Base description which applies to whole site

3.2 Financieringsbeleid en risicomanagement

De doelstelling is om de staatsschuld te financieren tegen zo laag mogelijke rentekosten en onder acceptabel risico voor de begroting. Sinds 2008 is deze doelstelling concreet gemaakt met een benchmark die precies voorschrijft hoe en tegen welk rendement de staatschuld moet worden gefinancierd. De benchmark is een zogeheten 7-jaars gecentreerde portefeuille. Dit betekent dat in de benchmark ieder jaar een zevende deel van de staatsschuld gefinancierd wordt door de uitgifte van leningen met een looptijd van 7 jaar. Onlangs is de benchmark over de periode 2008–2011 geëvalueerd2, waarna besloten is om ook voor de periode 2012–2015 de benchmark als risicokader te hanteren.

In de praktijk worden leningen van verschillende looptijden (tot dertig jaar) uitgegeven, waardoor de feitelijke financiering afwijkt van de benchmark. Om toch het risicoprofiel van de benchmark te benaderen, wordt het renterisico met renteswaps naar 7 jaar gebracht. Ieder jaar wordt inzichtelijk gemaakt in hoeverre de financiering zoals voorgeschreven door de benchmark benaderd wordt door de feitelijke wijze van financieren. Hierbij worden het risicoprofiel van en het resultaat op de benchmark en de feitelijke portefeuille met elkaar vergeleken. Het resultaat bestaat uit gerealiseerde en ongerealiseerde kosten. De gerealiseerde kosten zijn rentekosten en kosten die verbonden zijn aan schulduitgifte; de ongerealiseerde kosten zijn marktwaardeveranderingen.

De gerealiseerde kosten in 2012 waren € 488 mln. lager dan van de benchmark. Omdat de ongerealiseerde kosten echter € 366 mln. hoger waren is er in totaal sprake van een positief resultaat van € 121 mln. ten opzichte van de benchmark. Niet alleen het resultaat op beide portefeuilles verschilt, ook het risicoprofiel aan het einde van 2012 komt niet geheel overeen. Dit komt doordat in 2012 vijfmaal is afgeweken van de benchmark.

Sinds 2012 is het toegestaan de rente van een lange lening niet met swaps naar 7 jaar te brengen en zo af te wijken van de benchmark. Dit mag alleen onder de zeer strikte voorwaarden dat afwijkingen niet mogen leiden tot meer risico voor de begroting en dat de afwijkingen inpasbaar zijn binnen de begroting3. De afwijkingen hebben niet alleen invloed op het risicoprofiel, maar ook op het resultaat. Wanneer niet afgeweken zou zijn, zou het positieve resultaat ten opzichte van de benchmark in 2012 niet € 121 mln. geweest zijn, maar € 405,4 mln. hoger (€ 526,4 mln.). Hiervan zou € 80,4 mln. gerealiseerd zijn in 2012.

De opbouw van het resultaat ten opzichte van de benchmark in termen van kosten en risico wordt nader toegelicht in hoofdstuk 4.

2

Zie hiervoor het rapport Risicomanagement van de Staatsschuld, evaluatie van het beleid 2008–2011 & beleid 2012–2015, Agentschap, Ministerie van Financiën, 2011 en de aanbiedingsbrief aan de Tweede Kamer, 32 000 IXA, nr. 5, vergaderjaar 2011–2012.

3

Zie de brief inzake Risicomanagement staatsschuld, beleid 2012–2015 (AGT/ 2011 /3315 M, 23 november 2011)

Licence