Base description which applies to whole site

11. Goed functionerende economie en markten

Algemene doelstelling

Voorwaarden voor een goed functionerende economie en markten, waaronder de markt voor elektronische communicatie.

Het Ministerie van Economische Zaken, heeft in haar streven naar optimale marktordening en het bevorderen van mededinging, gewerkt aan gedragsregels voor de overheid (Markt en Overheid), aan de totstandkoming van de Aanbestedingswet 2012 en het daarbij horende aanvullend beleid. Daarnaast was zij betrokken bij het verbeteren van de werking van specifieke markten zoals de gezondheidszorg, landbouw en financiële dienstverlening. Het Ministerie van Economische Zaken heeft ter versterking van het markttoezicht in Nederland een wetsvoorstel tot stroomlijning en vereenvoudiging van bevoegdheden, handhavingsinstrumenten en procedures (Stroomlijningswet ACM) ingediend bij de Eerste en Tweede kamer.

Per 1 april 2013 gaat de Autoriteit Consument en Markt van start. Deze nieuwe toezichthouder ontstaat door samenvoeging van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) en de Consumentenautoriteit. Deze stap zal resulteren in een toename van de efficiëntie van het toezicht waardoor consumentenbelangen beter worden bewaakt.

Het regelgevend kader voor de telecommunicatiesector is gemoderniseerd door implementatie van de gewijzigde Europese telecommunicatierichtlijnen in de Telecommunicatiewet (onder andere meldplicht veiligheidsinbreuken, cookies, netneutraliteit).

Daarnaast heeft het Ministerie van Economische Zaken zich er op Europees niveau voor ingezet dat bellen in het buitenland op termijn niet meer kost dan bellen in Nederland.

Het Ministerie van Economische Zaken heeft een stimulans gegeven aan de concurrentie op de markt van mobiele communicatie door frequentieruimte te veilen. Deze frequentieveiling is in 2012 begonnen en in 2013 afgerond. De veiling heeft een technisch efficiëntere verdeling tot stand gebracht. Tele2 heeft zich als nieuwkomer geschaard naast de bestaande partijen KPN, Vodafone en T-Mobile om de vierde aanbieder van mobiele communicatie in Nederland te worden. Met de veiling is het aantal beschikbare frequenties voor mobiele communicatie met 40% toegenomen. Met de nieuwe frequenties kunnen 4G netwerken worden aangelegd waarmee snelheden tot boven de 100 megabit per seconde (Mpbs) kunnen worden geleverd.

Rol en verantwoordelijkheid

Goed functionerende markten dragen in belangrijke mate bij aan de economische groei. In een goed functionerende markt reageren vraag en aanbod effectief op elkaar. Zowel consumenten als bedrijven profiteren daarvan. Op goed functionerende markten ontstaat een optimale prijs-kwaliteitverhouding van goederen en diensten en hebben gebruikers voldoende keuzevrijheid. Daarnaast stimuleren goed werkende markten innovatie. Bedrijven worden in een gezonde concurrerende omgeving aangezet om de beste prijs – kwaliteitverhouding te bieden aan hun klanten.

Het Ministerie van Economische Zaken ziet het als haar taak eventuele belemmeringen voor het goed functioneren van economie en markten te verminderen of weg te nemen. Economische Zaken bevordert het goed functioneren van markten door het scheppen van randvoorwaarden. Economische Zaken waarborgt gezonde concurrentieverhoudingen op alle markten met behulp van de Mededingingswet en schept de voorwaarden waarbinnen concurrentie kan plaatsvinden met de Waarborgwet, de Winkeltijdenwet en de Metrologiewet. Daarnaast draagt het Ministerie van Economische Zaken bij aan een goede balans tussen de belangen van bedrijven en consumenten met generiek consumentenbeleid. Dit richt zich op het behouden en versterken van de positie van de consument door handhaving van collectieve inbreuken op wettelijke regels en het verminderen van informatie-assymetrie.

Vanwege het specifieke karakter en het maatschappelijke en economische belang is in de markt voor telecommunicatie en post separaat beleid noodzakelijk om tot een optimale marktordening te kunnen komen. In deze markt zijn separate (wettelijke) kaders opgesteld die de veiligheid, betrouwbaarheid, toegankelijkheid en transparantie borgen. Door te voorzien in de maatschappelijke behoefte aan statistieken door het Centraal Bureau voor de Statistiek ondersteunt de Minister van Economische Zaken het beleid ter bevordering van de efficiënte werking van markten.

Realisatie meetbare gegevens bij de algemene doelstelling

Kengetal: Index of Economic Freedom

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Ambitie 2011

Nederland

75,5

77,4

77

75

74,7

73,3

>70

Europees gemiddelde

66,3

66,8

66,3

66,8

66,8

66,1

Bovenstaande index geeft een indicatie hoe het met de economische vrijheid in een land is gesteld. Economische vrijheid wordt gemeten in 10 categorieën die uiteenlopen van de bescherming van eigendomsrechten en de aanwezigheid van corruptie tot het vrije verkeer van goederen, diensten, arbeid en kapitaal. De economische vrijheid in Nederland is relatief hoog en ligt ruim boven het Europees gemiddelde.

Markt en consumenten prestaties Nederland; kengetallen

Kengetallen

EU 27 Realisatie 2010

NL

Realisatie 2010

EU 27 Realisatie 2011

NL

Realisatie 2011

Ambitie 2011

1. Percentage consumenten dat zich voldoende beschermd acht

57%

69%

58%

74%

Voor al deze kengetallen geldt dat de ambitie is om boven het EU gemiddelde te blijven.

2. Percentage consumenten dat verkopers/ providers vertrouwt*

65%

77%

65%

68%

 

3. Percentage dat bij verkopers heeft geklaagd

13%

12%

14%

14%

 

4. Percentage consumenten tevreden met klachtafhandeling

52%

56%

58%

57%

 

5. Percentage consumenten dat het makkelijk vindt om via zelfregulering geschillen op te lossen

48%

51%

52%

57%

 

6. Consumentenomgevingindex

61

66

62

69

 

Bron: Europees Scoreboard Consumentenmarkten

* Het percentage consumenten dat verkopers/providers vertrouwt, verschilt van jaar tot jaar: 77% in 2008, 67% in 2009, 77% in 2010 en 68% in 2011. Het percentage gaat afwisselend omlaag en omhoog. De reeks is te kort om van een trend te spreken en vooralsnog ontbreekt een goede verklaring.

De 2012 waarden worden in mei 2013 gepubliceerd.

Nederland scoort relatief hoog in de internationale vergelijking op een aantal issues die raken aan het vertrouwen van consumenten. De Omgevingindex geeft een samengesteld beeld op verschillende indicatoren die te maken hebben met het consumentenvertrouwen.

Kengetal

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Ambitie 2012

1. Concurrentie markt mobiele telefonie (HHI-index)

Bron: TNO

3.763

3.874

3.802

3.721*

3.721

dalend

2. Percentage van de Nederlandse huishoudens dat toegang heeft tot breedbandinternet met een snelheid hoger dan 30 Mbs, cq. 100 Mbs

Bron: OPTA

   

30 Mbs:

niet gemeten

100 Mbs: niet gemeten

30 Mbs: niet gemeten

100 Mbs: niet gemeten

30 Mbs:96%

100 Mbs:95%

30 Mbs: 100%

100 Mbs: stijgend

3. Percentage van de Nederlandse huishoudens dat daadwerkelijk gebruik maakt van breedbandinternet met een snelheid hoger dan 30 Mbs, cq 100 Mbs

Bron: OPTA

   

30 Mbs: 5%

100 Mbs: 2%

30 Mbs: 20%

100 Mbs: 2%

30 Mbs: 22%

100 Mbs: 2%

30 Mbs: stijgend

100 Mbs: 50%

De Herfindahl Hirschman Index (HHI) geeft een indicatie van de marktconcentratie, die afhankelijk is van enerzijds het aantal partijen in de markt (hoe meer partijen, des te lager de HHI) en anderzijds de marktaandelen van deze partijen (hoe groter het marktaandeel van de marktleiders, des te hoger de HHI). Bij dalingen van de HHI kan dus gesproken worden van toegenomen concurrentie.

* dit betreft de waarde tot en met het tweede kwartaal 2012

De gerealiseerde waarden van 2012 hebben betrekking op de periode tot en met het tweede kwartaal. In maart zal TNO de definitieve waarden van 2012 publiceren. Met ingang van 2012 is opdracht gegeven om alle waarden te meten.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x 1 mln

2009

2010

2011

2012

Vastgestelde begroting 2012

Verschil

VERPLICHTINGEN

248,8

233,1

231,6

228,4

227,7

0,7

UITGAVEN

234,9

231,9

232,8

233,7

230,6

3,1

             

Programma-uitgaven

228,8

219,9

221,5

222,7

219,4

3,3

11.1 Optimale marktordening en mededinging bevorderen

23,0

23,2

25,9

25,7

26,3

–0,6

Bijdrage Metrologie

15,1

14,1

14,9

15,2

14,7

0,5

Raad Deskundige Nationale Meetstandaarden

0,1

0,1

0,0

0,0

0,1

– 0,1

PIANOo inclusief TenderNed

3,5

2,6

6,1

7,0

7,3

–0,3

Markt en Overheid

0,0

0,0

0,0

0,0

0,7

– 0,7

NMa / Dte

0,7

0,6

1,0

0,5

0,5

0,0

Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut

0,0

0,9

0,6

0,9

1,1

– 0,2

Raad voor Accreditatie

1,4

1,5

0,4

0,1

0,2

– 0,1

Prijzenwet

0,0

0,6

0,0

0,0

0,0

0,0

Onderzoek en opdrachten

2,2

2,9

2,9

2,0

1,7

0,3

11.3 Goede en betrouwbare netwerken en markten voor telecommunicatie- en post

4,4

4,5

3,9

10,2

12,0

–1,8

Bijdrage aan OPTA

2,4

2,2

1,9

2,4

2,5

– 0,1

Bijdrage aan internationale organisaties

2,0

2,3

2,0

1,9

2,5

– 0,6

Veiligheid en frequenties

0,0

0,0

0,0

5,9

7,0

– 1,1

11.4 Voorzien in maatschappelijk

behoefte aan statistieken

195,4

192,3

191,7

186,9

181,1

5,8

Bijdrage aan het CBS

195,4

192,3

191,7

186,9

181,1

5,8

             

Bijdragen baten-lastendiensten

12,1

12,0

11,3

11,0

11,2

–0,2

Toezicht Agentschap Telecom

6,6

5,7

5,7

5,9

5,8

0,1

Agentschap Telecom

5,5

6,0

5,3

5,1

5,4

– 0,3

Agentschap NL

0,2

0,2

0,3

0,0

0,0

0,0

             

ONTVANGSTEN

19,6

64,2

82,7

82,7

55,2

27,5

Ontvangsten NMa

1,6

10,0

3,3

4,4

0,0

4,4

High Trust

13,4

22,4

21,4

32,1

31,1

1,0

Diverse ontvangsten

4,6

31,8

58,0

46,2

24,1

22,1

Toelichting op de programma uitgaven

Operationele doelstelling 11.1 Optimale marktordening en mededinging bevorderen

Doelbereiking

Goed functionerende markten zijn de motor voor economische groei. Het Ministerie van Economische Zaken heeft met het oog op het belang van de consument en eindgebruiker op verschillende wijzen de marktwerking en de mededinging bevorderd. Een paar voorbeelden zijn: de Mededingingswet, inclusief de invoering van de Wet Markt en Overheid als aanpassing van de Mededingingswet, de werkzaamheden van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en de totstandkoming van de Aanbestedingswet 2012.

Mededingingsbeleid (Mededingingswet en de NMa)

Per 1 april 2013 gaat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) van start. Het samenvoegen van de NMA, OPTA en Consumentenautoriteit leidt tot een verbetering van de effectiviteit en efficiëntie van het markttoezicht in Nederland. Dit zal bijvoorbeeld resulteren in een verruiming van de mogelijkheden voor informatieverstrekking door de ACM op het gebied van mededinging met derde instanties, zoals het Openbaar Ministerie.

Parallel aan de Instellingswet ACM is een wetsvoorstel uitgewerkt dat leidt tot stroomlijning en vereenvoudiging van de procedures, bevoegdheden en handhavingsinstrumentarium van de ACM. Dit wetsvoorstel is in november 2012 aangenomen door de Ministerraad. In de memorie van toelichting van het wetsvoorstel zal op verzoek van de Tweede Kamer (TK II 2011/12, 24 095, nr. 305) mede worden ingegaan op de voor en tegens van het aanvullen van de bestuursrechtelijke handhaving van de Mededingingswet met de mogelijkheid van strafrechtelijke handhaving.

Op 1 juli 2012 zijn de wet tot aanpassing van de Mededingingswet ter invoering van gedragsregels voor de overheid (beter bekend als: Wet Markt en Overheid) en het besluit Markt en Overheid in werking getreden. De vier gedragsregels uit deze wet stellen voorwaarden die de overheid moet volgen bij het verrichten van economische activiteiten. Hiermee wordt een gelijk speelveld met het bedrijfsleven bevorderd en kunnen overheden bij deze economische activiteiten niet langer oneigenlijk gebruik maken van overheidsmiddelen. Daarnaast is een handreiking bij de wet opgesteld. Deze handreiking is een hulpmiddel bij de toepasbaarheid van de wet. De NMa, en vanaf 1 april de ACM, is toezichthouder op deze gedragsregels voor de overheid.

Aanbestedingsbeleid

Het parlement heeft in 2012 ingestemd met de nieuwe Aanbestedingswet. De geplande datum van inwerkingtreding is 1 april 2013.

Realisatie meetbare gegevens bij de operationele doelstelling

Indicator

Referentie waarde

Peildatum

StreefWaarde 2012

Realisatie 2012

Bron

Gebruik elektronisch systeem voor aanbesteden wordt gemeengoed bij de overheid

Openbare aanbestedingen worden nog niet via TenderNed gepubliceerd

1 januari 2010

Alle openbare aanbestedingen worden via TenderNed gepubliceerd

35%

TenderNed, EZ

Sinds medio 2012 worden de meeste aanbestedingen van het Rijk aangekondigd via TenderNed. (het digitale rijksbrede aanbestedingssysteem) Ook decentrale overheden kondigden hun aanbestedingen in de loop van 2012 steeds vaker aan via TenderNed. In 2012 werden nog niet alle aanbestedingen via TenderNed aangekondigd omdat de nieuwe Aanbestedingswet, die de verplichting daartoe bevat, nog niet in werking was getreden. Naar verwachting treedt die wet per 1 april 2013 in werking.

In 2012 is fase 2 van het systeem voor elektronisch aanbesteden TenderNed afgerond. Hiermee kunnen ondernemingen documenten in het online bedrijvenregister laten opnemen en digitaal inschrijven op aanbestedingen, waardoor het systeem fungeert als een online marktplaats.

Metrologiewet

De onderhandelingen over de herziening van de Europese metrologische richtlijnen tussen de Europese Commissie, de lidstaten en het Europees parlement zijn nog niet afgerond. Door de complexiteit van de materie waarmee grote belangen zijn gemoeid heeft implementatie in de Metrologiewet nog niet plaatsgevonden. De geplande datum van implementatie is het tweede kwartaal van 2013.

Het consultatietraject voor de gemoderniseerde IJkwet Bonaire, St. Eustatius en Saba (BES) is in 2012 gestart. Het streven naar het inwerkingtreden in 2013 zal waarschijnlijk niet worden gehaald omdat het proces op strategische gronden later van start is gegaan dan oorspronkelijk was gepland. Dit is veroorzaakt door de beperkte capaciteit die op de BES-eilanden beschikbaar is voor dit werk. Prioriteit is gegeven aan het opleiden van medewerkers en het inrichten van de infrastructuur voor het IJkwezen.

Operationele doelstelling 11.2 Behouden en versterken positie van de consument

Doelbereiking

Goede wet- en regelgeving in Nederland beschermt consumenten tegen oneerlijke praktijken en geeft hen belangrijke rechten in de relatie met ondernemers. Consumenten maken steeds vaker gebruik van aanbiedingen over de grens. Het Ministerie van Economische Zaken zet zich samen met het Ministerie van Veiligheid en Justitie in voor adequate Europese regels, zodat consumenten ook in andere EU landen met vertrouwen kunnen consumeren. Wanneer dat vertrouwen beschaamd wordt is het eveneens van belang dat de toezichthouder, waar nodig in samenwerking met de Europese collega’s, effectief kan optreden.

Consumenten zijn gelijktijdig met de Tweede Kamer door middel van openbaarmaking van onderzoeksgegevens van het Ministerie van Economische Zaken geïnformeerd over de kwaliteit van de dienstverlening van de klantenservice van telecom- en energiebedrijven.

Daarnaast is een voorstel van wet voor Pandbeleningen aan de Tweede Kamer gezonden.

Realisatie meetbare gegevens bij de operationele doelstelling

Indicator: De naamsbekendheid van ConsuWijzer

Waarde 2009

Streefwaarde 2012

Realisatie 2012

Bron

Percentage spontane naamsbekendheid

2%

6%

3%

ConsuWijzer

Percentage geholpen naamsbekendheid ConsuWijzer

23%

40%

47%

ConsuWijzer

Aantal bezoeken op website ConsuWijzer

2.000.000

2.200.000

2.200.000

Consuwijzer

De spontane naamsbekendheid blijft achter bij de begrote 6%. De reden hiervoor is de vermindering van het budget voor generieke communicatieacties. De Consumentenautoriteit heeft zich meer gericht op free publicity en het inzetten van concrete, themagerichte campagnes. Bij dit laatste kan gedacht worden aan de campagnes over telemarketing en de Online shopscan.

De realisatie van 2,2 mln bezoeken op de website van Consuwijzer is gebaseerd op basis van het aantal bezoeken gemeten in de eerste tien maanden van 2012 door middel van webanalyse en op een schatting van het aantal bezoeken voor de laatste twee maanden. Sinds eind oktober is ConsuWijzer namelijk gestopt met webanalyse nadat is gebleken dat de geïmplementeerde technische oplossing op de website niet volledig in overeenstemming was met de cookiebepaling in de Telecommunicatiewet.

Wet- en regelgeving, ter versterking van de positie van de consument

In 2012 is samen met het Ministerie van Veiligheid en Justitie (eerst verantwoordelijk) gewerkt aan de implementatie van de richtlijn consumentenrechten. Voor de implementatie van deze richtlijn is, gezien de complexiteit, iets meer tijd nodig gebleken dan verwacht. Het wetsvoorstel implementatie consumentenrechten en de bijhorende memorie van toelichting zullen begin 2013 aan de Tweede Kamer worden gezonden. De richtlijn dient uiterlijk 13 december 2013 in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd te zijn.

Operationele doelstelling 11.3 Goede en betrouwbare netwerken en markten voor telecommunicatie en post

Doelbereiking

In het in 2012 gehouden vierjaarlijkse Universal Postal Union (UPU) congres in Doha, Qatar zijn internationale afspraken gemaakt met betrekking tot post.

Markt en regelgeving

Om betaalbare en gelijkwaardige toegang tot openbare telefonie voor doven en slechthorenden te realiseren, zal een partij worden aangewezen voor het verzorgen van een tekst- en beeldbemiddelingsdienst. In oktober 2012 is de selectieprocedure gestart, die naar verwachting voor de zomer 2013 eindigt met de aanwijzing van de verzorger van de tekst- en beeldbemiddelingsdienst. Zodra de bemiddelingsdienst operationeel is, zal zijn voldaan aan de vereisten uit de Europese Richtlijnen inzake de universele dienst en eindgebruikerrechten.

Frequentie- en antennebeleid

Realisatie meetbare gegevens bij de operationele doelstelling

Indicator

Referentiewaarde

Peildatum

Raming 2012

Realisatie 2012

Bron

Het aantal vergunningscategorieën t.b.v. het gebruik van frequentiebanden

47

1 januari 2009

dalend

42

Agentschap Telecom

In internationaal kader worden voorbereidingen getroffen om het bovenste deel van de huidige UHF-omroepband (694–790 MHz) te bestemmen voor mobiele communicatie. Samen met Agentschap Telecom en de sector is een inventarisatie gestart van de behoefte en de beschikbaarheid aan frequenties voor omroeptoepassingen over de verschillende omroepbanden heen. Dit moet ruim voor afloop van de huidige vergunningstermijnen in 2017 leiden tot een standpunt ten aanzien van de toekomstige bestemming van de UHF-band.

Het jaar 2012 is een belangrijk voorbereidingsjaar geweest voor de uitrol van digitale (ether)radio. Vergunninghouders hebben een overeenkomst gesloten met een netwerkoperator voor de bouw van een digitaal radionetwerk dan wel voorbereidingen daartoe getroffen. Het Ministerie van Economische Zaken komt regelmatig met de vergunninghouders bijeen om afspraken te maken over de gezamenlijke introductie. Digitale (ether)radio zal in het derde kwartaal van 2013 van start gaan.

Indicator

Referentiewaarde

Peildatum

Raming 2012

Realisatie 2011

Bron

Penetratiegraad van TDAB radio-ontvangers in huishoudens

<1%

2009

<1%

3%

CBS

De CBS publicatie heeft betrekking op de bevolking van 12 tot en met 74 jaar. De waarde van 2012 zal het CBS op 1 juli 2013 publiceren. De in de Rijksbegroting 2012 opgenomen raming 2012 zal worden herzien.

Een veilig en betrouwbaar netwerk

De volgens het Regulatory Framework for Electronic Communications verplichte melding aan de overheid van verstoringen in telecomnetwerken is ingevoerd. De verstrekking van informatie over verstoringen aan het publiek is nog niet gerealiseerd. Aangezien nog niet is vastgesteld hoe dit het best kan gebeuren en welke gegevens van aanbieders nodig zijn. De vertraging is ontstaan omdat besloten is te wachten op de realisatie van de hierboven genoemde verplichte melding, om te voorkomen dat overlap ontstaat in de aanlevering van gegevens voor beide systemen. In 2013 zal de verdere ontwikkeling plaatsvinden.

Het programma veilig elektronisch zakendoen dat is omgevormd tot het programma digiveilig, is van start gegaan. Doel is het borgen van veilig gebruik van ICT. In het programma, dat wordt uitgevoerd door het onafhankelijk platform van overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties, ECP, worden in publiek-private werkgroepen activiteiten ontplooid op ondermeer het terrein van bewustwording, privacy en de aanpak van botnets. Een botnet betreft een netwerk van computers die besmet is met een bot en dat vaak gebruikt wordt om illegale acties uit te voeren, zoals het verzenden van spam.

Eind 2012 hebben de Internet Service Providers (ISP's) de vereniging «Abuse Information Exchange» opgericht, en is gestart met het bouwen van een antibotnetcentrum dat medio 2013 operationeel is. Het centrum verzamelt en verwerkt op een centraal punt informatie over botnetbesmettingen waarmee aangesloten ISP's hun klanten sneller en gerichter kunnen helpen bij het ontsmetten van hun PC's. Het Ministerie van Economische Zaken heeft een startsubsidie gegeven en zal in 2013 de effectiviteit van Abuse Information Exchange meten aan de hand van een internationaal vergelijkend onderzoek.

Het Ministerie van Economische Zaken is in gesprek met de ICT-industrie over het ontwikkelen van veilige hard- en software producten ter bevordering van cyber security. Dit heeft nog niet geleid tot concrete nieuwe standaarden. In 2013 zal het Ministerie van Economische Zaken haar gesprekken met de industrie voortzetten, waarbij in gezamenlijk overleg de mogelijkheid voor een standaard voor het ontwikkelen van veilige software wordt verkend.

Operationele doelstelling 11.4 Voorzien in maatschappelijke behoefte aan statistieken

Doelbereiking

Het voorzien in statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van de onderzoeksresultaten en samengestelde statistieken.

Het outputprogramma van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zoals opgenomen in het Jaarplan voor 2012 van het CBS is gerealiseerd.

Realisatie meetbare gegevens bij de operationele doelstelling

Indicatoren

Definitie

Streefwaarde 2012

Realisatie 2012

Realisatie van de publicatiekalender

Realisatie: Percentage op de geplande datum gepubliceerde persberichten en gerealiseerde leveringen aan Eurostat.

90% van publicatiekalender op of voor geplande publicatiedatum gehaald.

Persberichten: 94%

Eurostat: 90%

Aantal formele correcties op publicaties

Aantal persberichten dat met een (nieuw) persbericht wordt gecorrigeerd.

Maximaal 3 persberichten per jaar met correcties.

0 persberichten met correctie

1. Afwijking van voorlopige en definitieve cijfers

     

a. economische groei

Het aantal keer dat de definitieve kwartaalcijfers voor de economische groei van een jaar meer dan 0,75 procentpunt afwijken van de flash-ramingen voor de kwartalen van dat jaar.

Voor minstens drie kwartalen van het jaar moet de afwijking minder zijn dan 0,75 procentpunt.

4 kwartalen < 0,75% voor het jaar 2009.

b. internationale handel

Het aantal afwijkingen van meer dan 4% tussen de voorlopige en definitieve cijfers van de onderdelen van de 6-wekenversie van de maandcijfers van de internationale handel.

80 procent van de afwijkingen moet minder zijn dan 4 procent.

87,5% afwijkingen < 4% voor het jaar 2011

c. bevolkingsgroei

Deelindicator jaarcijfer: de absolute afwijking van de som van de voorlopige maandcijfers van de bevolkingsgroei met het definitieve jaarcijfer. Deelindicator maandcijfers: het aantal keren dat de definitieve cijfers van de bevolkingsgroei voor de maanden van het voorafgaande kalenderjaar meer dan 4.000 afwijken van de voorlopige cijfers.

Voor minstens 8 maanden moet de afwijking minder zijn dan 4.000 én de afwijking van het gecumuleerd jaartotaal moet minder dan 16.000 zijn.

12 maanden met afwijking < 4.000

Gecumuleerd jaartotaal: 4.446

2. Administratieve lasten verlaging/reductie enquêtedruk

Uitkomst van de jaarlijkse administratieve lasten zoals gemeten door de «enquêtedrukmeter» (EDM).

De administratieve last door enquêtedruk voor het bedrijfsleven mag in 2011 niet meer bedragen dan de lastendruk in 2010 en wordt zoveel mogelijk gereduceerd in lijn met de doelstelling om in 2015 een reductie tussen de 20% en 30% te realiseren1

Enquêtedruk 2010: € 19 mln

Enquêtedruk 2011: € 19 mln

Bron: CBS

1

Zoals nader toegelicht in de Voortgangsrapportage regeldruk bedrijven van Prinsjesdag 2011 vereist de realisatie van deze doelstelling zowel wijzigingen uitgevoerd door het CBS als wijzigingen in de Europese regelgeving. Op basis van haalbaarheidsonderzoeken, waarbij ook inzicht wordt verkregen in de hiermee gepaard gaande kosten, vindt nog definitieve besluitvorming plaats.

De door het CBS veroorzaakte lastendruk over 2011 (zoals in 2012 is gemeten) bedraagt € 19 mln. Door de geleidelijke toename van de internationale handel in goederen met EU-lidstaten sinds 2009 zijn meer bedrijven boven de waarnemingsdrempel uitgekomen, waardoor zij verplicht werden hierover aangifte voor de statistiek te doen (Intrastat). Daarnaast werd er in 2011 een relatief groot aantal meerjaarlijkse enquêtes tegelijkertijd uitgevoerd. Hier tegenover staat een daling van de lastendruk bij de productiestatistieken, de één na grootste veroorzaker van lastendruk, als gevolg van een herontwerp van productieprocessen dat de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden. Al met al is de lastendruk in 2011 op hetzelfde niveau gebleven als in 2010. Gecorrigeerd voor meerjaarlijkse enquêtes continueert het CBS de dalende lijn in de lastendruk.

Samen met het Ministerie van Economische Zaken zet het CBS in op verdere lastenreductie bij Intrastat, dat de helft van de totale administratieve lasten van het CBS veroorzaakt en waarvan de lastendruk naar verwachting stijgt als gevolg van het aantal bedrijven dat boven de waarnemingsdrempel uitkomt. Europese besluitvorming over de aanpassing van Intrastat zal op zijn vroegst in 2014 plaatsvinden.

De bijdrage aan het CBS is in 2012 met € 5,8 mln verhoogd. Deze middelen zijn aangewend voor onder andere nieuwe statistische verantwoordelijkheden in het kader van Caribisch Nederland, voor compensatie van de gestegen pensioenpremies en voor loon- en prijscompensatie.

Toelichting op de ontvangsten

Ontvangsten Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)

De toename in de ontvangsten bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) van € 4,4 mln wordt met name veroorzaakt doordat de NMa in 2012 bouwfraudeboetes heeft ontvangen welke in de oorspronkelijke begroting 2012 niet waren geraamd.

Diverse ontvangsten

Het verschil in diverse ontvangsten van € 22,1 mln is grotendeels veroorzaakt door ontvangsten uit vergunningen voor de landelijke digitale radio-omroep. In de zomer van 2011 zijn verlengde FM – vergunningen uitgereikt waardoor in 2012 € 19,6 aan niet voorziene gelden (incl. wettelijke rente) zijn ontvangen. Tot slot kan € 1,9 mln worden verklaard doordat het bedrag van de eindafrekening over 2011 van het Agentschap Telecom lager was dan de eerder betaalde voorschotbedragen. Dit is met name veroorzaakt door een aantal niet ingevulde fte’s.

Licence