Base description which applies to whole site

Baten-lastenagentschap Dienst van de Huurcommissie (DHC)

Inleiding

Het werkterrein van de Huurcommissie wordt gevormd door het gereguleerde deel van de markt voor huurwoonruimte. Als huurders en verhuurders er onderling niet uitkomen, doet de Huurcommissie op verzoek uitspraken in geschillen tussen huurders en verhuurders omtrent de hoogte van huurprijzen en servicekosten. Duidelijke informatie over de huurprijswetgeving kan verschillen van mening tussen huurders en verhuurders in een vroeg stadium oplossen en zo procedures bij de Huurcommissie voorkomen. Via verzoekformulieren, de vernieuwde internetsite en de telefonische helpdesk heeft de Huurcommissie die informatie in 2013 verschaft. Daarnaast beantwoordt de Huurcommissie verzoeken van de Belastingdienst over de redelijkheid van huurprijzen in het kader van de uitvoering van de huurtoeslag door de Belastingdienst.

De Huurcommissie is een landelijk functionerend ZBO. Dit ZBO wordt ondersteund door de Dienst van de Huurcommissie (DHC), die de status van baten-lastenagentschap heeft. Hierdoor wordt het mogelijk om het verband te leggen tussen de kostprijzen enerzijds en de kwantiteit en kwaliteit van de diensten anderzijds.

Jaarlijks verstrekt de directie Woningmarkt (onderdeel van DG Wonen en Bouwen, DGWB) een opdracht aan DHC voor de uitvoering van de huurgeschilbeslechtings- en overige werkzaamheden. Het leeuwendeel van die werkzaamheden wordt afgerekend op basis van het aantal afgewikkelde zaken en de daarvoor geldende tarieven; deze tarieven behoeven goedkeuring door de eigenaar, de DG Wonen en Bouwen.

Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap DHC

Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap DHC (bedragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

(4)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2012

Baten

       

Omzet moederdepartement

13.234

13.300

66

14.085

Omzet overige departementen

 

0

 

Omzet derden

939

983

44

986

Rentebaten

11

11

Vrijval voorzieningen

71

71

Bijzondere baten

3.703

3.703

1.498

Totaal baten

14.173

18.068

3.895

16.569

         

Lasten

       

Apparaatskosten

12.675

13.099

424

12.783

– personele kosten

6.222

7.081

859

7.030

waarvan eigen personeel

5.922

5.375

– 547

waarvan externe inhuur

300

1.706

1.406

 

– materiële kosten

6.453

6.018

– 435

5.753

waarvan apparaat ICT

2.892

2.164

– 728

 

waarvan bijdrage aan SSO's

0

 

Afschrijvingskosten

1.372

960

– 412

1.104

– immaterieel

803

927

124

1.007

– materieel

569

33

– 536

97

Overige lasten

126

5.829

5.703

5.166

– dotaties voorzieningen

1.837

1.837

2.781

– rentelasten

126

– 126

 

– bijzondere lasten

3.992

3.992

2.385

Totaal lasten

14.173

19.888

5.715

19.053

         

Saldo van baten en lasten

– 1.820

– 1.820

– 2.484

Omzet moederdepartement

De voornaamste bate van DHC bestaat uit de vergoeding door de opdrachtgevende beleidsdirectie Woningmarkt (Wm) voor het aantal gerealiseerde zaken. Deze vergoeding wordt in principe bepaald door de gerealiseerde aantallen geschilzaken respectievelijk redelijkheiduitspraken te vermenigvuldigen met het tarief per soort zaak. Met betrekking tot huurverhogingsgeschillen op grond van inkomen is in 2013 afgeweken van deze systematiek in verband met het ontbreken van ervaringscijfers over de uitvoeringskosten. Met de opdrachtgever is afgesproken dat deze op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten vergoed worden. Deze vergoeding is verantwoord onder de bijzondere baten.

In verband met de budgettaire problematiek van Wm, is met Wm afgesproken dat DHC bij de afrekening van de opdracht-2013 geen hoger bedrag in rekening brengt dan het toegezegde bedrag. Overweging daarbij was tevens het gegeven dat de omvang van het eigen vermogen van DHC, mede als gevolg van een éénmalige bijdrage van Wm in 2012, zodanig is dat een dergelijke maximering van de afrekening (via de verlies- en winstrekening) niet leidt tot een te grote daling van dat eigen vermogen. Over 2013 is de opbrengst derhalve als volgt berekend:

Soort zaken

aantal

tarief

vergoeding1

Huurprijsgeschillen

4.842

€ 1.423

6.890

Servicekostengeschillen

2.631

€ 1.462

3.847

Huurverhogingsgeschillen op grond van inkomen

4.553

nvt

nvt

Huurverhogingsgeschillen op grond van punten

2.028

€ 1.423

2.886

Redelijkheid huurprijzen2

125

€ 898

112

WOHV-geschillen3

25

€ 8.191

205

Totaal

14.204

 

13.940

Aftrek in verband met maximering afrekening

   

– 640

Opbrengst uit productie

   

13.300

1

afgerond, x € 1.000.

2

Verzoeken van de belastingdienst in het kader van de behandeling van Huurtoeslag-aanvragen.

3

geschillen op grond van de Wet op het overleg huurders en verhuurders.

Het positieve verschil tussen de begrote en berekende vergoeding is het gevolg van een hogere totale productie dan geraamd in samenhang met een hogere instroom van verzoeken dan verwacht. Deze hogere productie deed zich overigens alleen voor bij huurverhogings- en WOHV-geschillen, zoals uit de volgende tabel blijkt:

Soort zaak

Verwachting (1)

Realisatie (2)

Verschil (2–1)

Huurprijsgeschillen

5.000

4.842

– 158

Servicekostengeschillen

3.000

2.631

– 369

Huurverhogingsgeschillen op grond van inkomen

2.000

4.553

2.553

Huurverhogingsgeschillen op grond van punten

590

2.028

1.438

Redelijkheid huurprijzen1

400

125

– 275

WOHV-geschillen2

10

25

15

Totaal

11.000

14.204

3.204

1

Verzoeken van de Belastingdienst in het kader van de behandeling van Huurtoeslag-aanvragen

2

Geschillen op grond van de Wet op het overleg huurders verhuurder.

De hogere instroom bij huurverhogings- en WOHV-geschillen kan verklaard worden door het met ingang van 2013 gewijzigd huurverhogingsbeleid. In het kader van dat beleid is het verhuurders toegestaan om voor alle huurders een huurverhoging voor te stellen die hoger is dan het inflatiepercentage en tevens om voor huurders met een huishoudinkomen van meer dan € 33.000 een inkomensafhankelijke huurverhoging voor te stellen. Huurders werden als gevolg hiervan geconfronteerd met een grotere huurverhoging in vergelijking met voorgaande jaren, toen er sprake was van een inflatievolgend huurverhogingsbeleid. Het leeuwendeel van deze instroom is in 2013 afgewikkeld. Bij de overige zaken was er sprake van een lagere instroom dan verwacht en in samenhang daarmee een lagere productie dan verwacht.

Omzet derden

De opbrengst van de leges is hoger dan bij de begroting de inschatting was. Dit is veroorzaakt door enerzijds de eerder genoemde hogere productie in samenhang met een hogere instroom en anderzijds een gemiddeld genomen lagere legesopbrengst per uitspraak dan verwacht. In deze opbrengst zijn de in 2013 verleende legesvrijstellingen verwerkt.

Bijzondere baten

Ten behoeve van een aantal specifieke projecten heeft het moederdepartement in 2011 een specifieke bijdrage toegezegd en bij wijze van voorschot betaald. Jaarlijks wordt de definitieve hoogte van deze bijdrage bepaald en na afloop van het desbetreffend jaar in rekening gebracht op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten, die in 2013 hoger waren dan ten tijde van de begrotingsvoorbereiding waren geraamd (zie lasten).

Apparaatskosten: personele kosten

De personele kosten waren in 2013 hoger dan begroot. Een voorname oorzaak hiervan was een grotere inhuur van externe medewerkers om de hogere instroom van geschillen te behandelen.

Apparaatskosten: materiële kosten

De materiële kosten waren lager dan begroot, vooral door lagere ICT-kosten.

Dotaties voorzieningen

De voorzieningen zijn verhoogd in verband met de kosten in de periode 2014 en verder als gevolg van de reorganisaties in 2009 en 2012.

Bijzondere lasten

In 2013 zijn kosten gemaakt voor het verbeteren van de website van de Huurcommissie, de behandeling van huurverhogingsgeschillen op grond van inkomen en de verbetering van de digitale dienstverlening. Tevens zijn kosten gemaakt die voortvloeien uit de reorganisaties van 2009 en 2012. Ook de waardevermindering van onderhanden werk is onder deze post verantwoord.

Met het oog op kosten die in 2014 en verder gemaakt zullen worden voor de in 2009 en 2012 doorgevoerde reorganisaties, alsmede in verband met onzekere legesontvangsten, zijn de voorzieningen met € 1,837 mln. verhoogd. In verband met de budgettaire problematiek van Wm is op het bij Wm in rekening te brengen bedrag voor de afwikkeling van geschillen en verzoeken een korting aangebracht van ruim € 0,6 mln. Als gevolg van deze twee factoren, is over 2013 een negatief exploitatieresultaat behaald, dat een omvang heeft van € 1,820 mln.

De reguliere lasten (dat wil zeggen exclusief de lasten die voortvloeien uit de reorganisaties) bedroegen € 16,8 mln., de reguliere baten (dat wil zeggen exclusief de onttrekking van de voorziening ten behoeve van de reorganisatiekosten én exclusief de bovengenoemde korting op het bij Wm in rekening te brengen bedrag) bedroegen € 17,5 mln. Het saldo van reguliere baten en lasten was derhalve – evenals vorig jaar – positief.

Balans per 31 december 2013

Balans per 31 december 2013 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2013

Balans 2012

Activa

   

Immateriële vaste activa

2.611

3.323

Materiële vaste activa

97

113

– grond en gebouwen

0

0

– installaties en inventarissen

95

112

– overige materiële vaste activa

2

1

Voorraden

2.493

2.915

Debiteuren

518

516

Nog te ontvangen

119

78

Liquide middelen

11.605

13.345

Totaal activa

17.443

20.290

     

Passiva

   

Eigen Vermogen

191

2.011

– exploitatiereserve

2.011

4.495

– onverdeeld resultaat

– 1.820

– 2.484

Voorzieningen

3.343

2.832

Leningen bij het MvF

0

0

Crediteuren

174

165

Nog te betalen

13.735

15.282

Totaal passiva

17.443

20.290

Immateriële activa

De immateriële activa bestaan uit aangeschafte software en het Themis bedrijfssoftwarepakket dat in opdracht van de Huurcommissie door derden in 2010 is ontwikkeld en in januari 2011 in gebruik is genomen. Op bedragen van de post Themis wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname, dus vanaf 2011.

Materiële activa

De materiële activa bestaan uit inventaris, hardware, installaties en verbouwingen die in de afgelopen jaren zijn gedaan aan het kantoor Den Haag van DHC. DHC huurt zijn kantoorruimten, deze panden staan daarom niet op de balans als activa.

Het grootste deel van de activa is begin deze eeuw aangeschaft waardoor de restwaarde beperkt is. Veel activa worden nog gebruikt terwijl ze inmiddels afgeschreven zijn.

Voorraden

Dit betreft het onderhanden werk.

Debiteuren

Deze post heeft voornamelijk betrekking op nog te ontvangen leges van huurders en verhuurders die bij een huurgeschil (geheel of gedeeltelijk) in het ongelijk zijn gesteld en als niet-indiener deze leges niet als voorschot hadden betaald. In deze post zijn geen bedragen opgenomen uit hoofde van vorderingen op het moederdepartement, andere ministeries en agentschappen.

Eigen vermogen

Het eigen vermogen wordt gevormd door enerzijds de exploitatiereserve en anderzijds het onverdeeld resultaat over 2013. Het onverdeeld resultaat over 2013 bedroeg, zoals hiervoor vermeld en toegelicht, – € 1,820 mln. Als gevolg hiervan is het eigen vermogen gedaald tot € 0,191 mln. Daarmee is de omvang van het eigen vermogen gedaald onder het in de Regeling agentschappen vermelde maximum van 5% van de gemiddelde jaaromzet in de jaren 2011–2013, conform het in de Jaarrekening 2013 geformuleerde voornemen. Dit maximum bedraagt € 0,840 mln.

Leningen bij het Ministerie van Financiën

In 2013 is bij het Ministerie van Financiën geen lening opgenomen ter financiering van de investeringen. Deze konden gefinancierd worden uit de beschikbare liquide middelen.

Voorzieningen

De voorziening die op de balans staat betreft kosten in verband met de reorganisaties in 2009 en 2012 die in 2014 en latere jaren worden verwacht, alsmede onzekere legesontvangsten. In de volgende tabel is het verloop en de stand van deze voorziening vermeld.

Overzicht voorzieningen per 31 december 2013, bedragen x € 1.000

Stand per 1-1-2013

Onttrekking

Vrijval

Dotatie

Saldo per 31-12-2013

Reorganisatie 2009

202

207

16

490

469

Reorganisatie 2012

2.630

1.048

55

1.275

2.802

Legesontvangsten

0

0

0

72

72

Totaal

2.832

1.255

71

1.837

3.343

Crediteuren

Dit betreft in 2013 ontvangen maar per ultimo 2013 nog niet betaalde facturen voor gemaakte kosten die betrekking hebben op 2013. In deze post zijn geen bedragen opgenomen uit hoofde van schulden aan het moederdepartement, andere ministeries en agentschappen.

Nog te betalen

Deze post bestaat uit nog te ontvangen facturen, legesvoorschotten, vooruitontvangen vergoedingen door de opdrachtgever en het moederdepartement, alsmede verplichtingen jegens het personeel.

Onder deze post is ook de schuld aan het moederdepartement voor de overgenomen activa opgenomen; het betreft een bedrag van € 2,281 mln.

Kasstroomoverzicht

Kasstroomoverzicht over 2013 (bedragen x € 1.000)
   

Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2013 + stand depositorekeningen

3.340

13.345

10.005

2.

Totaal operationele kasstroom

1.372

– 263

– 1.635

 

Totaal investeringen (-/-)

– 1.372

– 232

1.140

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 1.372

– 232

1.140

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

– 1.245

– 1.245

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

0

– 1.245

– 1.245

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2013 + stand depositorekeningen (1+2+3+4) (maximale roodstand € 0,5 mln.)

3.340

11.605

8.265

In 2013 is geen beroep gedaan op de leenfaciliteit. De uitgaven voor de investeringen (in ICT) konden gefinancierd worden uit de liquide middelen.

Het saldo liquide middelen is ten opzichte van de beginbalans gedaald. Dit is met name veroorzaakt door de betaling aan BZK ter vergoeding voor de overgenomen inventaris bij de oprichting van DHC.

Doelmatigheidsindicatoren

Doorlooptijden

Voor de doorlooptijden van geschilbeslechting staat in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte een termijn van vier maanden. De in de begroting vermelde streefwaarden voor 2013 zijn als volgt gerealiseerd:

 

Begroting

Realisatie

% huurprijsgeschillen afgerond binnen 4 maanden

90%

58%

% servicekostengeschillen afgerond binnen 4 maanden

90%

49%

% huurverhogingsgeschillen afgerond binnen 4 maanden

90%

99%

% WOHV-geschillen afgerond binnen 8 weken

90%

19%

% WOHV-geschillen afgerond binnen 13 weken

44%

De afgelopen jaren heeft DHC stappen gezet om deze doorlooptijden te verkorten. In 2013 is 99% van de huurverhogingsgeschillen (inclusief de inkomensafhankelijke geschillen) binnen vier maanden afgehandeld. Dit percentage ligt ruim boven de norm van 90%. Daarentegen is zowel bij de reguliere huurprijsgeschillen als bij de servicekostengeschillen de norm van 90% afhandeling binnen vier maanden nog te ambitieus gebleken. Wel is het aandeel zaken dat binnen vijf maanden is afgehandeld, flink gestegen ten opzichte van 2012: bij huurprijsgeschillen van 66% naar 76%, bij servicekostengeschillen van 57% naar 68%. Bij de WOHV-geschillen vinden partijen het belangrijker om tot een gedragen oplossing te komen dan een geforceerde uitspraak binnen een krappe normtijd. De doorlooptijd is en wordt daarom in afstemming met de partijen verlengd.

Integrale kostprijzen

Op basis van de werkelijke kosten over 2013 en de werkelijke aantallen afgehandelde zaken, zijn de integrale kostprijzen per product bepaald.

Integrale kostprijzen

Raming

Realisatie

Geschil Huurprijs

€ 1.548

€ 1.409

Geschil Servicekosten

€ 1.587

€ 1.526

Verklaring redelijkheid huurprijs

€ 898

€ 863

WOHV-geschillen

€ 8.291

€ 10.599

De gerealiseerde integrale kostprijzen van de behandeling van huurprijs- en servicekostengeschillen en verzoeken van de Belastingdienst over de redelijkheid van huurprijzen zijn lager dan geraamd met name als gevolg van de lagere apparaatskosten.

De kosten voor de behandeling van WOHV-geschillen waren hoger dan geraamd omdat de behandeling arbeidsintensiever bleek dan geraamd.

Personeel

Het aantal medewerkers in vaste dienst (uitgedrukt in fte) en de ontwikkeling daarvan in de loop der jaren is geen doelmatigheidsindicator, maar een kengetal.

 

Ultimo 2011

Ultimo 2012

Ultimo 2013

Aantal fte (exclusief externe inhuur)

74

66

62

Saldo van baten en lasten als percentage van de totale baten

Realisatie

     

Begroting

2010

2011

2012

2013

2013

– 3%

+ 3%

– 15%

– 10%

0%

Licence