Base description which applies to whole site

Artikel 33. Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

Algemene doelstelling

Een veiliger samenleving door een doelmatige en effectieve rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding, en door versterking van de bestuurlijke aanpak van criminaliteit door de decentrale overheden.

Veiligheid en lokaal bestuur

Rol en verantwoordelijkheid

Op het gebied van de bestuurlijke aanpak van veiligheid en criminaliteitsbestrijding is de Minister van Veiligheid en Justitie belast met het ontwikkelen van een visie, het landelijk beleid en het faciliteren van gemeenten bij hun aanpak daarvan. Inspanningen zijn er op gericht het lokaal bestuur zo effectief en efficiënt als mogelijk in staat te stellen de lokale veiligheid te vergroten, onder andere door het bewaken van de bestuurlijke integriteit (Bibob) en de inzet van het Landelijk Informatie- en Expertise Centrum (LIEC) en de Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC’s). Daarnaast wordt er beleid ontwikkeld om de meest voorkomende vormen van overlast aan te pakken, zoals de overlast gerelateerd aan jeugdgroepen, alcohol, uitgaan, voetbal en evenementen. Dit wordt ingevuld samen met het lokale bestuur, onder andere via structureel overleg met de G4, de G32 en de VNG. Daarbij heeft de minister voornamelijk een stimulerende rol.

Opsporing en vervolging

De Minister van Veiligheid en Justitie heeft een regisserende rol. Hij is beleidsverantwoordelijk voor het landelijke opsporings- en vervolgingsbeleid en financiert daartoe onder andere het OM en het NFI.

Het OM is belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde (Wet op de rechtelijke organisatie). Het voert het gezag over de opsporing door politie en bijzondere opsporingsdiensten, beslist over de vervolging van strafbare feiten en ziet erop dat de opgelegde straf naar behoren wordt uitgevoerd. Het OM draagt daarbij zorg voor:

  • een evenwichtige inzet van het strafrecht zowel op nationaal, bovenregionaal als lokaal niveau;

  • een adequate afdoening van strafzaken;

  • toezicht op de rechtmatige opsporing van strafbare feiten;

  • de verantwoording bij de rechter inzake de vervolgingsbeslissing in individuele strafzaken;

  • de verantwoording jegens de Minister van Veiligheid en Justitie over de uitvoering van landelijke prioriteiten in de opsporing en vervolging .

Prestatie-indicatoren prioriteiten beleidsagenda

 

Nulwaarde

Realisatie

Doel

   

 2011

2012

2013

2014

2015

Ondermijnende en financieel-economische criminaliteit

           

Aantal aangepakte criminele samenwerkingsverbanden1 (csv’s)

20%

30%

27%

 

40%

40%

             

Afnemen crimineel vermogen

           

Crimineel vermogen dat langs strafrechtelijke weg wordt afgepakt (in mln. €)2

30,8 mln. 3

28,9 mln.

35,8 mln.

 

.

75.8 mln.

             

Aanpak cybercrime

           

Aantal grote internationale zaken dat wordt opgepakt door het Team High Tech Crime4

5

8–10

   

20

             

Aanpak kinderporno

           

Aantal aan OM aan te leveren zaken5

480 6

385 

+ 7,5 %

516

+ 15%

552

600

 
             

ZSM (Zo Samen, Snel, Slim, Selectief, Simpel en Samenlevingsgericht Mogelijk).

           

Percentage standaard strafzaken dat binnen één maand is afgedaan.

         

66%

             

Aanpak van overlast en criminaliteit in wijk en buurt7

           

Vermindering onveiligheidsgevoelens met 10%

           

Algemene onveiligheids- gevoelens (% voelt zich wel eens onveilig)

26,3% 8

25,2%

   

23,7%

 

Onveiligheidsgevoelens in de eigen buurt

(% voelt zich wel eens onveilig in de directe woonomgeving)

16,5%

17,2%

   

14,9%

 
             

Vermindering ervaren overlast met 10%

           

Jongerenoverlast (% komt vaak voor)

11,3%

10,9%

   

10,1%

 

Overlast van dronken mensen op straat (% komt vaak voor)

6,5%

7,0%

   

5,8%

 

Drugsoverlast (% komt vaak voor)

4,8%

4,9%

   

4,3%

 

Overlast van omwonenden (% komt vaak voor)

4,9%

5,2%

   

4,4%

 
1

Bron: jaarcijfers van OM en politie, beschikbaar in februari van elk jaar.

2

Eind 2009 wordt als nulsituatie gehanteerd. De genoemde percentages gelden nadrukkelijk als globale streefwaarden. Criminele samenwerkingsverbanden zijn namelijk vaak fluïde werkverbanden die in een bepaalde periode actief zijn en geen vaste groepen die kunnen worden uitgedrukt in mathematische rekeneenheden.

3

Bron: OM. Cijfers beschikbaar per kwartaal en per jaar (in de maand * over het jaar ervoor)

4

2011 wordt als nulsituatie gehanteerd.

5

Bron: jaarverslag Nederlandse politie, 1 maal per jaar in april over het jaar ervoor.

6

Bron Jaarbericht OM. In de landelijke prioriteiten politie is in 2011 overeengekomen dat de aanpak van kinderporno zal worden versterkt. Concreet is afgesproken dat het aantal aan het OM aan te leveren verdachten volgens de onderstaande reeks zal toenemen.

7

2010 wordt als nulsituatie gehanteerd.

8

Bron: De Integrale Veiligheids Monitor (IVM) 2010 is de gehanteerde nulwaarde voor de indicatoren van de aanpak van overlast en criminaliteit in wijk en buurt.

Indicatoren gewelddadige vermogenscriminaliteit

 

 Nulwaarde1

Realisatie 2011

 2012

2013

20142

Vergroten pakkans bij overvalcriminaliteit

– 

– 

 34,5%

36,0%

37,5%

Ophelderingspercentage overvallen

 23%

 30%

 32%

36%

40%

Percentage overvallen waarin dader wordt veroordeeld

16%

 24%

 26%

29%

32%

Percentage overvallers dat binnen twee jaar recidiveert

54%

 –

 –

– 

40%

Percentage bedrijven dat preventieve maatregelen tegen overvallen neemt

73%

 –

 –

 –

 85%

Terugdringing aantal straatroven tot 6 575 (in beleidsagenda staat «ruim 6000»)

8 743

5%

10%

25%

Vergroting van pakkans bij straatroof met 25%

28%

35%

Vergroting pakkans van woninginbraken gevolgd door geweld met 25%

5%

15%

25%

Bron: Programma Gewelddadige Vermogenscriminaliteit (GV)

1

2009 wordt als nulwaarde gehanteerd.

2

Het programma loopt tot en met 2014. Derhalve zijn de doelstellingen ook tot en met 2014 geformuleerd.

Coffeeshopbeleid

Beleidswijzigingen

Coffeeshops zijn in 2013 besloten clubs; alleen toegankelijk voor en verkoop aan meerderjarige inwoners van Nederland op basis van lidmaatschap van de coffeeshop. Een coffeeshop heeft maximaal 2000 leden. Dit beleid geldt vanaf 1 januari 2013 in heel Nederland. Er wordt op toe gezien dat gemeenten en OM het aangescherpte beleid handhaven. De maatregelen maken een einde aan het huidige «open-deur-beleid» van de coffeeshops, leveren een bijdrage aan het kleiner en beheersbaar maken van de coffeeshop en aan het terugdringen van drugstoerisme, criminaliteit en de daarmee gepaard gaande overlast.

Prostitutie

Naar verwachting treedt de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche begin 2013 in werking. In het wetsvoorstel wordt ondermeer een verplicht en uniform vergunningsstelsel voor alle seksbedrijven ingevoerd en kunnen gemeenten een nuloptie instellen voor prostitutiebedrijven; dat wil zeggen dat zij kunnen besluiten geen enkel prostitutiebedrijf een vergunning te verlenen. Voorts wordt een registratieplicht voor prostituees en een leeftijdsverhoging van 18 naar 21 jaar voorgesteld.

Bibob

Inwerkingtreding van het wetsvoorstel Evaluatie- en Uitbreidingswet Bibob wordt voorzien op 1 januari 2013. Bestuursorganen zullen bij inwerkingtreding zorgvuldig worden begeleid bij het implementeren van de nieuwe toepassingsgebieden en -mogelijkheden, onder andere door het Landelijk Bureau Bibob en de RIEC’s. Deze ondersteunen bestuursorganen zowel passief (werkmethoden, informatiemateriaal) als actief (voorlichtingen, opleidingen) bij het realiseren van een efficiënte en effectieve werkwijze. Tegelijk is in 2012 onderzocht welke bestuurlijke maatregelen mogelijk zijn voor gebiedsgerichte toepassing en preventieve sluitingsbevoegdheid voor niet vergunningplichtige ondernemingen. Eventuele aanbevelingen uit dit traject worden in 2013 ter hand genomen.

Financieel-economische criminaliteit

Eind 2012 wordt het wetsvoorstel bestrijding financieel-economische criminaliteit naar de Tweede Kamer gestuurd. In dit wetsvoorstel is een pakket aan maatregelen opgenomen om de bestrijding van financieel-economische criminaliteit te versterken (onder andere het verhogen van de strafmaat voor witwassen, en het verhogen van de verjaringstermijn voor corruptie en financieel-economische delicten).

Pv-vergoedingen bestuurlijke strafbeschikking

Bij de inwerkingtreding van de bestuurlijke strafbeschikking overlast in 2009 is tussen het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de VNG afgesproken dat gemeenten een vergoeding krijgen voor de kosten die zij maken voor het uitschrijven van processen-verbaal (pv's) in het kader van de bestuurlijke strafbeschikking overlast. De huidige pv-vergoedingsregeling loopt tot 1 januari 2013. Op dit moment wordt de pv-vergoedingsregeling herzien, mede op basis van een in mei 2012 afgeronde evaluatie van de bestuurlijke strafbeschikking overlast en de pv-vergoedingsregeling.

Digitalisering strafrechtsketen

Naar aanleiding van het rapport «Prestaties in de strafrechtketen» van de Algemene Rekenkamer wordt de samenhang tussen innovaties en de regie daarop verbeterd. Dit gebeurt in het Programma «Versterking Prestatie Strafrechtketen» (VPS). Het doel van het programma is optimalisering van de effectiviteit en de efficiency van de strafrechtketen. Het primaire resultaat is dat zaken niet alleen sneller maar ook beter worden afgedaan en ongewenste uitval wordt voorkomen. Onderdeel van dit programma is het project Digitaal Proces Dossier (DPD). Het doel van dit project is om te zorgen dat politie, OM en de rechtspraak in staat zijn om het digitale procesdossier te gebruiken en met elkaar uit te wisselen.

Programma Herontwerp Keten Strafrechtelijke Handhaving (HKS)

In 2012 is begonnen met een gefaseerde uitrol van de herziene gerechtelijke kaart naar alle regio’s en andere ketenpartners. Het traject beslaat voor iedere deelnemende organisatie vier tranches van circa een half jaar. Na elke tranche worden per regionale ketenpartner resultaten opgeleverd die bijdragen aan verkorting van doorlooptijden. Medio 2013 zal het Ministerie van Veiligheid en Justitie de facilitering van de pilotregio’s gefaseerd beëindigen. Eind 2014 gebeurt dit voor de laatst aan te sluiten regio’s. Voor een goede borging van methodiek en projectresultaten wordt gezorgd.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
   

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

768 902

768 780

749 431

752 459

751 056

             

Waarvan garanties1

823

823

823

823

823

             

33.1 Apparaatsuitgaven Openbaar Ministerie

         
 

Personeel

362 160

360 274

358 068

357 300

356 571

 

waarvan eigen personeel

329 994

328 275

326 265

325 566

324 901

 

warvan externe inhuur

32 166

31 999

31 803

31 734

31 670

 

Materieel

209 451

208 722

207 426

206 987

207 717

 

waarvan ICT

39 769

39 562

39 320

39 235

39 155

 

waarvan SSO's

2 924

2 909

2 891

2 885

2 879

             

Programma-uitgaven

197 291

199 784

183 937

188 172

186 768

Waarvan juridisch verplicht

69,89%

       

33.2 Bestuur, informatie en technologie

         
 

Bijdrage aan mede-overheden

         
 

RIEC's/LIEC

7 900

7 900

7 900

7 900

7 900

 

Overig bestuur, informatie en technologie

772

772

772

772

772

 

Subsidies

         
 

Centrum voor Criminaliteitsbestrijding en Veiligheid (CCV)

2 500

2 500

2 500

2 500

2 500

 

Keurmerk Veilig Ondernemen

1 500

1 500

1 500

1 500

1 500

 

Overig bestuur, informatie en technologie

900

900

900

900

900

 

Opdrachten

         
 

Overig bestuur, informatie en technologie

771

771

771

771

200

             

33.3 Opsporing en vervolging

         
 

Bijdrage BLD

         
 

Nederlands Forensisch Instituut (NFI)

69 366

67 562

66 730

66 575

66 432

 

Dienst Justis

1 042

1 042

1 042

1 042

0

 

Domeinen

12 399

12 186

12 048

12 025

11 980

 

Bijdrage ZBO/RWT

         
 

Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD)

1 805

1 811

1 808

1 808

1 808

 

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties, mede-overheden

         
 

PV-vergoedingen Bestuurlijke strafbeschikking

14 460

14 517

14 517

14 517

14 517

 

Staatkundige hervorming Nederlandse Antillen (shna)

4 230

4 230

4 230

4 230

4 231

 

FIU-Nederland

18

4 045

4 045

4 045

4 045

 

Overig opsporing en vervolging

2 633

2 489

2 403

2 399

2 399

 

Subsidies

         
 

Vereniging tegen discriminatie

1 072

1 072

1 072

1 072

1 072

 

Overig opsporing en vervolging

2 258

2 233

2 233

2 233

2 233

 

Opdrachten

         
 

Schadeloosstellingen

21 944

25 122

22 526

25 121

25 119

 

Keten Informatie Management (KIM)

8 972

7 147

4 890

4 879

3 839

 

Onrechtmatige Detentie

6 211

6 212

6 212

6 212

6 212

 

Herontwerp Strafrechtketen

3 900

1 800

200

200

0

 

Gerechtskosten

25 638

25 637

25 638

25 637

25 635

 

Innovatieagenda

7 000

7 000

0

0

0

 

Overig opsporing en vervolging

0

1 336

0

1 834

3 474

             

Ontvangsten

1 046 498

1 058 198

1 037 598

1 049 598

1 059 598

 

waarvan Boeten en Transacties

976 938

978 138

937 038

939 038

939 038

 

waarvan Pluk ze

45 820

55 820

75 820

85 820

95 820

Het niet-juridisch verplichte deel op dit beleidsartikel is complementair noodzakelijk of anderszins bestuurlijk gebonden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om projecten als Meld Misdaad Anoniem, Veiligheidshuizen, Regionale Arrondissementale Justitiële Beraden en bestrijding voetbalvandalisme. Indien de middelen niet besteedbaar zijn, heeft dit consequenties voor de capaciteit bij het OM en het CJIB. Ook is het niet-juridische verplichte deel van het budget op dit beleidsartikel gereserveerd voor onder andere de uitvoering van de prostitutiewet en de verdere opbouw van de Regionale Informatie- en Expertisecentra (Riec).

1

De garanties betreffen het geschatte potentiële risico (4,6%) op het daadwerkelijk uit te keren bedrag inzake de afgegeven garanties aan faillissementscuratoren.

33.1 Apparaatsuitgaven

Toelichting op instrumenten

Openbaar Ministerie

Het Openbaar Ministerie bepaalt als enige instantie in Nederland wie voor de strafrechter moet verschijnen en voor welk strafbaar feit. Het OM maakt deel uit van de rechterlijke macht, maar de leden van het OM zijn, anders dan de rechters, niet met rechtspraak belast. Het OM bestaat uit officieren van justitie, advocaten-generaal en procureurs-generaal en wordt wel aangeduid als de «staande magistratuur», ter onderscheiding van de zittende magistratuur (de rechters). In tegenstelling tot de rechters worden de leden van het OM niet voor het leven benoemd. In de Wet op de rechterlijke organisatie wordt de taak van het OM als volgt omschreven: «Het OM is belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en met andere bij wet vastgestelde taken.» In de praktijk van het strafrecht is de hoofdtaak van het OM te verdelen in de opsporing van strafbare feiten, de vervolging van strafbare feiten en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van strafvonnissen.

Productiegegevens

Productie en prestaties arrondissementsparketten
 

Realisatie

Voorlopige realisatie 2012

Prognose

         
 

2011

2012

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Rechtbankzaken (afdoeningen)

226 900

241 300

211 003

205 314

204 191

203 428

201 792

200 661

Overdracht aan buitenland

100

100

100

100

100

100

100

100

Onvoorwaardelijk sepot

30 400

33 600

25 320

24 638

24 503

24 411

24 215

24 079

Transactie, strafbeschikking en voorwaardelijk sepot

66 600

75 500

65 411

63 647

63 299

63 063

62 556

62 205

Voegen (ter berechting of ad info)

4 600

4 700

4 120

4 006

3 984

3 969

3 936

3 913

Dagvaardingen

125 200

127 500

116 052

112 923

112 305

111 885

110 986

110 364

Waarvan Meervoudige kamer (inclusief economisch en militair)

14 900

16 000

14 700

14 700

14 700

14 700

14 700

14 700

Waarvan Politierechter (inclusief economisch en militair)

98 800

102 000

92 068

89 189

88 621

88 235

87 407

86 834

Waarvan Kinderrechter

9 300

9 500

9 284

9 034

8 984

8 951

8 879

8 829

Interventiepercentage (%)

85%

84%

86%

86%

86%

86%

86%

86%

Doorlooptijd (% afdoening < 180 dagen na 1e verhoor

51%

51%

51%

53%

55%

60%

60%

60%

Doorloopsnelheid jeugd binnen 3 maanden afgedaan OM (%)

76%

 

80%

80%

80%

80%

80%

80%

                 

Kantonzaken (afdoeningen)

179 300

169 500

120 005

121 787

130 658

138 093

139 673

140 384

Sepot, transacties, strafbeschikkingen, voegen en overdracht buitenland

93 100

106 800

60 003

60 894

65 329

69 047

69 837

70 192

Dagvaardingen

86 200

62 600

60 003

60 894

65 329

69 047

69 837

70 192

                 

Mulderzaken (afdoeningen)

               

Uitstroom beroepen Openbaar Ministerie

281 400

 

284 827

276 526

269 759

265 420

261 727

258 521

Bron: OM

Productie en prestaties Ressortparketten
 

Realisatie

 

Prognose

         
 

2011

2012

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Uitstroom

               

Rechtbankappellen

16 900

 

16 900

16 900

16 900

16 900

16 900

16 900

Kantongerechtsappellen

4 500

 

4 300

4 300

4 300

4 300

4 300

4 300

Klachten artikel 12 Sv

2 400

 

2 400

2 400

2 400

2 400

2 400

2 400

Mulderberoepen

1 800

 

2 000

2 000

2 000

2 000

2 000

2 000

Bron: OM

Toelichting

De prognoses zijn schattingen ten behoeve van een goede capaciteitsplanning in de keten. De aantallen zijn afkomstig uit de instroomraming van het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ), zoals vastgesteld in het najaar van 2011. De feitelijke realisaties over 2011 en begin 2012 laten een flinke toename zien ten opzichte van deze PMJ-raming. De prognoses zijn op dit moment met relatief veel onzekerheid omgeven als gevolg van de samenloop van ontwikkelingen in de complexe omgeving van het OM, zoals: implementatie van de OM-afdoening, de invoering van de werkwijze ZSM, het wegwerken van voorraden, invoering van de Nationale Politie en Herziene Gerechtelijke Kaart en vermindering van administratieve lasten.

33.2 Bestuur, Informatie en Technologie

Bijdrage mede-overheden

Regionale Informatie en Expertise Centra / Landelijk Informatie en Expertise Centrum (RIEC's/LIEC)

De aanpak van georganiseerde misdaad vraagt om een georganiseerde overheid. Daarom zijn er 10 RIEC’s en een LIEC in Nederland. De RIEC’s zijn expertisecentra op het gebied van de (bestuurlijke) aanpak van georganiseerde criminaliteit. Zij ontwikkelen en ondersteunen regionaal bestuurlijke interventies en combineren die eventueel met de fiscale en strafrechtelijke aanpak. Doelstelling is een structurele gezamenlijke aanpak van de georganiseerde misdaad. Binnen de RIEC’s is sprake van samenwerking met de gehele keten. Het LIEC vervult deze rol op landelijk niveau en is daarnaast een shared service center voor de RIEC’s. Daarnaast is het doel de werkwijzen van de RIEC’s zoveel mogelijk te stroomlijnen en de onderlinge afstemming te ondersteunen.

Subsidies

Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV)

Het CCV ontvangt een subsidie om kennis en instrumenten te ontwikkelen op het terrein van criminaliteitspreventie en veiligheid. Het CCV stimuleert samenwerking tussen publieke en private organisaties om criminaliteit integraal terug te dringen. Het CCV richt zich op lokale, regionale en nationale overheden, instellingen en brancheorganisaties (bijvoorbeeld gemeenten, VenJ, BZK, VNO-NCW, VNG). Via onder andere bijeenkomsten, publicaties, instrumenten en de website ondersteunt het CCV professionals op het gebied van criminaliteitspreventie en veiligheid. Ook speelt het CCV een rol als neutrale «kennismakelaar» in het veiligheidsdomein die probeert vraag en aanbod te verbinden en betrokkenen aan elkaar te koppelen.

Keurmerk veilig ondernemen

Bedrijventerreinen en winkelgebieden komen voor KVO- certificatie in aanmerking als zij een aantal structurele maatregelen op het gebied van veiligheid treffen. Samenwerking tussen verschillende organisaties staat hierbij centraal. Met maatregelen zoals inbraak-, overval- en brandbeveiliging zorgt het KVO voor een veiliger werkomgeving. Doelstelling is het doen afnemen van bedrijfsschade. Op deze wijze draagt het KVO bij aan de aanpak van criminaliteit voor de politie en brandveiligheid voor de brandweer.

33.3 Opsporing en vervolging

Bijdragen BLD

Nederlands Forensisch Instituut (NFI)

Het NFI levert forensische diensten met behulp van state-of-the-art technologie en wetenschap. Het NFI verleent diensten binnen de strafrechtsketen, onder andere aan het OM en de politie. Ook kan een advocaat in een strafzaak de stafofficier of de rechter-commissaris verzoeken om het NFI een onderzoek te laten uitvoeren. Het NFI levert daarnaast diensten aan andere personen of instanties, zoals het Joegoslavië Tribunaal, de Immigratie- en Naturalisatiedienst, buitenlandse politie of justitie of aan bijzondere opsporingsdiensten. Meer informatie over NFI is te vinden in de baten-lastenparagraaf van het NFI.

Dienst Justitiële uitvoeringsdienst Toetsing, Integriteit en Screening (Justis)

De Dienst Justis is de screeningsautoriteit van het Ministerie van Veiligheid en Justitie op het gebied van integriteit. Justis toetst of partijen die bepaalde verklaringen en vergunningen aanvragen, aan integriteitseisen voldoen. Deze screening van betrouwbaarheid vermindert veiligheidsrisico's en draagt zo bij aan een integere en veiligere samenleving.

Justis:

  • toetst de opleidingseisen en betrouwbaarheid van iemand die buitengewoon opsporingsambtenaar wil worden;

  • verleent de vergunning om beveiligingswerkzaamheden te verrichten en de toestemming om met de leiding van de organisatie te mogen worden belast;

  • behandelt in geval van weigering of intrekking van de wapenvergunning door de korpschef (bij vrees voor misbruik) de beroepschriften en vervolgprocedures;

  • verleent in bepaalde gevallen wapenvergunningen, bijvoorbeeld voor wapens voor musea.

Dienst Roerende Zaken (DRZ)

De Dienst Roerende Zaken (DRZ) is een agentschap van het Ministerie van Financiën en is de specialist op het gebied van de afstoting van roerende zaken rijksbreed. DRZ vernietigt, bewaart of verkoopt goederen die door justitie of door andere officiële opsporingsinstanties in beslag zijn genomen.

Bijdragen ZBO/RWT

Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD)

Het NRGD waarborgt en bevordert de kwaliteit van de inbreng van deskundigen in de rechtsgang. Indien een deskundige, zoals een psycholoog, toxicoloog of orthopedagoog, zich als gerechtelijk deskundige wil laten registreren, dient de aanmelding getoetst te worden door het NRGD. Het NRGD heeft een wettelijke basis (Wet deskundigen in strafzaken) en is onafhankelijk.

Bijdragen mede-overheden

Pv-vergoedingen bestuurlijke strafbeschikking

Bij de inwerkingtreding van de bestuurlijke strafbeschikking overlast in 2009 is tussen het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de VNG afgesproken dat gemeenten een vergoeding krijgen voor de kosten die zij maken voor het uitschrijven van processen-verbaal (pv's) in het kader van de bestuurlijke strafbeschikking overlast. Hiervoor is maximaal € 14 mln. beschikbaar. De vergoeding is niet kostendekkend voor gemeenten, maar is bedoeld als een tegemoetkoming in de door hen gemaakte kosten voor de handhaving van overlastfeiten door gemeentelijke BOA's. De huidige pv-vergoedingsregeling loopt tot 1 januari 2013. Op dit moment wordt de pv-vergoedingsregeling, mede op basis van een op 16 mei 2012 afgeronde evaluatie van de bestuurlijke strafbeschikking overlast en de pv-vergoedingsregeling, herzien.

PV-vergoedingen Bestuurlijke strafbeschikking1
 

2011

2012

2013

Mulder (€ 25,–)

     

Aantal

529 861

542 598

542 598

Uitgaven in euro's

13 246 525

13 564 950

13 564 950

       

Overlast (€ 40,–)

     

Aantal

26 583

26 901

26 901

Uitgaven in euro's

1 063 320

1 076 040

1 076 040

       

Totaal uitgaven in euro’s

14 309 845

14 640 990

14 640 990

1

Voor 2014 en volgende jaren moeten nog afspraken worden gemaakt met de VNG

Staatkundige hervorming Nederlandse Antillen (shna)

Het Ministerie van Veiligheid en Justitie levert een financiële bijdrage aan:

  • het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de BES-eilanden). In deze bijdrage is ook de financiering van de Beheerraad opgenomen;

  • het Parket van het Openbaar Ministerie op de BES-eilanden;

  • de Raad voor de rechtshandhaving (samen met de landen Curaçao en Sint Maarten);

  • het Parket van de Procureur-Generaal;

  • de rechtsbijstand.

FIU-NL

De Financial Intelligence Unit – Nederland (FIU-NL) is een overheidsinstantie waaraan ongebruikelijke transacties of zaken te maken met witwassen van geld of financiering van terrorisme gemeld dienen te worden. In alle landen die zich aan de regels van de Financial Action Taskforce (FATF) houden bestaat een soortgelijk FIU. Het doel van de FIU-NL is om nationaal en internationaal een bijdrage te leveren aan de versterking van de kwaliteit van opsporing en vervolging en het voorkomen en bestrijden van misdaad en in het bijzonder misdaden omtrent witwassen en de financiering van terrorisme. Op basis van de Wet ter voorkoming van witwassen en de financiering van terrorisme (Wwft) zijn diverse instellingen bij wet verplicht om ongebruikelijke transacties te melden bij de FIU-NL. Het FIU-NET levert een bijdrage aan de integriteit van het financiële stelsel door het ter beschikking stellen van verzamelde, geregistreerde, bewerkte en geanalyseerde «transactie» informatie (de ongebruikelijke transacties) en expertise aan opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten in binnen- en buitenland.

Kengetallen FIU-NL

 

Realisatie

   

 Begroting

     
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Aantal ongebruikelijke transacties (OT)

183 400

190 800

191 900

193 000

194 200

195 300

196 400

Aantal verdachte transacties (VT)

29 800

32 900

31 700

30 400

29 100

27 800

26 500

Meldpercentage

16%

13%

13%

13%

13%

13%

13%

Opdrachten

Schadeloosstellingen

Schadeloosstellingen zijn ook mogelijk buiten de strafrechtelijke keten, zoals vergoedingen vanwege onrechtmatige vreemdelingenbewaring en in het geval van Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Daarnaast kunnen ook vergoedingen worden verstrekt voor bijvoorbeeld kosten voor juridische bijstand.

Keten Informatie Management (KIM)

Dit betreft de opdracht om als strategisch beheerder van de keteninformatievoorziening de innovatie van informatiegestuurde opsporing, vervolging en executie te realiseren. Deze opdracht kent de volgende sporen:

  • Invoeren van een Digitaal Proces Dossier waarmee een integraal persoonsbeeld in de strafrechtsketen wordt gerealiseerd; het optimaliseren van identificatie en verificatie van verdachten waaronder het faciliteren van het <<Vreemdeling in de Strafrechtketen (VRIS)>> protocol;

  • Het E-justice programma gericht op verbetering van de digitale toegankelijkheid van het rechtsbestel;

  • Het actualiseren van de balans tussen veiligheid en privacy door toepassing van de <<privacy by design>> principes in de registers en indexen betrekking hebbend op persoonsgegevens van justitiabelen.

Onrechtmatige Detentie

Ten laste van dit budget worden de vergoedingen aan ex-justitiabelen verantwoord, waarvan is vastgesteld, op basis van het verloop van strafproces en het eventuele vervolg met betrekking tot de ten uitvoerlegging van een opgelegde sanctie, dat recht is ontstaan op een vergoeding. Over het algemeen worden deze vergoedingen vastgesteld door de rechter. Van een vergoeding kan bijvoorbeeld sprake zijn, wanneer een verdachte wordt vrijgesproken van een ten laste gelegd feit en in de periode voor de vrijspraak in voorlopige hechtenis heeft gezeten.

Programma Herontwerp Keten Strafrechtelijke Handhaving (HKS)

OM, ZM en Reclassering Nederland zijn met ingang van juni 2011 in drie pilotregio’s (Haarlem- Alkmaar, Arnhem-Zutphen en Maastricht-Roermond) gestart met verbeterprojecten om te komen tot een snellere en betere afhandeling van (in eerste instantie) standaard strafzaken. Professionals van verschillende ketenpartners maken daarbij gebruik van een beproefde methodiek, Lean Six Sigma die tot doel heeft werkprocessen in één keer goed uit te voeren door verspillingen, zoals onnodige wachttijden, te elimineren. Dit heeft een onmiddellijk effect op de doorlooptijden. Uiteindelijk moet de Lean Six Sigma werkwijze een integraal onderdeel worden van de reguliere besturing en bedrijfsvoering van de afzonderlijke ketenorganisaties. Er wordt echter niet enkel een verkorting van doorlooptijden beoogd, maar ook een kwalitatief betere afdoening van strafzaken, betere samenwerking tussen de ketenpartners en daarmee betere prestaties van de keten als geheel.

Gerechtskosten OM

Ten laste van dit budget worden de uitgaven gebracht die betrekking hebben op deskundigen, tolken en vertalers, die een bijdrage leveren aan het strafproces en worden bekostigd in overeenstemming met het Besluit tarieven in strafzaken.

Innovatieagenda

Op 31 oktober 2011 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie de Innovatieagenda rechtsbestel naar de Tweede Kamer gestuurd (TK 2011–2012, 33 071, nr. 5). Deze innovatieagenda heeft tot doel geschiloplossing in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke procedures te verbeteren (eenvoudiger, sneller en/of effectiever). De Innovatieagenda bestaat uit drie onderdelen: verbetering van gerechtelijke procedures, verbetering van buitengerechtelijke procedures en verbeteringen in het rechtsbestel.

Bij verbeteringen van gerechtelijke procedures gaat het bijvoorbeeld om het verbeteren van de digitale toegankelijkheid en procesinnovatie bij de Rechtspraak. Verbetering van buitengerechtelijke geschiloplossing heeft betrekking op het bevorderen van mediation, het moderniseren van arbitrage en het versterken van de geschillencommissies. Verbeteringen in het rechtsbestel beogen het stelsel effectiever te maken, bijvoorbeeld door het versterken van de filterende functie van het Juridisch Loket en het vaker toepassen van videoconferentie door rechtbanken.

In 2013 wordt in het bijzonder de digitalisering bij de rechtspraak verder vormgegeven. Bijvoorbeeld in het project e-kantonrechter, een digitale procedure die partijen in de gelegenheid stelt gezamenlijk hun geschil in een beveiligde elektronische omgeving aan de kantonrechter voor te leggen.

Licence