Base description which applies to whole site

HOOFDSTUK 2 – LEESWIJZER

Algemeen

In dit departementaal jaarverslag 2012 legt de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie verantwoording af over het gevoerde beleid, de bereikte resultaten van dit beleid en de kosten van het beleid in 2012. In dit departementaal jaarverslag wordt tevens verantwoord over het gevoerde beheer over het jaar 2012. Als uitgangspunt geldt dat dit jaarverslag de spiegel vormt van de begroting.

Met het aantreden van het kabinet Rutte-Asscher op 5 november 2012 is de verantwoordelijkheid voor het beleid ten aanzien van vreemdelingenzaken, met inbegrip van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en de grensbewaking in vreemdelingenzaken overgegaan van de voormalige Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel naar de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Budgettair is deze wijziging geëffectueerd met ingang van de begroting 2013. In dit kader is de verantwoording 2012 over dit beleidsterrein nog opgenomen in de verantwoording 2012 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Verantwoord begroten

Op 20 april 2011 is de Tweede Kamer akkoord gegaan met een aanpassing van de presentatie van de Rijksbegroting onder de naam «Verantwoord Begroten» (Kamerstukken II, 31 865, nr. 26 (http://www.rijksbegroting.nl/algemeen/gerefereerd/1/5/4/kst154681.html)). De nieuwe presentatie geeft meer inzicht in de financiële informatie, de rol en verantwoordelijkheid van de Minister en laat een duidelijke splitsing tussen apparaat en programma zien.

De begroting 2012 was een overgangsjaar waarin de Rijksbegroting deels volgens de systematiek van Verantwoord Begroting is opgesteld. Dit jaarverslag is vormgegeven conform de voorschriften van Verantwoord Begroten voor zover deze in de begroting 2012 al waren doorgevoerd. Door de nieuwe indeling kunnen in sommige tabellen geen gegevens worden opgenomen voor de jaren 2011 en eerder. Voor de indicatoren en kengetallen die niet langer in de begroting 2013 zijn opgenomen wordt qua verantwoording volstaan met de realisatiewaarden.

In de begroting en dus ook in dit jaarverslag zijn slechts enkele maatregelen van verantwoord begroten verwerkt en wel de volgende:

  • Het jaarverslag bevat één centraal artikel (artikel 91) waarop alle apparaatsuitgaven van het kerndepartement zijn opgenomen. Als gevolg hiervan is in artikel 11 en artikel 17 vanaf 2012 een «nulbudget» opgenomen. Bij verdere invoering van Verantwoord Begroten bij de begroting 2013 is de inhoud van deze artikelen geheralloceerd in de overige beleidsartikelen en de beleidsagenda.

  • De beleidsdoorlichtingen staan niet meer apart vermeld onder de beleidsartikelen maar zijn in een totaaloverzicht opgenomen in de beleidsagenda.

  • De apparaatsuitgaven zijn uitgesplitst in een aantal categorieën

  • Nieuw aan de begroting en dit jaarverslag is de toevoeging van een subsidieoverzicht als bijlage.

Dit jaarverslag valt uiteen in:

  • deel A Algemeen;

  • deel B Beleidsverslag;

  • deel C Jaarrekening;

  • deel D Bijlagen.

Deel A – Algemeen

In deel A zijn opgenomen het verzoek tot dechargeverlening aan de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal en deze leeswijzer.

Deel B – Beleidsverslag

In deel B wordt ingegaan op de beleidsmatige resultaten. Hoofdstuk 3 «Beleidsprioriteiten» geeft inzicht in de voortgang van de doelstellingen van dit Ministerie.

Hoofdstuk 4 «Beleidsartikelen» schetst per beleidsartikel de resultaten van het in 2012 gevoerde beleid. Dit op basis van de doelstellingen zoals geformuleerd in de begroting 2012.

Hoofdstuk 5 bevat de niet-beleidsartikelen. In deel B is tevens de Bedrijfsvoeringparagraaf (hoofdstuk 6) opgenomen.

De indeling van de beleidsartikelen volgt de indeling van de begroting, te weten:

  • 11. Nederlandse rechtsorde

  • 12. Rechtspleging en rechtsbijstand

  • 13. Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding

  • 14. Jeugd

  • 17. Internationale rechtsorde

  • 21. Contraterrorisme- en nationaal veiligheidsbeleid

  • 23. Veiligheidsregio’s en Politie

  • 25. Veiligheid en bestuur

  • 29. Inspectie openbare orde en veiligheid.

Naast deze beleidsartikelen kent Veiligheid en Justitie ook een drietal niet-beleidsartikelen, te weten:

  • 91. Apparaatsuitgaven Kerndepartement

  • 92. Nominaal en onvoorzien

  • 93. Geheim

Het beleidsverslag bevat zowel financiële als niet-financiële informatie. Deze zijn aan verschillende kwaliteitsnormen onderhevig. De auditdienst controleert van de financiële informatie de comptabele rechtmatigheid. Zij geeft in de controleverklaring bij het jaarverslag een oordeel over het getrouwe beeld van de financiële informatie. Van de niet-financiële informatie wordt door de auditdienst alleen onderzocht of ze op deugdelijke wijze tot stand is gekomen en of ze niet strijdig is met de financiële informatie.

In de beleidsartikelen in deel B is het jaarrekeninggedeelte terug te vinden in de tabellen budgettaire gevolgen van beleid met bijbehorende financiële toelichting. In de toelichtende paragraaf zijn verschillen en mutaties toegelicht die groter zijn dan € 5 miljoen, dan wel politiek of anderszins relevant. Mutaties die in eerdere begrotingsstukken (waaronder suppletoire begrotingen) aan de Tweede Kamer (TK) zijn gemeld, zijn in de financiële toelichting op hoofdlijnen toegelicht.

Deel C – Jaarrekening

Deel C bestaat uit de verantwoordingsstaat van het departement, de samenvattende verantwoordingsstaat van de baten-lastendiensten en de departementale saldibalans. Per baten-lastendienst wordt de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht gepresenteerd.

Deel D – Bijlagen

Deel D bevat de volgende bijlagen:

  • Een overzicht toezichtrelatie Zelfstandige bestuursorganen en Rechtspersonen met een wettelijke taak.

  • Externe inhuur

  • Overzicht in 2012 in werking getreden wetsvoorstellen

  • Lijst met afkortingen en

  • Trefwoordenlijst

Tevens zijn als sluitstuk van het jaarverslag stroomschema’s opgenomen voor de strafrechtsketen, voor de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften, bestuurlijke boete en voor de vreemdelingenketen. Deze schema’s bieden inzicht in de diverse organisatieonderdelen die deel uitmaken van de keten en hun onderlinge relaties.

Afspraken ten aanzien van de begroting 2012

Zoals in de begroting 2011 is vermeld, is op een aantal punten specifieke afspraken gemaakt met het Ministerie van Financiën. De afspraken die ook doorwerken in deze verantwoording worden hieronder gememoreerd.

Meetbare gegevens: outcome, output, throughput, input

De beleidsartikelen bevatten prestatiegegevens. Bij voorkeur wordt het beoogde maatschappelijke effect van beleid vermeld. Het is echter niet altijd mogelijk om een inschatting te maken van het maatschappelijk effect van het beleid (outcome): soms omdat dit methodologisch te ingewikkeld is, soms omdat de relatie tussen het VenJ-beleid en het beoogde maatschappelijke effect niet één-op-één is vast te stellen, soms omdat het eenvoudigweg nog te vroeg is om maatschappelijke effecten te kunnen vaststellen.

Is opname van out-come indicatoren niet mogelijk, dan wordt volstaan met indicatoren op een lager aggregatieniveau. Het kan gaan om outputgegevens (de concrete producten van het beleid), om throughputgegevens die inzicht bieden in processen, zoals bijvoorbeeld doorlooptijden of om inputgegevens. In het laatste geval gaat het om een weergave van de beleidsinspanningen: welke activiteiten worden ondernomen, welke middelen worden ingezet, et cetera? Dit alles om toch een zo maximaal mogelijk inzicht te bieden in de beleidseffecten die met het VenJ-beleid worden beoogd. Door middel van het comply or explain principe wordt dit toegelicht. Indien het geheel onmogelijk is om

prestatiegegevens op te nemen, wordt de reden daarvan aangegeven en wordt waar mogelijk toegelicht hoe op een meer kwalitatieve wijze inzicht wordt verkregen in de beleidsprestaties.

Raad voor de rechtspraak

In de Wet op de rechterlijke organisatie is de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering geattribueerd aan de gerechten en aan de Raad voor de rechtspraak. Daarmee heeft de Minister van Veiligheid en Justitie geen directe verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering. Wel heeft de Minister een verantwoordelijkheid als toezichthouder.

De bekostigingswijze van de Raad is volledig gebaseerd op outputfinanciering, waarbij het Ministerie van Veiligheid en Justitie gekozen heeft voor een bijdrage-constructie. Dit betekent dat op artikel 12 «Rechtspleging en rechtsbijstand» de bijdrage aan de Raad is opgenomen. Over de Raad voor rechtspraak is, analoog aan de begroting 2012 een apart hoofdstuk opgenomen (deel B, hoofdstuk 7), waarin evenwel wordt verwezen naar het separaat aan dit Jaarverslag uit te brengen Jaarverslag van de Raad voor de rechtspraak zelf.

Licence