Base description which applies to whole site

11. Baten-lastenagentschap Dienst Vastgoed Defensie

Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap Dienst Vastgoed Defensie (Bedragen x € 1.000)

(Bedragen x € 1.000)

1

2

3=2–1

 
 

Oorspronkelijke vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde

begroting

Realisatie 2012

Baten

       

Omzet moederdepartement

71.437

70.866

– 571

78.321

Omzet inzake programmafacturen

instandhouding

131.450

140267

8.817

151.033

Omzet huisvesting

17.368

4508

– 12.860

8.919

Omzet overige departementen

0

1438

1.438

1.373

Omzet derden

0

1

1

12

Mutatie onderhanden projecten

 

– 193

– 193

– 2.954

Rentebaten

 

43

43

 

Rentebaten huisvestingsactiviteiten

       

Vrijval uit voorzieningen

     

37

Bijzondere baten

 

2.388

2.388

3.358

Totaal baten

220.255

219.318

– 937

240.099

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– personele kosten

56.688

56.379

– 309

54.201

waarvan eigen personeel

54.288

53.343

– 945

 

waarvan externe inhuur

2.400

3.036

636

 

– uitbesteding

 

2.512

2.512

3.909

– materiële kosten

12.414

12.702

288

11.383

waarvan apparaat ICT

5.688

159

– 5.529

2.206

waarvan bijdrage aan SSO's

 

3.774

3.774

0

– programmagelden instandhouding

131.450

142.261

10.811

153.889

Rentelasten investeringen DVD

1.142

985

– 157

1.217

Rentelasten huisvestingsactiviteiten Defensie

11.646

2.681

– 8.965

6.737

Rentelasten rekening-courant

0

0

0

4

Afschrijvingskosten

   

0

 

– materieel

1.193

631

– 562

903

– materieel huisvestingsactiviteiten

5.722

1.730

– 3.992

2.123

Overige lasten

   

0

 

– dotaties voorzieningen

0

0

0

15

– bijzondere lasten

0

306

306

2.824

Totaal lasten

220.255

220.187

– 68

239.411

Saldo van baten en lasten

0

– 869

– 869

688

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement is opgebouwd uit het honorarium voor het totale dienstverleningspakket van de DVD. In 2013 is door het moederdepartement meer budget beschikbaar gesteld voor instandhouding dan in de begroting is opgenomen. De realisatie van de Commandantenvoorziening is gestegen omdat er meer geld beschikbaar is gekomen in 2013. De omzet Verwerving en Afstoting is gedaald ten opzichte van de begroting. Dit is het gevolg van vertraging in nieuwbouwprojecten, van gewijzigde regelgeving en van onvoldoende capaciteit.

Omzet huisvesting

De omzet huisvesting is de ontvangen tegemoetkoming voor het beschikbaar stellen van investeringen in gebouwen en werken & terreinen voor de «leenfaciliteitprojecten» (afschrijvingen en rente) en de rentebaten over de investeringen van nog niet opgeleverde leenfaciliteitprojecten (inclusief voorfinanciering). Door de vertraging in de uitvoering van deze projecten zijn er minder investeringen gedaan, waardoor minder leningen zijn opgevraagd en dus minder rente in rekening is gebracht bij het moederdepartement. Daarnaast is over het deel van de gebouwen die eind 2012 zijn overgedragen aan het moederdepartement geen huisvestingsvergoeding ontvangen terwijl deze wel begroot was.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen betreft dienstverlening voor de bouw van een gevangenis op Bonaire voor de RGD, de uitleen van een servicemonteur aan de RVOB voor het voormalige Marine Vliegkamp Valkenburg, adviezen aan TNO en een reeks kleinere opdrachten, onder andere voor de politie.

Mutaties onderhandenprojecten

In de begroting is deze post nihil gesteld. Er is sprake van een negatieve mutatie als gevolg van het treffen van een voorziening voor een verliesgevend project.

Rentebaten

Over het positief saldo van rekening courant bij het Ministerie van Financiën is in 2013 rentevergoeding ontvangen.

Bijzondere baten

De incidentele baten zijn opbrengsten uit de normale bedrijfsvoering van voorgaande boekjaren. De belangrijkste posten hierin worden gevormd door het nemen van omzet 2012 in 2013 (€ 0,3 miljoen), het ontvangen van een vergoeding voor juridische kosten in verband met een positieve uitspraak op een arbitrage zaak (€ 0,1 miljoen) en de verkoop van het wagenpark waardoor de getroffen reservering voor de restwaarde is komen te vervallen (€ 0,3 miljoen). Van het moederdepartement zijn geen inkoopfacturen ontvangen (€ 0,9 miljoen) en van DTO zijn geen inkoopfacturen ontvangen voor IV-projecten (€ 0,7 miljoen).

Uitbesteding

In de begroting is geen bedrag opgenomen voor uitbesteding. Voor een aantal projecten is de projectvoering echter uitbesteed.

Programmagelden instandhouding

De hogere lasten hangen samen met de extra gelden die door het moederdepartement beschikbaar zijn gesteld.

Rentelasten huisvestingsactiviteiten

Dit betreft de verschuldigde rente voor de leningen ten behoeve van de investeringen inclusief de bouwrente voor de in aanbouw zijnde huisvesting en de opgeleverde gebouwen en terreinen. Voor de verklaring van de daling van € 12,9 miljoen wordt verwezen naar de omzet huisvesting.

Afschrijvingskosten materieel

Op automatiseringsmiddelen, transportmiddelen en gebouwen is minder afgeschreven dan was voorzien in de begroting. De voorgenomen vervangingsinvesteringen zijn uitgesteld als gevolg van onzekere toekomstige ontwikkelingen en in verband met verkoop van het wagenpark aan het moederdepartement.

Bijzondere lasten

Dit zijn incidentele lasten van de gewone bedrijfsuitoefening uit voorgaande boekjaren. In totaal is een extra reservering € 0,1 miljoen getroffen voor de afwaardering van de panden Zwolle en Tilburg op basis van de WOZ-waarde en voor de extra lasten uit voorgaande jaren vanwege te lage transitoria (€ 0,2 miljoen).

Omzet per productgroep van het moederdepartement, overige departementen en omzet derden

(Bedragen x € 1.000)
 

Begroting

2013

Realisatie

2013

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde

begroting

Realisatie

2012

Expertise & Advies 1

6.321

8.503

2.182

8.562

Verwerving & afstoting

22.013

15.366

– 6.647

19.106

Commandantenvoorziening (COVO)

1.479

3.666

2.187

2.225

Instandhouding

41.624

44.770

3.146

49.813

1

De realisatie 2013 is inclusief omzet per productgroep categorie «overig».

De producten Commandantenvoorziening en instandhouding genereren meer dan de helft van de omzet. De daling van de omzet ten opzichte van 2012 is een gevolg van minder nieuwbouwprojecten en minder door het moederdepartement beschikbaar gesteld budget voor instandhouding.

Balans per 31 december 2013

(Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Balans 2013

Balans 2012

Activa

   

Materiële vaste activa

   

– grond en gebouwen

104.606

47.353

– gebouwen in aanbouw

40.341

69.456

– transportmiddelen

0

1.606

– overige materiële vaste activa

134

203

Vlottende activa

   

Onderhanden projecten

6.984

7.177

Debiteuren

1.627

1.038

Vorderingen op moederdepartement

796

450

Overlopende activa

1.809

7.440

Liquide middelen

40.103

58.569

Totaal activa

196.400

193.292

Passiva

   

Eigen Vermogen

   

– exploitatiereserve

1.391

701

– verplichte reserve

0

 

– onverdeeld resultaat

-869

688

Leningen bij het Ministerie van Financiën

142.506

110.318

Voorzieningen

 

 

Crediteuren

7.990

15.917

Schulden aan moederdepartement

1.002

2.275

Overlopende passiva

44.380

63.393

Totaal passiva

196.400

193.292

Materiële vaste activa

Door de overdracht van gebouwen in aanbouw van de projecten KMar Schiphol en Hoger Onderhoud Woensdrecht aan het moederdepartement en het opstarten van nieuwe gebouwen in aanbouw is de boekwaarde van de materiële activa per saldo gedaald. Als gevolg van de verkoop van het wagenpark aan het moederdepartement is de boekwaarde van de transportmiddelen ultimo 2013 nihil.

Onderhanden projecten

De postonderhanden projecten omvat de apparaatskosten van de lopende projectfasen van nieuwbouwprojecten waarvan nog geen omzet is ontvangen. Ten opzichte van 2012 is deze post gedaald met € 0,193 mln voornamelijk als gevolg van het treffen van een voorziening op een verliesgevend project.

Overlopende activa

De post overlopende activa bedraagt ultimo 2013 € 1,8 miljoen. In 2012 was dit € 7,4 miljoen. De daling wordt vooral veroorzaakt door minder te vorderen programmageld doordat meer inkoopfacturen zijn verwerkt voor de kassluiting van het moederdepartement. Van dit bedrag is € 1,6 miljoen een vordering op het moederdepartement en € 0,2 miljoen een vordering op derden.

Debiteuren

De post debiteuren bestaat voor € 1,3 miljoen uit vorderingen op overige departementen en voor € 0,3 miljoen uit vorderingen op derden.

Eigen vermogen

Het negatief resultaat van de DVD kan worden opgevangen binnen het eigen vermogen. In 2014 komt een eind aan een langdurig en intensief reorganisatietraject en wordt gestart met een organisatie die voorbereid is op de veranderende omstandigheden. In de begroting voor 2014 is rekening gehouden met een hogere productiviteit. Dit moet leiden tot een (licht) positief bedrijfsresultaat. Het jaar 2014 zal ook in het teken staan van de vorming van het rijksvastgoedbedrijf (RVB) met een daarbij horende eigen begroting. Op basis van vijf procent van de gemiddelde omzet van de afgelopen 3 jaar bedraagt het maximaal toelaatbaar eigen vermogen € 11,2 miljoen. De stand eind 2013 bedraagt € 0,5 miljoen.

Leningen bij het Ministerie van Financiën

(Bedragen x € 1.000)
 

Stand 31-12-2013

Stand 31-12-2012

Leningen bij het Ministerie van Financiën

   

Vermogensconversielening

5.180

5.210

Investeringsleningen

137.326

105.108

Totaal leningen

142.506

110.318

Met de leningen van het Ministerie van Financiën worden de materiële vast activa gefinancierd. De looptijden van de leningen worden bepaald in overeenstemming met de economische levensduur van de materiële vast activa. De vermogensconversielening loopt tot 2038 met een rente van 5 procent. De overige leningen hebben een looptijd variërend van drie jaar tot vijftig jaar tegen rentepercentages variërend van 1,7 procent tot 5,6 procent.

Voorzieningen

(Bedragen x € 1.000)
 

Stand 31-12-2012

Dotaties 2013

Vrijval 2013

Onttrekkingen 2013

Stand 31-12-2013

Garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

Wachtgelduitkeringen

0

0

0

0

0

FPU 57+ voorziening

0

0

0

0

0

Totaal aan voorzieningen

0

0

0

0

0

Crediteuren

Het saldo van de crediteuren bedraagt € 8,0 miljoen (2012: € 15,9 miljoen). De daling is het gevolg dat leveranciers sneller een inkoopfacturen sturen en ook de maatregelen die zijn genomen om de doorlooptijd van de inkoopfacturen te verkorten.

Overlopende passiva

(Bedragen x € 1.000)
 

 Stand 31-12-2013

 Stand 31-12-2012

Aflossing leningen Ministerie van Financiën

3.119

6.264

Vooruitontvangen bedragen

10.225

11.592

Met betrekking tot huidig boekjaar te betalen bedragen

27.574

39.340

Te betalen vakantiegelden

1.698

1.711

Betalingen onderweg

41

2.747

Te betalen vakantiedagen

1.723

1.739

Totaal overlopende passiva

44.380

63.393

De post «Aflossing leningen Ministerie van Financiën» is ten opzichte van 2012 gedaald met € 3,1 miljoen. Dit wordt voornamelijk verklaard door een extra aflossing van € 2,8 miljoen in verband met de afwaardering van twee gebouwen.

De post «met betrekking tot huidig boekjaar te betalen» bestaat onder meer uit te betalen programmagelden Instandhouding en te betalen apparaatskosten en producteindafrekeningen. De daling van de te betalen programmagelden ten opzichte van 2012 ad € 7,3 miljoen wordt verklaard doordat leveranciers facturen eerder indienen en door verbeterde doorlooptijden van verwerking van facturen. De nog te betalen apparaatskosten en eindafrekeningen dalen met € 4,4 miljoen vanwege de versnelde afwikkeling van diverse eindafrekeningen.

De post «overlopende passiva» wordt nader uitgesplitst in € 16,6 miljoen als te betalen bedrag aan het moederdepartement, € 1,2 miljoen als te betalen bedrag aan overige departementen en € 26,6 miljoen als te betalen bedrag aan derden.

Kasstroomoverzicht

(Bedragen x € 1.000)

1

2

3=2–1

   

Oorspronkelijke vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2013 + stand

depositorekeningen

52.545

58.569

6.024

         

2.

Totaal operationele kasstroom

1.500

– 18.570

– 20.070

         

 

Totaal investeringen (–/–)

– 46.625

– 30.482

16.143

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

1.543

1.543

3.

Totaal investeringskasstroom

– 46.625

– 28.939

17.686

         
 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

 

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

   

0

 

Aflossingen op leningen (–/–)

– 7.161

– 6.532

629

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

46.625

35.575

– 11.050

4.

Totaal financieringskasstroom

39.464

29.043

– 10.421

         

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2013+ stand

depositorekeningen (=1+2+3+4)

46.884

40.103

– 6.781

Kasstroom uit operationele activiteiten

De liquiditeit uit operationele activiteiten is gedaald ten opzichte van het plan. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door de effecten van de sterke daling van crediteuren en overlopende passiva. Leveranciers zenden de facturen gemiddeld sneller in, maar ook zijn er maatregelen genomen om de doorlooptijd van de facturen te verkorten.

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Het betreft hier vooral investeringen in activa en gebouwen. Het verschil tussen begroting en realisatie wordt veroorzaakt door de lagere afroep van de leenfaciliteit in verband met vertraging van het project Hoger Onderhoud Woensdrecht, kazerne KMar Schiphol en Opleidingscentrum KMar.

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

De mutaties in de kasstroom uit financieringsactiviteiten zijn als gevolg van een kleiner beroep op de leenfaciliteit voor investeringen lager dan geraamd. Verder zijn leningen aan het Ministerie van Financiën afgelost in verband met de verkoop van het wagenpark aan het moederdepartement.

Doelmatigheidsparagraaf

Doelmatigheidsindicatoren c.q. kengetallen per 31 december 2013 
 

realisatie 

Oorspronkelijke begroting

omschrijving generiek deel

2010

2011

2012

2013

2013

VTE-totaal

1408

1008

849,0

858,5

855,0

Saldo van baten en lasten (%)

– 2,0%

– 3,5%

0,6%

– 0,4%

0,0%

Servicelevels (norm = 90%)

85%

81%

74%

65%

85%

Projecttevredenheid (norm = 90%)

94%

95%

98%

95%

95%

Productiviteit (omzet K€ per directe medewerker)

87,9

80,7

103,7

104,6

90%

           

omschrijving specifiek deel

2010

2011

2012

2013

2013

           

kostprijzen per product(groep)

         

Expertise & Advies

76,69

81,96

77,25

75,95

 

Verwerving & afstoting

73,24

69,94

71,55

70,81

 

COVO

62,07

53,87

63,00

63,45

 

Instandhouding

59,67

63,97

64,59

61,3

 

Gemiddelde kostprijs per product

65,18

64,18

65,07

65,07

 
           

Omzet per productgroep (pxq) in K€

         

Expertise & Advies (honorarium)

8.219

9.059

8.562

7.413

6.321

Verwerving & afstoting  excl ohw)

28.011

20.394

19.106

15.366

22.013

COVO

4.310

1.980

2.225

3.666

1.479

Instandhouding

45.226

45.262

49.813

44.770

41.624

Beveiliging

28.141

Overig

1.230

1.090

Kostprijs per productgroep

De kostprijzen per productgroep, de tarieven per uur, zijn in 2013 nagenoeg hetzelfde als in 2012.

Het baten-lastenagentschap DVD streeft naar verbetering van doelmatigheid. Het uitgangspunt is dat de kwaliteit van de dienstverlening minimaal overeind blijft. In dit doelmatigheidsstreven in combinatie met de kwaliteit wordt gewerkt langs de volgende sporen:

  • de periodieke uitvoering van benchmarkonderzoeken;

  • het voortdurend nastreven van productiviteitsgroei;

  • de sturing op serviceniveaus, project- en klanttevredenheid.

Benchmarkonderzoeken

In de jaarrekening 2012 werd nog gesproken over een sourcingtraject. In het kader van dit onderzoek past een benchmarkonderzoek met de markt. Inmiddels is de situatie sterk veranderd omdat in 2013 het besluit is gevallen de DVD op te nemen in het Rijks Vastgoed Bedrijf. In het kader hiervan worden ook benchmark activiteiten uitgevoerd met de overige partners (RGD en RVOB). De resultaten hiervan zijn nog niet bekend.

Productiviteit

De productiviteit is het quotiënt van de omzet (inclusief mutatie onderhanden projecten en exclusief programmagelden instandhouding en expertise en advies en huisvestingsactiviteiten) en de hiervoor benodigde directe vte’n. De in 2011 ingezette lichte stijging van de bouwmarktprijzen heeft zich in (2012 en) 2013 voortgezet. Dit effect (van herstel) was ook in enige mate terug te zien in aanbestedingsresultaten van de DVD dit jaar ten opzichte van 2012.

Kwaliteitsindicatoren (sturing op serviceniveaus, project- en klanttevredenheid)

Naast een periodiek uit te voeren klanttevredenheidsonderzoek worden diverse servicelevels bijgehouden: de snelheid van reageren op en het opheffen van defecten en storingen en de snelheid waarmee een behoefte wordt omgezet in een daadwerkelijke raming of offerte. De norm is in 2010 in overleg met de klant gewijzigd van 90 procent naar 80 procent door budgetproblematiek bij de defensieonderdelen. In 2013 is dit percentage verder gedaald naar een gemiddelde van 65 procent. Deze uitslag van het servicelevel lijkt aan te geven dat de kwaliteit van de dienstverlening onvoldoende is. De werkelijkheid is genuanceerder. Het niet behalen van de norm is een direct gevolg van een tekort aan capaciteit om storingen af te melden. Het betreft administratieve achterstanden waar inmiddels een oplossing voor is gevonden (na de stop op het plegen van inhuur).

Licence