarbeid een plek krijgt als toetsingsgrond. Verder is EL&I nauw betrokken geweest bij het wetsvoorstel dat beoogt het niet melden van kinder- en of dwangarbeid bij investeringsprojecten in het buitenland te beboeten. Het wetsvoorstel is eind 2010 voor advies naar de Raad van State gegaan.

Buitenlands economisch beleid gaat verder dan import en export. Het gaat ook om het aantrekken van buitenlandse investeerders en kenniswerkers. EL&I werkt aan de acquisitie van buitenlandse investeerders via de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). In 2010 ondersteunde de NFIA 155 buitenlandse investeringsprojecten met een totale investeringswaarde van € 956 mln. Deze projecten zullen op termijn 3 793 arbeidsplaatsen opleveren. Ruim de helft van deze 155 projecten zijn afkomstig uit Azië. Met name China en Zuid-Korea.

Om aantrekkelijk te blijven voor hoogwaardige buitenlandse investeerders is een excellent innovatieklimaat onontbeerlijk. Innovatie verhoogt de productiviteit van bedrijven en is daarmee een belangrijke bron voor onze toekomstige welvaartsgroei. Daarbij neemt het belang om onderscheidend te zijn steeds meer toe. Het kabinet kiest er daarom voor gericht te investeren in die sectoren waar Nederland door zijn ligging en geschiedenis sterk in is: water, agrofood, tuinbouw, hightech, life sciences, chemie, energie, logistiek en creatieve industrie. Bedrijfsleven, kenniswereld en overheid bepalen gezamenlijk voor elk van deze topsectoren de prioriteiten en stellen gezamenlijk een actieagenda op.

Een van de instrumenten die in de topsectorenaanpak wordt ingezet is een revolverend Innovatiefonds. En onderdeel van dit fonds, het Innovatiekrediet, kende een hoge benutting in 2010. Met € 48 mln aan publieke middelen werden 25 voorstellen gehonoreerd. Dit leidde vervolgens tot € 144 mln aan private R&D-uitgaven voor technologisch hoogwaardige innovatieprojecten.

ICT speelt een belangrijke rol als innovatie-as. Specifiek in de topsectoren, maar ook in de economie in den brede. Het World Congress on Information Technology 2010 bevestigde nog eens dat Nederland de digital gateway to Europe is. Een positie die we ook in de toekomst moeten vasthouden. In totaal zijn circa 4 000 geregistreerde bezoekers uit 90 landen op 25, 26 en 27 mei naar Amsterdam gekomen. Hierbij gaat het om vertegenwoordigers van ICT-bedrijven, overheden en gebruikersorganisaties Het WCIT werd afgesloten met de presentatie van de verklaring van Amsterdam. In de Verklaring van Amsterdam staat dat de ICT-sector zich in gaat zetten om de economische groei te stimuleren, onder andere door voldoende aanbod van breedbandinternet, van ICT-kennis en -professionals en door reductie van CO2-uitstoot.

Een toekomstbestendige energievoorziening

Een goede energievoorziening is cruciaal voor onze economische groei. EL&I werkt aan betrouwbare, betaalbare en duurzame energie via verschillende sporen.

In 2010 zijn verdere stappen gezet om de concurrentie op de energiemarkt te vergroten en de keuzevrijheid van afnemers te bevorderen. Ook zijn er verbeteringen doorgevoerd voor het functioneren van de gasmarkt, congestiemanagement, voorrang voor duurzame elektriciteit en investeringen in infrastructuur.

Voor een sterke internationale positionering op olie-, gas- en elektriciteitsmarkten heeft EL&I veel geïnvesteerd in bilaterale energiediplomatie (bijvoorbeeld via missies naar Rusland, Saoedi-Arabië en Noorwegen) en in multilaterale samenwerking. Zoals de lancering van de marktkoppeling van de elektriciteitsmarkten in de Benelux, Frankrijk en Duitsland in november 2010 en de voorbereidingen voor een geïntegreerde Noordwest-Europese elektriciteitsmarkt, die naar verwachting komend half jaar tot wasdom zal komen. Ook is verder geïnvesteerd in de positionering van Nederland als Gasrotonde van Noordwest Europa. De oprichting van het Overlegplatform Gasrotonde zal de samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid verder versterken. Speerpunten bij het Gasrotondebeleid zijn investeringen in innovatie, het wegnemen van onnodige reguleringsbarrières en een betere communicatie voor de versterking van het maatschappelijk draagvlak voor gasprojecten.

Een betrouwbare energievoorziening vergt continue aandacht voor een sterke energie-infrastructuur. In 2010 is de besluitvorming afgerond voor de ruimtelijke inpassing van nieuwe energie-infrastructuur zoals de procedure voor de Zuidring van de hoogspanningsverbinding Randstad 380 kV. Ook is de besluitvorming afgerond omtrent twee elektriciteitscentrales van NUON (Hemweg en Diemen), de stikstofbuffer Heiligerlee en het windpark Zuidlob. EL&I heeft hier onder meer aan bijgedragen via een rijksinpassingsplan, en een gecoördineerde vergunningverlening.

In 2010 is de streefwaarde van 9% duurzame elektriciteitsproductie gehaald. Verder is eind 2010 het wetsvoorstel voor congestiemanagement en Voorrang voor duurzaam door de Eerste en Tweede Kamer aangenomen. Doelstelling is dat duurzaam geproduceerde elektriciteit onbelemmerd getransporteerd kan worden, ook als er een situatie van transportschaarste optreedt. Wel moet nog invulling gegeven worden aan een goede verdeling van de kosten ingeval van transportschaarste. Hiervoor zal EL&I in 2011 nader overleg voeren met de Europese Commissie. Door het wetsartikel over kostenallocatie niet in werking te laten treden, kon de wetsbehandeling worden afgerond en kan de wet zo snel mogelijk in werking treden.

Voorrang voor duurzaam is vooral belangrijk in combinatie met de nieuwe SDE+. Beide moeten ervoor zorgen dat we uiteindelijk de doelstelling van 14 % duurzame energie in 2020 halen. In de laatste maanden van 2010 is hard gewerkt aan de voorbereiding van de SDE+, een stimuleringsregeling die ervoor zorgt dat zo veel mogelijk duurzame energie wordt opgewekt tegen zo laag mogelijke kosten. Kortom, zoveel mogelijk duurzame energie per euro. De planning is dat de SDE+ uiterlijk per 1 juli 2011 wordt opengesteld.

Verder is op het terrein van duurzame energie een belangrijke impuls gegeven aan de windenergieproductie op zee. EL&I steunt het FLOW-programma 2 met een subsidie van de helft van de kosten (met een maximum van € 23,5 mln) voor onderzoek naar en ontwikkeling van onder meer efficiënte windturbines, onderhoudsstrategieën en installatietechnieken voor windparken op grotere waterdiepte.

Kerncijfers 2010

Macro-economische ontwikkelingen
 

2008

2009

2010

Feitelijke groei BBP

Bron: CPB (CEP 2011) en CBS voor realisatie 2010

1,9%

– 3,9%

1,8%

Arbeidsproductiviteit per gewerkt uur in de marktsector (groei)

Bron: CPB (CEP 2011)

0,5%

– 3,1%

3,5%

Groei bruto bedrijfsinvesteringen

Bron: CPB (CEP 2011)

7,1%

– 18,2%

– 1,6%

Het Nederlandse bedrijfsleven
 

2008

2009

2010

Totaal aantal bedrijven in Nederland

Bron: EIM, kennissite MKB en Ondernemerschap

844 450

823 619

832 294

Aantal starters 1

Bron: EIM, kennissite MKB en Ondernemerschap

79 263

70 300

82 200

Aantal bedrijfsbeëindigingen

Bron: EIM, kennissite MKB en Ondernemerschap

50 567

62 800

67 200

Percentage MKB bedrijven dat de laatste drie jaar nieuwe producten op de markt heeft gebracht

Bron: EIM, kennissite MKB en Ondernemerschap

27%

30%

31%

Aantal internationaal opererende bedrijven in Nederland (Ondernemingen die importeren en/of exporteren.)

Bron: Agentschap NL

121 279

118 081

114 474

1

Definitie volgens het EIM: het beginnen van een nieuwe economische activiteit door een man/vrouw die nog geen onderneming heeft.

Inzet EZ

Innovatie (beleidsartikel 2)
 

2008

2009

2010

Aantal verstrekte innovatievouchers

Bron: Agentschap NL

8 000

8 177

8 327

Verzilveringspercentage van in voorafgaande jaar verstrekte vouchers

Bron: Agentschap NL

62%

60%

n.n.b.

Aantal IPC's

Bron: Agentschap NL

29

24

28

Aantal deelnemende bedrijven IPC’s

Bron: Agentschap NL

718

623

824

Aantal verstrekte innovatiekredieten

Bron: Agentschap NL

10 (€ 19 mln)

26 (€ 38 mln)

25 (€ 48 mln)

Aantal bedrijven dat gebruik maakt van WBSO

Bron: Agentschap NL

13 450

16 620

19 450

Innovatieprogramma's: deelnemende bedrijven en instellingen

Bron: Agentschap NL

2 254

4 092

6 100

Aantal gestarte SBIR-aanbestedingen

Bron: Agentschap NL

4

9

9

n.n.b. = nog niet bekend

Financiering (beleidsartikel 3)
 

2008

2009

2010

Aantal verstrekte garanties BBMKB

Bron: Agentschap NL

2 915

2 442

3 701

Bedrag aan garanties Groeifaciliteit

Bron: Agentschap NL

€ 23 mln

€ 10 mln

€ 25 mln

Regionale economische structuurversterking (beleidsartikel 3)
 

2007

2008

2009

2010

Aantal projecten Pieken in de Delta

Bron: Agentschap NL

68

77

84

60 1

Realisatie geherstructureerde bedrijventerreinen per 31 december (cumulatief)

Bron: Nicis Institute, Voortgang bedrijventerreinenbeleid over het jaar 2008 (2009)

835 ha.

(24% van einddoel)

1 547 ha.

(44% van einddoel)

4 352 ha. 2

(124 % van einddoel)

n.n.b. 3

Realisatie nieuwe bedrijventerreinen per 31 december (cumulatief)

Bron: Nicis Institute, Voortgang bedrijventerreinenbeleid over het jaar 2008 (2009)

279 ha.

(4 % van einddoel)

815 ha.

(12 % van einddoel)

1 095 ha. (16 % van einddoel)

n.n.b.3

n.n.b. -= nog niet bekend

1

Op basis van realisatiecijfers eerste tender 2010 en een schatting van de tweede tender 2010.

2

De sterke stijging van het aantal gerealiseerde project-ha wordt bijna volledig verklaard met het gereed komen van het project «Sloegebied Vlissingen Oost: deelproject herstructurering binnenvaart Vlissingen Oost». Dit project heeft een totale oppervlakte van 2 300 ha.

3

De cijfers voor 2010 zijn in april 2011 beschikbaar

Aantal bezoeken Antwoord voor Bedrijven (beleidsartikel 3)

Aantal bezoeken Antwoord voor Bedrijven (beleidsartikel 3)
Duurzame energie (beleidsartikel 4)
 

SDE 2008

SDE 2009

Wind op Zee

SDE 2010

SDE-subsidie

– toegekend

162 MW

619 MW

600 MW

589 MW

 

– nog toe te kennen

  

100 MW

40 MW

 

– totaal

162 MW

619 MW

700 MW

629 MW

Waarvan inmiddels in bedrijf

124 MW

87 MW

0 MW

4 MW

Bron: Agentschap NL, Overzicht PIB SDE 2008–2010 per 01.02 2011

    
Internationaal (beleidsartikel 5)
 

2008

2009

2010

Aantal economische missies

Bron: Agentschap NL

16

16

11

Aantal bedrijven dat dankzij Programma Starters Buitenland (PSB) internationaal is gaan ondernemen

Bron: Agentschap NL

349

434

525

Omvang aangetrokken investeringen (NFIA)

Bron: Agentschap NL

667,08

3 140

956

Aantal unieke Nederlandse bedrijven dat in het klantenbestand van de EVD staat ingeschreven en één of meer producten afneemt

Bron: Agentschap NL

51 018

58 016

67 971

1

Centraal Economisch Plan 2011, Centraal Planbureau, 22 maart 2011.

2

Far and Large Offshore Wind.

Licence