Base description which applies to whole site

4.2 Kasbeheer

4.2.1 Algemene beleidsdoelstelling

Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.

Maatschappelijke effecten

Deelname aan het geïntegreerd middelenbeheer, ook wel schatkistbankieren genoemd, stelt deelnemers in staat hun middelen risicoloos aan te houden in de schatkist. Door het schatkistbankieren worden de middelen van het rijk en de aan het rijk gelieerde instellingen gebundeld. Dit levert besparingen op voor de hele overheid.

Verder wordt het betalingsverkeer centraal aanbesteed. Banken worden geprikkeld om diensten tegen zo gunstig mogelijke prijs/kwaliteitverhouding aan te bieden. Dit bevordert de betrouwbaarheid en efficiëntie van het betalingsverkeer.

Succesfactoren

Het behalen van bovenstaande doelstelling hangt af van de volgende factoren:

  • De wens van mogelijke vrijwillige deelnemers om middelen met minimaal risico bij de schatkist onder te brengen tegen de geldende schatkisttarieven;

  • De bekendheid met schatkistbankieren bij mogelijke vrijwillige deelnemers;

  • De resultaten van de centrale aanbesteding van het betalingsverkeer van de rijksoverheid.

4.2.2 Budgettaire gevolgen artikel 2 Kasbeheer
Tabel 4: Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Kasbeheer (x € 1 mln.)1

Algemene beleidsdoelstelling: Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.

2007

2008

2009

2010

realisatie 2011

Vastgestelde begroting 2011

Verschil 2011

Uitgaven

4 028

6 968

17 996

6 020

8 598

2 361

6 237

Programma-uitgaven

4 026

6 966

17 996

6 019

8 597

2 361

6 236

             

0

Rentelasten

2 485

2 048

1 821

1 941

110

119

– 9

Verstrekte leningen

1 210

1 903

7 616

4 070

1 755

818

937

Mutaties in rekening-courant en deposito's

330

3 015

8 558

0

6 732

1 424

5 308

Uitgaven bij voortijdige beëindiging leningen

0

0

0

8

0

0

0

             

0

Apparaatuitgaven

2

2

1

1

1

0

1

               

Ontvangsten

1 198

1 143

6 981

4 612

2 224

1 526

698

               

Programma-ontvangsten

1 198

1 143

6 981

4 612

2 224

1 526

698

Rentebaten

462

506

525

508

584

450

134

Ontvangen aflossingen

736

634

6 455

2 642

1 525

1 076

449

Mutaties in rekening-courant en deposito's2

0

0

0

1 375

111

0

111

Ontvangsten bij voortijdige beëindiging

0

3

1

87

4

0

4

1

Als gevolg van afronding in miljoenen kan de som der delen afwijken van het totaal.

2

De uitgaven mutaties in rekening-courant en deposito's en ontvangsten betreft voornamelijk de sociale fondsen en de hogere ontvangsten komen door de saldi van de Bataen-lastendiensten.

4.2.3 Toelichting tabel budgettaire gevolgen van beleid

Rentelasten

De rentelasten zijn lager dan begroot. De belangrijkste oorzaak is het lagere korte rentetarief.

Verstrekte leningen en ontvangen aflossingen

De verstrekte leningen zijn hoger dan begroot doordat de leenbehoefte bij RWT’s hoger was dan verwacht. Dit is grotendeels toe te schrijven aan de toename van het aantal RWT’s dat deelneemt aan het schatkistbankieren in 2011.

Mutaties in rekening-courant en deposito’s

Deelnemers aan het schatkistbankieren houden via een rekening-courant tegoed en/of deposito hun middelen aan in de schatkist. Een daling van het rekening-courant saldo of van de aangehouden middelen in deposito vormt een uitgave voor het Rijk, omdat minder middelen in de schatkist worden aangehouden. Andersom geldt dat een stijging van het saldo rekening-courant of van de aangehouden deposito’s als een ontvangst telt; er worden immers meer middelen in de schatkist aangehouden. Als gevolg van een majeure toename van het debetsaldo van CVZ is de mutatie in rekening-courant en deposito’s hoger dan begroot.

4.2.4 Operationele doelstellingen

Operationele doelstelling 1

Het kasbeheer van de rijksoverheid en de aan haar gelieerde instellingen doelmatig inrichten.

Maatschappelijk effect

Publieke middelen worden risicoloos en tegen lage rentekosten beheerd.

Instrumenten/activiteiten

  • De verplichting tot het in de schatkist aanhouden van de middelen van departementen, baten-lastendiensten, sociale fondsen, begrotingsfondsen en rechtspersonen met een wettelijke taak;

  • Het via centrale financiering kunnen voorzien in de leenbehoefte van instellingen die deelnemen aan het geïntegreerd middelenbeheer;

  • Het begeleiden en adviseren van de deelnemende instellingen;

  • Het benaderen van instellingen die op vrijwillige basis hun gelden mogen aanhouden in de schatkist met de daarbij behorende faciliteiten.

Tabel 5: Prestatiegegevens met betrekking tot de deelname van rechtspersonen met wettelijke taak (RWT’s)

Indicator

Realisaties

Streefwaarde

Realisatie

 

2009

2010

2011

2011

Aandeel deelnemende RWT’s

169

181

206

198

Totale voordeel publieke sector (Als gevolg van deelname RWT’s in mln.)

100

130

100

136

Aantal deelnemers

Het aantal integraal deelnemende RWT’s is in 2011 per saldo toegenomen met 17 en komt per ultimo 2011 uit op 198. Dit is lager dan de streefwaarde uit de begroting. De nieuwe instroom in 2011 is voor het leeuwendeel toe te schrijven aan onderwijsinstellingen.

Baten Schatkistbankieren voor de publieke sector:

Door het aanhouden van de middelen hoeft de Staat minder te lenen en bespaart zij rentekosten. Hier staat weliswaar een rentevergoeding voor het aanhouden van de middelen tegenover, maar per saldo is er een voordeel. Dit voordeel reflecteert overigens wel een hoger renterisico voor de Staat aangezien de uitzettingen van de deelnemers veelal lager zijn dan de gemiddelde looptijd van haar schuldportefeuille (zeven jaar).

Het financiële voordeel voor de deelnemers wordt bepaald door de verschillen tussen tarieven gehanteerd door de Staat en private banken.

Voor 2011 is het financiële voordeel voor de publieke sector € 136 mln. Het voordeel was geraamd op € 100 mln.

Operationele doelstelling 2

Het betalingsverkeer van het Rijk betrouwbaar en efficiënt afwikkelen.

Maatschappelijk effect

Optimale prijs-kwaliteitverhouding van het betalingsverkeer van het Rijk. Goed functionerend betalingsverkeer van en naar het Rijk draagt bij aan de betrouwbaarheid van de overheid.

Instrumenten/activiteiten

Regelmatig de lopende contracten betalingsverkeer opnieuw aanbesteden.

Stukprijs

In onderstaande tabel wordt het gemiddelde stukstarief van de binnenlandse betalingen van de rijksoverheid weergegeven.

Tabel 6: Prestatiegegevens

Indicator

2009

2010

Streefwaarde 2011

Realisatie 2011

Gemiddeld stukstarief:

       

– absoluut (in eurocenten)

3,0

3,0

2,9

2,6

Als gevolg van een nieuw aanbestedingscontract voor het betalingsverkeer van de Belastingdienst is het stuktarief van de binnenlandse betalingen van de rijksoverheid lager uitgekomen dan verwacht.

4.2.5 Overzicht afgeronde onderzoeken
Tabel 7: Evaluatieonderzoeken
 

Onderzoek

Onderwerp

AD of

OD1

A. Start

B. Afgerond

Vindplaats

Overig evaluatieonderzoek

Aanbesteding buitenlands betalingsverkeer van het ministerie van Buitenlandse Zaken

OD

A. 2011

B. 2012

 
1

AD = Algemene Doelstelling; OD = Operationele Doelstelling.

Aanbesteding buitenlands betalingsverkeer van het ministerie van Buitenlandse Zaken

In 2011 is een start gemaakt met de Europese aanbesteding van het buitenlandse betalingsverkeer van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Licence