Base description which applies to whole site

A. Managementparagraaf

Het streven is om bij voortduring de bedrijfsvoering van het ministerie te ontwikkelen en te verbeteren met name in termen van de sturing en beheersing van activiteiten en processen. Onderstaande thema’s hebben vooral betrekking op de structurele borging van voorzieningen en verantwoordelijkheden in de departementale organisatie.

IenM koers 2020 en ontwikkeling bedrijfsvoering

De bedrijfsvoeringsfunctie werkt voor de primaire IenM-functies beleid, uitvoering, inspectie. De bedrijfsvoering voegt waarde toe en levert intelligente ondersteuning met een goede kwaliteit.

Voor de bedrijfsvoering in de periode 2015–2020 wordt richting en inspiratie ontleend aan de IenM-Koers 2020.De IenM-Koers 2020 geeft richting aan de ontwikkeling van het ministerie, richting in de ambities en richting voor de manier waarop we werken in het waarmaken daarvan. De ontwikkeling van IenM staat in het teken van:

  • snel en passend reageren op maatschappelijke en politieke onderwerpen en dynamiek

  • flexibel, adaptief en wendbaar (wendbaar in allocaties, inzetbaarheid)

  • het ontwikkelen van een gevarieerd(er) handelingsrepertoire

  • innovatieve verbindingen en samenwerking met partners

  • variëteit in sturingsstijlen (passend bij de maatschappelijke veranderingen)

  • kwaliteit in bedrijfsvoering die dit ondersteunt.

De Hervormingsagenda Rijksdienst geeft richting aan de rijksbrede organisatieontwikkeling. De ambitie is de Rijksdienst compact en meer als één organisatie in te richten binnen een bijbehorend financieel kader voor de komende periode (taakstelling Rutte-2). Op het terrein van bedrijfsvoering wordt gestreefd naar samenwerking, standaardisatie en concentratie van bedrijfsvoerings-dienstverlening op het niveau van het Rijk als geheel.

Dit leidt tot een spannende opgave waarbij een nieuwe balans moet worden gevonden tussen:

de noodzaak van meer variëteit en flexibiliteit enerzijds en anderzijds de efficiencytaakstelling die dwingt naar standaardiseren en uniformeren en het ontwikkelen van een breder handelingsrepertoire met een kleiner personeelsbestand.

Deze opgave is vervat in zes ambities voor de periode tot 2020:

  • 1. De bedrijfsvoeringsfunctie werkt nauw samen met het primair proces en werkt integraal. Dit geldt voor de uitvoering én kaderstelling;

  • 2. De bedrijfsvoeringsfunctie bevordert en ondersteunt dat medewerkers flexibel inzetbaar zijn in de breedte van IenM, waarbij systematische aandacht is voor de samenstelling van het personeelsbestand en voor vakmanschap;

  • 3. De bedrijfsvoeringsfunctie beschikt over bedrijfsvoeringsystemen waarmee flexibel kan worden ingespeeld op snel wijzigende informatiebehoeften;

  • 4. De bedrijfsvoeringsfunctie heeft de begrotings- en concernsturingscyclus verder gedigitaliseerd en verrijkt;

  • 5. De bedrijfsvoeringsfunctie heeft door verdere standaardisatie, samenwerking en vereenvoudiging van de governance en bekostiging van de dienstverlening een vermindering van de beheerslast gerealiseerd en

  • 6. De bedrijfsvoeringsfunctie maakt dat IenM waar krijgt voor zijn geld, door te investeren in regie op de dienstverlening, contractbeheer en duurzaamheid.

Besturing en beheersing van de informatievoorziening/informatisering

De rollen en taken van IenM worden meer informatie- en ICT-intensief. Dit vergt passende nieuwe vormen van besturing en beheersing. De conclusies en aanbevelingen in het rapport «Grip op ICT» van de commissie Elias wijzen ook op verbetering van besturing en beheersing, maar dan vooral van de ICT-projecten.

Dit samen is reden om binnen IenM de inrichting en werking van de besturing, ontwikkeling en beheersing op het terrein van de informatievoorziening en ICT te bezien en waar nodig te herzien en te versterken. De eerste fase in de aanpak staat in het teken van evalueren en verkennen en omvat de volgende drie activiteiten, die in de periode tot april 2015 worden uitgevoerd:

Evaluatie van het CIO-stelsel en het samenspel

Onder leiding van de Stuurgroep Informatievoorziening wordt het stelsel van opdrachtgevers, regisseurs/leveranciers en CIO geëvalueerd. Het gaat daarbij o.m. om de werking in de praktijk in relatie tot de beoogde effecten (besturing en beheersing; specifiek van projecten met een substantiële ICT-component), de ingezette professionalisering, de kwaliteit en gebruiksnut van de sturingsinformatie/rapportages/instrumenten, de overleggremia en het samenspel tussen opdrachtgevers, ICT-organisaties en de CIO-functie en de kwalificatie van de posities/rollen in het licht van de conclusies/aanbevelingen van de Commissie Elias.

Verkenning van het thema «Informatie als onderwerp van beleid»

Informatie vormt in toenemende mate het hart van de primaire functies/processen van IenM. Het gaat om de betekenis van informatie in/voor processen, de informatisering en digitalisering in/van beleidsstelsels en de mogelijke vormen van besturing en beheersing (management van informatie en informatisering). Dit wordt nader verkend. De verkenning is bedoeld om inzicht en bewustzijn te verwerven m.n. bij de IenM-beleidsfunctie. Dat krijgt vorm in een combinatie van onderzoek en werksessies. Op basis daarvan wordt in de volgende fase de mogelijke ontwikkeling in termen van posities, rollen, competenties in het stelsel nader bepaald.

Toets van projecten naar aanleiding van Commissie Elias

Er wordt een zgn. bureau ICT-toets uitgevoerd op ICT-projecten van IenM in het licht van de aanbevelingen van de commissie Elias. De toets wordt uitgevoerd op alle projecten met een meerjarige ICT-component van € 5 miljoen of meer.

Op basis van de uitkomsten van deze drie activiteiten wordt de volgende fase van het versterkingstraject ingericht in afstemming met de Rijks CIO.

Organisatie-aanpassingen IenM

In het verslagjaar zijn enkele aanpassingen doorgevoerd in het organisatie en mandaatbesluit Infrastructuur en Milieu 2012. De belangrijkste voor de inrichting van de bedrijfsvoering is de totstandkoming van de directie Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (vanaf 1 januari 2015). De ANVS komt voort uit de agentschappen ILT en RVO en de beleidskern van EZ. De ANVS stelt vanuit haar verantwoordelijkheid extra eisen aan de bedrijfsvoering met betrekking tot beveiliging, huisvesting en omgang met vertrouwelijke stukken.

Alle voorbereidingen zijn getroffen voor een zorgvuldige en rimpelloze overdracht per 1/1/2015 van de mobiliteitsdiensten van aan ECOP Workflow. Daarmee is de eigen mobiliteitsorganisatie Matchpoint opgeheven. Een en ander is in nauw overleg met medezeggenschap en bonden vormgegeven. Ook de overdracht van de bedrijfsartsenzorg naar ECOP is per 1/1/2015 voorbereid en ingeregeld in 2014. IenM is koploper in de verdere vormgeving van samenwerking met P-direct. In het programma Optimaal Verbinden zijn daartoe administratieve ondersteuners overgegaan naar P direct en zijn werkprocessen verder gestroomlijnd.

IenM heeft het Charter Talent naar de Top ondertekend om het belang van doorstroom van vrouwen naar managementposities extra te onderstrepen. Extra aandacht vanuit HR en management voor de personeelsgesprekcyclus en vlootschouw heeft geleid tot een fors verbeterde verslaglegging en onderbouwing van beloningsbeslissingen.

Organisatieverandering RWS

In 2014 heeft RWS activiteiten uitgevoerd in het kader van het Ondernemingsplan 2015. Het O&F rapport en het daaropvolgende plaatsingsproces zijn in 2014 afgerond. Tevens zijn in 2014 stappen zijn gezet om belangrijke verbeteringen door te voeren, bijvoorbeeld op het vlak van het werken vanuit een netwerkbeheervisie, het RWS-breed integraal programmeren van werkzaamheden en een betere besturing van informatievoorziening (waaronder ICT). De nieuwe RWS-processen zijn beschreven en medewerkers zijn steeds meer vanuit de procesketen gaan denken. Ook zijn de medewerkers meer gericht op het verbeteren van zijn of haar bijdragen binnen de RWS-processen. Door meer uniform te werken waar dat kan en een steeds betere samenwerking zowel intern als met externe partijen, is RWS in staat geweest om zowel de productie als de taakstellingen te realiseren.

Kennismanagement RWS

Het kennismanagement heeft bij RWS bijzondere aandacht. Hiertoe heeft RWS de kritische kennisgebieden die essentieel zijn in het goed uitvoeren van haar operationele doelen geïnventariseerd. Voor deze kritische gebieden zijn verbindingen gelegd met onder meer onderwijsinstellingen. Tevens wordt kennis verbonden door samenwerking met waterschappen, markt en kennisinstellingen, onder meer in het Hoogwaterbeschermingsprogramma en het Kennisplatform risicobeheersing. Ook is een plan uitgewerkt om bij de belangrijkste waterkerende objecten te werken met reviewteams en om voor de inhoudelijke velden actiever kennis te delen en borgen in Communities. Ook intern RWS wordt nadrukkelijker de verbinding gelegd tussen managers en specialisten. Met summerschools voor leidinggevenden, vergroten van de adviesvaardigheden van specialisten en professionalisering van de eerder genoemde Communities wordt het wederzijds begrip en vertrouwen vergroot waardoor managers en specialisten elkaar meer versterken.

Organisatieverandering KNMI

In het kader van de implementatie van de Veranderopgave is de nieuwe organisatie officieel per 15 september gestart en is het plaatsingsproces voor de medewerkers afgerond met een beperkt aantal bezwaren. Het nieuwe managementteam is aangesteld. Op het pad naar het ontwikkelen van een cultuur voor de vraagsturing zijn waarneembare stappen gezet.

Vanaf april 2014 is de dienstverlening op het gebied van de kantoorautomatisering in handen van het Shared Service Center (SSC) Campus en vanaf 1 januari 2015 zal ook de overige dienstverlening op ICT gebied in handen zijn van het SSC Campus. SSC Campus is de flexibele en innovatieve ICT partner voor kennis- en onderzoeksinstituten en levert betrouwbare ICT-dienstverlening aan kennisinstituten binnen de rijksoverheid. De ontwikkeling van SCC-Campus gebeurt in partnerschap tussen KNMI en RIVM

Licence