Base description which applies to whole site

5.1 Apparaat kerndepartement

A. Apparaat kerndepartement
Beleidsartikel 8 Apparaat Kerndepartement
Bedragen x € 1.000
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2010

2011

2012

2013

2014

2014

2014

Verplichtingen

208.773

195.796

182.512

198.523

205.091

204.688

403

               

Uitgaven

208.773

195.796

189.009

198.490

202.238

204.688

– 2.450

               

Personeel Kerndepartement

   

123.624

136.284

140.023

131.714

8.309

Eigen personeel

   

118.331

126.960

130.878

127.895

2.983

Inhuur externen

   

4.990

9.127

8.844

3.293

5.551

Overig personeel

   

303

197

301

526

– 225

               

Materieel Kerndepartement

   

65.385

62.206

62.215

72.974

– 10.759

waarvan ICT

   

10.321

9.756

7.714

12.041

– 4.327

waarvan bijdrage aan SSO's

   

27.716

30.699

38.790

26.822

11.968

waarvan overig materieel

   

27.348

21.751

15.711

34.111

– 18.400

               

Ontvangsten

34.960

30.793

36.539

36.211

38.909

30.385

8.524

Uitgaven

Personeel kerndepartement (+ € 8,3 mln.)

Dit betreft alle personeelsuitgaven inclusief externe inhuur voor het kerndepartement. Bij ontwerpbegroting 2014 was bij de vorming van de Auditdienst Rijk nog geen rekening gehouden met de extra inhuur bij deze dienst als gevolg van vraag naar controlecapaciteit voor Europese middelen. Dit wordt doorbelast, zie de hogere ontvangsten van de Auditdienst Rijk.

Materieel kerndepartement (– € 10,8 mln.)

De uitgaven aan ICT zijn onder andere lager dan geraamd vanwege vertraging bij het ICT-project voor een departementsbreed uniform document management systeem. Dit systeem wordt later – in 2015 – ingevoerd. Bij de vorming van Shared Service Organisaties (SSO’s) is niet genoeg rekening gehouden met de overgang in 2014 van steeds meer diensten naar SSO’s, zoals FM Haaglanden. Daarom is er een overschrijding bij de raming SSO’s. Deze uitgaven waren nog geraamd op Overig Materieel. Bij Overig Materieel is daarnaast vooruitlopend op de taakstellingen alvast minder uitgegeven, bijvoorbeeld aan communicatie.

Ontvangsten

Ontvangsten (+ € 8,5 mln.)

De ontvangsten zijn hoger door het gedeeltelijk afromen van het (surplus aan) eigen vermogen van Domeinen Roerende Zaken. Daarnaast zijn er hogere ontvangsten door het uitvoeren van extra EU-gerelateerde opdrachten die de Auditdienst Rijk uitvoert.

B. Totaal overzicht Apparaat Financiën

Financiën is in 2014 verantwoordelijk voor het baten-lastenagentschap Domeinen Roerende Zaken. De Apparaatuitgaven en ontvangsten worden verder uitgesplitst en toegelicht in de baten-lastenparagraaf.

Voor de AFM, Waarderingskamer en DNB wordt de volledige overheidsbijdrage gebruikt voor apparaat. De onderstaande tabel geeft de totale apparaatuitgaven voor Financiën weer. Hierbij zijn de apparaatuitgaven (REALISATIES) voor het kerndepartement, de Belastingdienst, het baten-lastenagentschap en ZBO’s bij elkaar opgeteld.

Tabel 1: Totaaloverzicht apparaatsuitgaven en -kosten Financiën
(bedragen x € 1.000)

Totaal apparaat Financiën IX

3.224.531

3.070.653

3.093.674

3.212.145

3.266.228

Departement

3.152.582

2.998.170

3.012.807

3.143.630

3.182.954

Kerndepartement

Belastingdienst

208.773

2.943.809

195.796

2.802.374

189.009

2.823.798

198.490

2.945.140

202.238

2.980.716

           

Baten-lasten agentschap1

14.120

14.083

17.631

18.099

19.998

Domeinen Roerende Zaken

14.120

14.083

17.631

18.099

19.998

           

ZBO’s en RWT’s

57.829

58.400

63.236

50.416

63.276

AFM

28.666

30.505

29.721

20.500

24.552

DNB

28.496

25.800

27.710

23.701

20.443

Waarderingskamer

667

667

555

1.196

1.181

NLFI2

n.v.t.

1.428

5.250

5.019

17.100

Bron: financiële administratie

1

Op 5 november 2012 is besloten tot een departementale herindeling met betrekking tot rijksvastgoed. De agentschap RVOB is opgenomen onder de Minister voor Wonen en Rijksdienst. Tabel 1 is overeenkomstig gewijzigd.

2

2011 t/m 2013 gecorrigeerd voor NLFI

In onderstaande tabel worden de apparaatuitgaven per Directoraat Generaal van het kerndepartement vermeld.

 

2010

2011

2012

2013

2014

Kerndepartement

208.773

195.796

189.009

198.490

202.233

           

GT

28.873

27.757

23.985

23.051

24.552

DGRB

28.978

20.949

22.390

20.384

20.443

SG cluster

136.211

132.884

128.294

141.251

143.613

DGFZ

14.711

14.206

14.340

13.804

13.625

Bron: financiële administratie

C. Taakstelling

De taakstelling die het kerndepartement opgelegd heeft gekregen voor de apparaatuitgaven, liep in 2014 volgens schema. De besparing door verdichting op huisvesting bij het kerndepartement is in 2014 gerealiseerd door verhuur aan derden.

Voor de Belastingdienst geldt de volgende tabel.

Taakstelling Belastingdienst vanaf Rutte I (* € 1.000)

Organisatie

2013

2014

Belastingdienst

   

Coalitieakkoord 2010 (Rutte I)

– 82.173

– 124.275

Coalitieakkoord 2012 (Rutte II)

   
     

Versterking Toezicht en Invordering

   

Intensiveringsmiddelen

108.000

169.000

Opbrengstentaakstelling

265.000

533.000

Invulling taakstelling Rutte II (* € mln.)
 

2016

2017

2018

structureel

Departementale taakstelling

50

112

136

136

Kerndepartement

3,5

7,7

9,4

9,4

Belastingdienst

46,2

103,6

125,7

125,7

Agentschap

0

0

0

0

ZBO’s

0

0

0

0

Met het Coalitieakkoord Rutte II, heeft de Belastingdienst extra apparaatbudget (€ 169 mln. in 2014, vanaf 2015 structureel € 157 mln.) ontvangen voor het aantrekken en inzetten van gekwalificeerde medewerkers voor de versterking op Toezicht en Invordering (ITI). Met deze extra financiële middelen heeft de Belastingdienst de taak gekregen om extra belastingontvangsten te realiseren.27 De meeropbrengsten over 2014 van deze ontvangstentaakstelling werden geraamd op € 533 miljoen. De realisatie in 2014 bedroeg circa € 413 miljoen. Dit bedrag kan nog oplopen doordat nog niet alle kasopbrengsten al bepaald zijn. In bovenstaande tabellen zijn alleen de taakstellingsreeksen uit de regeerakkoorden Rutte I en II opgenomen. De totale taakstelling op het budget van de Belastingdienst ligt fors hoger. Dit komt doordat aan Rutte I voorafgaande kabinetten ook taakstellingen hebben opgelegd en daarnaast zijn o.a. een aantal keren de loon- en prijscompensatie niet uitgekeerd hetgeen de facto als een taakstelling wordt beschouwd. De totale taakstelling bij de Belastingdienst loopt dan op tot structureel ca. € 540 mln. vanaf 201828.

De Belastingdienst heeft zijn deel bijgedragen aan de realisatie van de rijksbrede taakstellingen. Zoals met de Tweede Kamer afgesproken worden de taakstellingen vanuit Rutte I (en voorgaande kabinetten) en Rutte II – oplopend tot ruim € 540 miljoen vanaf 2018 – langs twee sporen ingevuld. Spoor 1 betreft efficiency/versobering waarmee € 360 miljoen wordt ingevuld. Spoor 2 betreft aanpassing van (fiscale) wetgeving die leidt tot vereenvoudiging in de uitvoering of taakvermindering bij de Belastingdienst. Spoor 2 draagt € 180 miljoen bij aan de invulling. De afgesproken efficiency en versobering is meerjarig ingevuld en belegd met maatregelen op het terrein van staf/overhead, procesverbeteringen en versoberingen op het gebied van huisvesting. Ten aanzien van Spoor 2 is inmiddels ook een belangrijk deel van de afgesproken besparingen gerealiseerd (€ 127 miljoen). Wat betreft de besparingen vanuit vereenvoudiging van fiscale wet- en regelgeving waren deze in 2014 onvoldoende om het deel van de taakstelling dat de Belastingdienst daarmee invult (spoor 2), te realiseren. Het betreft € 35 mln. Ambitie blijft voor de komende jaren om deze vereenvoudigingen alsnog te realiseren. Complexiteitsreductie is dan ook een belangrijk uitgangspunt van de voorgenomen stelselherziening.

27

Kamerstukken II 2012/13, 31 066, nr 149.

28

Kamerstukken II 2011/12, 31 066, nr. 117

Licence