Base description which applies to whole site

Algemene toelichting

In 2011 is een groot aantal projecten, gericht op capaciteitsverbetering en verbetering van de veiligheid in en rond het spoor, volop in uitvoering. Onderstaande (deel)projecten zijn in 2011 opgeleverd:

  • Sporen in Arnhem; aanleg vierde perron, verlengen en vernieuwen van de perrons 1 tot en met 3, aanleg vrije kruising westzijde, vernieuwen perronkappen inclusief de traverse, vereenvoudigen van de sporen lay-out en het realiseren van diverse kunstwerken.

  • NSP Arnhem perrontunnel en OV Terminal fase 1; realisatie van de verlengde en verbrede perrontunnel in relatie tot reizigerscapaciteit.

  • Regionet Zaanlijn; meer capaciteit op de lijn Zaandam – Alkmaar door aanpassen van de beveiliging (seinverdichting) waardoor de opvolgtijd van de treinen is verkleind.

  • Regionet maatregelen Westpoort Aziëhavenweg; een directe aansluiting van goederen treinen van/uit Amsterdam CS met de Aziëhaven.

  • Halte Sassenheim.

  • Na NOV fase 1; het vervangen van gelijkvloerse kruisingen door ongelijkvloerse kruising

  • Reactivering Groningen – Veendam; de lijn is gereactiveerd en weer in de dienstregeling opgenomen

  • Rotterdam aanleg stamlijn Beerdam voor goederen in het Havengebied.

Verantwoording per artikelonderdeel / per project

De planning in de Rijksbegroting 2011 is gebaseerd op de financiële meerjarenplanning van ProRail van december 2009.Gedurende de periode tussen planning en uitvoering kan het voorkomen dat er, ondanks het feit dat planningen getoetst worden en er risicoanalyses op projectniveau worden uitgevoerd, verschillen ontstaan tussen gepland en gerealiseerd. Financiële ramingen en bouwfaseringen kunnen gedurende de bouw door diverse factoren wijzigen maar projecten krijgen ook te maken met mee- en/of tegenvallers in aanbesteding en/of uitvoering.

Door middel van mutaties in Voorjaarsnota en Najaarsnota 2011 zijn de ramingen voor 2011 bijgesteld op basis van actuele inzichten en middels de Memorie van toelichting behorende bij deze nota’s aan de Kamer toegelicht. Via deze verantwoordingsrapportage wordt teruggekeken naar de ontwerpbegroting 2011 (gebaseerd op de financiële meerjarenplanning van ProRail van december 2009) versus de uiteindelijke realisatie (december 2011).

Het totale beeld is dat – over het hele aanlegprogramma bezien – de uitvoering op koers ligt. Er is in 2011 € 747 mln. uitgegeven tegenover € 798 mln. aan geplande uitgaven. Hieronder worden substantiële verschillen per project nader toegelicht:

Projectoverzichten

Realisatieprogramma Railwegen (Personenvervoer) (13.03.01)

Project

uitgaven 2011in EUR miljoen

 

Gereed

Beschrijving

Begroting

Realisatie

Verschil

 

Begroting 2011

Realisatie 2011

Projecten nationaal

           

BB21(ontw. Bev21, VPT+, 25KV, ontw +

 

2

2

1

divers

 

implement. GSM-R)

       

divers

 

Geluid (emplacementen en innov. ontwikkeling)

       

divers

 

Geluidssanering spoorwegen

2

1

-1

     

Kleine projecten

2

0

-2

2

divers

 

HSA claim

       

divers

 

A'dam – Utrecht – Maastricht/Heerlen

           

Integrale spooruitbreiding Amsterdam-Utrecht

5

2

-3

3

2006/2007

 

Stations en stationsaanpassingen

           

Kleine stations

9

5

-4

4

divers

 

Overige projecten/lijndelen enz.

           

Afdekking risico's spoorprogramma's

           

AKI-plan en veiligheidsknelpunten

20

11

-9

5

divers

 

Intensivering Spoor in steden I

10

0

-10

6

divers

 

Intensivering Spoor in steden II

       

divers

 

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

7

1

-6

7

divers

 

Project Hoogfrequent Spoor

 

2

2

8

   

Ontsnippering

13

7

-6

9

divers

 

Projecten Noordwest Nederland

           

Amsterdam-Almere-Lelystad

           

OV SAAL korte termijn

66

21

-45

10

2016

 

Stations en stationsaanpassingen

           

Amsterdam Centraal spoor 10/15

       

2004/pm

 

Amsterdam Centraal Cuypershal

7

3

-4

11

2011

 

Amsterdam Centraal fietsenstalling

 

1

1

 

2009/15

 

Overige projecten/lijndelen

           

Regionet (incl. verkeersmaatreg. Schiphol)

34

16

-18

12

divers

 

Projecten Utrecht

           

Amsterdam-Utrecht-Maastricht/Heerlen

           

Vleuten-Geldermalsen 4/6 sporig (incl. RSS)

79

109

30

13

2005 e.v.

 

Stations en stationsaanpassingen

           

OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP

40

35

-5

14

2015

 

Overige projecten/lijndelen

           

Spoorwegovergang Soestdijkseweg Bilthoven

17

6

-11

15

2013

 

Projecten Zuidvleugel

           

Den Haag Centraal (tbv NSP)

28

27

-1

 

2013

 

Den Haag Centraal terugbouwen sporen 11/12

2

0

-2

16

2013

 

Rotterdam Centraal (tbv NSP)

48

56

8

17

2012

 

Overige projecten/lijndelen

           

Rijswijk-Schiedam incl.spoorcorridor Delft

53

97

44

18

2014

 

Projecten Brabant

           

Stations en stationsaanpassingen

           

Breda Centraal (tbv NSP)

10

1

-9

19

2014

 

Projecten Oost Nederland

           

Utrecht-Arnhem-Zevenaar

           

Traject Oost (perronverbredingen)

1

0

-1

20

2006/08/11

 

Traject Oost uitv. Convenant DMB

3

0

-3

21

2019

 

Sporen in Arnhem

80

96

16

22

2013

 

Arnhem Centraal (tbv NSP)

15

22

7

23

2011/2013

 

Spoorzone Ede

8

0

-8

24

nvt

 

Overige projecten/lijndelen

           

Hanzelijn

168

166

-2

 

2012

 

Projecten Noord Nederland

           

SporendriehoekNoord Nederland

 

14

14

25

?

 

Part. Spooruibr. Groningen-Leeuwarden

 

1

1

26

?

 

7 Totaal realisatieprogramma

778

701

       

1 BB21

De oplevering van het project BB21 is verschoven naar 2012 vanwege de extra activiteiten die nodig waren voor de indienststelling van ERTMS Level 1 op de Havenspoorlijn, de extra benodigde activiteiten voor het oplossen van verbindingsproblemen op de Betuweroute en het feit dat er 4 (niet onder BB21 vallende) projecten weden opgestart die tegelijkertijd op de Betuweroute uitgevoerd moesten worden waarover tussen de projecten afspraken gemaakt moesten worden.

2 Kleine Projecten

Eind 2010 is het project Baarn opgeleverd en zijn de resterende nazorgwerkzaamheden opgenomen en verantwoord via het project Nazorg gereedgekomen lijnen en halten.

3 Integrale spooruitbreiding Amsterdam-Utrecht

De lagere realisatie in 2011 wordt veroorzaakt door het feit dat de financiële bijdragen van de gemeente Amsterdam eerder door ProRail zijn ontvangen dan voorzien. Hierdoor heeft ProRail minder middelen bij IenM gedeclareerd. Daarnaast bleek een deel van het ingeplande onvoorzien in 2011 niet nodig.

4 Kleine stations

Als gevolg van het nog niet gereed zijn van de voorpleinactiviteiten is de indienststelling van de halte Sassenheim verschoven van april 2011 naar december 2011. Hierdoor is ook een deel van de in 2011 geplande ProRail activiteiten met bijbehorende uitgavenstroom doorgeschoven naar 2012. Tevens is er sprake van een gunstige kostenontwikkeling waardoor een deel van het budget ingeleverd kan worden. Het station is in december 2011 in gebruik genomen.

Bij het project Groningen Europapark is als gevolg van capaciteitsproblemen bij de aannemer de start van de bouw verschoven waardoor de uitgaven niet in 2011 zijn gerealiseerd.

5 Aki-plan en veiligheidsknelpunten

Als gevolg van het niet meer toepassen van ADOB installaties (automatische dubbele overwegbeveiliging) is een aantal deelprojecten uit de scope vervallen en is de hierbij behorende uitgavenstroom niet gerealiseerd. Deze installaties worden niet meer toegepast omdat overwegen hierdoor langer gesloten zijn. Eind 2010 is een alternatief programma vastgesteld wat gericht is op permanente verbetering van de overwegveiligheid. De voorbereiding hiervan heeft meer tijd in beslag genomen dan gepland. In 2012 zal worden gestart met de uitvoering van dit programma.

6 Intensivering Spoor in Steden

Bij het realiseren van uitgaven is IenM afhankelijk van hetgeen de betreffende gemeenten aan uitkeringen opvragen. Deze aanvragen zijn achtergebleven bij de oorspronkelijke verwachting.

7 Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

De geraamde uitgaven op deze post hebben voornamelijk betrekking op afwikkeling van claims, grondjuridische zaken (onder andere grondverkoop en onteigeningsprocedures) en geluidssanering van projecten die in dienst zijn gesteld en (financieel) zijn afgesloten. De duur van de afhandeling van dit type werkzaamheden is als gevolg van afhankelijkheid van derden lastig te ramen.

8 PHS

In 2011 is de beschikking «voorinvestering Doorstroomstation Utrecht» verleend. Deze gelden waren geraamd op PHS IF 13.05.01 en zijn bij Slotwet overgeboekt.Zie artikel 13.05 voor de overige onderdelen van PHS.

9 Ontsnippering

Het MJPO bestaat uit verschillende deelprojecten. Bij het deelproject «Zwaluwenberg» is sprake van een vertraging in de uitgavenstroom als gevolg van het niet tijdig verkrijgen van een bouwvergunning binnen het bestaande bestemmingsplan. Bij het deelproject «Den Dolder» is sprake van een gunstig aanbestedingsresultaat waardoor de uitgavenstroom in 2011 lager is uitgevallen dan eerder geraamd.

Binnen het deelproject «kleine faunavoorzieningen» was bij het opstellen van de raming nog sprake van veel onzekerheden omtrent planning en definitieve scope. De planning is bijgesteld en de aanbesteding is verschoven naar eind 2011.

10 OV SAAL

De korte termijn maatregelen op de Zuidtak in Amsterdam zijn in 2011 in realisatie genomen. ProRail voert conditionerende werkzaamheden uit, zoals het verleggen van kabels en leidingen. Voor het gedeelte in Amsterdam hebben Prorail en NS in het kader van robuust spoor en kort volgen bezien welke wijzigingen in de projectopzet nodig zijn. Dat leidde tot een vertraging van de start van het project, wat leidde tot lagere uitgaven in 2011. ProRail beziet momenteel welke maatregelen nodig zijn om de opgelopen vertraging in te lopen. Zie artikel 13.05 voor de overige onderdelen van OV SAAL.

11 Amsterdam CS Cuypershal

Het project bestaat uit de renovatie van de Cuypersgebouw en het verbeteren van de transfercapaciteit van de Midden- en Oosttunnel. Realisatie van de renovatie van het Cuypersgebouw is afgestemd op de werkzaamheden aan de Noord-Zuidlijn (gemeentelijk project) en verplaatst naar 2012/2013. Het verbeteren van de transferkwaliteit van de Midden- en Oosttunnel wordt afgestemd op de realisatie van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer, waarbij het verbeteren van de transferkwaliteit van de Middentunnel is verplaatst naar 2011/2013 en die van de Oosttunnel naar 2013/2015. De uitgaven 2011 zijn hierdoor achtergebleven.

12 Regionet

Binnen het deelproject «Verkorte treinopvolging Zaanlijn» bleek eind 2010 sprake van een gunstig aanbestedingsresultaat met als gevolg minder uitgaven in 2011.

Voor het deelproject «Hoofddorp, vorkaansluiting en keersporen» is in het kader van het zoeken naar mogelijke besparingen een tweetal varianten uitgewerkt. Dit heeft geresulteerd in het comprimeren van werkzaamheden, welke nu volledig zijn gepland in 2012. Hierdoor zijn de uitgaven verschoven van 2011 naar 2012. De indienststelling blijft op planning liggen.

Van het deelproject Beverwijk is zowel de bouwfasering als de hiermee samenhangende uitgavenstroom herzien als gevolg van discussie over de scope (oplossing middels lange of korte tunnel) en de daarmee verband houdende planologische besluiten.

In de loop van 2011 is voor het deelproject «Amsterdam Westhavenweg aanleg goederenspoor» een besparing gevonden van ongeveer € 2 mln. in het ontwerp. Daarnaast is op verzoek van de vervoerder besloten om binnen het programma eerst het deelproject Aziëhavenweg te realiseren met als gevolg dat zowel de uitgavenstroom als de indienststellingsdatum verschuift van 2011 naar 2012.

In de loop van 2011 is voor het deelproject «Wormerveer» een besparing gevonden van ongeveer € 2 mln. en heeft de gemeente het wensenpakket met betrekking tot voorplein gewijzigd waardoor het ontwerp aangepast moest worden. De indienststelling verschuift van 2011 naar 2012. De reiziger zal hier qua bouw activiteiten niet meer hinder van hebben dan in de oorspronkelijke planning.

Het deelproject Station Halfweg/Zwanenburg heeft in twee etappes vertraging opgelopen. Allereerst is de beschikkingsaanvraag later ingediend dan voorzien doordat NS later dan gepland een bedieningsgarantie heeft afgegeven. Daarnaast kreeg dit project te maken met een latere toekenning van de TVB (Trein Vrije Perioden) door noodzakelijk aanvullend onderzoek naar niet gesprongen explosieven en een archeologische vondst. Tevens was in 2011 sprake van een gunstig aanbestedingsresultaat. Genoemde oorzaken hebben geleid tot een lagere uitgavenstroom 2011.

Als gevolg van het vervallen van het project Almere Poort Inhaalspoor, deel van 2e fase herstelplan, is de scope van het deelproject Station Almere Poort gewijzigd van een 4-sporig station naar een 2-sporig station. Hierdoor zijn ontwerpen aangepast, de werkzaamheden volledig geconcentreerd in 2012 en daarmee ook de uitgavenstroom verschoven van 2011 naar 2012. De indienststelling in 2012 blijft gehandhaafd.

13 Vleuten-Geldermalsen 4/6 sp. incl. 1e fase Randstadspoor

De hogere realisatie in 2011 is het resultaat van een aantal onderdelen die versneld in uitvoering zijn gebracht. Naast deze versnelling zijn onderdelen ook duurder uitgevallen dan geraamd, zoals de nieuwe brug over de A27, trillingsmaatregelen, het onderstation Utrecht Zuid en grondverbetering van de bestaande baan. Deze effecten worden opgevangen binnen de totale begroting van het project.

14 OV Terminal stationsgebied Utrecht

De realisatie van dit project is in 2011 gestart. Gedurende de eerste helft van 2011 werden de consequenties van de vertraging in het voortraject duidelijk. Dat heeft geleid tot een neerwaartse bijstelling van de uitgavenstroom 2011.

15 Spoorwegovergang Soestdijkseweg Bilthoven

Er is besloten om werkterreinen te huren in plaats van te kopen (goedkoper) en de verwerving van benodigde gronden is vertraagd als gevolg van het nog niet definitief zijn van de projectgrenzen. Beide ontwikkelingen leiden hebben geleid tot een lagere uitgavenstroom in 2011.

16 Den Haag Centraal terugbouwen spoor 11 en 12

Het huidige ontwerp van dit stationsemplacement wordt heroverwogen omdat een efficiënter ontwerp mogelijk lijkt. Besluitvorming over de gewenste scope zal in het tweede kwartaal van 2012 duidelijkheid moeten geven. Het treinverkeer wordt in deze jaren afgewikkeld op het huidige emplacement, zodat er geen consequenties zijn voor de reizigers.

17 NSP Rotterdam

De hogere realisatie 2011 wordt voornamelijk veroorzaakt door invulling van de stelposten die in de raming waren opgenomen voor onder andere installaties en afbouw. Deze posten waren bij de totstandkoming van de planning nog niet ingevuld. Daarnaast heeft, als gevolg van de herziene bouwfasering, een aangepaste wijziging in de volgorde van verrekening van kosten plaatsgevonden tussen de financiers.

18 Spoorzone Delft

De uitgaven in 2011 zijn hoger dan voorspeld als gevolg van afrekeningen van meerwerk. Die in 2011 hebben plaatsgevonden. Die zijn met name veroorzaakt door grondwater-problematiek waardoor tijdelijke bouwconstructies (stempels) en tunnelwanden extra moesten worden versterkt als gevolg van hoge tegendruk grondwater in de tunnel. Door conditioneringactiviteiten, genoemde grondwaterproblematiek en het opnemen in de planning van de noodzakelijke testen is de indienststellingsdatum verschoven naar 2015 (1e tunnelbuis)/2017 (2e tunnelbuis).

19 NSP Breda

Besluitvorming over de financiering heeft meer tijd gevergd. Hierdoor is de aanbesteding vertraagd en is realisatie achtergebleven bij de raming. Inmiddels is het project aanbesteed en is gestart met voorbereidende werkzaamheden. De daadwerkelijke start van de OVT wacht nog op het onherroepelijk worden van de laatste vergunningen.

20 Traject Oost Perronverlengingen

Als gevolg van bestuurlijk overleg met de gemeente is het onderdeel «geluidsmaatregelen brug Westervoort» nog niet in uitvoering genomen en zijn de hiermee samenhangende uitgaven niet in 2011 gerealiseerd.

21 Traject Oost DMB (Driebergen/Maarssen/Bunnik)

Dit project bestaat uit drie deelprojecten. Bij twee deelprojecten is sprake van ontwikkelingen die hebben geleid tot een lagere uitgavenstroom in 2011 dan voorspeld.

Maarsbergen; het ontwerp heeft na overleg met regio en afstemming met RWS (A 12) geleid tot een aanpassing van het bestemmingsplan. Hierdoor schuift de (financiële) planning en zal de oplevering een jaar later plaatsvinden.

Bunnik; de diverse stakeholders hebben extra afstemming met betrekking tot heroverweging van het ontwerp nodig gehad waardoor de beschikkingsaanvraag voor de realisatiefase later wordt ingediend dan gepland en de bijbehorende uitgaven zijn verschoven.

22 Sporen in Arnhem

In de financiële meerjarenplanning die ProRail jaarlijks opstelt ten behoeve van de totstandkoming van de financiële projectplanning zoals opgenomen in het Infrafonds neemt ProRail op programmaniveau een meerjarige forfaitaire aftrek op. Deze aftrek is bedoeld om op programmaniveau de financiële effecten van tegenvallers in de uitvoering te elimineren. De huidige voorgeschreven werkwijze van het Infrafonds staat een aftrek op programmaniveau niet toe en deze aftrek wordt daarom aan één of meerdere projecten toebedeeld. Op het project Sporen in Arnhem is een deel van de forfaitaire aftrek 2011 verwerkt. De raming voor aftrek bedroeg € 93 mln. en de uiteindelijke realisatie 2011 € 96 mln. Mede naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer in het kader van Cie Kuiken zal worden bezien hoe in de komende begrotingen met een forfaitaire aftrek wordt omgegaan.

23 NSP Arnhem

In 2010 zijn de uitgaven met betrekking tot de ruw- en afbouw van de perrontunnel doorgeschoven naar 2011.

24 Spoorzone Ede

Het project Spoorzone Ede kent een gemengde financiering. In samenspraak met de gemeente Ede is, rekening houdend met de bijdragen van de overige financiers, de bijdrage van IenM later in de tijd gepland.

25 Sporendriehoek Noord Nederland

De beschikbare middelen voor dit programma maakten in de begroting 2011 onderdeel uit van het totale PHS budget (IF 13.05) en zijn gelet op het feit dat er realisatiebeschikkingen afgegeven moesten worden eind 2010 overgeboekt naar IF 13.03.01.

26 Partiële spooruitbreiding spoor Groningen-Leeuwarden

De beschikbare middelen voor dit programma waren in de begroting 2011 opgenomen bij IF 14 en zijn eind 2010 overgeboekt naar IF 13.03.01.

Realisatieprogramma Railwegen (goederenvervoer) (13.03.02)

Project

uitgaven 2011 in EUR mln.

 

Gereed

Beschrijving

Begroting

Realisatie

Verschil

 

Begroting 2011

Realisatie 2011

Projecten (inter)nationaal

           

Aslasten Cluster II

       

Div/2010

 

PAGE risicoreductie

3

4

1

1

Div/2009

 

Geluidspilot Goederenvervoer

       

Div/2009

 
             

Projecten Oost Nederland

           
 

16

12

– 4

2

2015

 
             

Projecten Zuidvleugel

           

Electr. Maasvlakte West en passeerspoor Botlek

1

 

– 1

3

   

Projecten Zuidwestelijke delta

           

Sloelijn/Geluidmaatregelen Zeeuwse lijn

2

 

– 2

4

2009/2011

 
             

Kleine projecten

1

 

– 1

5

   

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

1

1

       

Afrondind

 

1

1

     

Totaal realisatieprogramma *

23

18

5

     
1

Page risico reductie

Page bestaat uit een aantal deelprojecten met als doel dat de goederenemplacementen voldoen aan de regels op het gebied van externe veiligheid. Bij het deelproject «blusvoorzieningen Hengelo, Roosendaal en Sas van Gent» is sprake van hogere kosten dan geraamd veroorzaakt door scope wijzigingen. Bij het deelproject «emplacementen Delfzijl» is de ombouw als gevolg van langere procedures voor onder andere milieuvergunningen vertraagd, waardoor er in 2011 minder is uitgegeven. Op het totale programma is per saldo sprake van hogere uitgaven dan geraamd.

2

Uitvoeringsprogramma Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNOV)

Als gevolg van aanpassingen in de scope van het projectdeel Nieuwstad Zutphen met betrekking tot onderdoorgangen en vormgeving in relatie tot andere projecten in de gemeente Zutphen is de start van de realisatie met een half jaar verschoven. De geplande uitgaven zijn hierdoor verschoven van 2011 naar 2012.

3

Elektrificatie emplacement Maasvlakte/passeerspoor Botlek

Het project is afgesloten en de resterende werkzaamheden zijn opgenomen en verantwoord via het project Nazorg gereedgekomen lijnen en halten.

4

Sloelijn/geluidmaatregelen Zeeuwse Lijn

Ten tijde van de begroting 2011 waren de projecten Sloelijn en geluidmaatregelen Zeeuwse Lijn nog als één gezamenlijk project opgenomen. Eind 2010 is het onderdeel Sloelijn afgesloten en zijn de resterende werkzaamheden opgenomen en verantwoord via het project Nazorg gereedgekomen lijnen en halten. De uitgaven op het project Sloelijn/geluidmaatregelen Zeeuwse Lijn zijn hierdoor lager dan geprognosticeerd.

5

Kleine Projecten Het project Beerdam, onderdeel van de post Kleine Projecten, is inmiddels afgerond. De eerder ingeschatte extra benodigde middelen voor dit project bleken uiteindelijk niet nodig te zijn waardoor de realisatie 2011 lager is uitgekomen dan gepland.

13.04. Geïntegreerde contractvormen PPS

Op dit onderdeel worden de uitgaven verantwoord met betrekking tot de terugbetaling van kapitaallasten vanwege de voorfinanciering van de aanleg van de bovenbouw van de HSL-Zuid en de onderhoudskosten van de HSL-Zuid.

Realisatieprogramma Railwegen (Geintegreerde contractvormen spoor) (art 13.04)

Project

   

uitgaven 2011 in EUR mln.

   

Gereed

Beschrijving

Begroting

Realisatie

Verschil

 

Begroting 2011

Realisatie 2011

Reeks infraprovider (IP) beschikbaarheidsver-

140

126

– 14

1

   

goeding (13.04)

           

Reeks iInfraprovider IP onderhoud (13.02)

           

Totaal categorie 0

           
             

Totaal realisatieprogramma

140

126

– 14

     
1

De reguliere vergoeding in 2011 bedroeg € 141,3 mln., ruim € 1 mln. hoger dan in de ontwerpbegroting was opgenomen. Deze hogere uitgaven hebben voornamelijk betrekking op nabetalingen op 2010.

De halfjaarlijkse renteafrekeningen in 2011 was € 15,5 miljoen lager als gevolg van de lage rentestand, waarmee de realisatie per saldo op € 125,8 miljoen is uitgekomen. De renteafrekeningen tot en met 2010 waren per saldo € 19,9 miljoen lager.

Beschikbaarheidsvergoeding HSL-Zuid

Begroting 2011

Sado 2010

Saldo naar 2012

Realisatie 2011

Beschikbaarheidsvergoeding

140 179

2 060

– 958

141 281

Renteafrekeningen

 

19 894

– 35 407

–15 513

totaal artikel 13.04

140 179

21 954

– 36 365

125 768

13.05 Verkenningen en planstudies

Op dit onderdeel zijn de uitgaven verantwoord van een aantal door ProRail uitgevoerde verkenningen en planstudies alsmede van een aantal spoorgerelateerde projecten.

Projectoverzicht bij 13.05.01 Spoorwegen personenvervoer; planstudie
       

Gereed

Toelichting

Bedrag in € mln

Budget

 

Begroting

   

Projectomschrijving

taakstellend

2011

2011

   

CATEGORIE 1

         

Projecten Nationaal

         

Programma Hoogfrequent Spoor

3 163

tb

Vanaf 2012

 

1

Projecten Noordwest Nederland

         

Amsterdam Zuidas: deel station tbv NSP

95

 

Vanaf 2013

 

2

Amsterdam Zuidas-WTC 4sprig + keersporen

95

 

Vanaf 2013

 

2

OV Schiphol-Almere-Almere-Lelystad

1 016

tb

   

3

Projecten Oost Nederland

         

Quick scan dec. Spoor Gelderland

19

pb

2010–2013

 

4

Traject Oost

6

     

5

Diversen

         

Grensoverschrijdend spoorvervoer

44

       

Kleine projecten

5

       
1

PHS

Begin 2011 zijn de planuitwerkingen van de diverse onderdelen van PHS gestart; over de voortgang van PHS en OV SAAL is de Tweede Kamer 11 maart en 10 oktober 2011 geïnformeerd. De ontwerp-notitie Reikwijdte en Detailniveau Rijswijk - Delft Zuid en de ontwerp-notitie Reikwijdte en Detailniveau Goederenroutering Oost Nederland zijn in december 2011 gepubliceerd, waarmee de mer-procedure is gestart.

Uitgangspunt bij de programmering in de begroting 2011 was dat na de voorkeursbeslissing van juni 2010 direct met de planuitwerkingsfase kon worden gestart. Na de voorkeursbeslissing heeft de Kamerbehandeling van PHS eind 2010 plaatsgevonden. Daarna is door ProRail in overleg met IenM direct gestart met de planuitwerkingsfase van PHS.

Het plan van aanpak is vastgesteld op 1 maart 2011. Het bleek nodig meer tijd te nemen voor afspraken over onderwerpen als organisatie, communicatie, verantwoording en de aanpak van de diverse corridors gezien de samenhang daartussen. In het 3e kwartaal 2011 is de beschikking afgegeven voor de eerste fase van de planuitwerking.

2

Amsterdam Zuidas

Besluitvorming over het voorkeursalternatief en de daarop aansluitende bestuurlijke overeenkomsten zijn gepland voor het voorjaar van 2012. Als gevolg hiervan is er geen realisatie in 2011.

3

OV SAAL

OV SAAL kent drie onderdelen: maatregelen op korte termijn en op middellange termijn en een studie in het kader van het Rijks-Regioprogramma-Almere-Amsterdam-Markermeer (RRAAM) naar een spoors alternatief via de Hollandsebrug. Over deze laatste activiteit wordt in het kader van RRAAM gerapporteerd. In 2011 zijn de werkzaamheden voor OV SAAL korte termijn op de Zuidtak van Amsterdam gestart. Voor de korte termijn maatregelen op de Flevolijn is eind 2011 een tracébesluit genomen. Voor de middellange termijn zijn twee kansrijke oplossingsrichtingen geïdentificeerd. Rijk en regio hebben gezamenlijk besloten de definitieve keuze tussen deze oplossingsrichtingen te koppelen aan besluitvorming de lange termijn in het kader van RRAAM die voor eind 2012 is voorzien.

Voor de korte termijnmaatregelen zijn alle planstudies, op één na, afgerond en afgerekend. Dat leidde tot een bescheiden vrijval van middelen. De studie naar de benodigde middellange termijnmaatregelen is in de eerste helft van 2011 binnen het beschikbare budget afgerond; het resterende budget wordt ingezet voor het vervolg van de planstudie.

4

Decentraal Spoorvervoer

De lopende planstudies nemen meer tijd in beslag waardoor ook de indiening van de voor 2011 geplande beschikkingsaanvragen voor de realisatiefase zijn vertraagd naar 2012.

5

Traject Oost

De planstudie Driebergen-Zeist is uitgebreid waarvoor aanvullende middelen aan het projectbudget zijn toegevoegd. Een groot deel van de bijhorende mijlpalen is ook in 2011 opgeleverd waardoor de realisatie hoger is dan gepland.

Projectoverzicht bij 13.05.02 Spoorwegen goederenvervoer; planstudie
       

Gereed

Bedrag in € mln

Budget

 

Begroting

 

Projectomschrijving

taakstellend

2011

2011

 

CATEGORIE 1

       

Project nationaal

       

Aslasten cluster III

37

 

2015–2015

1

Optimalisering Goederencorridor R’dam-Genua

156

uo

2011–2013

2

1

Aslasten cluster III

Uit oogpunt van kostenbesparing is de planning gefaseerd en worden werkzaamheden uitgevoerd in combinatie met geplande overige werkzaamheden binnen de betreffende projecten. Als gevolg hiervan is de uitgavenstroom verschoven van 2011 naar 2012 en verder.

2

Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua

Projectonderdeel opheffen 1 500 Volt/ATB eilanden deel Zevenaar; de afstemming met betrekking tot het Programma van Eisen voor beveiliging met Duitsland kost meer tijd dan gepland, waardoor de voor 2011 geplande beschikkingsaanvraag voor de realisatiefase pas in 2012 kan worden ingediend.

13.09 Ontvangsten

Op artikel 13.09 zijn de ontvangsten spoorwegen verantwoord en de afrekeningen met ProRail over voorgaande jaren, welke niet gesaldeerd mogen worden met de uitgaven in het lopende jaar. Zie ook toelichting nr. 3 bij het samenvattend overzicht.

Ontvangsten spoorwegen

NS: concessievergoeding HRN

20 000

HSA: concessievergoeding HSL-Zuid1

0

Flevoland: bijdrage OV-SAAL

6 000

EU: subsidie OV Terminal Rotterdam

2 400

EU: subsidie Havenspoorlijn

2 120

ProRail: dwangsom

300

Totaal ontvangsten

30 821

   

Afrekeningen ProRail onderhoud en vervanging

110 970

Afrekeningen ProRail aanlegprojecten

2 990

Desaldering met uitgaven

113 960

   

Totaal artikel 13.09

144 781

1

Voor de eerste drie jaar van de concessie geldt voor HSA uitstel van betaling van de concessievergoeding.

Voor 2011 betreft de concessievergoeding € 105 mln. (bij 100% beschikbaarheid). Hiervan is reeds 80% als voorschot in rekening gebracht bij HSA. Het restant wordt begin 2012 afgerekend. Over de periode tot en met 2010 is € 103 mln. in rekening gebracht. Daarnaast wordt € 5 mln. aan rentevergoeding in rekening gebracht, waarmee de totale vordering per eind 2011 € 192 mln. bedraagt (zie verantwoording saldibalans, onderdeel vorderingen).

Bestedingen ProRail (bedragen x € 1 mln.):

Aan het einde van dit hoofdstuk is het overzicht van de financiële stromen met betrekking tot spoorinfrastructuur opgenomen. Hieruit blijkt (onder andere) dat ProRail in het jaar 2011 in totaal € 2 607 mln. heeft ontvangen (exclusief de compensatie van BTW). Van dit bedrag is € 2 527 mln. besteed in 2011 en is € 80 miljoen nog te besteden c.q. te verrekenen.

Samenvatting bestedingen ProRail:

Bestedingen ProRail
   

2011

2010

Uitbesteed werk nieuwbouwprojecten

(1)

947

899

Uitbesteed werk onderhoud en vervanging Gemengde net

(2)

954

947

Uitbesteed werk onderhoud en vervanging Betuweroute

(3)

35

32

Apparaatskosten

(4)

423

443

Rente en aflossing leningen

(5)

168

1 446

Bestedingen door ProRail

 

2 527

3 767

       

Nog te besteden c.q. te verrekenen

(6)

80

120

Ontvangen door ProRail
 

2 607

3 887

Totaal bestedingen ProRail

2 527

3 767

Schuldreductie

155

1 400

Bestedingen exclusief schuldreductie

2 372

2 367

Toelichtingen:

(1): Specificatie uitbesteed werk nieuwbouwprojecten:

Uitbesteed werk nieuwbouwprojecten
 

2011

2010

MIRT-projecten

584

657

Functiewijzigingsprojecten

175

122

Omgevingswerken en FENS (incl. onderhanden werk)

297

220

Doorbelaste apparaatskosten

– 109

– 100

 

947

899

De investeringen in nieuwbouwprojecten zijn met ca. 5% gestegen ten opzichte van 2010. Deze stijging heeft nagenoeg volledig betrekking op de omgevingswerken.

(2): Specificatie uitbesteed werk onderhoud en vervanging gemengde net:

Uitbesteed werk onderhoud en vervanging
 

2011

2010

Grootschalig onderhoud

141

127

Kleinschalig onderhoud

279

282

Onderhoud transfer

65

70

Beheer en calamiteiten

143

144

Verkenning, planstudie en innovatie

23

14

Beheer en onderhoud

651

637

     

Bovenbouwvernieuwingen

134

168

Vervanging overige systemen

186

171

Doorbelaste apparaatskosten

– 17

– 29

Vervangingen

303

310

     
 

954

947

Het uitbesteed werk voor onderhoud en vervanging is nagenoeg gelijk aan 2010.

(3): Dit betreft de aan Keyrail doorbetaalde subsidie.

(4): Specificatie apparaatskosten:

Apparaatskosten
 

2011

2010

Lonen, sociale lasten en overige personeelskosten

286

273

Inhuur personeel

78

111

Huisvestingskosten

59

59

 

423

443

De apparaatskosten zijn met ca. 4,5% afgenomen ten opzichte van 2010. De belangrijkste oorzaak hiervan is de afname van inhuur personeel (30%). De kosten voor eigen personeel zijn met ca. 5% toegenomen als gevolg van een stijging van het aantal FTE’s (omzetting van inhuur naar eigen personeel) en als gevolg van de CAO-verhoging in 2011.

Rente en aflossing leningen
 

2011

2010

Rentebaten en -lasten (incl. boeterente schuldreductie)

19

127

Aflossing leningen

149

1 319

 

168

1 446

(5): Specificatie rente en aflossing leningen:

In 2010 en 2011 hebben schuldreducties plaatsgevonden welke gefinancierd zijn met de door het ministerie van Financiën beschikbaar gestelde Superdividend van NS (€ 1 400 mln. in 2010) en de verkoopopbrengst van Strukton door NS (€ 155 mln. in 2011).

(6): Specificatie nog te besteden en nog te verrekenen bedragen:

Nog te besteden en te verrekenen
 

 

2011

2010

mut.

Voorzieningen (omgevingswerken)

(a)

213

185

28

Werkkapitaal (debiteuren, crediteuren, enz.)

(b)

150

176

– 26

Herkomst derden

 

363

361

2

         

Vooruitontvangen subsidie IenM

(c)

115

160

– 45

Voorschot-afrekeningen IenM

(d)

88

– 11

99

Nog te egaliseren investeringsbijdragen

(e)

30

83

– 53

Nog te egaliseren exploitatiebijdragen

(f)

– 11

– 88

77

Herkomst IenM

 

222

144

78

         

Liquide middelen totaal

 

585

505

80

(a): Dit betreft voornamelijk ontvangen afkoopsommen van lagere overheden voor toekomstig onderhoud.

(b): Dit betreft voornamelijk nog te betalen kosten.

(c): Dit betreft de zogenaamde overlopende subsidie: het gaat om de nog uit te voeren (doorgeschoven) maatregelen waarvoor wel reeds de subsidie is ontvangen:

Overlopende subsidie
 

2011

2010

Afname

Onderhoud en vervanging

29

41

– 12

– 29%

Grote programma's functiewijziging*

33

64

– 31

– 48%

Overige geoormerkte projecten**

42

50

– 8

– 16%

Totaal maatregelen

104

155

– 51

– 33%

Nog te verdelen prijscompensatie

11

5

6

 

Totaal

115

160

– 45

 
*

Kleine functiewijzigingen, Capaciteitsknelpunten herstelplan, Toegankelijkheid stations, Ruimte voor de fiets.

**

Uitvoeringsprogramma geluid, Stoptonend Sein, Beschikbaarheid in zicht, Actieplan groei op het spoor, Externe veiligheid, Hotspots, Reistijdverbetering, Tankplaten, Security.

(d): Dit betreft voorschot-afrekeningen tussen ProRail en IenM.

(e): Een deel van de ontvangen investeringsbijdragen heeft nog niet geleid tot een investering in materiële vaste activa.

(f): Overschotten en tekorten op de uitgevoerde maatregelen (beheer en onderhoud) worden toegevoegd en onttrokken aan de egalisatiereserve. In 2011 is in totaal € 77 mln. toegevoegd aan de egalisatiereserve, waardoor de negatieve stand per eind 2010 nagenoeg is weggewerkt. Van de € 77 mln. is € 53 mln. via de vaststellingsbeschikking over 2010 gelopen en de resterende € 24 miljoen betreft het «resultaat» van ProRail over 2011.

Artikel 14. Regionaal, lokale infrastructuur

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Regionale/lokale infrastructuur verantwoord. Deze producten zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting 2011 van IenM (XII) bij beleidsartikelen 32 het bereiken van optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit en 34 Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijd/decentrale netwerken.

Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000)

14. Regionaal/lokale infra

             

Verschil aanpassing bekostiging RWS

Verschil a.g.v.

   
         

Realisatie

Begroting

Verschil

RWS bij VJN*

uitvoering

 

Slotwetmutaties

 

2007

2008

2009

2010

2011

2011

2011

2011

2011

 

2011**

Verplichtingen

297 339

122 439

193 203

98 661

164 588

159 787

4 801

– 191

4 992

 

– 372 024

Uitgaven

189 614

285 713

182 976

266 337

338 572

232 195

106 377

– 191

106 568

 

12 049

14.01 Grote regionaal/lokale projecten

146 091

175 516

141 849

156 053

138 107

162 366

– 24 259

– 191

– 24 068

 

– 55

14.01.01 Verkenningen

 

0

0

0

0

0

0

0

0

 

0

14.01.02 Planstudieprogr.reg./lok

1 831

591

1 089

668

69

18 300

– 18 231

– 115

– 18 116

1

68

14.01.03 Real.progr.reg./lok.

144 260

174 925

140 760

155 385

138 038

144 066

– 6 028

– 76

– 5 952

2

– 123

14.02 Regionale Mob. Fondsen

43 523

110 197

40 591

50 576

30 592

25 105

5 487

0

5 487

3

4 633

14.03 RSP – ZZL: Pakket Bereikbaarheid

0

0

536

59 708

169 873

44 724

125 149

0

125 149

 

7 471

14.03.01 RSP – ZZL: RB projecten

   

536

7 885

9 873

39 495

– 29 622

0

– 29 622

2

– 2 359

14.03.02 RSP – ZZL: RB mob.fondsen

   

0

51 823

160 000

0

160 000

0

160 000

2

10 000

14.03.03 RSP – ZZL: REP

   

0

0

0

5 229

– 5 229

0

– 5 229

2

– 170

Van totale uitgaven:

 

 

 

 

 

 

 

       

– Apparaatsuitgaven

249

42

0

0

0

6

– 6

       

– Bijdrage aan baten-lastendienst

782

505

668

781

0

780

– 780

       

– Restant

144 795

285 166

182 308

265 556

338 572

231 409

107 163

       

14.09 Ontvangsten

11

29 000

0

0

0

0

0

 

0

 

0

*

De mutaties in de kolom «Verschil aanpassing bekostiging mutatie VJN» hebben betrekking op de bij VJN 2011 doorgevoerde herijking bekostiging RWS. Voor een nadere toelichting op deze mutaties verwijs ik u naar de leeswijzer bij dit jaarverslag en naar mijn brieven van resp. 8 juni 2010, 10 januari 2011 en 3 maart 2011 (resp. Kamerstukken II, 2009–2010, 30 873, nr. 3 , 2010–2011, 30 119, nr. 4 nr. 5 alsmede de Lijst van vragen en antoorden dd 27 april 2011, Kamerstukken II, 2010–2011, 30 119, nr. 6 .

**

Conform het gestelde in de leeswijzer bij dit jaarverslag, wordt voor toelichtingen op de verschillen in de kolom Slotwetmutaties 2011, verwezen naar de slotwet IF welke gelijktijdig met het jaarverslag aan de Kamer is aangeboden.

1

Het overschot kan grotendeels worden verklaard doordat de planstudieprojecten nog niet in de uitvoeringsfase zijn terechtgekomen. Zie ook de toelichting bij de projectoverzichten.

2

Zie de toelichting bij de projectoverzichten.

3

Overschrijding wordt veroorzaakt doordat betaling aan project Sluiskil naar voren is gehaald.

Overeenkomstig het gestelde in de leeswijzer en conform mijn eerdere toezegging aan de Kamer met betrekking tot meer transparantie te betrachten, is hieronder een gespecificeerd overzicht opgenomen van alle in het verslagjaar aangebrachte mutaties op dit begrotingsartikel. Deze zijn  voorzien van een toelichting.

Artikel 14 Regionaal, lokale Infrastructuur

Categorie

artikel 14.01

artikel 14.02

artikel 14.03

Uitgaven

artikel 14.09

Saldo

 

Ontwerpbegroting 2011

 

161 526

25 105

44 724

231 355

0

231 355

 

Desalderingen FES (NvW)

Intensivering/Extensivering

840

   

840

 

840

1

Begroting 2011

 

162 366

25 105

44 724

232 195

0

232 195

 
                 

Aanpassing kostenmodel Rijkswaterstaat

Neutraal

– 191

   

– 191

 

– 191

2

Overboeking van/naar andere departementen

Technisch

   

– 23 191

– 23 191

 

– 23 191

3

Saldo 2010

Intertemporeel

62 077

765

4 012

66 854

 

66 854

4

Mutaties voorjaarsnota 2011

 

61 886

765

– 19 179

43 472

0

43 472

 
                 

Stand eerste suppletoire wet 2011

 

224 252

25 870

25 545

275 667

0

275 667

 

Overboekingen binnen artikel 14 Regionaal, lokale infra

Neutraal

– 27

89

– 62

0

 

0

5

Kasscchuif beheer en instandouding

Intertemporeel

60 307

   

60 307

 

60 307

6

Overboeking van/naar art 12 Hoofdwegennet

Technisch

   

– 4 500

– 4 500

 

– 4 500

7

Overboeking van/naar art 13 Spoorwegen

Intensivering/Extensivering

1 600

 

– 1 630

– 30

 

– 30

8

Loon- en prijsbijstelling

Intensivering/Extensivering

   

211

211

 

211

9

Overboeking naar Hfdst XII art 39 BDU

Intensivering/Extensivering

– 15 356

   

– 15 356

 

– 15 356

10

Overboeking naar Hfdst XII art 34 Betrouwbare netwerken

Intensivering/Extensivering

– 4 593

   

– 4 593

 

– 4 593

11

Overboeking van/naar andere departementen

Intensivering/Extensivering

70

 

82

152

 

152

12

Mutaties miljoenennota 2012

 

42 001

89

– 5 899

36 191

0

36 191

 
                 

Stand ontwerpbegroting 2012

 

266 253

25 959

19 646

311 858

0

311 858

 

Overboekingen binnen artikel 14 Regionaal, lokale infra

Technisch

– 392

 

392

0

 

0

13

Overboeking van/naar art 13 Spoorwegen

Technisch

   

– 23

– 23

 

– 23

14

Saldo 2011

Intertemporeel

– 127 699

 

142 387

14 688

 

14 688

15

Mutaties najaarsnota 2011

 

– 128 091

0

142 756

14 665

0

14 665

 
                 

Stand tweede suppletoire wet 2011

138 162

25 959

162 402

326 523

0

326 523

 

Saldo 2011

Intertemporeel

– 55

4 633

7 471

12 049

 

12 049

15

Mutaties slotwet 2011

 

– 55

4 633

7 471

12 049

0

12 049

 
                 

Realisatie 2011

138 107

30 592

169 873

338 572

0

338 572

 
1

In het Regeerakkoord is aangegeven dat de belegde ruimte in het Fonds Economische Structuurversterking (FES) van middelen op het gebied van Verkeer en Vervoer, Ruimtelijk Ordening, Milieu en Duurzaamheid en Kennis/Innovatie wordt overgeheveld naar het Infrastructuurfonds respectievelijk de departementale begrotingen. De FES-begroting voor de jaren 2011 en volgende is leeg geboekt. Dit betekent dat FES-financiering via de ontvangstenartikel IF/19.10 komt te vervallen en wordt omgezet in financiering uit de algemene middelen (IF19.09).

2

Als gevolg van een herstructurering van de bekostiging van RWS, is in deze suppletoire begroting voorgesteld op de artikelen 11, 12, 15, 16 en 18 een nieuwe operationele doelstelling in te voegen met de hoofdproducten «Apparaatskosten RWS» en «Overige netwerkgebonden kosten» respectievelijk «Overige netwerkoverstijgende kosten» op artikel 18. Tussen deze artikelen en artikel 14 worden budgettair neutrale structurele mutaties aangebracht als conversie naar het nieuwe bekostigingsmodel. In mijn brieven aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal (Kamerstukken II, 30 119 nrs. 4 en 5 van resp. 10 januari 2011 en 3 maart 2011) heb ik de Kamer hierover eerder geïnformeerd.

3

Naar het provincie- en gemeentefonds is (via het ministerie van BZK) in het kader van het RSP-ZZL in totaal ca. € 23,2 mln. overgeboekt ten behoeve van de gemeente Assen en de provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Flevoland.

4

Dit betreft de toevoeging van het voordelig saldo 2010 aan de begroting 2011. Dit is een inter-temporele verschuiving van 2010 naar 2011.

5

Deze relatief kleine verschuivingen binnen het artikel betreffen voornamelijk een correctie op de prijsbijstelling over 2010 en 2011.

6

Het gaat hier enerzijds om de verwerking van IF-brede kasschuiven ten gunste van de kasproblematiek op Beheer en Instandhouding.

7

Deze technische mutatie betreft de overboeking van een deel van het RSP-budget met betrekking tot de A7 ZRG, fase 2 naar artikel 12 hoofdwegennet, waar dit project wordt verantwoord.

8

Dit betreft enerzijds een overboeking naar artikel 13 voor het RSP-project Groningen-Leeuwarden en anderzijds een overboeking uit artikel ten behoeve van het project startstation Erasmuslijn in Den Haag.

9

Dit betreft de toevoeging aan het Infrastructuurfonds van de loon- en prijsbijstelling 2011.

10

Dit betreffen overboekingen naar de BDU ten behoeve van Fiets Filevrij, aanvulling forfaitaire index 2011 en een aanvulling uit de index 2010 voor het Kennisplatform Verkeer en Vervoer.

11

De mutatie bestaat uit de volgende overboekingen naar artikel 34 in de begroting van HXII ten behoeve van:

–  de chipkaart;

–  de Commissie Dubbel opstaptarief OV chipcard;

–  het onderzoek naar de opbrengstneutraliteit OV chipcard;

–  de Werkgroep Reizigers Omvang en Omvang Verkopen (WROOV);

–  de Campagne Heel NL fietst.

12

Deze relatief kleine mutaties betreffen (een aanvulling op) prijscompensatie over 2010 ten behoeve van de projecten Eindhoven Helmond (voltooiing verkeersruit (T-str.)), N31 Traverse Harlingen en Knooppunt Joure.

13

Dit betreft een herverdeling van in 2010 toegekende prijscompensatie.

14

Deze relatief kleine overboeking naar artikel 13 betreft een overboeking van RSP-gelden naar het RSP-project Groningen–Leeuwarden en betreft de indexering over 2011.

15

Dit betreft de toevoeging van het voordelig saldo 2011 aan de begroting 2012. Dit is een inter-temporele verschuiving van 2011 naar 2012.

Projectoverzichten

Projectoverzicht bij 14.01.02 Regionale lokale infrastructuur; planstudie
           

Gereed

Toelichting

Bedrag in € mln

Raming kosten

Budget

 

Begroting

   

Projectomschrijving

min.

max.

taakstellend

2011

2011

   

CATEGORIE 1 voor tracébesluit)

             

Projecten Zuidvleugel

             
               

Haaglanden/Den Haag R’damsebaan (vh Trekvliettracé)

 

450

225

pb

2013/2017

2017

2017

A12/A20 Parallelstructuur Gouwe-knoop

RijnGouwelijn West

   

104

45

ou

2011/2015

2012/2015

2015

2015

 

Projecten Brabant

             

Eindhoven/Helmond, voltooiing verkeersruit

 

804

255

 

2015–2018

2018

1

Projecten Limburg

Maaskruisend verkeer

120

275

60

pb

2014/2018

2018

2

               

Categorie 2

             

Projecten nationaal

             

Projecten in voorbereiding

   

variabel

 

2010 ev.

   
1

Eindhoven/Helmond, voltooiing verkeersruit

Dit onderzoek loopt nog. De verplichting zal niet voor 2015 worden aangegaan

2

Maaskruisend verkeer

Ten aanzien van Maaskruisend verkeer Maastricht zijn er nog geen afspraken gemaakt aan de hand waarvan de beschikking en uitkering kan plaatsvinden. Het budget voor Maaskruisend verkeer is opgenomen in het bereikbaarheidspakket Maastricht Noord waarvoor een convenant is gesloten; bijdrage is aan de BDU toegevoegd als onderdeel van het ruimtelijk pakket Maastricht Noord.

Projectoverzicht bij 14.01.03 Regionale lokale infrastructuur; realisatie

Realisatieprogramma regionale lokale infra Bedragen in € mln
           

Gereed

Beschrijving

Begroting

Realisatie

Verschil

 

Begroting

Realisatie

         

2011

2011

Categorie 0

           

Projecten Oost-Nederland

           

Nijmegen 2e stadsbrug

16

16

0

 

2013

2013

Projecten Noord-west Nederland

           

Noord – Zuidlijn Noord WTC

64

81

17

 

2017

2017

N201

19

19

0

1

2012

2013

Projecten Zuidvleugel

Rijn-Gouwelijn Oost

41

0

– 41

2

2015

2015

Randstadrail (incl voorbereidingskosten)

0

18

18

3

06/10/13

2013

Beneluxmetro

           
             

Scheveningen Boulevard

2

4

2

4

2013

2013

             

Overig

           

Experimenteerprojecten

           

Afronding

2

 

– 2

     

Totaal categorie 0

           
             

Totaal realisatieprogramma

144

138

– 6

     
1

Door de discussie over de gestrekte Boerenlandvarianten en het ontbreken van medewerking van Schiphol moesten enkele mijlpalen worden aangepast en is de oplevering iets vertraagd

2

Door de gewijzigde plannen van het nieuwe college van PS zijn er geen uitgaven in 2011; de nieuwe plannen moeten worden uitgewerkt voordat er een beschikking kan worden afgegeven.

3

Het laatste stukje van Randstadrail in Rotterdam, namelijk de Zoetermeer/Rotterdam-bus ZORO-bus), zal eind 2012 in gebruik worden genomen.

4

Scheveningen Boulevard is gedecentraliseerd en werd toegevoegd aan het Gemeentefonds.

14.03 Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn, Pakket Bereikbaarheid

Projectoverzicht bij 14.03 RSP Zuiderzeelijn

Projectoverzicht regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn.

Bedragen in € mln

       

Beschrijving

Begroting

Realisatie

Verschil

Toelichting

Concrete bereikbaarheidsprojecten

39

10

– 29

1

Begroting IF 14.03.01

39

10

– 29

 

Regionaal mobiliteitsfonds

0

160

160

2

Begroting IF 14.03.02

160

160

 

Ruimtelijk economisch programma

5

0

– 5

 

Begroting IF 14.03.03

5

0

– 5

 
         

Totaal 14.03

45

170

– 126

 
1

Concrete bereikbaarheidsprojecten en 3 Ruimtelijk economisch programma

In het kader van het Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) is (via het ministerie van BZK)  in totaal ca. € 23 mln overgeboekt naar het province- en gemeentefonds voor de gemeente Assen en de provincies Friesland, Groningen, Drente en Flevoland.

Daarnaast is vanuit het RSP-budget begrotingsgeld overgeboekt naar IF-artikel 12 Hoofdwegenprogramma voor de A7 ZRG, fase 2 en het project Buitenring parkstad Nuth en is compensatie geleverd voor het project A12 Parallelstructuur/Gouwe.

2

Regionaal mobiliteitsfonds

De regio heeft versneld ruim 150 miljoen gestort, waardoor cf. de afgesproken verhouding in het RSP-convenant. IenM 160 miljoen heeft bijgestort.

Licence