Base description which applies to whole site

10.2 Toelichting Agentschap SZW

Algemeen

Het Agentschap SZW (AGSZW) volgt bij de opstelling van de financiële verantwoordingen de inrichtingseisen zoals die zijn opgenomen in de Comptabiliteitswet en daarmee samenhangende regelingen (in het bijzonder de Regeling baten-lastendiensten 2011). De waardering van de activa en passiva is tegen nominale waarden tenzij anders vermeld.

  • De materiële vaste activa zijn gewaardeerd op aanschafwaarde minus de desbetreffende afschrijvingen (lineair). De investeringen worden in drie jaar afgeschreven.

  • De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd op aanschafwaarde minus de desbetreffende afschrijvingen (lineair). De investeringen worden in drie jaar afgeschreven. Een uitzondering op deze regel zijn investeringen die via out of pocketkosten (rechtstreeks in rekening te brengen bij opdrachtgever = OOP) worden gefinancierd; deze worden volledig afgeschreven in het jaar van aanschaf/ontwikkeling.

  • De voorzieningen voor benoemde risico’s komen in overleg met de eigenaar tot stand en worden bepaald conform de wettelijke regelgeving van BW 2 titel 9 en de RJ.

  • Het eigen vermogen dat wordt aangehouden stoelt op de Regeling baten-lastendiensten 2011 (maximaal 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen drie boekjaren).

  • AGSZW beschikt – met instemming van het Ministerie van Financiën – tot en met 2011 over een geoormerkte bestemmingsreserve. Deze reserve is bedoeld voor het opvangen van de (benoemde) kosten voortvloeiend uit de transformatie van de organisatie. Ultimo 2011 is deze bestemmingsreserve vrijgevallen ten gunste van de exploitatiereserve.

  • AGSZW heeft geen voorziening(en) opgenomen voor vakantiedagen en jubileumuitkeringen vanwege een onevenredige beheerslast.

  • De omzet is gewaardeerd tegen opbrengstwaarde (aantal producten x productprijs en uren x tarief) en wordt als gerealiseerd beschouwd in de periode waarin de diensten zijn verricht en/of de producten zijn geleverd. AGSZW stuurt op volledige uitvoering van uitgebrachte offertes en/of afgesproken producten (kalenderjaar gebonden). Hierdoor is waardering van een post onderhanden werk niet aan de orde. Het financiële belang van afwijkingen in de uitvoering is gering. In de jaarrekening is dan ook geen post onderhanden werk opgenomen.

  • Lasten en overige baten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben.

Staat van baten en lasten Agentschap SZW

Tabel 10.2 Staat van baten en lasten Agentschap SZW 2011 (x € 1 000)
 

Begroting 2011

Realisatie 2011

Verschil 2011

Realisatie 2010

Baten

       

Opbrengst moederdepartement

16 561

14 328

– 2 233

13 285

Opbrengst overige departementen1

1 100

489

– 611

1 467

Opbrengst derden

Rentebaten

30

89

59

16

Vrijval voorzieningen

Baten out of pocket (OOP)2

3 800

10 562

6 762

4 066

Exploitatiebijdrage

Onttrekking aan bestemmingsreserve

133

133

234

Totaal baten

21 491

25 601

4 110

19 068

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– personele kosten

13 945

11 983

– 1 962

11 898

– materiële kosten

7 326

9 533

2 207

6 169

Afschrijvingskosten

       

– immaterieel

140

3 334

3 194

594

– materieel

50

14

– 36

19

Overige lasten

       

– dotaties voorzieningen

38

38

24

– rentelasten

30

– 30

– bijzondere lasten

Totaal lasten

21 491

24 902

3 411

18 704

         

Saldo van baten en lasten

699

699

364

1

Inclusief Matra-projecten via Agentschap NL

2

De out of pocketkosten (OOP) betreffen specifieke wensen van de opdrachtgevers waarvan de werkelijke kosten (facturen) afzonderlijk in rekening worden gebracht bij de opdrachtgevers. Dit resulteert bij het AGSZW in out of pocket baten.

Opbrengst Moederdepartement en Opbrengst overige departementen

In tabel 10.2 is de initiële begroting 2011 weergegeven, zoals deze in september 2010 is vastgesteld. Ten tijde van het opstellen van deze begroting was er nog onvoldoende zicht op de workload voortvloeiend uit de uitvoering van de opdrachten in 2011. Daarnaast hebben zich in de loop van 2011 fluctuaties in de uitvoering van de opdrachten voorgedaan, waardoor enkele offertes tussentijds zijn aangepast. Door bovenstaande factoren wijkt de gerealiseerde omzet sterk af van de begroting.

In tabel 10.4 zijn per opdracht de bedragen van de in januari 2011 uitgebrachte offertes weergegeven. De begrote omzet van de tabellen 10.2 en 10.4 sluiten derhalve niet op elkaar aan.

Rentebaten

De rentebaten (dagrente) worden ontvangen over het saldo op de rekening courant. De rentebaten zijn het gevolg van het mogen aanhouden van eerder genoemde bestemmingsreserve en het (tijdelijk) gebruik maken van een depositorekening.

Onttrekking aan bestemmingsreserve

Overeenkomstig de gemaakte afspraken met het Ministerie van Financiën over de besteding van de bestemmingsreserve is voor de gemaakte kosten 2011 een bedrag van € 133 000 ingezet. Deze kosten zijn niet gedekt door de tarieven van AGSZW. De bestemmingsreserve is ingezet voor employability en herplaatsingskosten.

Personele kosten

De gerealiseerde personele kosten zijn ten opzichte van de begroting € 1,96 miljoen lager uitgevallen. Ten tijde van het opstellen van de begroting 2011 was er nog onvoldoende zicht op de workload en de daarvoor benodigde bezetting die uit de uitvoering van de opdrachten in 2011 zou voortvloeien. De personele kosten omvatten ambtelijk personeel (€ 9,27 miljoen) en inhuur externen (€ 2,71 miljoen).

Materiële kosten

De materiële kosten omvatten huisvestings-, kantoor-, communicatie-, overige personeels-, ICT- en onderzoekskosten en zijn inclusief de materiële component van de out of pocketkosten (zie tabel 10.3). Een substantieel deel van de kosten heeft betrekking op afgenomen diensten van het moederministerie. De kosten hiervan zijn geregeld in dienstverleningsovereenkomsten.

De in 2011 gerealiseerde materiële kosten zijn ruim € 2,2 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat ten tijde van het opstellen van de initiële begroting de omvang van de voor de uitvoering van de opdrachten benodigde materiële kosten (OOP) niet goed kon worden ingeschat.

Afschrijvingskosten, materieel en immaterieel

De afschrijvingskosten betreffen gedane investeringen in het ontwikkelen van software en aanschaffingen van hard- en software. In de immateriële afschrijvingskosten zijn begrepen de investeringen in de ontwikkeling van een nieuw case management system (DIANE). De investeringen in 2011 ad € 3,33 miljoen zijn volledig in 2011 afgeschreven en als out of pocket kosten in rekening gebracht bij de opdrachtgevers van ESF-2 (€ 3,08 miljoen) en Regeling Tegemoetkoming Adoptiekosten (€ 0,25 miljoen). De financiering van de investeringen in DIANE is in september 2011 door de eigenaar goedgekeurd. In de initiële begroting was de omvang en de financieringswijze van de investeringen in DIANE nog niet bekend en derhalve niet begroot.

Out of pocketkosten en -baten (OOP)

De gerealiseerde out of pocketkosten 2011 zijn € 6,76 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat bij het opstellen van de initiële begroting 2011 geen goede inschatting gemaakt kon worden van de omvang van de voor de uitvoering van de opdrachten te maken kosten (met name de uitbesteding van de controles van einddeclaraties ESF-2). Tevens was bij het opstellen van de begroting 2011 de omvang van de investeringen in het nieuwe case management systeem (DIANE) nog niet bekend.

Onderstaand een specificatie van de out of pocket kosten die rechtstreeks aan de opdrachtgevers in rekening zijn gebracht.

Tabel 10.3 Overzicht van de out of pocketkosten 2011 (x € 1 000)
 

Realisatie 2011

Baten

 

Baten out of pocket

10 562

   

Lasten

 

Personele kosten: inhuur externen

292

Materiële kosten:

– Uitbesteding

5 877

– overige materiële kosten

1 061

Afschrijvingskosten

3 332

Tabel 10.4 Uitgevoerde regelingen Agentschap SZW 2011 (x € 1 000) (op volgorde van omvang gerealiseerde omzet)
 

Begroot

Realisaties

Omzet op basis van uitgebrachte offertes1

Out of pocket-kosten1

Omzet

Out of pocket-kosten1

Opbrengst moederdepartement:

       

ESF 2007 – 2013

12 001

7 767

12 628

9 258

Europees Globaliserings Fonds (EGF)

333

6

209

6

ESF-3 / Equal 2000 – 2006

59

55

73

82

ESF oud

24

27

Subtotaal Europese Regelingen

12 417

7 828

12 937

9 346

         

Arbeidsveiligheid

495

10

499

194

Kinderopvang (SKO)

337

30

322

33

Veiliger Werken Door Gedragsverandering (VWDG)

214

2

243

Gemeente Loket Telefoon (GLT)

197

3

136

2

Eur. Jaar Bestrijding Armoede en Sociale Uitsluiting (EJBASU)

69

30

99

16

BedrijfsVerzamelGebouwen (BVG)

34

27

Leer- Werktrajecten (LWT)

20

1

20

Implementatie Getoetste Arbocatalogi (IGA)

19

1

13

Employment Promotion

8

1

LeeftijdsBewust Beleid (LBB)

9

1

7

Arbocatalogi

8

2

7

Farbo

7

6

Regeling Schoonmaakdiensten Particulieren (RSP)

5

4

Subtotaal Nationale Regelingen

1 414

80

1 391

246

Totaal opbrengst moederdepartement

13 831

7 908

14 328

9 592

Opbrengst overige departementen

       

Matraprojecten – Agentschap NL

240

189

612

Helpdesk Inburgering – ministerie van BZK

232

3

103

2

Wet Inburgering (diverse regelingen) – ministerie van BZK

98

96

104

97

Regeling Tegemoetkoming Adoptiekosten – ministerie van Veiligheid en Justitie

56

87

259

Website Leren en Werken – ministerie van OCW

8

2

6

Totaal opbrengst overige departementen

634

101

489

970

Totaal

14 465

8 009

14 817

10 562

1

De out of pocketkosten betreffen specifieke wensen van de opdrachtgevers waarvan de werkelijke kosten afzonderlijk in rekening worden gebracht bij de opdrachtgevers.

De totale gerealiseerde omzet 2011 bedroeg afgerond € 14,8 miljoen. De omzet voor de out of pocketkosten bedroeg afgerond € 10,6 miljoen.

In 2011 zijn bij AGSZW 21 regelingen en meerdere Matra-projecten uitgevoerd:

  • 4 Europese Regelingen met opdrachtverlening vanuit SZW;

  • 13 Nationale Regelingen met opdrachtverlening vanuit SZW. Enkele van deze regelingen zijn in de loop van 2011 afgelopen en bevinden zich in de afrondende fase (EJBASU, LWT, LBB, Arbocatalogi, Farbo en RSP);

  • 4 Regelingen met opdrachtverlening van derden. De uitvoering van de Wet Inburgering en daarmee samenhangende opdrachten (helpdesk, nieuwkomers, werkvloer, allochtone vrouwen en participatiebudget) kent als opdrachtgever het ministerie van BZK. De Regeling Tegemoetkoming Adoptiekosten zal vanaf 1 januari 2012 voor het ministerie van Veiligheid en Justitie worden uitgevoerd. In 2011 zijn de voorbereidingskosten opgenomen.

  • De website Leren en Werken wordt voor het Ministerie van OCW onderhouden;

  • Matra-projecten: Dit zijn projecten ter ondersteuning van nieuwe lidstaten van de EU. Tevens zijn er projecten uitgevoerd in Marokko en Turkije.

Balans Agentschap SZW

Tabel 10.5 Balans Agentschap SZW per 31 december 2011 (x € 1 000)
 

2011

2010

Activa

   

Immateriële vaste activa

1

3

Materiële vaste activa

   

– grond en gebouwen

– installaties en inventarissen

– overige materiële vaste activa

25

2

Voorraden

Debiteuren

187

82

Nog te ontvangen / vooruitbetaald

632

661

Liquide middelen

9 227

8 289

Totaal activa

10 072

9 037

     

Passiva

   

Eigen Vermogen

   

• exploitatiereserve

1 836

682

• bestemmingsreserve

1 298

• onverdeeld resultaat

699

364

Voorzieningen

47

33

Leningen bij het MvF

Crediteuren

2 846

2 377

Nog te betalen / vooruitontvangen

4 644

4 283

Totaal passiva

10 072

9 037

Immateriële vaste activa

Eind 2010 is begonnen met de bouw van DIANE, het nieuw case management systeem voor onder andere ESF-2 2007–2013 en de Regeling Tegemoetkoming Adoptiekosten. De voornaamste reden voor de bouw van DIANE is dat de oude toepassing voor de primaire registratie van ESF-2 (BONES) technisch verouderd was (de toepassing werd niet meer ondersteund) en niet meer voldeed aan de eisen en wensen van het AGSZW en de Audit Autoriteit van ESF-2. DIANE is een generiek en modulair opgebouwd procesmodel dat is opgezet als case management systeem. Het systeem is zodanig opgebouwd dat de functioneel beheerders van het AGSZW het onderhoud zelf kunnen uitvoeren en dat nieuwe subsidieregelingen hierin zonder veel moeite kunnen worden opgenomen.

In 2011 is voor € 3,33 miljoen in DIANE geïnvesteerd. De investeringen in 2011 zijn volledig afgeschreven en als out of pocketkosten bij de opdrachtgevers van ESF-2 (R&P) en de Regeling Tegemoetkoming Adoptiekosten (ministerie van Veiligheid en Justitie) in rekening gebracht (zie afschrijvingskosten).

Materiële vaste activa

In 2011 is voor € 0,04 miljoen geïnvesteerd. Materiële vaste activa worden grotendeels betrokken van het moederdepartement (opgesloten in afgenomen diensten) tegen jaarlijks afgesproken kosten (dienstverleningsovereenkomsten).

Debiteuren

De debiteuren betreffen de facturen aan opdrachtgevers van de door AGSZW uit te voeren/uitgevoerde (subsidie)regelingen. Daarnaast is er sprake van afwikkelingen van declaraties/facturen op personeelsgebied (uitleen van AGSZW medewerkers) en overige. Van de debiteuren heeft in totaal € 0,03 miljoen betrekking op het Ministerie van SZW.

Nog te ontvangen/vooruitbetaald

Deze post omvat hoofdzakelijk de nog definitief per regeling af te rekenen geleverde diensten en producten (omzet) 2011. Van de nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen heeft in totaal € 0,29 miljoen betrekking op het Ministerie van SZW.

Liquide middelen

De liquide middelen worden aangehouden op de rekening courant van het Ministerie van Financiën. Het saldo sluit aan met de saldo-opgave van het Ministerie van Financiën.

Eigen vermogen (Agentschapsvermogen)

Het eigen vermogen, inclusief het onverdeeld resultaat 2011, bedraagt € 2,54 miljoen. Deze stand is – met name door de vrijval van de bestemmingsreserve – hoger dan de zogenaamde 5%-norm (maximaal eigen vermogen = 5% van de gemiddelde omzet van de laatste drie jaren). Het maximaal aan te houden eigen vermogen bedraagt ultimo 2011 conform de 5%-norm € 1,03 miljoen (ultimo 2010: € 0,86 miljoen). Bij de eerstvolgende suppletoire wet dient te worden aangegeven op welke wijze de overschrijding ad € 1,51 miljoen binnen het begrotingsjaar 2012 wordt hersteld. Hierover vindt binnenkort een overleg met de eigenaar van het Agentschap SZW plaats. Als voorschot op de vrijval van de bestemmingsreserve is in de begroting 2012 reeds € 0,3 miljoen ingezet ter verlaging van de tarieven 2012.

Tabel 10.6 Ontwikkeling eigen vermogen (x € 1 000)
 

2009

2010

2011

1. Eigen vermogen per 1 januari

2 361

2 214

2 344

2. Saldo van baten en lasten

305

364

699

3a. Uitkering aan moederdepartement

– 375

3b. Bijdrage moederdepartement ter versterking van eigen vermogen

3c. Overige mutaties in eigen vermogen (onttrekkingen bestemmingsreserve)

– 452

– 234

– 133

3. Totaal directe mutaties in eigen vermogen

– 452

– 234

– 508

4. Eigen vermogen per 31 december (1+2+3)

2 214

2 344

2 535

Bestemmingsreserve

In 2007 heeft Ministerie van Financiën ingestemd met het vormen van een bestemmingsreserve van € 3,59 miljoen uit het eigen vermogen. Deze bestemmingsreserve is bedoeld om de kosten voortvloeiend uit de transformatie in het takenpakket van AGSZW gedurende de periode 2007 tot en met 2010 op te vangen. Van het Ministerie van Financiën is goedkeuring verkregen om de looptijd van de bestemmingsreserve te verlengen tot en met 2011.

Op 1 januari 2011 bedroeg het saldo van deze reserve € 1,298 miljoen. In 2011 is per saldo € 0,13 miljoen aan de bestemmingsreserve onttrokken en ten gunste van de resultatenrekening gebracht. Het resterend saldo ad € 1,17 miljoen is ultimo 2011 aan de exploitatiereserve toegevoegd (zie eigen vermogen).

Voorzieningen

De voorziening personeel betreft de afwikkeling van een (langlopende) nog niet afgeronde gerechtelijke procedure. In 2011 is met betrekking tot deze procedure een bedrag ad € 0,03 miljoen betaald. Daarnaast is ultimo 2011 een voorziening getroffen voor de geschatte kosten inzake medewerkers die naar ander werk worden begeleid.

Ultimo 2011 is een bedrag van in totaal € 0,04 miljoen aan deze voorziening gedoteerd.

Tabel 10.7 Verloop en stand voorzieningen personeel (x € 1 000)
 

31 december 2011

Stand begin boekjaar

33

Betalingen tlv voorziening

– 24

Dotatie tlv resultaat

38

Stand per balansdatum

47

Crediteuren

De post crediteuren betreft nog te betalen afgenomen diensten op het gebied van bedrijfsvoering en personele aangelegenheden. Van de crediteuren heeft een bedrag ad € 1,41 miljoen betrekking op facturen van het Ministerie van SZW.

Nog te betalen / vooruitontvangen

Deze post bevat onder andere de nog definitief per regeling af te rekenen geleverde diensten en producten 2011.

Van de overige nog te betalen bedragen heeft in totaal € 2,49 miljoen betrekking op van het Ministerie van SZW.

Tabel 10.8 Kasstroomoverzicht 2011 (x € 1 000)
   

Begroting 2011

Realisatie 2011

Verschil 2011

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2011 (incl. depositorekeningen)

2 583

8 289

5 706

         

2.

Totaal operationele kasstroom

190

4 683

4 493

         

3a.

Totaal investeringen (–/–)

– 150

– 3 370

– 3 220

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

3.

Totaal investeringskasstroom

– 150

– 3 370

– 3 220

         

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

– 375

– 375

4b.

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

4c.

Aflossingen op leningen (–/–)

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

4.

Totaal financieringskasstroom

– 375

– 375

         

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2011 (=1+2+3+4)

(incl. depositorekeningen)

2 623

9 227

6 604

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in het werkkapitaal (mutaties in vlottende debetposten en kortlopende creditposten op de balans).

Investeringskasstroom

De investeringskasstroom is het totaal van de investeringen en de boekwaarde van de desinvesteringen. Met investeringen worden uitgaven voor de aanschaf van vaste activa bedoeld. De investeringen in 2011 betreffen de ontwikkeling van DIANE.

Financieringskasstroom

De totale financieringskasstroom is het saldo van de posten eenmalige uitkering aan het moederdepartement, eenmalige storting door het moederdepartement, aflossingen op leningen en beroep op leenfaciliteit.

In 2011 is een bedrag ad € 375 000 aan de eigenaar betaald, ter afroming van het eigen vermogen.

Kengetallen in verband met verbetering van de doelmatigheid

Het streven naar grotere doelmatigheid is de hoofddoelstelling van elke baten-lastendienst. Voor het Agentschap SZW betekent dit het streven naar betere prestaties, bij optimaal gebruik van de ingezette middelen.

Tabel 10.9 Overzicht doelmatigheidsindicatoren en kengetallen Agentschap SZW: financiële indicatoren

Doelstelling

Realisatie 2008 (1)

Realisatie 2009 (1)

Realisatie 2010 (1)

Begroting 2011 (2)

Realisatie 2011

Tarieven/uur: (3)

         

Voorcalculatorisch integraal uurtarief (gemiddeld)

€ 72,86

€ 79,79

€ 89,50

€ 87,86

€ 89,23

Index ten opzichte van 2010 (2010 = 100)

81,4

89,2

100,0

98,2

99,7

           

Omzet per produktgroep (pxq) (x 1 000):

         

Totale omzet (excl. OOP)

€ 13 963

€ 13 294

€ 14 752

€ 17 661

€ 14 817

Omzet Europese: nationale regelingen

74 : 26

80 : 20

80 : 20

85 : 15

87 : 13

Omzet productenregelingen: urenregelingen

84 : 16

91 : 9

86 : 14

90 :10

89 : 11

           

Fte-totaal:

         

Fte-totaal (excl. externe inhuur) (4)

146

133

149

157

138

           

Omzet per fte:

         

Omzet per fte inclusief externe inhuur

€ 76 270

€ 83 280

€ 89 328

€ 97 083

€ 93 494

           

Saldo van baten en lasten (%):

         

Saldo van baten en lasten ( x 1 000)

– € 816

€ 305

€ 364

€ 0

€ 699

Saldo van baten en lasten als % van totale baten

–5%

2%

2%

0%

3%

           

Productiviteit:

         

Declarabiliteit ( = gedeclareerde uren (direct)/beschikbare uren) (5)

74%

74%

76%

75%

71%

           

Ziekteverzuimpercentage:

         

Ziekteverzuimpercentage (totaal incl. langdurig) (6)

4,8%

5,9%

5,2%

4,9%

4,5%

           

Uitvoeringskosten per opdracht: (7)

         

Europees: ESF-2 2007–2013 (offerte 2010)

     

9,1%

8,6%

Uitvoeringskosten / gemiddelde projectsubsidie

         

Nationaal: Kinderopvang (offerte 2010)

     

6,7%

4,2%

Uitvoeringskosten / gemiddelde projectsubsidie

         

Toelichting financiële indicatoren:

  • (1) Tabellen 10.9 en 10.10: De huidige doelmatigheidsindicatoren zijn geïntroduceerd in de begroting 2011. Tot en met 2010 is een andere set indicatoren gebruikt. De waarde van de indicatoren van voorgaande jaren kon in enkele gevallen uit de oude set worden overgenomen, andere waarden zijn nieuw berekend. Bij de kwalitatieve indicatoren (tabel 10.10) zijn de waarden van voorgaande jaren alleen ingevuld als deze voorhanden waren.

  • (2) De begroting van de waarden 2011 heeft plaatsgevonden bij de initiële begroting die in juli 2010 is ingediend. Op dat moment was er nog onvoldoende zicht op de opdrachtenportefeulle in 2011. Dit is de voornaamste verklaring voor het merendeel van de afwijkingen tussen de begrote en gerealiseerde indicatoren.

  • (3) Dit zijn de voorcalculatorische tarieven zoals deze door de opdrachtgever voor het betreffende jaar zijn vastgesteld. Er is geen nacalculatie gedaan om de gerealiseerde integrale kosten per uur te berekenen. De begroting 2011 wijkt af van de realisatie omdat ten tijde van het opstellen van de initiële begroting 2011 de tarieven 2011 nog niet waren vastgesteld.

  • (4) In 2011 is minder ambtelijk personeel (vast + contractant) in dienst geweest maar is er, ten opzichte van de voorgaande jaren, meer extern ingehuurd met name vanwege extra activiteiten die in 2011 zijn opgedragen.

  • (5) Een belangrijke reden voor het achterblijven van de productiviteit in 2011 is dat een groot aantal uren is besteed aan de ontwikkeling en bouw van het nieuwe case management systeem DIANE. Deze uren zijn indirect verantwoord en zijn derhalve niet declarabel.

  • (6) Het ziekteverzuimpercentage van 2010 en 2011 is ontleend aan het voortschrijdend jaargemiddelde uit P-Direkt.

  • (7) In het basismodel voor baten-lastendiensten is als doelmatigheidsindicator voorgeschreven om de kostprijs (per groep) op te nemen. Om de volgende redenen is van deze indicator afgeweken. De subsidieregelingen en andere opdrachten die het Agentschap SZW uitvoert, zijn zeer verschillend van aard en bovendien is de opdrachtenportefeuille jaarlijks wisselend. Ten slotte zijn de verschillende producten niet homogeen maar aan veranderingen onderhevig.

    In de begroting 2011 is ervoor gekozen om van twee regelingen (een Europese regeling en een nationale regeling) als indicator op te nemen de uitvoeringskosten gerelateerd aan de gemiddelde subsidie-omvang per project. Idealiter zou de ontwikkeling van deze indicator voor deze subsidieregelingen enkele jaren lang gevolgd worden. Voor nationale regelingen is het vanwege de veelal kortlopende regelingen moeilijk. Zo is de subsidieregeling Kinderopvang aflopend.

    In de begroting 2011 was voor ESF-2 een percentage van 4,7% genoemd. In deze berekening was een fout gemaakt; nu blijkt dat het begrote percentage 9,1% zou moeten zijn.

    De uitvoeringskosten van ESF-2 en Kinderopvang in de jaren 2008 tot en met 2010 zijn niet gereconstrueerd.

Tabel 10.10 Overzicht doelmatigheidsindicatoren en kengetallen Agentschap SZW: kwalitatieve indicatoren

Doelstelling

Realisatie 2008 (1)

Realisatie 2009 (1)

Realisatie 2010 (1)

Begroting 2011

Realisatie 2011

Klanttevredenheid: (2)

         

Totaalwaardering onderzoek

   

6,75

6,90

7,50

           

Telefonische bereikbaarheid: (3)

         

% oproepen dat leidt tot contact

 

92%

 

92%

niet gemeten

% van contact binnen 15 seconden

 

59%

 

60%

niet gemeten

           

Uitkomsten bezwaar- en beroepsprocedures:

         

% bezwaarprocedures geheel gegrond

     

7%

14%

% bezwaarprocedures deels gegrond

     

16%

5%

% beroepsprocedures geheel of deels gegrond

     

25%

38%

           

Aanvragen / einddeclaraties via internet:

         

Europese regelingen

     

95%

100%

Nationale regelingen (4)

     

50%

0%

           

Doorlooptijd beschikkingen:

         

% tijdige beschikkingen

     

99%

93%

Aantal dwangsommen betaald (5)

     

0

0

Bedrag dwangsommen betaald

     

€ 0

€ 0

           

Doorlooptijd betalingen:

         

% tijdige betalingen

     

99%

98%

Aantal malen wettelijke rente betaald (6)

     

0

10

Bedrag wettelijke rente betaald

     

€ 0

€ 278

Bedrag wettelijke rente gevorderd (7)

     

niet begroot

€ 1 776

Toelichting kwalitatieve indicatoren:

  • (1) Zie noot (1) bij tabel 10.9.

  • (2) In 2010 heeft een klanttevredenheidsonderzoek plaatsgevonden onder klanten van het AGSZW. De gemiddelde score van de tevredenheid was 6,75. Het onderzoek in 2011 heeft zich beperkt tot de aanvragers van Nationale subsidieregelingen en leverde een waardering van gemiddeld 7,50 op (2010: 6,85).

    De tevredenheid van de aanvragers van ESF-subsidie wordt onderzocht in de loop van 2012 als het nieuwe case management systeem DIANE in gebruik is genomen.

  • (3) In 2009 is een onderzoek naar de telefonische bereikbaarheid uitgevoerd. In 2011 was oorspronkelijk een nieuw onderzoek gepland. Besloten is dit onderzoek uit te stellen tot na de verhuizing (eind februari 2012); dan wordt aangesloten bij het SZW-breed bereikbaarheidsonderzoek.

  • (4) Het begrote percentage aanvragen / einddeclaraties voor Nationale regelingen (50%) is in 2011 niet gerealiseerd. De voornaamste verklaring hiervoor is dat vanwege kosten-efficiëntie alleen de nieuwe regelingen in het nieuwe case management systeem DIANE worden ondergebracht. In 2012 zal het grootste gedeelte van de aanvragen en einddeclaraties van de Nationale subsidieregelingen wel via het e-portaal van DIANE digitaal binnenkomen.

  • (5) Dwangsommen worden alleen betaald als de aanvrager bij te late beschikking een claim indient. In 2011 is geen enkele claim ontvangen.

  • (6) Bij te late betaling wordt op eigen initiatief door het AGSZW wettelijke rente aan de begunstigde betaald. Dit behoeft niet door de begunstigde te worden aangevraagd. In enkele gevallen is er bij te late betaling geen wettelijke rente betaald omdat de vertraging (mede) te wijten was aan de begunstigde.

  • (7) Ook aan debiteuren wordt – bij overschrijding van de wettelijke termijnen – wettelijke rente in rekening gebracht. Deze indicator is – ten opzichte van de begroting 2011 – toegevoegd aan de set indicatoren. Het genoemde bedrag betreft alleen de wettelijke rente die daadwerkelijk van de aanvragers is ontvangen. Er is geen volledige registratie van de gevorderde wettelijke rente.

Licence