Base description which applies to whole site

BIJLAGE 1 Toezichtrelaties ZBO’s en RWT’s

Algemeen

In 2011 is binnen IenM, als onderdeel van de integratie van VenW en delen van VROM, gewerkt aan het inrichten van het toezicht op zbo’s en rwt’s. Eind 2011 is besloten tot het inrichten van een unit Toezicht bij de hoofddirectie FMC. Tegelijkertijd is besloten om de SG te positioneren als eigenaar, ondersteund door de unit Toezicht, van in ieder geval de zbo’s die vallen onder de werking van de Kaderwet zbo en Prorail. Het opdrachtgeverschap blijft bij de verantwoordelijke directeur-generaal. Met deze stap beoogt IenM de governance op zelfstandige organisaties verder te professionaliseren en komt zij tegemoet aan diverse aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer.

Als gevolg van de fusie en de situatie bij het CBR is besloten om de «Aanpassingwet zbo’s IenM aan de Kaderwet zbo» pas in te dienen bij het parlement wanneer duidelijkheid is over de juridische status van het CBR. Inmiddels heeft de Minister besloten het CBR naar een publiekrechtelijk zbo om te vormen. De Aanpassingswet wordt in maart 2012 aangeboden aan de Tweede Kamer. Beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2013.

RDW, CBR, Kadaster en LVNL zijn opgenomen in de taakstelling uit het programma Vernieuwing Rijksdienst van het vorige kabinet. Hoewel de minister geen formele bevoegdheid heeft deze personeelsreductie af te dwingen, hebben deze organisaties vrijwillig meegewerkt aan het leveren van een bijdrage. In 2011 is een verdere reductie van het aantal fte bij deze zbo’s gerealiseerd. Beleidsintensiveringen, nieuwe taken en de situatie bij het CBR leveren spanningen op met de reductiedoelstelling.

Onderstaand wordt voor een aantal zbo’s en rwt’s een overzicht gegeven van de toezichtbevindingen over het jaar 2011. De bijlage wordt afgesloten met een totaaloverzicht van alle zbo’s en rwt’s die onder de minister van IenM ressorteren. Het overgrote deel van deze organisaties is tarief gefinancierd. Daarom zijn voor deze organisaties geen ramingen en realisaties opgenomen. Voor een nader beeld wordt verwezen naar de individuele jaarverslagen van deze organisaties. In het totaaloverzicht is tevens aangegeven welke organisaties onder de werking van de Kaderwet zbo worden gebracht en welke organisaties bij inwerkingtreding van de Kaderwet worden opgeheven dan wel elders worden ondergebracht.

ProRail

Per 1 januari 2005 zijn Railverkeersleiding, Railned en Railinfrabeheer gefuseerd tot één bedrijf, ProRail bv. In de sturingsrelatie heeft de Staat een aantal rollen. De Staat is allereerst concessieverlener. De relatie Staat – ProRail is gebaseerd op de spoorwegwet en de (beheer)concessie die op grond van de Spoorwegwet per 1 januari 2005 aan ProRail is verleend. Daarnaast is de Staat subsidieverlener. ProRail ontvangt jaarlijks een subsidie voor onderhoud en vervanging en de projectgebonden subsidies voor aanlegprojecten (MIRT), die is gebaseerd op de Wet en het Besluit Infrastructuurfonds. Verder is de Staat aandeelhouder. De Staat houdt 100% van de aandelen van Railinfratrust BV die op haar beurt 100% van de aandelen ProRail houdt. Het aandeelhouderschap ligt bij de minister van Infrastructuur en Milieu.

ProRail is een RWT. In 2007 is gewerkt aan de opzet van programmatisch toezicht ter verdere professionalisering van het toezicht. In dat kader is per 1 januari 2008 overgegaan op outputsturing.

Het toezicht op ProRail is belegd bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), de Inspectie Leefomgeving en Transport en de Directie Openbaar Vervoer en Spoor van het Directoraat-Generaal Bereikbaarheid van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het aandeelhouderschap is in 2012 overgaan van de Directie Openbaar Vervoer en Spoor naar een separate toezichteenheid binnen de hoofddirectie FMC.

ProRail heeft in 2011 volop in de belangstelling gestaan van de Tweede Kamer (Tijdelijke commissie onderhoud en innovatie spoor (commissie Kuiken)) en de Algemene Rekenkamer. De uitkomsten van deze onderzoeken krijgen in 2012 een verder vervolg.

Verschillen tussen werkelijke kosten van de uitgevoerde activiteiten in het kader van onderhoud en vervanging en de daarvoor ontvangen subsidie worden verwerkt in de egalisatiereserve exploitatiebijdragen. De stand ultimo 2011 is € 11 miljoen negatief (Bron: Jaarverslag Infrastructuurfonds 2011, artikel 13).

Dienst Wegverkeer (RDW)

In 2010 is de verzelfstandiging van de RDW geëvalueerd door een onafhankelijk adviesbureau. De hoofdconclusie van het begin 2011 aan de Tweede Kamer aangeboden rapport is dat de RDW doeltreffender is geworden afgemeten aan de kwaliteitsontwikkeling van de dienstverlening en de klantgerichtheid. Een grotere klanttevredenheid blijkt ook uit het door de RDW gehouden klantonderzoek. De in het rapport opgenomen aanbevelingen zijn door IenM grotendeels overgenomen. In overleg met de RDW is en wordt bezien hoe deze aanbevelingen te implementeren. Het afgelopen jaar is het departement met de directie van de RDW in overleg getreden over de strategische koers van de RDW, waarbij ondermeer is stilgestaan bij de relevante ontwikkelingen, die van invloed kunnen zijn op het takenpakket in de komende jaren.

Uit het RDW Jaarverslag 2010261 blijkt dat de kwaliteit van de dienstverlening op nagenoeg alle terreinen voldoet aan de gestelde normen. RDW heeft voor het ICT bedrijf een certificering volgens ISO 27001. Vanaf 2011 wordt deze certificering uitgebreid tot alle afdelingen van de RDW, waarmee tevens invulling wordt gegeven aan het bijgestelde voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst. In december 2011 heeft de RDW het computersysteem vervangen. Hiermee kan de RDW een verdere groei van digitale diensten beter opvangen.

Het aantal klachten is na een eerdere daling in 2010 marginaal gestegen. Dit wordt deels veroorzaakt door de invoering van het elektronisch klachtenformulier en deels door de gestegen productie. Het percentage gegrond verklaarde klachten is in 2010 gedaald. Het aantal klachten over de RDW bij de Nationale Ombudsman is in 2010 gedaald.

Het onverwacht sterk herstel van de autoverkopen heeft naast de tariefstijging in 2010 bijgedragen aan een stijging van de omzet. Het resultaat is licht positief en aanmerkelijk beter dan in de oorspronkelijke begroting was voorzien. De kostenbesparingen hebben het wederom mogelijk gemaakt om de tarieven in 2012 gemiddeld genomen gelijk te houden ten opzichte van 2011. Dit past binnen het gematigd tarievenbeleid.

In 2008 heeft de RDW een plan opgesteld waarmee een bijdrage wordt geleverd aan het kabinetsbeleid om een reductie van het aantal fte met 10% per eind 2011 (t.o.v. de peildatum 1-1-2006) te realiseren. De in 2009 door de RDW ingezette daling van het aantal fte heeft zich, evenals in 2010, ook in 2011 doorgezet. Eind 2010 kwam het aantal fte uit op 1 362,5. Eind 2011 is het aantal met 19 fte verder afgenomen tot 1 343,5 fte (dit is exclusief 31,1 fte PAS-regeling). De daling van het aantal fte wordt bereikt door de pensionering van medewerkers, het niet verlengen van tijdelijke contracten en de normale doorstroming. De taken worden onder meer via procesverbetering en efficiency in de bedrijfsvoering opgevangen.

De RDW realiseert in het kader van de efficiencyverbetering al jaren een goed resultaat op het gebied van de gemiddelde tariefontwikkeling. De tarieven van de RDW zijn in de periode 2007 tot en met 2011 ten opzichte van de prijsindex met 9,6% gedaald. Sinds de verzelfstandiging is de cumulatieve tariefstijging 5% geweest bij een gelijktijdige ontwikkeling van de inflatie van cumulatief 30% sinds 1996.

De realisatie van een betere en compactere overheid ziet de RDW als een belangrijke uitdaging om een bijdrage aan te leveren. Dit betekent scherpe aandacht voor kostenbeheersing, efficiency, verdere daling van administratieve lasten, slimme inzet van ICT en verdergaande samenwerking in de verschillende ketens.

De RDW is conjunctureel gevoelig. Analyse door de RDW heeft uitgewezen dat de conjunctuurgevoeligheid zich niet alleen beperkt tot kentekenbewijs deel 1A. Naar aanleiding van deze analyse heeft de RDW een nieuw model voor de conjunctuurreserve ontwikkeld en geïmplementeerd waarbij de bestemmingsreserve ook betrekking heeft op andere conjunctuurgevoelige diensten van de RDW.

De Jaarrekening 2010 is in 2011 met goedkeurende accountantsverklaring inclusief rechtmatigheidverklaring aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu ter informatie aangeboden.

CBR

In januari 2011 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van het onafhankelijk toekomstgericht onderzoek naar het functioneren van het CBR. Het onderzoek bevestigde dat de financiële situatie en de arbeidsverhoudingen zorgelijk waren. Op basis van een ambitieus verbeterprogramma 2011–2014 heeft de minister in januari 2011 haar vertrouwen uitgesproken in de nieuwe directie en raad van toezicht van het CBR. Zij heeft daarbij aangegeven de levensvatbaarheid van het CBR na een half jaar te zullen beoordelen aan de hand van vijf criteria (prestaties, financiële continuïteit, geen nieuwe misstanden, aanpassing medezeggenschapstructuur en statutenwijziging). Het ministerie heeft de voortgang van de uitvoering van het verbeterprogramma maandelijks besproken met de directie van het CBR.

In oktober 2011 is de Tweede Kamer gemeld dat het CBR aan alle criteria heeft voldaan en zelfstandig kan blijven voortbestaan. Door het akkoord met de vakbonden over de nieuwe CAO en de beëindiging van de onbeheersbare pensioenregelingen (o.b.v. eindloon), zijn de financiële vooruitzichten van het CBR verbeterd. Per 1 januari 2012 zijn de pensioenen ondergebracht bij het ABP. Daarnaast zijn de arbeidsverhoudingen in het afgelopen jaar genormaliseerd. De minister heeft aangegeven dat zij er op zal toezien dat het CBR het tempo van de veranderingen en verbeteringen onverminderd voortzet. Dit betekent dat het CBR vooralsnog onder verscherpt toezicht blijft. De minister heeft de Kamer verder gemeld dat zij begin 2012 een wetsvoorstel zal indienen waarin de instellingswetgeving van het CBR is opgenomen. In lijn met de Kaderwet zbo’s voorziet dit wetvoorstel in een publiekrechtelijke verankering van de ministeriële bevoegdheden. Het CBR krijgt hierdoor dezelfde positie als de Dienst Wegverkeer (RDW), het Kadaster en de Luchtverkeersleiding Nederland.

Met het CBR zijn in 2008 afspraken gemaakt over de efficiencytaakstelling. In het verslagjaar is in overleg met het ministerie prioriteit gelegd bij uitvoering van het verbeterprogramma 2011–2014 en bij de invoering van een aantal nieuwe wettelijke taken (2 to drive, Alcoholslotprogramma). Als gevolg van deze taakuitbreiding en de vereiste extra inspanning van het CBR voor het verbeteren van de prestaties is het aantal fte’s in het verslagjaar niet verder afgenomen. Als onderdeel van het verbeterprogramma blijft het beleid van het CBR de komende jaren gericht op verbetering van de efficiency.

De Jaarrekening 2010 is in 2011 met goedkeurende accountantsverklaring inclusief rechtmatigheidverklaring aan IenM ter informatie aangeboden. De tarieven voor het jaar 2012 zijn in 2011 overeenkomstig de normale procedure vastgesteld en zijn op 17 november 2011 in de Staatscourant gepubliceerd.

NIWO

NIWO (Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie) is gecertificeerd volgens de ISO certificering, waarmee aangetoond wordt dat het kwaliteitsmanagementsysteem voldoet aan de normelementen van de ISO. Een onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem is de klachtenregistratie. De begroting 2012 is goedgekeurd, de tarieven zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van de begroting 2011.

Innovam/IBKI

Per 1 juni 2009 is de nieuwe Wet Rijonderricht Motorrijtuigen (WRM) in werking getreden. Hierdoor zal bij de examenopzet meer aandacht worden besteed aan het opdoen van praktijkervaringen en is de jaarlijkse applicatietoets vervangen door een bijscholing. Het streven van IBKI (Innovam Branche Kwalificatie Instituut) is erop gericht om de examentarieven stabiel en zo laag mogelijk te houden. Het WRM tarief is ongewijzigd gebleven. In overleg met Justitie is in 2010 besloten om de controle op de door kandidaten aan te leveren documenten te intensiveren in verband met fraudegevoeligheid. Als gevolg van de hiermee samenhangende kosten zijn de tarieven in 2011 voor de APK keurmeester verhoogd. Op de uitvoering van de examens Wet Rijonderricht Motorvoertuigen, keurmeester APK en installateur LPG wordt toezicht uitgeoefend door zogenoemde Rijksgecommitteerden. Uit de verslagen van de Rijksgecommitteerden WRM en APK is gebleken dat de examens op een goede wijze worden uitgevoerd en zijn geen bijzondere aandachtpunten naar voren gekomen. Voor de uitvoering van de publieke taken is geen afzonderlijke reserve gecreëerd.

Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL)

LVNL heeft in 2011 uitvoering gegeven aan de publieke taken zoals vermeld in de Wet Luchtvaart. Het algemene beeld daarbij is dat de LVNL organisatie over het jaar 2011 qua werking en doeltreffendheid een goede prestatie heeft geleverd.

De ontwikkeling van de omvang het luchtverkeer over de voorgaande jaren werd gekenmerkt door krimp enerzijds tot zeer matige groei anderzijds van de omvang van het luchtverkeer. Omstandigheden zoals de aswolk, als gevolg van de vulkaanuitbarsting in 2010 van de vulkaan Eyjafjalljökull op IJsland, zijn hier mede debet aan. Voor de ontwikkeling van de omvang van het luchtverkeer in 2011 geldt dat deze gekenmerkt wordt door een sterke groei ten opzichte van 2010 waarbij in september een daling is waar te nemen als gevolg van de economische en Europese schuldencrisis. De groei van de omvang van het luchtverkeer heeft geleid tot een positief financieel effect zodat het financieel resultaat over het jaar 2011 ca. € 9,5 miljoen beter is dan de LVNL begroting van 2011.

Het Kabinet zet conform de Luchtvaartnota in op het bevorderen en optimaliseren van de concurrentievoorwaarden en concurrentiepositie van de Nederlandse luchtvaart. In dit kader zijn tussen Rijk en LVNL afspraken gemaakt over een pakket aan interne en externe kostenbesparende maatregelen alsmede over stabilisatie en verlaging van de LVNL tarieven over de periode tot en met het jaar 2014.

Uitgangspunt hierbij is de continuïteit van bestaande LVNL taken opdat de veiligheid van het luchtverkeer is gewaarborgd. Voorzien wordt dat deze kostenreducerende maatregelen de komende jaren tot een structureel positief effect zullen leiden in de LVNL begroting.

Als dienstverlener aan de luchtvaartsector dient LVNL zoveel mogelijk te voorkomen dat deze sector als gevolg van de economische crisis of andere onvoorziene omstandigheden met onaanvaardbare tariefstijgingen wordt geconfronteerd. In dit kader zijn door LVNL in 2010 en 2011 passende maatregelen genomen zoals een personeelsreductie van de support-staff van 100 fte en een reductie van 5% op de algemene exploitatiekosten. Voor het einde van 2014 zal daarbij nog eens een personeelsreductie van 28 fte op de support-staff van LVNL worden doorgevoerd.

Daarnaast is de aandacht bij LVNL gericht geweest op de gevolgen van Europese ontwikkelingen zoals Single European Sky (SES), de implementatie van FABEC performance management voor de 1ste referentie periode 2012–2014 en de oprichting van Functional Airspace Block Europe Central (FABEC). FABEC is het gevolg van de herstructurering van het Europese luchtruim(beheer) in Functional Airspace Blocks (FAB’s) waartoe de Lidstaten van de Europese Unie zich hebben verbonden. FABEC omvat het luchtruim van België, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Nederland en Zwitserland. Dit luchtruim is één van de drukste en complexe ter wereld. De meeste van de grote Europese luchthavens, belangrijke civiele luchtroutes en militaire trainingzones bevinden zich binnen FABEC.

In 2011 is uitvoering gegeven aan Europese regelgeving voor wat betreft het houden van Stakeholder Consultation Meetings, onder leiding van IenM waarbij de stakeholders onder andere worden geraadpleegd over de prestaties, de begroting, de financiële meerjarenplannen en de tariefstelling. De in 2011 door LVNL ingediende begroting 2012–2016 en de tariefvoorstellen zijn goedgekeurd door de Staatssecretaris. De Raad van Toezicht heeft voorafgaand aan de goedkeuring ingestemd met de begroting 2012–2016 en de LVNL deeltarieven. De jaarrekening is voorzien van een goedkeurende accountants- en rechtmatigheidverklaring.

In 2011 zijn de tarieven vastgesteld voor 2012. Het deeltarief voor de luchtvaartnavigatiedienstverlening van aan het plaatselijk luchtverkeer zal voor 2012 met 2 % worden verlaagd ten opzichte van het voor de periode 2010–1014 geldende deeltarief.

Het deeltarief voor de gehele periode 2012–2016 zal worden gefixeerd op € 157,93. Het deeltarief voor het overvliegende luchtverkeer zal voor 2012 met 1 % worden verlaagd ten opzichte van het voor de periode 2010–2014 geldende deeltarief. Het deeltarief voor de gehele periode 2012–2016 zal worden gefixeerd op € 44,07.

Het tarief ten aanzien van de dienstverlening voor het helikopterverkeer in de North Sea Area Amsterdam is voor 2012 vastgesteld op € 131,03.

Stichting Vaarbewijzen- en Marifoon Examens (VAMEX)

De VAMEX is aangewezen als exameninstelling voor het Klein Vaarbewijs en het diploma Groot Motorschip en is tevens gemandateerd om de Klein Vaarbewijzen en de Groot Pleziervaartbewijzen uit te geven. Per 1 januari 2010 geeft de VAMEX bovendien de internationale vaarbewijzen (ICC’s) uit die volledig geïntegreerd zijn in het Klein Vaarbewijs. Bovendien is besloten de VAMEX te mandateren om de registratie van de ontzegde vaarbevoegdheden te gaan uitvoeren

In 2010 is het functioneren van de VAMEX over de jaren 2007 t/m 2009 geëvalueerd. Geconstateerd is dat de VAMEX haar publieke taken op een doeltreffende en doelmatige wijze heeft uitgevoerd, zich robuust heeft betoond in het uitvoeren van bestaande taken en het in beheer nemen van nieuwe taken en dat daarbij de relatie met haar stakeholders voldoende aandacht heeft gekregen. Bovengenoemde constatering heeft een belangrijke rol gespeeld bij de beslissing om de VAMEX per 1-1-2012 opnieuw voor een periode van vijf jaar aan te wijzen voor de uitvoering van bovengenoemde taken. Een belangrijke ontwikkeling in 2011 was voorts de in gang gezette herhuisvesting van de VAMEX waardoor deze niet alleen kwalitatief op een aanvaardbaar niveau wordt gebracht maar daardoor ook beter aansluit bij de geografische spreiding van de kandidaten.

Kadaster

De vastgoedmarkt – waarvan het Kadaster sterk afhankelijk is voor zijn omzet – is sinds 2008 flink gedaald; er zijn nog geen tekenen van herstel. De precaire financiële situatie van het Kadaster in 2008/2009 is echter verbeterd d.m.v. kostenbesparingen en tariefsverhogingen. Eind 2011 bedroeg het eigen vermogen € PM mln. Het nominale tariefsniveau is vanaf 2009 ongewijzigd gebleven. In oktober 2011 is besloten voor de Basisregistratie Topografie vanaf 2012 geen verstrekkingskosten meer in rekening te brengen. Daarmee is een belangrijke eerste stap gezet op het gebied van open data. Ontsluiting vindt plaats via PDOK (Publieke Dienstverlening op de Kaart), waarop bijv. ook het Nationaal Wegen Bestand van Rijkswaterstaat als open data wordt aangeboden (zie www.pdok.nl). Voor de Basisregistratie Kadaster worden vanaf 1 januari 2012 eveneens geen tarieven meer in rekening gebracht voor overheidsgebruik (gemeenten sluiten later aan). Dit is conform het rijksbeleid voor het stelsel van basisregistraties. Het ministerie van Financiën heeft het Kadaster in 2011 aangewezen als beheerder van de landelijke voorziening WOZ. Via deze landelijke voorziening kunnen bevoegde personen/organen gegevens opvragen uit de Basisregistratie waarde onroerende zaken. In 2011 is besloten dat het Kadaster op termijn verantwoordelijk zal worden voor de kadasterfuncties op Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Dit leidt tot een kwaliteitsverbetering van kadastrale registraties en meer uniformiteit. In 2012 zal hiertoe wetgeving worden voorbereid. In december 2011 is het Kadaster veroordeeld tot een schadevergoeding van € 10 mln. aan HLA (Het Logistiek Adviesbureau). Het Kadaster is hiertegen in hoger beroep gegaan. In het kader van het programma Vernieuwing Rijksdienst is afgesproken dat de formatie van 2 085 fte eind 2006 naar 1 800 fte eind 2011. De daadwerkelijke formatie eind 2011 bedroeg 1 854 fte. Het verschil bestaat uit inactieven voor wie naar een passende oplossing wordt gezocht.

StAB

2011 heeft zich gekenmerkt door een aantal veranderingen in de regelgeving die van invloed zijn geweest op het werkaanbod en de inhoud van het werk van de StAB. Ook de economische crisis zorgde ervoor dat er minder nieuwe ruimtelijke plannen zijn ontwikkeld en minder milieuvergunning zijn aangevraagd, met als gevolg minder conflicten.

In oktober 2010 is de Wabo in werking getreden. Dat betekende voor de StAB dat de instroom van zaken uit de milieukamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in 2011 opdroogde. Dit werd niet opgevangen door zaken van de rechtbanken, omdat er bij de rechtbanken niet of nauwelijks Wabo-zaken binnenkwamen. Toch heeft de StAB meer in rechtbankzaken kunnen adviseren. Dat komt doordat de StAB zich in het kader van haar voorbereiding op de Wabo-zaken bij de rechtbanken heeft gepresenteerd. Intussen krijgen de rechtbanken meer Wabo-zaken binnen. Het aandeel rechtbankzaken bij StAB zal daardoor blijven groeien.

In 2011 is StAB een structurele financiële taakstelling opgelegd (17,5%), waardoor de personele groei van de afgelopen jaren teniet moest worden gedaan. Om deze taakstelling te realiseren heeft de StAB een eenmalige bijdrage gekregen ten behoeve van onder meer investeringen in nieuwe efficiëntere huisvesting en maatwerkoplossing voor personele maatregelen. Tevens is de openeinde financiering beëindigd.

Naam organisatie1

RWT

ZBO

Functie

Begrotings-artikel(en)

Financiering (realisatiecijfers)

Begroting

Realisatie Financiering (realisatiecijfers)

Premies2

Financiering (realisatiecijfers)

Tarieven3

Verwijzing naar website RWT/ZBO

Verwijzing naar toezichtsvisies-/ arrangementen4

Het bestuur en/of de accountant verklaart dat de rechtmatigheid op orde is5

APK-erkenninghouders

 

X

Keuren motorvoertuigen

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Tarief wordt bepaald door apk station

div.

Toezicht via RDW

Zie opm 5

Bevoegde Autoriteiten Rijnvaart

 

X

Div. bevoegdheden

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t

Toezicht via de diverse partijen die de BR vormen

Zie opm 5

College voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb)

X

X

Besluitvorming omtrent de toelating van bestrijdingsmiddelen in Nederland

56

 308

n.v.t.

7 640 (*) (**)

www.ctgb-wageningen.nl

Toezicht via EL&I

Zie opm 5

Commissie Examens Scheepswerktuigkundigen#

 

X

Afnemen examens scheepswerktuigkundigen

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Zie opm 4

Zie opm 5

Commissie Stuurliedenexamens#

 

X

Afnemen examens stuurlieden

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Zie opm 4

Zie opm 5

Commissie van advies inzake opleidingen en examens betreffende vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht#

 

X

Adviseren over opleidingen en examens vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht

33.01

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Zie opm 4

Zie opm 5

Commissie van Beroep Loodsenexamens#

 

X

Beroepsinstantie loodsenexamens

33.02.02

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Zie opm 4

Zie opm 5

Commissie voor Beroep WRM 1993#

 

X

Beroepsinstantie examen rij-instructuur

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Zie opm 4

Zie opm 5

Commissie Zeevisvaartexamens#

 

X

Afnemen examens zeevisvaart

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

 

Zie opm 5

Dienst voor het Kadaster en de openbare registers*

X

X

Het bijhouden van de openbare registers en kadastrale registratie en het cartografisch weergeven van geografische basisgegevens. Het verstrekken van inlichtingen aan belanghebbenden

91

 20 130

n.v.t.

245 850

www.kadaster.nl

Zie opm 4

Dienst voor het Wegverkeer (RDW)*

X

X

Keuren en registreren voertuigen/onderdelen

32.01

n.v.t.

n.v.t.

188 450(**)

www.rdw.nl

Zie opm 4

Examencommissies Loodsen#

 

X

Afnemen loodsenexamens

33.02.02

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Zie opm 4

Zie opm 5

Examencommissies Luchtvaart#

 

X

Afnemen luchtvaartexamens

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Zie opm 4

Zie opm 5

Havenbeheerders

 

X

Zorgdragen voor ontvangstinrichtingen voor scheepsafval

33.02.02

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

div.

Zie opm 4

Zie opm 5

HISWA-vereniging#

X

X

Afgeven fabriekscodes

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

8 500 (*)

www.hiswa.nl

Zie opm 4

Zie opm 5

Innovam Branche Kwalificatie Instituut van de stichting VAM (IBKI)*

X

X

Afnemen examen rij-instructeur, APK-keurmeester

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

4 857

www.ibki.nl

Zie opm 4

Keuringsartsen Scheepvaart

 

X

Medische keuring

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Tarief wordt bepaald door ILT

www.ilent.nl

Toezicht via de ILT

Zie opm 5

Keuringsinstanties Pleziervaartuigen

 

X

Keuren pleziervaartuigen

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Tarief wordt bepaald door keuringsinstantie

div.

Toezicht via de ILT

Zie opm 5

Keuringsinstanties Scheepsuitrusting

 

X

Keuren scheepsuitrusting

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Tarief wordt bepaald door keuringsinstantie

div.

Toezicht via de ILT

Zie opm 5

KIWA

X

 

Vergunningverlening voor IVW

div.

n.v.t.

n.v.t.

 

www.kiwa.nl

Toezicht via de ILT

Zie opm 5

Klassebureaus art. 6 Schepenwet en art. 6 en 3.1 Schepenbesluit 1965 en Binnenvaart

 

X

Classificeren van schepen

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Tarief wordt bepaald door klassebureua

div.

Toezicht via de ILT

Zie opm 5

Landelijke Examencommissie verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen (scheepvaart)#

 

X

Afnemen examen verkeersinformatie- en aanwijzingen

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Zie opm 4

Zie opm 5

Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL)*

X

X

Luchtverkeersbegeleiding

35.03.02

n.v.t.

n.v.t.

170 797 ( **)

www.lvnl.nl

Zie opm 4

Nederlands Loodswezen BV

X

 

Faciliteren beloodsen schepen

33.02.02

n.v.t.

n.v.t.

151152(**)

www.loodswezen.nl

Toezicht via NMA

Nederlandse Loodsencorporatie (NLC)

div

div

Beloodsen van schepen

33.02.02

n.v.t.

n.v.t.

Zie Nederlands Loodswezen BV

www.loodswezen.nl

Toezicht via NMA

ProRail

X

 

Beheren spoorinfrastructuur

13.02

1 797 910

n.v.t.

Nvt

www.prorail.nl

Zie opm 4

Regionale Examencommissies verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen (scheepvaart )#

 

X

Afnemen examen verkeersinformatie- en aanwijzingen

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Zie opm 4

Zie opm 5

Regionale Loodsencorporaties (RLC’s)

X

X

Beloodsen van schepen

33.02.02

n.v.t.

n.v.t.

Zie Nederlands Loodswezen BV

www.loodswezen.nl

Toezicht via NMA

Regionale luchthavens

X

 

Diverse regionale luchthavens

35.01.05

n.v.t.

n.v.t.

Diverse luchthaventarieven

div.

Zie opm 4

Zie opm 5

Rijkshavenmeester Rotterdam

X

X

Havenverkeersleiding

33.02.02

n.v.t.

n.v.t.

Zie opm 3

www.portofrotterdam.com

Zie opm 4

Zie opm 5

Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB)

X

 

Het op verzoek van de bestuursrechter uitbrengen van onafhankelijke deskundigenberichten op het gebied van milieu, ruimtelijke ordening, water, bouw en schade

91

 6 335

n.v.t.

n.v.t.

www.stab.nl

Zie opm 4

Stichting Airport Coordination Netherlands (SACN)*

 

X

Slottoewijzing luchtvaart

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

689 (**)

www.slotcoordination.nl

Zie opm 4

Stichting Buisleidingenstraat Nederland (LSNed)

x

 

LSNed beheert een obstakelvrij leidingentracé tussen de industriegebieden van Rotterdam en Moerdijk, in de richting van Vlissingen en Antwerpen.

35.09.01

n.v.t.

n.v.t.

3796(**)

www.lsned.nl

Zie opm 4

Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR)*

X

X

Afnemen div. mobiliteitsexamens

32.01

3 790

n.v.t.

102 200 (**)

www.cbr.nl

Zie opm 4

Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO)*

X

X

Afgeven vergunningen

35.04.04

n.v.t.

n.v.t.

3 518 (**)

www.niwo.nl

Zie opm 4

Stichting Scheepsafvalstoffen en Vaardocumenten Binnenvaart (SAB)

X

 

Afgeven olieafgifteboekje

36.04.03

n.v.t.

n.v.t.

Zie opm 3

www.sabni.nl

Zie opm 4

Stichting Vaarbewijs- en Marifoonexamens (VAMEX)*

X

X

Afnemen examen klein vaarbewijs

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

1 800

www.vamex.nl

Zie opm 4

 √

1

Organisaties met een (*) worden onder de werking van de Kaderwet ZBO gebracht. Organisaties met een (#) zullen worden opgeheven of elders worden ondergebracht. Dit is voorzien ten behoeve van de implementatie van de Kaderwet ZBO per 1 januari 2013 (beoogde datum). Een groot aantal organisaties is deeltijd zbo/rwt

2

IenM kent geen premiegefinancierde RWT’s en ZBO’s.

3

Dit betreft de inkomsten voor de wettelijk uit te voeren taken. Waar dat onderscheid niet is te maken, wordt het totaalbedrag opgenomen. Dit wordt dit met een (*) gemarkeerd. Daar waar het bedragen uit 2010 betreft is dit met (**) aangegeven. Voor commissies en clusters van organisaties kan niet aangegeven worden wat de inkomsten zijn uit de wettelijke taak. Voor de SAB is over 2010 en 2011 door structuurwijzigingen geen getal beschikbaar op het moment van opstellen van het overzicht. Voor de Rijkhavenmeester geldt dat dit een onderdeel is van het Havenbedrijf Rotterdam. De functie van Rijkshavenmeester is zbo/rwt.

4

De toezichtsvisies- en arrangementen worden gepubliceerd op het internet (bij het drukken van dit verslag was de link nog niet bekend). De in 2012 nieuw op te stellen toezichtvisie IenM en de onderliggende toezichtsarrangementen worden via het internet gepubliceerd. Niet voor alle zbo’s/rwt’s is een toezichtsvisie. Deels vanwege het feit dat het toezicht elders wordt uitgevoerd, deels uit redenen van efficiency omdat de betreffende organisatie/taak te beperkt is en er sprake is van deeltijd zbo’s/rwt’s.

5

Op het moment van opstellen was het nog niet mogelijk om per organisatie aan te geven of een rechtmatigheidverklaring over het jaar 2011 is verkregen. Het betreft hier zowel rechtmatigheidverklaringen als verklaring van getrouwheid die voor 2010 zijn afgegeven. Daar waar niet is aangegeven dat er geen rechtmatigheidsverklaring beschikbaar is, wordt deze veelal niet gevraagd om redenen van effeciency en kostenbesparing.

261

Het jaarverslag 2011 is nog niet beschikbaar.

Licence