Base description which applies to whole site

49 Overige inkomensbescherming

Artikel

Zorgdragen voor adequate bescherming zonder activerende voorwaarden tegen de financiële risico’s bij inkomensverlies

Algemene doelstelling

Motivering

Om inkomensbescherming op minimumniveau te bieden. SZW creëert de voorwaarden voor de toekenning van een uitkering of toeslag. SVB en UWV zijn verantwoordelijk voor de uitvoering hiervan in Nederland. Voor de uitvoering in Caribisch Nederland (de eilanden Bonaire, St. Eustatius en Saba) is de minister van SZW verantwoordelijk.

Doelbereiking en maatschappelijke effecten

Mensen vanaf 65 jaar en nabestaanden ontvangen een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) respectievelijk een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw), gerelateerd aan het minimumloon.

Als een 65-plusser een AOW-uitkering ontvangt waarop een korting is toegepast in verband met niet-verzekerde jaren, kan een beroep worden gedaan op de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO) indien het inkomen onder het sociaal minimum komt en het vermogen onder de gestelde grens blijft.

Zieke, arbeidsongeschikte en werkloze werknemers ontvangen een toeslag op grond van de Toeslagenwet (TW) tot het relevante sociaal minimum als de betrokkene daar met het gezinsinkomen onder blijft.

Externe factoren

Het behalen van de algemene doelstelling is mogelijk gemaakt door:

  • Een effectieve uitvoering van de wetten door SVB en UWV;

  • Het naleven van de verplichtingen van de wet- en regelgeving door de uitkeringsgerechtigden.

Realisatie meetbare gegevens

Voor de algemene doelstelling zijn geen afzonderlijke indicatoren geformuleerd, omdat op dit aggregatieniveau onvoldoende concrete doelstellingen geformuleerd kunnen worden.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 49.1 Begrotingsuitgaven artikel 49 (x € 1.000)

artikelonderdeel

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Begroting 2012

Verschil 2012

Verplichtingen

366.255

385.403

636.710

676.897

728.058

632.673

95.385

Uitgaven

366.255

385.403

636.710

676.897

728.058

632.673

95.385

               

Programma uitgaven

366.255

385.403

636.710

676.897

728.058

632.673

95.385

               

Operationele Doelstelling 2

 

 

 

 

 

 

 

AIO (WWB 65+) uitkeringslasten

0

0

205.231

222.916

213.000

227.238

– 14.238

AIO (WWB 65+) uitvoeringskosten

0

2.500

12.585

14.673

15.827

12.443

3.384

               

Operationele Doelstelling 3

             

Toeslagenwet uitkeringslasten

366.255

382.903

418.894

425.875

482.882

375.235

107.647

               

Operationele Doelstelling 4

             

Uitkeringen Caribisch Nederland

0

0

0

13.433

16.349

17.757

– 1.408

               

Ontvangsten

2.955

2.410

288

3.801

16.374

0

16.374

Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO)

De AIO betreft de algemene bijstand voor ouderen van wie het inkomen onder de bijstandsnorm ligt en die geen of weinig vermogen hebben. De gerealiseerde uitkeringlasten kwam in 2012 € 14 miljoen lager uit dan begroot. Deze bijstelling komt grotendeels voort uit de doorwerking van de realisatie over 2011, die eveneens lager lag dan begroot. Oorzaak is de lagere gemiddelde uitkering.

De gerealiseerde uitvoeringskosten AIO zijn € 3 miljoen hoger dan begroot. De hogere uitvoeringskosten zijn onder meer veroorzaakt door kosten van implementatie van de (inmiddels ingetrokken) huishoudinkomenstoets. Daarnaast is dit het gevolg van een budgetneutrale herschikking in de toerekening van uitvoeringskosten van de door de SVB uitgevoerde regelingen. Als gevolg hiervan zijn in 2012 AOW-middelen toegerekend aan de AIO (zie ook toelichting bij de uitvoeringskosten AOW). Deze herschikking leidt per saldo niet tot wijziging van de uitvoeringskosten SVB.

Toeslagenwet (TW)

Op grond van de TW ontvangen uitkeringsgerechtigden die met hun uitkering en het eventuele partnerinkomen niet tot het relevante sociaal minimum komen een toeslag op de uitkering van de zogeheten moederwetten. De gerealiseerde uitgaven in de TW komen in 2012 € 108 miljoen hoger uit dan begroot. Allereerst vond er een stijging plaats van de uitkeringslasten TW door volumeontwikkelingen in de onderliggende moederwetten, vooral de WW en de WAO/WIA. Als gevolg hiervan zijn de TW-uitgaven € 86 miljoen hoger uitgekomen dan in de begroting geraamd. Aanvullingen vanuit de WW namen toe door het sterk gestegen WW-volume. Aanvullingen vanuit WAO/WIA namen toe omdat het aandeel mensen in de WIA in plaats van in de WAO stijgt. WIA-gerechtigden komen vaker in aanmerking voor de TW dan WAO-gerechtigden. De toename van de uitkeringslasten door indexatie van de uitkeringen bedroeg € 6 miljoen. Verder vond er in 2012 een nabetaling plaats over 2011 van € 16 miljoen.

Uitkeringen Caribisch Nederland

De regelingen van SZW voor Caribisch Nederland op het terrein van dit artikel betreffen de Algemene ouderdomsverzekering (AOV) en de Algemene Weduwen- en Wezenverzekering (AWW). De uitgaven aan deze regelingen zijn € 1,4 miljoen lager uitgevallen dan begroot. Ten tijde van het vaststellen van de begroting 2012 was het eerste volledige jaar van uitvoering op de eilanden (2011) nog lopend, waardoor er nog onvoldoende informatie beschikbaar was om een nauwkeurige raming te kunnen opstellen.

Ontvangsten

In 2012 is ruim € 16 miljoen aan ontvangsten AIO gerealiseerd. Een deel hiervan (€ 5,9 miljoen) is het gevolg van de nadere afrekening 2011 in 2012: de gerealiseerde kasuitgaven waren lager dan de door SZW verstrekte voorschotten waardoor in 2012 een terugontvangst heeft plaatsgevonden. Daarnaast is in 2012 een technische correctie uitgevoerd op de afrekening 2010 (€ 10,5 miljoen).

Tabel 49.2 Premiegefinancierde uitgaven artikel 49 (x € 1.000)

artikelonderdeel

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Begroting 2012

Verschil 2012

Uitgaven

28.297.062

30.094.970

31.029.216

31.614.026

32.411.679

32.501.669

– 89.990

               

Programma uitgaven

28.297.062

30.094.970

31.029.216

31.614.026

32.411.679

32.126.042

285.637

               

Operationele Doelstelling 1

             

Anw uitkeringslasten

1.203.536

1.147.398

1.064.744

968.000

843.342

841.856

1.486

Anw tegemoetkoming

21.560

22.671

20.953

17.433

15.689

15.402

287

Anw uitvoeringskosten

23.801

19.973

24.195

22.160

19.071

19.866

– 795

               

Operationele Doelstelling 2

             

AOW uitkeringslasten

26.446.126

27.580.144

28.617.668

29.995.000

31.415.000

31.110.897

304.103

AOW tegemoetkoming

483.094

1.217.152

1.177.722

484.000

0

0

0

AOW uitvoeringskosten

118.945

107.632

123.934

127.433

118.577

138.021

– 19.444

               

Nominaal

0

0

0

0

0

375.627

– 375.627

               

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Algemene nabestaandenwet (Anw)

De gerealiseerde uitkeringslasten Anw laten een tegenvaller van € 1 miljoen zien. Het budget is via de gebruikelijke loon- en prijsbijstelling verhoogd (€ 9 miljoen). Per saldo was het gerealiseerde volume lager dan verwacht (€ 8 miljoen). De tegemoetkoming Anw kwam nagenoeg overeen met de begrote uitkeringslasten.

Algemene Ouderdomswet (AOW)

De gerealiseerde uitkeringslasten AOW komen in 2012 € 304 miljoen hoger uit dan in de begroting 2012 geraamd. Dit verschil wordt grotendeels verklaard door de indexatie van de AOW-uitkeringen in 2012. Daarnaast is het wetsvoorstel AOW-verjaardag van kracht geworden op 1 april 2012 in plaats van op 1 januari 2012. Dit uitstel heeft geleid tot een besparingsverlies van € 16 miljoen.

De gerealiseerde uitvoeringskosten zijn ruim € 19 miljoen lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een gewijzigde (budgetneutrale) toerekening van de uitvoeringskosten van de door de SVB uitgevoerde regelingen. Bij de AIO, AKW en de TOG zijn de uitvoeringskosten daarom hoger dan geraamd (zie artikel 50 voor de AKW en de TOG). Daarnaast is een deel van het uitvoeringsbudget vrijgespeeld ten behoeve van het activeren van intellectueel eigendom vanuit het ICT-programma SVB Tien. Deze middelen worden in latere jaren afgeschreven.

1 Zorgdragen dat inkomen op ten minste minimumniveau wordt verstrekt aan alleenstaande nabestaanden; tevens het verstrekken van een uitkering ten behoeve van wezen of halfwezen

Operationele doelstelling

Motivering

Om personen die geconfronteerd zijn met het overlijden van een partner of ouders en die vanwege leeftijd, de zorg voor een jong kind of arbeidsongeschiktheid niet (volledig) een eigen inkomen kunnen verwerven, te voorzien van een minimuminkomen en/of een compensatie.

Doelbereiking

Nabestaanden ontvangen een inkomensafhankelijke nabestaandenuitkering ter hoogte van maximaal 70% van het netto minimumloon. De nabestaande kan ook aanspraak maken op een halfwezenuikering van 20% van het minimumloon voor een halfwees van jonger dan 18 jaar die tot het huishouden behoort. Wezen kunnen aanspraak maken op een wezenuitkering. De wezenuitkering bedraagt een leeftijdsafhankelijk percentage van de nabestaandenuitkering. De halfwezen- en wezenuitkering zijn onafhankelijk van het inkomen. Naast de nabestaanden-, halfwezen-, of wezenuitkering ontvangen nabestaanden of wezen een inkomensonafhankelijke tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming bedroeg in 2012 € 15,88 per maand.

  • Uitkeringen op grond van de Anw;

  • Bijdrage uitvoeringskosten aan de SVB.

Instrumenten

Activiteiten

Activiteiten SZW:

  • Onderhouden van beleid en wet- en regelgeving;

  • Twee maal per jaar aanpassen van het niveau van de Anw in verband met wijzigingen van het minimumloon;

  • Aansturen van en toezicht houden op een rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering door de SVB.

Activiteiten SVB:

  • Beoordelen van recht op een uitkering;

  • Verstrekken van uitkeringen;

  • Handhaven van wet- en regelgeving.

  • Nabestaanden geboren vóór 1950, nabestaanden met een kind onder de 18 jaar, nabestaanden die ten minste 45% arbeidsongeschikt zijn;

  • Verzorgers van halfwezen;

  • Wezen.

Doelgroepen

Realisatie meetbare gegevens

Tabel 49.3 Indicatoren operationele doelstelling 1
 

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Streven 2012

Nalevingsniveau opgave inkomsten uit arbeid (%)

94

95

95

95

Bron: SZW-berekeningen op basis van SVB- en CBS-informatie

Volume Anw

Het volume van de Anw nam in 2012 met ongeveer 9.000 uitkeringsjaren af. Deze daling is vrijwel geheel toe te schrijven aan het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd van mensen met een nabestaandenuitkering. Een groot deel van de nabestaandenuitkeringen behoort toe aan mensen die voor 1950 zijn geboren en die nu de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken. In 1996 zijn bovendien de toetredingsvoorwaarden van de Anw aangescherpt. Het Anw-bestand wordt ook om die reden steeds kleiner.

Tabel 49.4 Kengetallen operationele doelstelling 1
 

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Nabestaanden uitkeringsjaren (x 1.000)

     

Volume: Ingang recht voor 1 juli 1996

23

20

16

• waarvan nabestaanden- en halfwezenuitkering

1

0,3

0,2

• waarvan alleen nabestaandenuitkering

22

19

16

Volume: Ingang recht na 1 juli 1996

61

56

50

• waarvan nabestaanden- en halfwezenuitkering

9

9

9

• waarvan alleen nabestaandenuitkering

37

33

27

• waarvan alleen halfwezenuitkering

14

14

14

Wezenuitkering

1

1

1

       

Totaal volume uitkeringsjaren (x 1.000 uitkeringsjaren)

85

77

68

Totaal aantal uitkeringsgerechtigden (x 1.000 personen)

102

93

81

Bron: SVB, Jaarverslag

Tabel 49.5 Kengetallen operationele doelstelling 1
 

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Handhaving

     

Nalevingsniveau melden samenwoning (%)1

99

95

98

Bekendheid met regels samenwonen (%)2

85

89

92

Bekendheid met regels inkomen (%)2

94

93

97

Aantal onderzochte fraudesignalen3

967

666

n.b.4

Totaal schadebedrag fraude (x € 1 mln)3

2,5

3,0

1,8

Incassoratio (%)3

93

90

87

Bronnen:

1 SZW-berekeningen op basis van SVB-informatie.

2 Ipsos Synovate, Onderzoek Kennis Verplichtingen en Pakkans; Negen wetten onder de loep.

3 SVB, Jaarverslag.

4 Niet beschikbaar vanwege wijziging administratie SVB per mei 2012.

2 Zorgdragen dat een minimuminkomen wordt verstrekt aan personen van 65 jaar en ouder

Operationele doelstelling

Motivering

Om personen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt inkomensbescherming te bieden.

Doelbereiking

65-plussers ontvangen een uitkering gerelateerd aan het minimumloon. De hoogte ervan is afhankelijk van leefsituatie 50%, 70% of 90%. Onder bepaalde voorwaarden wordt bij een (vanwege een onvoldoende opbouw) gekort AOW-pensioen een aanvulling vanuit de algemene bijstand (AIO) verstrekt. Naast de AOW-uitkering ontvangt een AOW-gerechtigde een maandelijkse inkomensonafhankelijke tegemoetkoming van bruto € 33,65. Sinds 1 juni 2011 geldt hierbij als voorwaarde dat de AOW-gerechtigde over ten minste 90% van het eigen inkomen belasting in Nederland betaalt (zie hiervoor de passages over de MKOB in artikel 50). AOW-gerechtigden met een partner die nog geen 65 is, hebben daarnaast recht op een inkomensafhankelijke toeslag van maximaal 50% van het minimumloon. De feitelijke hoogte hangt af van de eventuele inkomsten van de jongere partner. Sinds 1 augustus 2011 wordt deze toeslag in beginsel met 10% gekort als het totale gezinsinkomen hoger is dan 162% WML (circa € 30.000 bruto per jaar).

  • Ouderdomspensioen op grond van de AOW;

  • AOW-toeslag ten behoeve van de partner jonger dan 65 jaar aan personen die een ouderdomspensioen op grond van de AOW ontvangen;

  • Bijstandsuitkering aanvullend tot de bijstandsnorm op grond van de AIO indien geen toereikende middelen aanwezig zijn;

  • Bijdrage uitvoeringskosten aan de SVB.

Instrumenten

Activiteiten

Activiteiten SZW:

  • Onderhouden van beleid en wet- en regelgeving;

  • Tweemaal per jaar aanpassen van het niveau van de uitkeringen AOW en AIO aan de minimumloonontwikkeling;

  • Aansturen van en toezicht houden op een rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering door de SVB.

Activiteiten SVB:

  • Beoordelen van recht op een uitkering;

  • Verstrekken van uitkeringen;

  • Handhaven van wet- en regelgeving.

Doelgroepen

Personen van 65 jaar en ouder.

Realisatie meetbare gegevens

Het gebruik van prestatie-indicatoren heeft, naast het gebruik van kengetallen, geen toegevoegde waarde, omdat de AOW en de AIO geen activerend karakter hebben. Er wordt dus niet gestuurd op in- en uitstroom.

Volume AOW/AIO

Als gevolg van de vergrijzing is in 2012 het volume van de AOW (in uitkeringsjaren en in personen) toegenomen. Het AIO-volume is tegen de verwachting in niet gestegen. Een verklaring is dat er meer kleine AIO-uitkeringen dan geraamd zijn komen te vervallen door het onder de middelentoets brengen van de MKOB en de afbouw van de Algemene Heffingskorting in het referentieminimumloon.

Gekorte AOW-uitkeringen

Het aandeel mensen met een onvolledige AOW-uitkering (18%) was in 2012 gelijk aan 2011 terwijl het gemiddelde kortingspercentage (47%) licht daalde ten opzichte van een jaar eerder (48%). Dit betreft een afrondingsverschil.

Tabel 49.6 Kengetallen operationele doelstelling 2
 

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

AOW uitkeringsjaren (x 1.000)

     

70% uitkering (totaal)1

1.011

1.028

1.052

• waarvan partner < 65 jaar1

1

1

1

50% uitkering (totaal)1

1.598

1.669

1.762

• waarvan partner < 65 jaar1

254

266

276

       

Volume in aantal personen

     

Volume AOW (x 1000)1

2.881

2.953

3.081

Volume AIO (x 1000 huishoudens)2

37

41

40

       

Korting op de AOW-uitkering in verband met niet-verzekerde jaren

     

Personen met een onvolledige AOW (% van totaal)1

18

18

18

Gemiddeld kortingspercentage (%)1

48

48

47

Bekendheid afschaffen partnertoeslag (%)3

33

28

24

Bronnen:

1 SVB, Jaarverslag.

2 CBS, Bijstandsuitkeringenstatistiek.

3 Intomart Gfk, Onderzoeksrapport AOW-partnertoeslag.

Tabel 49.7 Kengetallen operationele doelstelling 2
 

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Handhaving

     

Nalevingsniveau melden samenwoning (%)1

99

99

99

Bekendheid met regels samenwonen (%)2

75

79

85

Bekendheid met regels inkomen (%)2

79

80

84

Aantal onderzochte fraudesignalen2

3.918

3.507

n.b.3

Totaal schadebedrag fraude (x € 1 mln)2

0,4

0,9

0,7

Incassoratio (%)2

95

95

96

Bronnen:

1 SZW-berekeningen op basis van SVB-informatie.

2 SVB, Jaarverslag.

3 Niet beschikbaar vanwege wijziging administratie SVB per mei 2012.

3 Zorgdragen dat een aanvulling tot inkomen op minimumniveau wordt verstrekt aan zieke, arbeidsongeschikte en werkloze werknemers

Operationele doelstelling

Motivering

Om personen die een uitkering op grond van de WW, ZW, WAO, WIA, Wajong, IOW, Wet arbeid en zorg, Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Militairen of loondoorbetaling in het tweede ziektejaar ontvangen, te voorzien van een minimuminkomen.

Doelbereiking

Zieke, arbeidsongeschikte en werkloze werknemers ontvangen een toeslag op hun loondervingsuitkering tot het minimumniveau als de betrokkene daar met het gezinsinkomen onder blijft.

Instrumenten

Toeslag op grond van de TW.

Activiteiten

Activiteiten SZW:

  • Onderhouden van beleid en wet- en regelgeving;

  • Tweemaal per jaar aanpassen van het niveau van de toeslag aan de minimumloonontwikkeling;

  • Aansturen van en toezicht houden op een rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering door het UWV.

Activiteiten UWV:

  • Beoordelen van recht, hoogte en duur toeslag;

  • Verstrekken van uitkeringen.

Doelgroepen

Personen die – volgens de definitie van de TW – een loondervingsuitkering of loondoorbetaling ontvangen en per dag een inkomen hebben dat lager is dan het relevante sociaal minimum.

Realisatie meetbare gegevens

Er zijn geen indicatoren opgenomen. Recht op een toeslag op grond van de TW bestaat naast het recht op een loondervingsuitkering, waarvoor wel kengetallen bestaan.

Volume TW

Het TW-volume steeg in 2012 als gevolg van een sterk gestegen aantal WW-uitkeringen en doordat de WIA langzaamaan de WAO vervangt. WIA-gerechtigden komen vaker dan WAO-gerechtigden in aanmerking voor aanvulling vanuit de TW.

Tabel 49.8 Kengetallen operationele doelstelling 3
 

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Gemiddeld jaarvolume TW (x 1.000 uitkeringsjaren)

182

185

195

Gemiddelde toeslag per jaar (x € 1)

2.302

2.297

2.475

Bron: UWV, Jaarverslag

Tabel 49.9 Kengetallen operationele doelstelling 3
 

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Handhaving

     

Aantal geconstateerde overtredingen TW (x 1.000)

4

3

3

Totaal fraudebedrag TW (x € 1 mln)

9,3

5,2

4,8

Afdoeningspercentage

91,1

99,5

99,3

Bron: UWV, Jaarverslag

4 Zorgdragen voor adequate overige inkomensbescherming aan inwoners van Caribisch Nederland

Operationele doelstelling

Motivering

Om inwoners van Caribisch Nederland (de eilanden Bonaire, St. Eustatius en Saba), die de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt, of om personen die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouders, een niveau van inkomensbescherming te bieden. Daarbij wordt de ontwikkeling van uitkeringen op de eilanden gekoppeld aan de ontwikkeling van het prijsniveau op de eilanden.

Doelbereiking

Inwoners van Caribisch Nederland die de AOV-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, of personen die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouders ontvangen inkomensbescherming.

Instrumenten

De uitkeringslasten Caribisch Nederland op het terrein van overige inkomensbescherming hebben betrekking op de Algemene ouderdomsverzekering (AOV), de AOV-tegemoetkoming en de Algemene weduwen- en wezenverzekering (AWW).

Algemene ouderdomsverzekering (AOV)

Ouderdomspensioen op grond van de Algemene ouderdomsverzekering in Caribisch Nederland. Naast het ouderdomspensioen wordt op St. Eustatius en Saba een AOV-tegemoetkoming verstrekt die recht doet aan de prijsverschillen tussen de drie eilanden

Algemene weduwen- en wezenverzekering (AWW)

Uitkering aan personen die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouders en (half)wezen op grond van de Algemene weduwen- en wezenverzekering in Caribisch Nederland.

De SZW-unit bij de RCN is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze regelingen in Caribisch Nederland. De bijdrage in de uitvoeringskosten aan de RCN wordt verantwoord op artikel 98.

  • Onderhouden van beleid en wet- en regelgeving;

  • Uitkeringsverzorging;

  • Handhaving.

  • Eenmaal per jaar aanpassen van het niveau van de AOV en AWW in verband met de ontwikkeling van de prijsindexcijfers.

Activiteiten

Doelgroepen

Uitkeringsgerechtigden op Caribisch Nederland.

Realisatie meetbare gegevens

Gegeven het geringe aantal gerechtigden zijn geen indicatoren geformuleerd. Het aantal lopende AOV- en AWW-uitkeringen bedroeg eind 2012 ruim 4 200. Dit cijfer ligt aanzienlijk hoger dan in 2011, omdat inmiddels ook de buiten de drie eilanden woonachtige AOV- en AWW-gerechtigden, waarvan de dossiers aanvankelijk nog bij de SVB van Curaçao berustten, in de cijfers zijn opgenomen.

Tabel 49.10 Kengetallen operationele doelstelling 4
 

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Volume uitkeringen Caribisch Nederland (x 1.000)

2,9

3,1

4,2

Bron: SZW-unit RCN

Licence