Base description which applies to whole site

8.1 Toelichting bij de saldibalans per 31 december 2011

Algemene toelichting

Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders aangegeven. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen op duizenden euro’s, kunnen totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen.

Specifieke toelichting per saldibalanspost

1. Uitgaven ten laste van de begroting

Deze post bevat de nog niet met het ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsuitgaven 2011. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinen nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

2. Ontvangsten ten gunste van de begroting

Deze post betreft de nog niet met het ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsontvangsten 2011. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

3. Liquide middelen

De liquide middelen bestaan uit de saldi op bank- en girorekeningen en bij de kasbeheerders aanwezige kasgelden.

4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Er zijn drie rekening-courantverhoudingen nl. Geïntegreerd Middelen Beheer, het Partieel Schatkistbankieren en het Agentschap. De bedragen zijn per 31 december 2011 in overeenstemming met de opgaven van de Rijkshoofdboekhouding.

5. Uitgaven buiten begrotingsverband

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

 

Ultimo 2011

Ultimo 2010

Te realiseren (dis)agio

– 1 669 452

– 1 446 345

Vooruitbetaalde rente onderhandse leningen

302

323

Te ontvangen rente swaps

5 773 519

4 839 142

Vooruitbetaalde disconto

57 827

89 467

Te ontvangen rente vlottende schuld

295 132

195 663

CO2-veiling

0

0

Te ontvangen rente m.b.t. GMB

304 415

300 600

Totaal

4 761 743

3 978 850

5a. Kas-transverschillen

Op deze rekening zijn de bedragen opgenomen welke zijn verantwoord in de uitgaven en ontvangsten, maar nog niet daadwerkelijk in de kas zijn uitgegeven en ontvangen.

De begrotingsuitgaven en ontvangsten worden sinds 2002 niet op kas-, maar op transactiebasis verantwoord.

6. Ontvangsten buiten begrotingsverband

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

 

Ultimo 2011

Ultimo 2010

Te betalen rente onderhandse leningen

57 436

66 306

Te betalen rente openbare schuld

6 218 757

6 119 838

Te betalen rente swaps

5 709 909

4 755 003

Te betalen rente vlottende schuld

210 447

127 977

Derden van het Agentschap

10 634 572

2 355 777

Te betalen rente m.b.t. GMB

33 427

24 224

Totaal

22 864 548

13 449 125

8. Extra-comptabele vorderingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

 

Ultimo 2011

Ultimo 2010

Callgeldleningen u/g

0

0

Extra-comptabele vorderingen

0

0

Loans

3 750 000

4 575 000

Overige

0

0

Sell/Buy Back transtransacties

314 705

0

Verstrekte leningen batenlasten-diensten

8 171 860

8 262 150

Verstrekte leningen RWT’s en derden

5 406 255

5 085 911

Totaal

17 642 820

17 923 061

De stand van de verstrekte leningen RWT’s en derden is ultimo 2011 per saldo aanzienlijk hoger dan geraamd (ruim € 500 mln.).

9. Extra-comptabele schuld

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

 

Ultimo 2011

Ultimo 2010

Vaste schuld

   

– Staatsschuld

267 837 281

243 051 740

     

Vlottende schuld

   

– Dutch Treasury Certificates

33 860 000

47 900 000

– Callgeldleningen o/g

975 000

3 265 000

– Sell/Buy Back transacties

349 903

16 927

– European Commercial Paper (ECP)

9 585 480

5 417 657

– Onderhands Floating Rate Note (FRN)

7 000 000

7 000 000

– RC baten-lastendiensten

1 696 015

1 590 021

– RC RWT’s en derden

2 571 243

2 089 063

– RC Sociale Fondsen

– 10 592 670

– 3 296 729

– Overig

0

0

     

Overige schuld

   

– Deposito’s baten-lastendiensten

207 500

202 000

– Deposito’s RWT’s en derden

3 555 844

3 474 068

Totaal

317 045 596

310 709 747

De extra-comptabele schulden hebben betrekking op in het verleden binnen begrotingsverband geboekte ontvangsten, waarvan op termijn nog verrekening met derden zal plaatsvinden. Deze post betreft voornamelijk de vaste staatsschuld (€ 267,8 mld.) en vlottende staatsschuld (€ 51,8 mld.) en daarnaast bevatten de extra-comptabele schulden ook de schulden die betrekking hebben op de verhoudingen tussen de RHB en de deelnemers aan geïntegreerd middelenbeheer.

De rekening-courant tegoeden vallen onder de vlottende schuld omdat ze direct opvraagbaar zijn.

Instellingen die deelnemen aan het geïntegreerd middelenbeheer kunnen lenen. De afgesloten leningen zijn vorderingen van de Staat op de deelnemers. De vorderingen bedragen ultimo 2011 € 13,3 mld. Aan de Baten lasten diensten is € 8,2 mld. uitgeleend en € 5,4 mld. aan Rechtpersonen met wettelijke taak. De gewogen gemiddelde looptijd van de leningen bedraagt bij de Baten lasten diensten circa 9,7 jaar en bij Rechtpersonen met wettelijke taak circa 14,7 jaar.

Instellingen kunnen ook deposito’s plaatsen. Hierdoor ontstaat een schuld van de Staat aan de deelnemers. De deposito’s zijn voor het overgrote deel kortlopend. Het zijn vooral de Rechtpersonen met wettelijke taak die deposito’s hebben uitstaan. Baten lasten diensten hadden op 31 december € 0,2 mld. uitstaan. Rechtpersonen met wettelijke taak € 3,6 mld. De gewogen gemiddelde looptijd bij de Baten lasten diensten was circa 5 maanden. Bij de Rechtpersonen met wettelijke taak bedroeg de gemiddelde looptijd circa 10 maanden.

Sociale Fondsen

De saldi van de sociale fondsen lopen sterk uiteen hetgeen met name toe te schrijven is aan de mate van onderdekking en overdekking van de desbetreffende premies. Het saldo van UWV bedraagt € 1,9 mld. het saldo van SVB € 1,7 mld. en het saldo van CVZ € 14,2 mld. negatief. Gecumuleerd levert dit het saldo van € 10,6 mld. negatief op.

Voor een specificatie naar uitgiftejaar van de stand van de vaste schuld per 31 december 2011 wordt verwezen naar het onderstaande overzicht.

Specificatie van de vaste schuld naar jaar van uitgifte1 per 31 december 2011 (bedragen x 1 mln. euro)

Jaar van uitgifte

Openbaar

Onderhands

Totaal

Vóór 1991

25,4

61,6

87,0

1991

0

98,4

98,4

1992

0

741,1

741,1

1993

9 806,5

149,6

9 956,1

1994

0

53,1

53,1

1995

0

63,3

63,3

1996 / 1997

0

0

0

1998

12 143,8

36,7

12 180,5

1999 / 2000

0

0

0

2001

0

0

0

2002

15 264,0

0

15 264,0

2003

15 983,0

0

15 983,0

2004

14 324,8

0

14 324,8

2005

27 153,2

0

27 153,2

2006

17 574,5

0

17 574,5

2007

14 655,0

0

14 655,0

2008

15 081,0

0

15 081,0

2009

43 906,3

0

43 906,3

2010

40 697,5

1 219,62

41 917,1

2011

38 798,9

0

38 798,9

Totaal3

265 413,9

2 423,4

267 837,3

1

Jaar van eerste uitgifte betekent dat ingeval van een heropening van een lening, het bedrag wordt opgenomen bij het oorspronkelijke jaar van eerste uitgifte van de (heropende) lening.

2

Verplichtingen uit hoofde van schuldtitels uitgegeven door het land Nederlandse Antillen en het eilandgebied Curaçao, overgenomen door de Nederlandse Staat per 10 oktober 2010.

3

Door afronding kan de som van de componenten afwijken van het totaal.

Licence